goelag

Tante Tonja uit Odessa - 2

(Eerste publicatie: 6-10-2010)

Vervolg (aflevering 1 hier).

Een jaar later vroeg ik mijn reisbureau – ik werkte in de zomer als reisleider - om weer een reis naar Odessa. En zo liep ik opnieuw door de Moldavanka, met de foto’s op zak, op zoek naar de binnenplaats van tante Tonja.

Ik dacht dat ik de weg nog wist, maar dat viel tegen. Uiteindelijk liet ik een foto aan twee mannen zien. “Ah, tante Tonja”, zeiden ze en wezen me naar een binnenplaats verderop. Ik herkende de smalle trap, liep naar boven en klopte aan. Tante Tonja reageerde zonder enige verbazing. “Kuda ty propal!, waar zat je nou!” Dit keer raakte ik haar adres niet meer kwijt.

Weer een reis naar Odessa, het kwam er voorlopig niet van. Ik maakte me er vanaf – zo voelde dat – door haar een pakketje met een warm vest en vitamines te sturen. Af en toe schreef ik, een heel enkele keer schreef zij. Dat ze blij was met elk bericht, maar verdrietig dat ik niet kwam. Dat alles maar duurder werd en dat ze niet goed wist hoe ze de winter door moest komen. Dat ze een bewijsje had gekregen, haar ‘reabilitatsija’, dat ze onschuldig in het kamp had gezeten.

In augustus 1991, net in de dagen van de staatsgreep, was ik toch weer in Odessa. Tante Tonja was verhuisd en had nu telefoon! Ze vertelde, toen ik haar belde, dat ze die nacht geen oog had dichtgedaan van de legertrucks die door de straat reden.

De volgende dag nam ik een taxi naar de Prospekt Dobrovolskogo. Dat was even wat anders dan de Moldavanka! Tante Tonja had een eigen flatje gekregen, met een keukentje en – voor het eerst in haar leven – een douche. Wrang genoeg had ze dat aan haar kampverleden te danken. Als slachtoffer van het Stalinbewind had ze voorrang gekregen.

Goed ging het verder niet met haar. Ze was mager geworden, had suikerziekte, tekenen ging steeds moeilijker. Gelukkig had ze goede buren die haar hielpen.

Haar laatste brief schreef ze op 25 januari 1994. Het handschrift was minder vast. “Ik kreeg je brief waar ik heel, heel blij mee was. Ik ben snel bij iedereen langs geweest en heb hem voorgelezen. Ik had de herfst op je gewacht, ik hoorde niks van je en dacht dat je je oma uit Odessa vergeten was.“ Ze vroeg om hulp, heel voorzichtig. Medicijnen tegen de suikerziekte. “En doe er tulpenbollen bij, die kan ik dan hier planten”. Tekenen kon ze niet meer, haar hand trilde te veel. “Doe je papa en mama de groeten. Moge God jullie gezondheid geven. Ik kus je mijn best kind. Je verre oma Tonja."

In haar laatste brief had ze zich onbewust van tante tot oma verheven.

De reis in augustus 1991 was mijn laatste naar Odessa. Ik zette een punt achter mijn werk als reisleider. Wanneer oma Tonja is overleden, weet ik niet.

Hier deel 1.

Tante Tonja uit Odessa - 1

(Eerste publicatie: 4-10-2010), deel 2: hier

Tante Tonja uit Odessa kon goed tekenen. Dat redde haar in de kampen van Norilsk. In ruil voor wat eten maakte ze tekeningetjes voor andere gevangenen.

Haar vader kwam uit België. In Odessa werkte hij bij de tram. Toen de tsaar vertrok en de communisten kwamen, ging hij naar zijn vaderland. Vanuit België stuurde hij geld. Contacten met het buitenland, geld ontvangen, het was voor vrouw en kind geen aanbeveling.

Eerst kwamen ze voor Tonja’s moeder. Toen werd ook Tonja opgepakt.

Tante Tonja kwam ik bij toeval tegen, in de zomer van 1988. Ik was als reisleider in Odessa, had een middag vrij en zwierf door de Moldavanka, de morsige wijk met zijn binnenplaatsjes, waar het oude Odessa nog te vinden zou zijn. Ik maakte een foto van een duiventil, toen er een grijze vrouw op me afstapte. “Komt u voor de zaak van de duiven?” Ik weet niet voor wie ze me aanzag, maar toen ze begreep dat ze met een buitenlander van doen had, nodigde ze me uit. “Wilt u zien hoe ik woon?”

Het was een schamel onderkomen bovenaan een smalle trap. Het rook er smoezelig. Er liep een mager hondje rond dat ik onopvallend bij me vandaan probeerde te houden. “Kijk, zo verdien ik wat bij”, vertelde de vrouw die ik later tante Tonja noemde. Ze liet een paar borrelglaasjes zien met een bloemmotiefje. Ze kocht de glaasjes blanco, schilderde er bloemetjes op en verkocht ze met een beetje winst.

Ze kon goed tekenen en had naar een kunstopleiding gewild. Haar arrestatie maakte dat onmogelijk.

Als vanzelf begon tante Tonja te vertellen over het kamp en over hoe haar leven door de Stalinterreur was verpest. Het leek alsof ze voor het eerst, tegenover een buitenstaander, haar verhaal kwijt kon. Af en toe legde ze een hand op mijn knie en zei ze: “Het is echt gebeurd, hoor!” Ze diepte haar bewijsje van vrijlating op uit een la. Er kwamen tranen toen ze uit haar hoofd het gedichtje opzegde dat ze in het kamp had geschreven voor haar vader, die ze nooit meer zou terugzien. Fel en bitter zei ze: “Als hier op een feestdag de vlaggen uithangen, blijven bij mij de ramen dicht”.

Ik liet foto’s zien uit Nederland, van mijn familie en van mijzelf met een nest hondjes van een huisgenoot. Die laatste moest ik van haar achterlaten. Ik maakte een paar foto’s en beloofde die op te sturen. De volgende dag reisde ik door naar Moskou. Daar schrok ik me een ongeluk: ik kon het adres van tante Tonja niet meer vinden! En ik zou pas de volgende zomer, een jaar later, weer terug kunnen naar Odessa.

Hier deel 2.

(Het verhaal van tante Tonja kwam weer boven toen ik op de site van een Russische fotograaf foto’s tegenkwam van binnenplaatsen in Odessa. Deze lijkt op die van tante Tonja:)

De Commissie tegen geschiedvervalsing en de deportaties uit Estland

(Eerste publicatie: 1-4-2010)

Sinds een dag of wat kom ik dit filmpje tegen. De Russische ondertitels heb ik vertaald. Een brokje superieure, bittere ironie.


Ergens in Estland 1941

0.08: Wacht even

Iedereen op z’n plaats blijven!

0:19: Goedendag. De familie Pyjm?

Ja, dat zijn wij.

Heel goed, jullie zochten we net.

0:24: Iedereen is thuis?

Ja, iedereen…

Heel goed. Jullie hebben 15 minuten.

15 minuten? Voor wat?

0:29: Jullie worden gedeporteerd.

Vandaag is er een grote deportatie.

Wat, sorry?

Een deportatie!

0:37: Vlug, pak je spullen – we hebben geen tijd om hier tot de ochtend te staan kletsen.

Ja, maar wat is dat voor iets, deportatie?

Deportatie, dat is…

… deportatie, verdomme!

0:46: Ik begrijp er niks van… Begrijp jij er iets van?

Ik hoor het voor ’t eerst!

Dat betekent dat we jullie …

… op reis sturen.

0:56: Naar Siberië. Voor lang.

Dat is een besluit van de regering.

Maar..

Hoeveel kost dat?

Dat kost helemaal niks…

1:06: Hoor je dat? – Ja!

Hoor je dat??

Eindelijk!

Dat wilden we al zo lang!

1:14: Kinderen, horen jullie dat? We gaan op reis!

Eindelijk!

Hoor je, Argo? Vooruit, pakken!

Ja-Ja

1:23: Hé… wacht even!

Wie belt u daar?

Kinderen, vooruit – pak ook je spullen!

Nee-nee, zeg tegen de kinderen dat ze hier blijven!

1:29: Maje! Maje, je gelooft het niet!

Maje, we worden gedeporteerd!!

Nee, nee, die zijn veel te warm!!

… ja dat weet ik zelf nog niet…

1:40: Voor hoelang?

Nou… voor lang.

Luister, je gelooft het niet waarheen –

Naar Siberië!

Gratis!

1:49: Heren, neemt u op z’n minst een stukje worst!

We hebben net…

Nee-nee, dank je.

Neem het anders mee!

Stop het gewoon bij u… En neemt u ook maar!

1:58: Ik weet niet of een gepast moment is, …

maar ik zou voor deze gelegenheid,

een glaasje.

2:10: Nou… gefeliciteerd!

Dank u!

Slottitel:

Gemaakt met de financiële steun van de Commissie tegen geschiedvervalsing van de Doema van de Russische Federatie.

Update: nog een 'aardig' detail: de inzet van het orkest, helemaal aan het slot, lijkt wel heel erg op het begin van het Sovjet-volkslied. Zal geen toeval zijn.

Thomas Sgovio legde zijn jaren in de Goelag vast in tekeningen

(Eerste publicatie: 19-12-2009)

Mag je de vraag stellen wat erger was, de kampen onder Hitler of de Goelag onder Stalin? Dergelijk leed met elkaar vergelijken heeft iets onzindelijks.

Toch komt die vraag, althans een variant ervan, regelmatig bij me op. Waarom staan de kampen van Hitler dieper in ons collectieve geheugen gegrift? Hoe komt het dat de kampen van de Goelag ‘minder erg’ worden gevonden? Natuurlijk speelt de geografie een rol (Oost-Siberië of Dachau, dat scheelt een paar weken met de trein). En natuurlijk kwamen ook veel van de Nazi-slachtoffers uit de directe omgeving alhier.

Maar er is nog een reden: er bestaat heel wat verschrikkelijk beeldmateriaal van de Duitse concentratiekampen. Eén blik daarop en het onvoorstelbare is opeens voorstelbaar. Zulke beelden van Russische kampen zijn er niet. (Al weet je niet wat er diep weggeborgen ligt in de archieven van de NKVD/KGB/FSB).

Het enige beeldmateriaal zijn tekeningen gemaakt door overlevenden. Door Evrosinija Kersnovskaja bijvoorbeeld (over haar schreef ik eerder). En door de Amerikaan Thomas Sgovio, die de Goelag niet alleen overleefde, maar ook nog wist terug te keren naar zijn vaderland. De waarde van hun tekeningen is nauwelijks te overschatten. Sgovio schonk de zijne aan het Hoover Instituut in Stanford. Hier een kort overzicht:

 

Meer over Thomas Sgovio vindt u hier.

O ja, morgen, 20 december, is het in Rusland de Dag van de Geheime Dienst. Waarmee we de medewerkers van die dienst natuurlijk van harte feliciteren.

Schilderijen van terreur - Pjotr Belov (1929-1988)

(Eerste publicatie: 27-5-2009)

16887_original.jpg

De bescheiden catalogus bewaar ik als een kleinood.

Wanneer zal het geweest zijn, 1990? In Odessa liep ik een museum binnen, waar een tentoonstelling was van Pjotr Belov. Ik had nog nooit van hem gehoord.

17149_original.jpg

Belov (1929-1988) had in Moskou als decor-ontwerper van het Centraal Theater van het Sovjet Leger enige faam verworven. Weinigen wisten dat hij in de laatste jaren van zijn leven in zijn eigen kleine atelier ook nog aan een heel ander oeuvre werkte, haastig, alsof hij voelde dat de dood hem in de nek hijgde.

Zelf kwam hij de Stalin-terreur ongeschonden door. Ook zijn familie bleef buiten schot. En dan toch zulke beklemmende beelden op het doek zetten … Al bleef je zelf ongedeerd, je kreeg toch een tik van de angst en ellende mee, zo veel maken deze schilderijen wel duidelijk. Belov heeft het niet meer mogen meemaken dat zijn werk werd tentoongesteld.

Belovs werken zijn slechts mondjesmaat op internet te vinden zijn. De naakte man in de cel is regisseur Vsevolod Meyerhold. De opengescheurde doos is een vergroot pakje Belomorkanal-sigaretten. Belomorkanal is het Wittezeekanaal dat in de jaren dertig door gevangen werd aangelegd.

70650_html_793682bf.jpg
21813949_belov.jpg
6-21.jpg

Binnenkort vertel ik het verhaal van één zo’n ‘kopje in het paardenbloemenpluis’, door haarzelf aan mij verteld. Toevalligerwijs ook in Odessa.

94269_original.jpg

Kersnovskaja in andere talen - en twee documentaires

(Eerste publicatie: 29-4-2009)

5_85.jpg

Ik kom nog even terug op mijn 'herontdekking', gisteren, van Evrosinija Kersnovskaja. Werk van haar is ook uitgegeven in het Duits, Frans en Italiaans:

images.jpg

- Kersnovskaja Е. "Ach Herr wenn unre Sunden uns verklagen". - Kiel: NEUER MALIK VERLAG, 1991.

- Кersnovskaja Е. "Coupable de rien". - Paris: PLON, 1994.

- Kersnovskaja E. "Quanto vale un uomo". - BOMPIANI 2009.

Zou een Nederlandse uitgave mogelijk zijn? Ik ga eens een paar balletjes opgooien.

Hieronder nog twee documentaires over haar leven en werk.

Goelag: Kersnovskaja in combinatie met Sjalamov

(28-4-2009)

3.jpg

Hoe heeft dit boek aan mijn aandacht kunnen ontsnappen … Onbegrijpelijk en bijna onvergeeflijk! En nu is het in de voor mij bereikbare boekwinkels (ook op internet) uitverkocht.

main.jpg

Efronsinija Kersnovskaja (1908-1994) bracht twaalf jaar door in de Goelag en deed daar naderhand verslag van in tekeningen en tekst.

Ik kwam Kersnovskaja weer op het spoor dankzij de culturele site Izo. Ik had wel eens werk van haar gezien (het weekblad Ogonjok besteedde ooit aandacht aan haar), maar het 856 pagina’s dikke boek Hoeveel is een mens waard (Сколько стоит человек, uit 2006), met daarin al haar tekeningen over haar jeugd en de nachtmerrie van de kampen daarna, was me ontgaan.

Via Izo belandde ik op een site die volledig aan Kersnovskaja is gewijd. De tekeningen en verhalen uit bovengenoemd boek zijn er te zien. Ook haar andere werk wordt gaandeweg op de site gepubliceerd.

Wat een wrange combinatie: die aandoenlijke stijl van de tekeningen en de ellende die ze uitbeelden. De literaire kwaliteit van Kersnovskaja’s verhalen ga ik niet beoordelen, daar wil ik eerst het boek voor in handen hebben. Maar de tekeningen alleen al … Lees ze in combinatie met de kampverhalen van Varlam Sjalamov, een scherper beeld van de kampen onder Grote Mensenvriend Stalin is niet te krijgen.

kersnovskaya-1.jpg

Hier nog een kort vervolg.

In de Goelag werden in Nederland gebouwde schepen gebruikt voor gevangenenvervoer

(Eerste publicatie: 6-2-2009)

De Dzhurma

Een van de indrukwekkendste boeken over de kampen van de Goelag is van Evgenya Ginzburg: Krutoi Marshrut, in het Engels verschenen onder de titel Journey into the Whirlwind.

Huiveringwekkend is haar relaas van haar gedwongen reis naar Magadan, voor een deel via de zee, in het ruim van een vrachtschip, omgeven en belaagd door criminelen. Vorig jaar ontdekte ik, dankzij het boek Stalin’s Slave Ships van Martin Bollinger, dat Evgenya Ginzburg vervoerd werd op De Brielle, een van oorsprong Nederlands vrachtschip. Het liep in 1920 van stapel in Vlissingen. Midden jaren dertig werd het met nog twee andere schepen verkocht aan Rusland, dat vervoer nodig had voor de talloze gevangen die vanaf Vladivostok nog verder getransporteerd moesten worden. De Brielle werd door de Sovjets omgedoopt in Dzhurma. In het ruim van de Dzhurma werden duizenden politieke gevangenen als Ginzburg naar hun ellendige bestemming vervoerd.

Tzouliadis-275x415.jpg

Nederlandse schepen in de Goelag … Ik stapte ermee naar Gerard Jacobs (schrijver van De goden hebben honger, over de Siberische kampen). Hij dook in de archieven van de Nederlandse scheepswerven en klopte aan bij de VPRO. Het resultaat is komende zondag en 15 februari te horen in OVT, het geschiedenisprogramma van de VPRO op Radio 1. (De eerste aflevering komt zondag aan bod in het tweede uur, vanaf ongeveer 11.20 uur).

Hier een interview met Martin Bollinger (Russisch).

Amerikaanse honkballers in de Goelag

(Eerste publicatie: 2-2-2009)

Op het eerste gezicht lijkt dit een normale foto: twee honkbalteams die zich voor of na de wedstrijd even laten vereeuwigen. Leuk voor later! Maar wacht even, kijk naar de shirtjes. Russische letters … Is er dan in Rusland ooit gehonkbald?

Ja zeker, door Amerikanen, die in de jaren dertig van de vorige eeuw de depressie in eigen land waren ontvlucht en in de Sovjetunie meebouwden aan het arbeiderparadijs. Ze namen hun nationale sport mee en organiseerden zelfs een echte competitie. De foto is gemaakt in het Moskouse Gorki Park. De jongens met de M op het shirt speelden ongetwijfeld voor een Moskouse ploeg, de jongens van ГАЗ (GAZ) waren vermoedelijk van de Горьковский Aвтомобильный Zавод, de Gorki Auto Fabriek. Arme jongens. Een paar later waren de meesten vermoord in de kelders van de KGB of rotten ze weg in de kampen van de Goelag. Dat was het lot van talloze buitenlandse (ook Nederlandse) ingenieurs en technici die hun beste krachten wilden geven aan het socialisme. Ze werden vermalen.

Historicus Timotheos Tzouliadis schreef een boek over de Amerikanen in Stalins USSR. Hij schat hun aantal op zes- à tienduizend. Ze werkten onder meer in Gorki (het huidige Nizjni Novgorod), waar volgens het Ford-procédé een autofabriek uit de grond was gestampt. Slechts een enkeling keerde in de jaren zeventig en tachtig naar huis terug.

Timotheos Tzouliadis: The Forsaken. (Penguin Press).

Recensies: hier en hier (Engels)

Tzouliadis-275x415.jpg