Boekenplanken, wastobbes, trots sanitair, een stevige kus en Mireille Matthieu - interieurs in de Russische schilderkunst, 1948-1988.

En daar stuitte ik weer op een van mijn favoriete Sovjet-schilderijen uit de jaren vijftig: Anatoli Nikitsj-Krilitsjevski - Studie met de medailles van M. Isakova (1951). We zien het interieur van de flat van drievoudig wereldkampioene schaatsen Marija Isakova. Over dit schilderij schreef ik al eens eerder, toen in een stukje over sport in de Sovjetkunst. (Dat stukje is nog niet opgenomen in de selectie uit mijn oude weblog, zodra dat is gebeurd, volgt hier natuurlijk een linkje.)

Dit keer kwam ik het schilderij tegen in een overzichtje van interieurs op schilderijen uit de jaren 1930-1990. Een kleine twintig daarvan staan hier op een rijtje:

 

Een paar van deze schilderen verdienen nog wat extra aandacht. 

A. Laktionov - Verhuizing naar een nieuwe woning (1952)

Dit gezin van een modelarbeidster (dat neem ik tenminste aan, gezien haar onderscheiding), betrekt een nieuwe woning – en niet zo maar eentje. Waarschijnlijk betreft dit nieuwbouw (zie het verse parket), in een tijd dat er nog niet veel huizen werden gebouwd. Dat gebeurde pas onder partijleider Nikita Chroesjtsjov. ‘Zijn’ simpele (maar zeer welkome) flatjes legden het duidelijk af tegen de veel solidere woningen van rond 1950. Over die stevigere woningen wil je nog weleens horen: “Ja, onder Stalin, toen werd er tenminste nog goed gebouwd.”

De poster die op de stoel ligt, is deze:    

                                       Eer aan ons geliefde moederland

Op de site waar ik de verzameling geschilderde interieurs vond, stond bij onderstaand werk als jaartal 1957. Dat vond ik vreemd. Die kleding, het lichamelijke (het is die avond niet bij die kus gebleven), ik schatte het tien jaar later in. Ik had het bijna goed, overal elders staat bij dit schilderij 1965.

Joe. Pimenov - Lyrische verhuizing (1965)

Er is tussen de twee schilderijen hierboven een aardige overeenkomst, die u vast was ontgaan. Beide bieden een doorkijkje naar de douche/badkamer/wc. Op het doek met de Stalinflat zien we niet meer dan het puntje van de geiser, maar toch. De boodschap is duidelijk: eindelijk eigen sanitair (indien de nieuwe bewoners uit een kommoenalka of studentenflat kwamen), of: eindelijk sanitair waar je niet voor naar buiten hoeft (indien de vorige woning in een dorp stond). In beide gevallen: vooruitgang die getoond moest worden. 

Voor de boekenliefhebbers nog even de schrijvers van de boeken op onderstaand schilderij. Op de bovenste plank Jules Verne (links) en Mark Twain, op de onderste rij Maksim Gorki. Zo te zien is van de delen 19 en 20 de gele omslag verdwenen. Stukgelezen, misschien. Dat deel 29 dwars op de rest ligt, klopt meetkundig gezien. Achter het blauwe boek rechtsonder – meet u maar na - is maar plaats voor zes delen. Op dat blauwe boek staat trouwens Tentoonstelling van moderne Sovjet-schilderkunst. De Aziatisch ogende letters kan ik niet thuisbrengen. Op het grijze boek staat ook: Tentoonstelling van moderne Sovjet-schilderkunst.

A. Vjatkin - Stilleven met boekenplanken (1982)

En zo zagen de dames er uit toen ik mijn eerste bezoek aan de Sovjetunie bracht. M’n kop eraf als dat niet Mireille Matthieu is, op die platenhoes helemaal rechts. Die mocht zich in die jaren in de USSR verheugen in een voor mij - ik parafraseer Hans Boland - onbegrijpelijke populariteit:   

A.Nevzgodin - Vriendinnen (1977)

Het weblog waar ik de schilderijen vandaan haalde, vindt u hier. Daar treft u nog veel meer interieurs aan.

De Here in je oren en je voet op het gaspedaal. (Uit de serie Vrolijke Ongelukken Zonder Dodelijke Slachtoffers.)

568678.jpg

Kalmpjes en gezegend rijd je in het vroege voorjaar door de straten van de Moskouse wijk Biroeljova. De Here in je oren en je voet op het gaspedaal. En alsof dat nog niet genoeg is, heb je ook nog een iconostase op je dashboard, die – goed voor extra punten – zachtjes weerspiegelt in de voorruit. Met jou kan niks gebeuren.

Nee, met jou misschien niet, maar de reikwijdte van Gods Woord blijkt beperkt. 

Ik moest het filmpje drie keer afdraaien, voordat ik het zag. Te veel afgeleid natuurlijk door die iconostase. (Een stevig argument, besef ik nu, voor iedereen die iets tegen godsdienst heeft. )

Met enige moeite heb ik de gesproken tekst gereproduceerd. Die staat onderaan. Mijn kennis van de liturgie schiet ernstig tekort, ik kan hier geen goede vertaling van maken. Maar nou ja, de klap van dat vrachtwagentje, zo dwars door die zalvende stem heen, en ook de stichtelijke woorden onder de beelden van de verschrikte passagiers die maken dat ze de bus uitkomen – ik vind het al grappig genoeg.

De chauffeur luistert ongetwijfeld naar Radio Radonezj. Wilt u dat ook, dan klikt u hier.

Kijkt u wel een beetje uit? Bij de commentaren onder het filmpje suggereert iemand dat de chauffeur van het vrachtwagentje naar dezelfde uitzending aan het luisteren was en even een kruis sloeg.

Zou kunnen. Hands-free krijg je dat niet gedaan.

 

Тем зову Ти:  … слава силе Твоей, Господи.

Сердце чисто созижди во мне, Боже, и дух прав обнови во утробе моей.

Восхотел еси, нас ради воплощься, Многомилостиве, заклан быти яко овча, грех ради человеческих: темже молю Тя, и моя очисти согрешения.

Не отвержи мене от лица Твоего, и Духа Твоего Святаго не отыми от мене

Исцели души моея язвы, Господи, и всего освяти: и сподоби, Владыко, яко да причащуся тайныя Твоея Божественныя вечери, окаянный.

Богородичен: Умилостиви и мне сущаго от утробы Твоея, Владычице, и соблюди мя нескверна раба Твоего и непорочна, яко да прием умнаго бисера, освящуся.

Света Подателю и веков Творче, Господи, во свете Твоих повелений настави нас: разве бо Тебе иного бога не знаем.

Een symfonie van leegstaande gebouwen in Sint-Petersburg

 

Een paar jaar geleden, toen ik in Sint-Petersburg nog met enige regelmaat op het Vasili Eiland rondzwierf, kwam ik op de Kozjevennaja Linija (niet de mooiste straat van de stad) langs een stoffig, maar intrigerend pand. Er stond een deur open … Ik liep een marmeren trap op, maar veel verder kwam ik niet. Er waren filmopnames gaande. Dat was deze trap:

Ik kwam de trap tegen op de site van Jevgeni Mironenko, waar regelmatig prachtige fotoseries staan van leegstaande gebouwen, vooral in Sint-Petersburg, in meer of mindere staat van verval. Zo kwam ik erachter waar die trap zoal naartoe leidde. Het huis behoorde ooit toe aan de gebroeders Broesnitsyn. Het pand wordt voor het eerst genoemd in 1844, het werd in 1884 verbouwd door architect A. Kovsjar – voor die Broesnitsyns.

 

Ook mooi: het gebouw van de Eerste Russische Verzekeringsmaatschappij, aan de Bolsja Morskaja Ulitsa 40 (architecten: Joeli en Leonti Benois). Hier ben ik nooit binnen geweest, zelfs niet even de trap op, maar dankzij de site van Jevgeni, kunnen we er een kijkje nemen. Vanaf 1924 was er een HBO-instelling voor de bouw in gevestigd, sinds 2009 staat het leeg. 

 

We blijven op de Bolsjaja Morskaja, waar op nummer 32 het verlaten gebouw staat van de Russische Bank (architect: Viktor Sjreter). Met dezelfde, later opgehangen klok (zie de voorlaatste foto in de serie hieronder) als in het gebouw van de Eerste Russische Verzekeringsmaatschappij.

Hier nog even apart die prachtige koepel aan de buitenkant:

 

Ik krijg er geen genoeg van. Jevgeni Mironenko gaat ook gebouwen in die van recentere datum zijn. Wat te denken van hotel Severnaja Korona aan de Karpovka. Met de bouw werd begonnen in 1988, gasten zijn er nooit geweest:

De verlaten gebouwen heeft Jevgeni hier op zijn site op een rijtje gezet.

Gouden Wielen - hoogtepunten uit de geschiedenis van de Sovjet-racefiets

Een overzichtelijk, mooi afgerond stukje schrijven over de geschiedenis van de race- en sportfiets in de Sovjetunie … Dat leek me leuk, maar bleek al snel onbegonnen werk. Ik kwam zóveel materiaal tegen! Daarom hier alleen een paar krenten uit de pap.

De afbeelding hierboven is de voorkant van een instructieboekje uit 1961, behorend bij de B110, de B112M, de B113, B120 en B901, alle geproduceerd door de Charkov Fietsfabriek. Die B901 wijkt niet alleen qua typenummer nogal af, het is een prachtig voorbeeld van een ‘fiets met hulpmotor’. (Hier zijn zusje, de B902 van de Lvov Fietsfabriek):

Ik kwam het  boekje tegen op de site veloretro.ru, waar nog veel meer fraais te vinden is:

Dit boekje uit 1967 hoort bij de B120 (16,5 kg) en de B130 (17,0 kg). Die waren ook van de Charkov Fietsfabriek, en dat was geen toeval. De Oekraïense fabriek (hij bestaat nog steeds) was een van de grootste fietsproducenten van de Sovjetunie.

Als fietsencentrum kon Charkov natuurlijk niet zonder eigen wielerkoers. Sinds 1967 wordt er ’s zomers de Gouden Wielen verreden, een koers voor diverse leeftijdscategorieën. Hieronder een kort verslag uit 1980, helaas zonder commentaar, maar wel met een aardige prijsuitreiking. De blijde winnaar krijgt op een uitklapbaar ereschavot een frame overhandigd:

Dat zou zo maar dit frame kunnen zijn (bij de foto staat vermeld dat het de prijs is van de Gouden Wielen, maar het jaartal ontbreekt):

Her en der op internet hebben liefhebbers van Sovjetfietsen zich verzameld. Een gaaf metalen plaatje kan daar voor heel wat opwinding zorgen. Om een over complete racefiets uit 1956  nog maar te zwijgen.

De B54 (uit 1956) op een jampot

Sites met meer materiaal vindt u hier en hier.

In de marge van mijn diepgravend onderzoek naar de geschiedenis van de Sovjet-racefiets, stuitte ik op dit pareltje. De Zingende Gitaren bezingen hier de geneugten van het wielrijden (“Vroeger ging men naar dierentuin en apotheek te voet, tegenwoordig: met de zon op de spaken naar je schoonmoeder op bezoek”, enzovoort).  Dit is zo aanstekelijk, één van mijn volgende stukjes moet wel over Sovjet-covers van westerse popliedjes gaan.

En tenslotte: sinds jaar en dag doe ik mee aan de Tourtoto van Studio Sport. Mijn team draagt daar de trotse naam Wielrenvereniging Zadelvreugd. Daar komt dit jaar verandering in, mijn negen renners gaan verder onder de naam Charkov Fietsfabriek. 

Bewoners van de Krim, welkom in Rusland!

(Onderstaande column van Arkadi Babtsjenko verscheen op 17 maart op de site van Echo Moskvy.)

Nou, hallo, beste bewoners van de Krim! Ik ben blij jullie te zien. En staat u mij toe om jullie in de eerste regels van mijn brief te feliciteren met het feit dat dit het laatste referendum in jullie leven was. Verdere ‘wilsbetuigingen’ komen er niet meer voor jullie. Er valt voortaan niets meer voor jullie te kiezen – niets en nooit meer. Niets en nooit meer. Zelfs de kleuren niet van de stoepranden op jullie eigen binnenplaats. Knoop dat meteen in je oren.

Ten tweede, jullie kunnen afscheid nemen van jullie televisie. Tot ziens, rechtstreekse uitzendingen, talk-shows en discussies. Welkom rotzooi, dooien [трупаки], debielen en onder-de-gordel-grapjes. Alleen Kiseljov, alleen hard-core! Kom maar met die vragen van het volk aan Poetin.

Ten derde, de dienstplicht. Dat is helemaal een apart thema. Gedurende de 23 jaar bezetting zijn jullie natuurlijk al vergeten wat dat is, wanneer jullie kinderen worden gerecruteerd. Nou, geeft niks. Daar komen jullie wel weer achter. Vooral wanneer jullie kinderen in ons – sorry, nu dus jullie – leger beginnen te sterven aan ziektes waar al honderd jaar niemand in de wereld aan overlijdt. Aan longontsteking, bijvoorbeeld. Na het klimaat van de Krim je dienstplicht verrichten ergens op Koenasjir, da’s helemaal top.  

O, en de woorden ‘Kaukasus is de baas’  op kaalgeschoren hoofden, dat ziet er ook prima uit.

Ja, trouwens, schrijf meteen dit adresje op: http://mright.hro.org/

Dat is het Fonds ‘Het recht van de moeder’. Dat al twintig jaar hulp biedt aan families van omgekomen dienstplichtigen.

Het afgelopen jaar heeft het fonds de families van 2465 omgekomen dienstplichtigen geholpen. Bij twintig procent betrof het zelfmoord, twintig procent tot zelfmoord gedreven, vijftien procent ziektes en vijf procent  mishandeling.

Kortom – “huil maar niet, meisje!”

O ja, de compensatie aan invalide soldatenmoeders die hun kostwinner hebben verloren, bedraagt in Rusland 40 dollar. Dat horen jullie goed. En jullie zullen er jaren moeite voor moeten doen om dat te krijgen. Welkom in ons rechtssysteem.

Dat rechtssysteem is een lang verhaal, daarom herinner ik jullie er gewoon maar even aan: aanzetten tot haat, belediging van de gevoelens van gelovigen, het goedpraten van terrorisme, extremistische uitspraken, laster – dat zijn allemaal  misdaden.

Ontkennen van de geschiedenis, burgers de doorgang verhinderen, een  niet-gesanctioneerde bijeenkomst van vijf personen, immoreel gedrag: dat allemaal – en nog heel, heel veel meer! -  zijn administratieve overtredingen.

En met onze kozakken hebben jullie, wordt gezegd,  al kennisgemaakt. Prachtkerels zijn het, niet? Nou, dat is allemaal nog niks. Wacht maar tot jullie onze popen zien. Dat wordt pas echt een feest. Wij hebben hier trouwens net een federaal programma lopen voor het versterken van de geestelijke waarden en voor het smeden van geestelijke klemmen. Onder de leuze “We plempen een kerk neer op elke lege plek”.  Dus, waar jullie dachten dat er een kleuterschool zou komen of een kruising met een viaduct, daar krijgen jullie nu een kerk. Precies zoals nu bij mij – onder mijn raam op een open vlakte bij de Moskouse ringweg is er net eentje in aanbouw, in plaats van een kruising. Hier hebben we elke ochtend files, en een kruising, daar hebben we hier geen donder aan, een kerk, dát hebben we nodig. Nou, geeft niks, ook dat zullen jullie over een tijdje wel begrijpen.

Ja, een apart regeltje op de gas- en lichtrekening voor de kosten  van de kerk - daar kan je vergif op innemen. Het stadsbestuur van Elektrostal, dat deze geestelijke innovatie bedacht heeft, zal jullie dat nog wel leren.

En nu we het toch over rekeningen hebben. Er is hier ook nog een hervorming van de gemeentelijke woondiensten gaande. Al een jaar of tien. En die is net een nieuwe ronde ingegaan. De rekening voor jullie gas, water, licht en onderhoud zal bij jullie binnenkort ook zo’n beetje vijfduizend roebel bedragen.

En alle kortingskaarten [льготы]. Die zijn bij jullie al omgezet in geldbedragen? Nee? Nou zeg … Ik word er gewoon jaloers van. Er staan jullie nog zo veel geweldige ontdekkingen te wachten. Onze Dzjerzjinski-divisie heeft trouwens een jaar of vijf geleden al praktijkles gehad in het vak “uiteenjagen van een menigte ontevreden gepensioneerden”.  Ik denk dat ze hun ervaringen met alle plezier doorgeven aan jullie Berkoet.

Nou, over zulke kleinigheden als het inpikken van de mooiste stukjes grond voor paleizen en zomerhuizen, het herverdelen van bedrijven – meer niet! - het slopen en in brand steken van woonhuizen om handelscentra en te bouwen, enzovoort, enzovoort – daar zal ik het verder niet over hebben. En ook niet over de belastingdienst, de medische inspectiedienst, de brandweer [alle berucht vanwege corruptie/afpersing – EH], het Openbaar Ministerie, de recherche, de lui van de FSB, het stadsbestuur en dergelijke. Jullie inkomsten komen vooral uit het toerisme, toch? Nou, maak je geen zorgen. Bij ons heet het “bedrijven een nachtmerrie bezorgen”. Geeft niks. Jullie leren je wel aanpassen.

Verzet tegen onwettige arrestatie en onwettige aanhouding is verboden.

Adopteren van kinderen door buitenlanders is verboden.

Propaganda voor homoseksualiteit is verboden.

Concerten van Madonna en Okeana Elzy zijn verboden.

Online betalen [Онлайн деньги]? Wordt binnenkort verboden.

O ja. Tenslotte. Alcohol is tegenwoordig bij ons (en nu ook bij jullie) tussen elf uur ’s avonds en acht uur ’s ochtends ook verboden. Drooglegging, weet u. Welcome home, kortom.

Welkom

Welkom thuis!

Welkom thuis!

Vasja Lozjkin en de laatste tango van Poetin

Vasja Lozjkin kan niet tekenen (zegt hij zelf) en niet zingen (zegt hij zelf). Galerie-houders moesten zijn werk niet. Internet werd zijn podium en Vasja werd een van de populairste Russische kunstenaars van dit moment.

Hij reageert in zijn tekeningen niet op de alledaagse actualiteit (alweer naar eigen zeggen), maar af en toe spuit die actualiteit van zijn werk af. Dat is vooral het geval wanneer hij samenwerkt met designer, tekenfilmmaker en regisseur Andrej Zakirzjanov. Die voorzag een aantal van Lozjkins liedjes van een bijpassend filmpje. Het resultaat is doordringend en scherp.

In bovenstaand filmpje herkennen we de heren Poetin en Medvedev, die zich op het schip Vperjod Rossija (Hup Rusland) overgeven aan een laatste tango.

Гром и молния, дождь и буря / Donder en bliksem, regen en storm

Обжигающий северный ветер / Snijdende noordenwind

В моем сердце бушует пламя / In mijn hart raast een vlam

Под ногами бурлит океан / Onder m’n voeten kolkt de oceaan

С молодным интересным парнишкой / Met een jong, interessant jochie

Испытать запоздалое счастье / Laat gekomen geluk ervaren

И пускай нас проглотит стихия / Laat het natuurgeweld ons verzwelgen

Белоснежный хмельной капитан / De sneeuwwitte dronken kapitein

Танго! Последнее танго танцуем с тобой мы в единственный раз  / Tango! Wij dansen een tango voor de eerste en enige keer, tango!

Танго! В пучине безумных страстей поклялись друг без друга не жить / Tango! In een draaikolk van waanzinnige hartstocht zweren we niet zonder elkaar te zullen leven

 

Dit geeft toch vrij overtuigend het apocalyptische gevoel weer dat je bekruipt wanneer je op dit moment de ontwikkelingen in Rusland volgt. O ja, aan het eind van het filmpje verschijnt in beeld: Онo утонулo / Die is gezonken. Dat is een verwijzing naar een antwoord dat Poetin ooit gaf op de vraag van Larry King bij CNN wat was er gebeurd was met de onderzeeboot Koersk. “Die is gezonken.”

Vasja Lozjkin tekent ook vaak katten. En omaatjes met een bijl. Dáár wilde ik het eigenlijk over hebben, maar dat komt nog wel een keer. 

Wie is er lelijk geweest tegen de kleine poes?

Wie is er lelijk geweest tegen de kleine poes?

Het brilletje en de koffer van Tsjechov – Michel Krielaars over de constante contrasten in het Rusland van toen en nu

Het gebouwtjel waar Tsjechov De Meeuw schreef

Ooit stond ik op anderhalve meter van de plompe, gebutste koffer waarmee Anton Tsjechov in 1890 zijn verre reis naar Sachalin maakte. Het was op het kleine landgoed Melichovo, in een elegant, aparte bijgebouwtje, waar Tsjechov zijn toneelstuk De Meeuw schreef. Het was een ontroerend moment, waar ik aan moest denken toen ik Michel Krielaars Het brilletje van Tsjechov. Reizen door Rusand opensloeg.

Krielaars – de berichten over zijn boek waren de publicatie ervan vooruitgesneld – was Tsjechov achterna gereisd. Was hij misschien geïnspireerd geraakt door diezelfde koffer? En was hij ook helemaal op Sachalin beland? 

527b8be1ede659.86903606.jpg

Krielaars, voormalig Rusland-correspondent van NRC-Handelsblad, doet in Het brilletje van Tsjechov een poging om het Rusland van nu te duiden aan de hand van de Russische literatuur uit de 19de eeuw. Dat Tsjechov daarbij de hoofdrol krijgt, is begrijpelijk, en niet alleen omdat hij tot Krielaars' favorieten behoort. De schrijver uit Taganrog, wars van gedweep met de Russische ziel, had oog voor het ‘kleine’ leven van de gewone Rus, die zich staande probeert te houden te midden van grote maatschappelijke problemen. Tsjechovs reizen vonden bovendien hun weerslag in zijn verhalen en brieven, waaruit het prachtig citeren is. Krielaars doet dat met liefde en overgave.      

Op zoek naar het ‘Tsjechov-gevoel’ van toen en de gewone Rus van nu, reist Krielaars van hot naar her. Taganrog, Pljos, Perm, Tomsk, Vladivostok, Jaroslavl, Koengoer, Jalta, Odessa – met als thuisbasis, zoals ook bij Tsjechov vele jaren het geval was - Moskou. En waar hij ook komt, zijn beroemde voorbeeld ging hem voor.

Krielaars is niet bang voor stellige beweringen (“Naar de hoeren gaan is in Rusland zoiets als boodschappen doen”.) Daar staan tal van meer ‘bezielde’ zinnen tegenover. Zo spreekt hij in Moskou met conservatoriumstudenten, die meteen beginnen over emigratie naar het Westen. En hij reageert: “Dan zijn ze bij mij aan het verkeerde adres, want ik raad dromers altijd aan in Rusland te blijven.”  

100420201052324612_f0_0.jpg

Krielaars springt soepel heen en weer tussen het Rusland van nu en de wereld die Tsjechov om zich heen zag en beschreef. De kleine ambtenaren waren toen een plaag en zijn dat nog steeds. De intelligentsia leefde in de 19de eeuw in een eigen wereldje, als in een reservaat, en gaat daar vrolijk mee door. De inkijkjes die Krielaars geeft in die aparte, bijna surrealistische wereld, waar de hoge cultuur intens wordt beleefd en het modderige, Middeleeuwse Rusland plots ver weg is, zijn de meest aansprekende van het boek. Het zijn dergelijke contrasten (ze lopen als een rode draad door Krielaars' reisverslag) die Rusland al eeuwen typeren, die het land afstotend en aantrekkelijk maken - en moeilijk te begrijpen.  

Linksonder de Sachalin-koffer

Krielaars legt die contrasten haarscherp neer, waarbij zijn liefde en afkeer van het land steeds weer van de bladzijden afdruipen. Maar maken zijn tochten in de voetsporen van Tsjechov het huidige Rusland daarmee beter te begrijpen? Nee, niet echt. Wat vooral duidelijk wordt, is dat er sinds de tijd van Tsjechov zo enorm veel hetzelfde is gebleven. Dat Rusland, zoals Krielaars schrijft, “nog altijd vastzit in de modder waarin het al eeuwen eerder was vastgelopen”. Dat is een constatering, geen verklaring.

Krielaars laat het verre Sachalin – begrijpelijk, maar jammer – links liggen. En die koffer die Tsjechov op zijn reis naar het eiland bij zich had? Die ik zag staan in het bijgebouwtje op Melichovo? Dat gebouwtje was net op de dag van Krielaars bezoek aan het landgoed vanwege filmopnames een uurtje niet toegankelijk. Is hij er naderhand toch nog binnen geweest? Hij vermeldt het niet en ik vermoed ook van niet. Want had hij die ontroerende koffer aanschouwd, dan was hij vast alsnog naar Sachalin afgereisd.

IMG_4827.jpg