scheepvaart

Vergane Sovjet-glorie: het Moskouse Rivierstation en het Dinamo stadion – deel 1

(Eerste publicatie: 2-10-2012)

Jasjin doelman keeper Dinamo Moskou

Ik was zeven jaar, ik was Lev Jasjin en ik zweefde door de lucht. Die herinnering barstte naar boven toen ik bij Jasjins standbeeld stond, naast het Dinamo stadion in Moskou. Het was een dag vol vergane glorie uit de Sovjetunie, die ik was begonnen bij het Retsjnoi Vokzal, het Rivierstation. (Dat is de letterlijke vertaling, correcter zou iets zijn met Passagiersterminal, maar dat vind ik lelijk.)

Ik mag graag op zoek gaan naar ideologische sporen van de USSR, vooral uit de jaren 1935-1955 – op schilderijen, in architectuur: pompeus en naïef, machtig en plat. Het Retsjnoj Vokzal, voltooid in 1937 als onderdeel van het Moskou kanaal, is er een voorbeeld van en het stond al jaren op mijn lijstje. Van metrostation Retsjnoj Vokzal liep ik naar het water en ik schrok van wat ik aantrof. Als er niet snel wat gebeurt, staat het Rivierstation, ooit een van de trotse bouwwerken van de jonge Sovjetunie, niet lang meer overeind.

rivierstation Sovjetunie Moskou rivier Moskva

Je kan het geen bouwval noemen, maar in slechte staat verkeert het zeker. Er zijn restauratieplannen, maar van enige werkzaamheden geen spoor. Een hek houdt je buiten. Het verhindert dat je een nadere blik kan werpen op de prachtige medaillons die het gebouw midden aan de lange zijden sieren. Ze zijn gemaakt door Natalja Danko-Aleksejenko en tonen het officiële optimisme uit de jaren dertig. Op één ervan is het Paleis der Sovjets te zien, dat nooit werd voltooid.

restauratie architectuur Moskou rivierstation

In alle beschrijvingen van het Retsjnoj Vokzal (voluit: Severnyi Retsjnoj Vokzal, Noordelijk Rivierstation) staat dat het gebouw de vorm heeft van een passagiersboot. Dat soort toevoegingen wekt mijn achterdocht, sinds ik keihard afrekende met de mythe dat er in Sint-Petersburg een school staat in de vorm van een hamer en sikkel. Maar kijk eens naar deze foto …

rivierstation Moskou Moskva

 … Ik denk dat de architecten (Aleksej Michajlovitsj en Vladimir Krinski) inderdaad het idee hadden om een boot van steen aan te leggen.

Nog een boeiend detail: de ster boven in de toren prijkte in de jaren 1935-1937 op de Spasski toren van het Kremlin. In de torenspits zit een mechanisme, waarmee de ster omhoog en omlaag kan worden gehaald. Aanvankelijk was het de bedoeling dat dit twee keer per jaar zou gebeuren, bij de opening en sluiting (vanwege het ijs) van het vaarseizoen, maar het mechanisme is uiteindelijk slechts enkele keren gebruikt. Ik zou het nu maar met rust laten, ik vrees dat de toren gehannes met de ster (1,3 ton) niet overleeft.

Je kan je niet voorstellen dat men het gebouw verder laat verkrotten – zeker niet in een tijd waarin er zo’n heimwee heerst naar de grandeur van de Sovjetunie. Ik zou voor het Rivierstation eigenlijk een actiegroep moeten oprichten, maar dat moeten de Moskovieten toch echt zelf doen.

Het Rivierstation op het affiche van de film Wolga, Wolga (1938)

Het Rivierstation op het affiche van de film Wolga, Wolga (1938)

Ik wandelde terug naar metrostation Retsjnoj Vokzal en ging op weg naar het Dinamo stadion. Wat was daar nog van over?

Wordt vervolgd.  

Abramovitsj en Prochorov: redders van Rusland op de Super Yachting Index

(Eerste publicatie: 13-10-2010)

Kent u The Super Yachting Index? Dat is het jaarlijks overzicht van de grootste plezierboten in de wereld. Recent werd het overzicht van 2009 gepubliceerd. In dat jaar van economische tegenwind werden 213 boten langer dan 30 meter gebouwd, een daling van 18 procent. Het aantal contracten dat voor dergelijke vaartuigen werd afgesloten, daalde van 241 naar 90.

Wij zijn natuurlijk vooral geïnteresseerd in het Russische aandeel in de lijst en daarover worden we keurig geïnformeerd door het tijdschrift Forbes: “In 2008 werden veertien superjachten aan personen met het Russisch staatsburgerschap geleverd. In 2009 slechts tien. In 2008 was de gemiddelde lengte van die afgeleverde jachten 84 meter, in 2009 50,4 meter.”

Het Russische aandeel zou nog dieper zijn gezonken, als we Roman Abramovitsj en Michail Prochorov niet hadden. Abramovitsj voegde de Eclipse (162,5 meter - foto boven) en de Luna (115 meter) aan zijn vloot toe, Prochorov de Palladium (96 meter). Met de Eclipse heeft Abramovitsj nu de langste van de wereld. Dit tot grote ergernis van sjeik Mohammed bin Rashid al Maktoum, die inmiddels het voorste deel van zijn jacht Dubaï (nu nog 162 meter) aan het oprekken is.

Ook het Nederlandse aandeel interesseert ons. En dan past bescheidenheid. Op het Russische lijstje van Forbes staan slechts twee Nederlandse werven (Oceanco en Feadschip). Taalkundig staan we er iets beter voor, in het overzichtje tel ik vijf Russische woorden van Nederlandse origine: jacht, kajoet, sjljoep, forsjtevn en trjoem. Over trjoem – mijn favoriete Russische woord – misschien binnenkort een keertje meer.

De Solemar van Prochorov

De Solemar van Prochorov

Michail Prochorov leidde onlangs een journalist van CBS rond in zijn huis. Hij showde ook een model van zijn jacht Solemar (61 meter, niet bij de eerste honderd). Waar de Solemar nu lag, wist Prochorov zo gauw niet. “Ik ben niet zo’n reiziger. Ik word snel zeeziek”. Wat hij vooral leuk leek te vinden aan de Solemar, was de mogelijkheid om er met zijn jet-ski vanaf te springen. Verder valt op dat hij yacht uitspreekt op zijn Nederlands/Russisch ("my small jacht") en niet op z’n Engels:

Forbes geeft een overzichtje van de Russische boten in The Super Yachting Index, met foto’s, beschrijvingen en wat technische gegevens.

Sovjet-held Zigansjin, zijn huwbare dochter en de Nederlandse gast

(Eerste publicatie: 25-2-2010)

Twee van de drie Russische soldaten, kort nadat ze zijn opgepikt door de USS Kearsarge 

Een jaar of wat geleden kwam ik zijn naam voor het eerst tegen in een artikel in de Izvestija: Aschat Zigansjin, en ik dacht: een mooi onderwerp voor een documentaire. In februari 1960 raakte Aschat met drie andere soldaten in een laadbak op drift in een storm bij de Koerillen. Op de 49ste dag werden ze, bijna verhongerd, in de Stille Oceaan gered door het Amerikaanse vliegdekschip Kearsarge.

De vier werden afgezet in San Francisco, de Amerikaanse media pikten hun verhaal op. Aschat had nog nooit een tv gezien, nu zag hij zichzelf op het scherm. Ze reisden door naar New York en vandaar met de Queen Mary naar Europa. Ik vermoed dat al die westerse aandacht hen voor veel ellende heeft behoed. Waren ze anoniem gebleven, dan waren ze mogelijk als deserteurs berecht. Nu kregen ze een heldenontvangst in Moskou, werd er een film over hen gemaakt en waren ze de eregast op partijbijeenkomsten. Het volk zong de Zigansjin boogy (Zigansjin boogy, Zigansjin rock, Zigansjin sel vtoroi sapog – Zigansjin at zijn tweede laars op).

De vier geredde soldaten, gedurende hun tijdelijke verblijf in de VS

 

Toen maakte Joeri Gagarin zijn ruimtevlucht en verdween Zigansjin in diens schaduw.

Ik zocht Zigansjin op in Peterhof, vlakbij Sint-Petersburg, waar hij een klein flatje bewoonde met vrouw en dochter. Het gesprek vlotte niet erg. Hoe was het om opeens beroemd te zijn, naar voren te worden geschoven als Sovjet-held, als voorbeeld, om het onderwerp te zijn van propaganda? Van een land dat inmiddels niet meer bestond? Misschien niet de slimste vragen. Aschat Zigansjin poseerde geduldig voor een paar foto’s en haalde verder vooral z’n schouders op.

Toen kwam zijn vrouw in actie. Ze had de keukentafel gedekt, haar dochter zou zo thuiskomen en die was – ze wond er geen doekjes om – niet getrouwd. Ik had met haar – mevrouw Zigansjin – te doen. Zenuwachtig rekte ze de maaltijd, Aschat geneerde zich zichtbaar, dochterlief kwam niet opdagen.

En nu heb ik de dochter toch nog gezien, op een foto. Er verschenen recent artikelen over Zigansjins avontuur – deze maand precies vijftig jaar geleden. Uit een daarvan begreep ik: zijn vrouw is overleden, zijn dochter (onlangs ontslagen) woont nog bij hem op het flatje, Zigansjin verdient een centje bij als bewaker.

De documentaire over Zigansjin is er gekomen, maar zonder mij. De Russische tv is met zijn verhaal aan de slag gegaan, hieronder het resultaat [zie update]. Mooie beelden (de vier soldaten in San Francisco in hippe Amerikaanse pakken met glimmende puntschoenen), en wat blijkt: het stuk oceaan waar ze ronddobberden, was tijdelijk gesloten voor de scheepvaart, omdat er een raket van een proeflancering kon neerkomen. Pas toen de stroming de vier uit het verboden gebied had gebracht, werden ze gevonden.

Update: Ruim vier jaar later blijkt de foto van Zigansjins dochter, afgedrukt bij het artikel waarnaar ik hierboven verwijs, verdwenen. En de documentaire krijg ik op dit blog niet geplaatst (iets met codes die niet geaccepteerd worden). Maar ik vond wel andere beelden, voor mij nieuw. In kleur, gemaakt door opvarenden van de Kearsarge. Tussen  1.33 - 2.31 komt de laadbak in beeld en is ook te zien hoe een van de Russen uit de reddingshelikopter het dek op stapt:

 En hier de heldenontvangst in Moskou, helaas zonder geluid:


Heel rijke Russen en hun boot

(Eerste publicatie: 12-8-2009)

Zou dat nou leuk zijn, zo’n boot? Ik bedoel: het sluisje bij Weesp kan je vergeten. Daar kom je echt niet doorheen. Het Veerse Gat, de Vecht, de Bonkevaart … Gaat de politie te water niet goed vinden. Of zou zo’n ding daar helemaal niet voor bedoeld zijn?

Texel, dat zou misschien nog lukken! Een rondje eromheen, biertje op het achterdek en dan vol gas richting de Balearen.

Het massieve jacht op de foto boven is de Anastasia, gebouwd op de Oceanco werf in Alblasserdam. Eigenaar van de boot: Vladimir Potanin, zakenman uit Rusland. Lengte: 75,5 meter, bemanning: 20 koppen, kosten: 200 miljoen dollar.

Eigenlijk is die Potanin een beetje een looser. Er zijn vijf Russen die een grotere boot hebben! De grootste is van Andrej Melnitsjenko. Dat is de A (119 meter, 37 koppen, 260-280 miljoen, werf: Blohm & Voss, Duitsland). Mooi ding! Maar die naam ... A. Nou ja, altijd nog beter dan Olga of Tamara.

De A van Melnitsjenko

Op het lijstje van tien grootste Russische boten staat er nog eentje die in Nederland is gebouwd, op de achtste plaats, de Solemar van Michail Prochorov (61,5 meter, 16 koppen, prijs niet bekend), gebouwd bij Amels in Makkum. Goed gedaan, mannen! 

Het complete lijstje van de tien grootste boten vindt u hier. Ik ga dat niet allemaal zitten overtikken, zo opwindend is het nu ook weer niet. Wat me nog opvalt is dat het Nederlandse woord koppen (in de betekenis van bemanningsleden) niet de sprong naar het Russisch heeft gemaakt. Zo veel andere zeevaarttermen deden dat wel. Kajuit, stuurboord, rede, fokkemast, de lijst is eindeloos.

Russen willen nog wel eens zeggen dat de Russische taal zo rijk is! Moet je vragen waarom ze dan al die scheepvaarttermen uit het Nederlands hebben moeten halen. Hebben ze doorgaans geen antwoord op.

Update: Meer over de Solemar van Prochorov schreef ik hier. Daar kunt u ook horen hoe Prochorov yacht uitspreekt op z'n Nederlands (jacht) en niet op z'n Engels. Dat heeft te maken met die Nederlandse herkomst van de Russische scheepvaarttermen.

In de Goelag werden in Nederland gebouwde schepen gebruikt voor gevangenenvervoer

(Eerste publicatie: 6-2-2009)

De Dzhurma

Een van de indrukwekkendste boeken over de kampen van de Goelag is van Evgenya Ginzburg: Krutoi Marshrut, in het Engels verschenen onder de titel Journey into the Whirlwind.

Huiveringwekkend is haar relaas van haar gedwongen reis naar Magadan, voor een deel via de zee, in het ruim van een vrachtschip, omgeven en belaagd door criminelen. Vorig jaar ontdekte ik, dankzij het boek Stalin’s Slave Ships van Martin Bollinger, dat Evgenya Ginzburg vervoerd werd op De Brielle, een van oorsprong Nederlands vrachtschip. Het liep in 1920 van stapel in Vlissingen. Midden jaren dertig werd het met nog twee andere schepen verkocht aan Rusland, dat vervoer nodig had voor de talloze gevangen die vanaf Vladivostok nog verder getransporteerd moesten worden. De Brielle werd door de Sovjets omgedoopt in Dzhurma. In het ruim van de Dzhurma werden duizenden politieke gevangenen als Ginzburg naar hun ellendige bestemming vervoerd.

Tzouliadis-275x415.jpg

Nederlandse schepen in de Goelag … Ik stapte ermee naar Gerard Jacobs (schrijver van De goden hebben honger, over de Siberische kampen). Hij dook in de archieven van de Nederlandse scheepswerven en klopte aan bij de VPRO. Het resultaat is komende zondag en 15 februari te horen in OVT, het geschiedenisprogramma van de VPRO op Radio 1. (De eerste aflevering komt zondag aan bod in het tweede uur, vanaf ongeveer 11.20 uur).

Hier een interview met Martin Bollinger (Russisch).

Bewaar uw oude boeken uit de USSR! Een financieel ongelukje rond het pakijs.

(Eerste publicatie: 18-1-2009)

We borduren nog even voort op het arctische thema uit mijn vorige stukje. Al wordt dit een heel ander verhaal, met een voor mij wat wrange ontknoping.

Begin jaren negentig kocht ik in een Moskous antiquariaat een mooi boek over de legendarische reddingsactie van de bemanning van de Tsjeljoeskin. Het schip kwam in 1933 vast te zitten in het ijs. Het hele land volgde de reddingsoperatie, die tot een waar heldenepos werd uitvergroot. Het boek, getiteld Een heroïsch epos, kostte me zo’n 100 gulden.

Op de een of andere manier was het boek bij mij niet op z’n plek. Mijn belangstelling gaat meer uit naar de jaren vijftig, al zag ik wel dat het een apart boek was, met bijzondere illustraties (het ingenaaide vaantje zie ik nog voor me …). Ik stapte twee jaar later naar een Utrechts antiquariaat. Dat bood me 200 gulden. Ik vond dat een prima deal en nam afscheid van Een heroïsch epos. 

Gisteren trof ik een exemplaar van Een heroisch epos bij een internet-antiquariaat. Duidelijk in slechtere staat dan het mijne van vijftien jaar terug. Prijs: 1.250 dollar. Er stond nog een regeltje bij: Auction records: Christie’s April 2008 sold for 12.500 dollar… ( (Update: viif jaar later wordt er een ander exemplaar aangeboden, duidelijk minder luxe, met een blauwe omslag Prijs: 995 dollar.) 

Ik zocht verder. In december bleef het boek bij veilinghuis Bloomsbury onverkocht, bij een richtprijs van 4.000-6.000 dollar. (De credietcrisis, wat u zegt.) Zou het echt om steeds hetzelfde boek gaan? Dezelfde druk? Ik denk het wel. Hooguit staat in die duurdere exemplaren nog een bijzondere opdracht, van de bemanning, of misschien wel van Stalin.

Ja mensen, als je maar gezond bent. 

(Hoeveel deze postzegel waard is, weet ik niet, en ik ga het niet uitzoeken ook.) 

IJsbreker Jamal - bron van nationale trots

(Eerste publicatie: 16-1-2009)

Nooit begrepen dat een ijsbreker een bron van nationale trots kan zijn. Ik las er vroeger wel eens over, in de Sovjet-pers. Dat waren ronkende artikelen, die hun doel meestal mijlenver voorbij schoten. Het opgeblazen taalgebruik was of irritant of werkte op de lachspieren, in elk geval leidde het de aandacht af van de ongetwijfeld indrukwekkende feiten.

Toen kwam ik een filmpje tegen over de Jamal. (Het oorspronkelijke filmpje bij dit stukje bleek niet meer beschikbaar, onderstaand filmpje is uit 2011.)

De kiel van het monster werd in 1986 gelegd in Leningrad, het schip liep van stapel in 1992 in Sint-Petersburg. Het was bedoeld om de noordelijke vaarwateren open te houden, maar de Jamal doet tegenwoordig vooral dienst als cruiseschip voor toeristen. Het zal ook een toerist zijn geweest die bovenstaand filmpje heeft gemaakt. Voor ruim 20.000 dollar kunt u inschepen (prijzen van 2008).

De Jamal is 150 meter lang. Er is een verwarmd zwembad aan boord en een eetzaal voor honderd man. Het kan lucht onder het ijs blazen, waardoor dat makkelijker breekt en het schip ook beter bestuurbaar wordt. Het maximum brandstofverbruik, bij dik ijs, is 300 gram uranium-isotopen per dag. Of dat veel is weet ik niet.

Leuk om te weten: de machtige Jamal is niet in staat naar de Zuidpool te varen. Het heeft het ijskoude zeewater nodig om de reactoren te koelen, een trip via de tropen is daarom ernstig af te raden.