architectuur

Eenheid na chaos - Stalins monumentale voetafdruk: de wolkenkrabbers van Moskou.

————————

Ministerie van Buitenlandse Zaken

—————————-

Eind december 1952 schrijven decorontwerper Michail Aroetsjan en zangeres Tamara Bedzjanian een brief aan Lavrenti Berija. Het echtpaar, behorend tot de culturele elite, woont in Zarjad’e, een wijk op een steenworp afstand van het Kremlin, waar gebouwd wordt aan een van de acht wolkenkrabbers die Moskou een nieuw, modern aangezicht moeten geven. Berija, lid van het politburo en tegenwoordig vooral bekend om zijn rol in de bloedige zuiveringen onder Stalin, heeft het enorme project in zijn portefeuille. De wolkenkrabbers komen niet op lege plekken te staan en daar is bij de eerste plannen en besluiten nauwelijks rekening mee gehouden. Alleen al uit Zarjad’e, overigens een verlopen wijk waar de woonomstandigheden voor de meeste bewoners verre van ideaal zijn, dienen een kleine 10.000 mensen te vertrekken. Voor het merendeel worden zij geherhuisvest in een van de wijken die aan de randen van de uitdijende hoofdstad haastig uit de grond moeten worden gestampt. Voor het echtpaar Aroetsjan-Bedzjanian is dat een schrikbeeld. Ze moeten voor hun werk vaak ’s avonds in het centrum zijn, de nieuwe wijken zijn slecht bereikbaar en hebben nog nauwelijks voorzieningen. In een deel van de wolkenkrabbers in het centrum komen appartementen. Kunnen zij, zo vragen ze aan Berija, er daar niet eentje van toegewezen krijgen?

Op 13 januari 1947, terwijl Rusland zijn oorlogswonden likt, veel op de bon is en rijen voor brood nog dagelijkse praktijk zijn, vaardigt de ministerraad een decreet uit: in vijf jaar tijd gaan er acht wolkenkrabbers gebouwd worden. Wanneer in de loop van de zomer de plannen verder worden uitgewerkt, slaat veel hoge functionarissen de schik om het hart. De bouw van de wolkenkrabbers wordt op het bordje gelegd van zes instellingen: de USDS (de organisatie die was opgericht voor de tijdelijk – en later definitief - stilgelegde bouw van het Paleis der Sovjets) en vijf ministeries die geen enkele ervaring hebben met dit soort projecten. De acht imposante gebouwen, waarvan er uiteindelijk zeven worden voltooid, moeten het zelfvertrouwen uitdragen van de jonge Sovjet-staat, die onder leiding van Stalin als grootmacht uit de Tweede Wereldoorlog is gekomen.

Kotelnitsjeski oever (Foto: Alx0yago)

Dergelijke symboliek is aan de plots betrokken ministeries, waaronder dat van Binnenlandse Zaken, de Spoorwegen en de Luchtvaartindustrie, niet besteed. Zij zien zich geconfronteerd met banalere zaken. Zo moeten zij zorgen voor onderdak voor de 23.000 arbeiders die speciaal voor de bouw toestemming krijgen om met hun gezin Moskou binnen te komen. Er moeten in de regio fabrieken worden gebouwd (Binnenlandse Zaken krijgt de productie van gewapend beton toegewezen) en een infrastructuur aangelegd voor het vervoer van werknemers en bouwmateriaal. Moskou groeit met de wolkenkrabbers niet alleen in de hoogte, maar ook in de breedte.     

In maart 1948 wordt met de bouw van de eerste vier wolkenkrabbers begonnen, de overige komen twee jaar later uit de startblokken. Hoewel er bij de ontwerpen uiteindelijk elf architecten betrokken zijn, vormen de zeven voltooide hoge gebouwen een stedelijk ensemble dat een zekere eenheid uitstraalt. Die eenheid is tijdens de bouw ver te zoeken: de USDS en de ministeries zijn, mede door een gebrekkige coördinatie, elkaars concurrenten bij de jacht op materiaal en arbeidskrachten. Te midden van deze bureaucratische chaos staat het project op de Leninheuvels, gebouwd door de USDS, bovenaan in de pikorde: daar werken in 1950 maar liefst 14.000 bouwvakkers aan een nieuw gebouw van de universiteit, tegenover minder dan duizend bij elk van de andere wolkenkrabbers. Op de Leninheuvels worden gevangenen ingezet, net als bij de wolkenkrabber aan de Kotelnitsjki oever, waar Binnenlandse Zaken alles moet regelen. De dwangarbeid is er niet alleen voor de hoge torens zelf. Zo dient de USDS een verzoek in bij Berija voor de levering van 4.900 gevangenen die aan de randen van de stad moeten gaan werken aan de onderkomens voor de bouwvakkers.

Universiteit. (Foto: Pavel K)

Universiteit in aanbouw

Dwangarbeid werd in die jaren bij veel meer projecten gebruikt. In 1949 waren er in de provincie Moskou ruim 31.000 gevangenen werkzaam. Op de Leninheuvels vormden drie kampen met hekken, bewakers en wachttorens een schril contrast met de verheven symboliek van het nieuwe gebouw. Op de 23ste verdieping was een vierde ‘kamp’ voor een paar honderd mannen en vrouwen, die verbleven in de kamers van het onvoltooide gebouw. Er kon daar gegeten worden in een kantine, maar wie zich wilde wassen, moest helemaal naar beneden.

De ministeries die de bouw van de wolkenkrabbers voor hun rekening hadden genomen, kregen geen zeggenschap over de verdeling van de appartementen. Daarvoor werd in 1952 een speciale organisatie opgetuigd. Vermindering van de woningnood was nooit een primair doel van de  wolkenkrabbers en met maar twee ervan volledig bestemd voor particuliere bewoning, zorgden zij  slechts voor een zeer minieme verlichting. Het waren vooral vooraanstaande wetenschappers, artiesten en leidinggevenden in de industrie die tot de gelukkigen behoorden. (Het verzoek van het echtpaar Aroetsjan-Bedzjanian werd niet gehonoreerd.) In een maatschappij die op weg zou moeten zijn naar een standenvrij communisme, werden de privileges voor de elite door de wolkenkrabbers plots wel heel erg zichtbaar. Voor de bewoners van Zarjad’e zal alles extra bitter zijn geweest, omdat juist de wolkenkrabber op ‘hun’ plek nooit werd voltooid. (Daar verrees later wel het monstrueuze, inmiddels alweer afgebroken hotel Rossija.)

Het zal de nieuwe bewoners worst zijn geweest, maar de verf was nog maar nauwelijks droog of de wolkenkrabbers werden van hogerhand zwaar bekritiseerd en belachelijk gemaakt. Partijleider Chroesjtsjov, de opvolger van Stalin, verketterde de ‘ouderwetse’ en ‘ondoelmatige’ manier van bouwen. Architecten zagen zichzelf te veel als creatieve kunstenaars en hadden met hun nadruk op monumentalisme, inclusief allerlei onnodige versierselen, hun plicht tegenover het volk verzaakt. De kritiek was de opmaat voor een enorm bouwprogramma, enkele jaren later in gang gezet, met indrukwekkende resultaten. Dankzij een nieuwe vorm van geïndustrialiseerd ‘prefab-bouwen’ werden door heel het land in betrekkelijk korte tijd honderdduizenden flatgebouwtjes neergezet, in de volksmond al snel chroesjtsjovki geheten.

De zeven wolkenkrabbers, ingehaald door de moderne tijd, bleven rustig staan waar ze stonden en lachen nu het laatst. Zij vormen een niet meer weg te denken onderdeel van het panorama van Moskou, terwijl de chroesjtsjovki hun langste tijd hebben gehad; zij worden her en der afgebroken of, om weer een tijdje mee te kunnen, stevig gerenoveerd.

———————

Helder en boeiend: Katherine Zubovich: Moscow monumental.  Soviet skyscrapers and urban life in Stalin’s capital. Princeton University Press, 2021.         

Nostalgische versie van Tetris: nu met blokjes van oude Sovjet-flats

———————

Tetris4.jpg

———————-

“Wie in de jaren negentig is geboren, begint nostalgisch te worden. We herinneren ons onze jeugd, de emoties, de simpele blijdschappen. De systeemflats en Tetris waren een deel van die wereld. Bijna iedereen leefde in zulke flats en we waren gelukkig. Daarom zien we die flats niet als iets negatiefs. Daarom zit er in ons spel ook helemaal geen vernietiging, geen neerslachtigheid, niks geen sombere getto’s. Alleen maar mooie nostalgie.” Gedreven door die nostalgie bedacht programmeur Kristina Golkina – zij is hierboven aan het woord – een nieuwe versie van het in de jaren negentig zo populaire spelletje Tetris. In die nieuwe versie worden twee bronnen van nostalgie gecombineerd: het aloude Tetris en de prefab-flatgebouwen uit Kristina’s jeugd. Die flats werden in de jaren zeventig en tachtig overal in de USSR neergezet en worden doorgaans niet erg positief beoordeeld.  

Golkina en drie leeftijdgenoten, werkzaam in de wereld van design en games, staken eind vorig jaar de koppen bij elkaar. Een nieuwe versie van Tetris, met de panelen van de flats uit hun jeugd als bouwsteentjes, zou dat niet geweldig zijn? Ze lieten er geen gras over groeien en het spelletje uit hun jeugd, nu met flatgebouwen uit de steden waar ze opgroeiden, is inmiddels te downloaden in de AppStore en via Google Play.  Hier, in versneld tempo, een voorbeeld, helaas zonder de bijbehorende muziek van Naukograd.


Wie enigszins vertrouwd is met de panelki (zo heten de syseemflats in de volksmond) en de vaak uitgestrekte wijken kent waar dit soort, op het eerste gezicht eentonige, hoogbouw overheerst, zal het verbazen: er bestaat nogal wat variatie; in veel steden hebben de flats een eigen karakter. Voor de eerste vier levels van het nieuwe Tetris kozen de ontwerpers flats uit hun huidige woonplaats Sint-Petersburg en uit de geboorteplaats van drie van hen: Komsomolsk-aan-de-Amoer, Novokoeznetsk en Moskou.  Verder komen nog Akademgorodok, Jekaterinburg en Pripjat aan bod.

Golkina: “Uit Komsomolsk-aan-de-Amoer hebben we gekozen voor de populairste panelki daar, die balkons hebben met een ronde opening, waardoor zo’n flat op een schip lijkt. Alle flats bestaan ook echt. Van Sint-Petersburg zijn ze van het type 1LG-606, van Moskou uit de serie KOPE-85 en van Akademgorodok van het type PG, van woningen voor geleerden met drie meter hoge plafonds. Voordat we een keuze maakten, heb ik met Yandex-karty en Google Maps een reis door de steden gemaakt. Ik was aangenaam verrast dat er in elke stad een eigen stijl was, een eigen decor, eigen details.”

In tegenstelling tot de oerversie van Tetris gaat het tempo bij Tetris PNLK (zo heet de nieuwe versie, waarbij de vier letters uiteraard staan voor panelki) bij een volgend niveau niet omhoog. Zo kan je de flats wat rustiger bekijken en proberen om mooie, rechte blokken te krijgen. Op de garages beneden staan als graffiti de namen van de ontwerpers en in de ramen zijn foto’s van Kristina en designer Sjamil Sachabijev te zien. Fraai detail: het menu heeft de vorm van een intercom bij de voordeur van trappenhuis.   

Kristina Golkina

Er zijn plannen voor een kleine spin-off: over de liften in de panelki. Moet je daar dan alles onderkalken met graffiti? De spiegels kapot slaan? Daar wil Golkina nog niets over zeggen. “De liften, dat is wel een negatieve kant van de panelki. Maar in PNLK is alles vriendelijk, nostalgisch en zijn het alleen maar goede herinneringen.” Aan de spin-off wordt nog niet gewerkt, er moeten eerst nog een paar levels worden toegevoegd aan Tetris PNLK, met dus ook weer flats uit nieuwe steden. Golkina: “Pus een stad als verrassing. Welke dat wordt, kan ik niet zeggen, want dan is het geen verrassing meer.”  Als ik een gokje mag wagen, dan zeg ik: dat wordt vast Voronezj.

———————

De citaten van Golkina komen uit verschillende interviews. Zie hier en hier Dat de nieuwe versie van Tetris uit Rusland komt, is eigenlijk wel logisch; ook de oerversie vindt daar zijn herkomst. Ik schreef daar een paar jaar geleden al eens een stukje over.

Van Siberië naar Siberië - het huis in Leningrad waar je beter niet kon wonen

——————

Ze belandden van de regen in de drup, zou je kunnen zeggen. Maar die onschuldige uitdrukking volstaat niet om te omschrijven wat de eerste bewoners van het huis aan de Neva in de jaren dertig van de vorige eeuw overkwam.

Het huis in Leningrad werd begin jaren dertig speciaal voor hen gebouwd: leden van de Vereniging van voormalige politieke gevangenen en bannelingen. Ze hadden gestreden tegen het tsaristisch regime, hadden daarvoor betaald met hun vrijheid, en mochten nu (tegen de achtergrond van een schrijnende woningnood) genieten van welverdiend comfort: een eigen appartement in een modern flatgebouw.

Wie een beetje vertrouwd is met de gebeurtenissen in de USSR in die tijd, voelt het vervolg al aankomen. Lang konden de oud-revolutionairen niet van de ongekende luxe genieten. Tegen het einde van de jaren dertig was in 122 van de 144 woningen het hoofd van het gezin verdwenen: gearresteerd en geëxecuteerd, dan wel veroordeeld tot een kampstraf. Van de regen in de drup, maar dan erger.

De Vereniging van voormalige politieke gevangenen en bannelingen werd in 1921 opgericht. Het ledental groeide snel en er kwam een eigen infrastructuur. Zo werd Moskou een clubgebouw rijker met de naam Paleis van dwangarbeid en verbanning. Er kwamen eigen sanatoria, drukkerijen, uitgeverijen en woonhuizen. In de hoofdstad kregen strijders tegen het tsarenregime twee flatgebouwen met een gedeelde binnenplaats, op de hoek van de Pokrovka (nummer 37, met op de begane grond tegenwoordig de Kunstenaarsbond) en de Tsjaplyginstraat 15. Op de eerste verdieping aan de Tsjaplyginstraat is een stenen vlag te zien met daarop opengebroken tralies, een soort uitwaaierende zonnestralen en de letters CCCP.

Was de nieuwbouw in Moskou al luxe en indrukwekkend, dat gold helemaal voor de  flatgebouwen die in Leningrad verrezen, in de vorm van een driehoek, op een toplocatie: de hoek van de Petrovski Kade en het Troitskiplein (ten tijde van de bouw Revolutieplein geheten). De oud-revolutionairen hadden er aan de lange kanten uitzicht op de Neva of de Petrus-en-Paulus-vesting. In 2002 werd daar aan de zijde van de vesting nog een element aan toegevoegd: de Solovetskisteen, een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Stalinterreur. 

Het in constructivistische stijl opgetrokken gebouw was een van de eerste communale woningen van Leningrad. Je kon in de appartementen (met twee of drie kamers) wel iets opwarmen, maar een keuken ontbrak. Een maaltijd kon je halen of nuttigen in de kantine. Wel had men een eigen badkamer met warm water. Op de begane grond waren een theaterzaal, een bibliotheek, een kleuterschool, een club, een wasserij en garages, op het dak bevond zich een solarium.

————————

En toen kwamen ze voor de bewoners. Er is een naslagwerk (de eerste druk is uit 1929, de tweede uit 1934), een kleine negenhonderd pagina’s dik, waarin alle leden van de Vereniging van voormalige politieke gevangenen en bannelingen vermeld staan, met hun geschiedenis als revolutionair, inclusief hun veroordeling(en) en de locatie waar ze hun straf uitzaten. En hoewel niet alle leden ten onder gingen in de Stalinterreur, denk je toch bij elke naam die je ziet staan: wat zou, bij wijze van wrange afronding, hier nog als veroordeling aan toegevoegd kunnen worden?

Een geroyeerde ‘podavanets’.

Ik leerde uit het naslagwerkje overigens twee nieuwe woorden (of eigenlijk zijn het oude woorden, je komt ze niet meer tegen): подаванцы en выдаванцы. Подаванцы hadden zich na hun veroordeling gewend tot de autoriteiten met een verzoek om clementie, выдаванцы waren nog een graatje erger geweest: die waren door de knieën gegaan en hadden kameraden verraden. Was dergelijk verwerpelijk gedrag bij nader onderzoek vastgesteld, dan volgde royering, maar je bleef wel opgenomen in het naslagwerk, op alfabet tussen de rest, nog steeds inclusief je persoonlijke geschiedenis, maar mét de vermelding van uitsluiting. De editie van 1929 bevat nog een aparte lijst met zo’n zestig namen van leden die wel ooit waren veroordeeld, maar niet vanwege revolutionaire daden. Gewone misdadigers dus, die ten onrechte als lid waren toegelaten.

In het naslagwerk treffen we onder de B de naam aan van Ivan Bogomolov, met lidmaatschapsnummer 609. Hij werd onder meer veroordeeld tot drie jaar dwangarbeid. Op zijn gedrag als revolutionair was nooit iets aan te merken geweest, maar dat redde hem niet. Hij werd in 1938 geëxecuteerd. Aan de muur van het huis in Sint-Petersburg, aan de achterzijde van dat deel dat uitkijkt op het Troitskiplein, hangt een gedenksteen met de namen van slachtoffers uit de appartementen. Het is ontworpen door zijn zoon. 

—————————

Het duizelingwekkende verhaal van het Huis aan de Kade: Yuri Slezkine beschreef de geschiedenis van het hoofdgebouw der Bolsjewieken - en nog veel meer

--------------------

Beeld: Arthur Shuraev (onder CC-licentie)

Je doet een impulsaankoop – het boek The House of Government van historicus Yuri Slezkine - en komt er thuis pas achter wat je eigenlijk in huis hebt gehaald. Ik dacht: een boek over het befaamde, immense, door drama omgeven appartementencomplex tegenover het Kremlin, op de andere oever van de Moskva. Het gebouw is vooral bekend onder de naam Huis aan de Kade, naar het boek van Joeri Trifonov (1925-1981). Die woonde er zelf en zijn ouders werden er in 1937, tijdens de Grote Terreur, gearresteerd. Het enorme gebouw met zijn honderden appartementen, een theater, kantines, een wasserij, een schietbaan en nog zo het een en ander, vanaf 1931 gaandeweg opgeleverd en bestemd voor het hoogste partij- en regeringskader, kómt aan bod in het boek van Slezkine, maar dat gebeurt pas op pagina 317…
 


Yuri Slezkine schreef een duizelingwekkend, meer dan duizend pagina’s tellend werk over de Bolsjewieken, hun weg naar de Revolutie, hun droom van een duizendjarig rijk en de nachtmerrie waarin die voor velen van hen uitmondde. Hij gooit zijn netten daarbij wijd uit, zo wijd, dat er van de lezer af en toe enig doorzettingsvermogen is vereist. Economie, sociologie, literatuurgeschiedenis, toneeltheorieën, utopische architectuur, marxisme en theologie – het komt allemaal aan bod, en niet zo maar af en toe in een paar alinea’s. Een apart hoofdstuk, vroeg in het boek, wordt gewijd aan de vraag of het ‘lichtende geloof’ (luminous faith) van de Bolsjewieken een religie was. Abraham en Isaak komen voorbij, Mozes, Buddha, de Jacobijnen, de Inca’s en profetiën over de dag des oordeels in Nieuw-Guinea. Binnen deze setting is het Huis van de Regering (de officiële naam luidde: het Huis van het Centraal Uitvoerend Comité en de Raad van Volkscommissarissen) bij Slezkine het hoofdgebouw van de sekte der Bolsjewieken.     

Daartegenover staan, telkens zeer gedetailleerd beschreven, meer aardse zaken als de levensstijl van de elite, haar vakanties, het personeel, de beveiliging, de bouwgeschiedenis van het huis (ontworpen door Boris Iofan, die op de elfde verdieping kwam te wonen), de inrichting van de appartementen, de kwaliteit van het eten in de kantine en de spelletjes die de kinderen speelden op de binnenplaatsen (onder andere sjtander/штандер, een mij onbekend balspel). Dat is al fascinerende leesstof, en dan komt daar op twee derde van het boek ook nog de terreur overheen, die als een ontspoorde bloedhond huishoudt onder de bewoners van het zo ongenaakbaar lijkende gebouw. Na eerst nog een apart hoofdstuk over de rol van de zondebok en de biecht binnen sektes, komen de arrestaties voorbij, de wanhopige brieven aan Stalin met pleidooien van onschuld dan wel bekentenissen, en de lotgevallen van de achtergebleven echtgenotes, die vaak zelf ook nog werden opgepakt, en de kinderen die werden weggestopt in weeshuizen.

De nadruk ligt daarbij op de bekendste namen (Rykov, Boecharin), maar (iets) mindere goden komen ook uitgebreid aan bod. Wie vandaag nog als hoge NKVD-functionaris beschikte over het lot van zo’n beetje de complete bevolking van West-Siberië, kon een dag later naar Moskou worden geroepen om in de Loebjanka tot de meest absurde bekentenissen te worden gedwongen. De angst voor de willekeur was gekmakend, in de appartementen van het Huis aan de Kade stonden de koffertjes klaar in geval er ’s nachts (arrestaties vonden nooit overdag plaats) op de deur zou worden geklopt. En tussendoor wijdt Slezkine uit over uiteenlopende zaken, die wel weer steeds, direct of indirect, verband houden met het huis en zijn bewoners. Zo tekende een aantal van hen voor literaire werken, die in hun zanderig socialistisch-realisme niet meer om door te komen zijn. Daar trekt Slezkine zich weinig van aan – vele pagina’s besteedt hij aan besprekingen van die werken, met steeds het Bolsjewistisch sektarisme als kader. Of hij daar elke lezer een plezier mee doet, betwijfel ik. Zelf kreeg ik geenszins de neiging om de door hem belichte boeken eens ter hand te nemen. 

Het Huis aan de Kade heeft zich van de terreur (en ook van de oorlog) nooit meer helemaal hersteld. De grandeur en het geloof van de eerste bewoners – net als het geloof van hun kinderen, de jonge aanwas van de sekte – was bezoedeld en al dan niet volledig geknakt. In dat opzicht staat het gebouw voor de hele Russische samenleving, die nog altijd niet is bijgekomen van de jaren onder Stalin. Wie daaraan twijfelt, raad ik twee recente, Nederlandse documentaires aan: Liefde is aardappelen van Aliona van der Horst en De rode ziel van Jessica Gorter. 

The House of Government is ook verschenen in het Nederlands, in twee delen, onder de titel Het huis van de regering. Twee Engelse recensies vindt u hier en hier, een Nederlandse hier.
 

Kerkkoepels langs een voetbalveld in de provincie Samara. Ik doe een belofte.

---------------------

Bijna was ik supporter geworden van FK Zvezda uit het dorp Chvorostjanka in de provincie Samara.

Dat zit zo. Een paar maanden terug kwam ik bovenstaande foto tegen, schijnbaar enkele jaren oud. Ik liet hem zien op Facebook en Twitter en beloofde: ik ga uitzoeken hoe dat zit met die koepels en de ploeg die daar speelde. Ik nam aan – geen gewaagde veronderstelling - dat er een kerk in aanbouw was. Was die er ook gekomen? Of lagen die koepels daar nu nog steeds langs de lijn, weerspiegelden ze de spelers die een hoekschop kwamen nemen en schoot er iemand weleens een bal tegenaan? Ik verklap het maar meteen: wie nu vanaf het veld die koepels wil raken, moet flink zijn best doen, want die kerk is er gekomen. En er kwam meer, daar in Chvorostjanka. Veel meer, waardoor ik uiteindelijk, ondanks de fraaie kerk langs de lijn die ik – op foto’s – gebouwd heb zien worden, geen supporter kon worden van FK Zvezda.

FK Zvezda werd in 1981 opgericht. Er is een herenteam en een jeugdteam, waarin de beste spelers uit het rayon zijn verzameld. Het herenteam speelt in de competitie voor dorpsteams van de provincie Samara en meet daar zijn krachten met clubs als  Bezentsjoek Bezentsjoekski, Meliator Privolzjski en Torpedo Kinel-Tsjerkasski. Na een verdiende 5-3 zege voor eigen publiek op Meliator bezet FK Zvezda momenteel de vijfde plaats. Samen met die kerk langs de lijn alle reden dus om supporter te worden van FK Zvezda uit Chvorostjanka.

Van bovenstaande foto weet ik niet precies wanneer hij is genomen, maar dat zal ongeveer rond dezelfde tijd zijn geweest als de volgende foto, waarvan ik het wel weet: september 2009. En inderdaad, de koepels waren daar niet zomaar gedumpt – ze liggen te wachten tot ze geplaatst kunnen worden op de kerk rechts.

September 2009

En zie, in juni 2010 hadden de koepels hun plaats van bestemming bereikt:

Juni 2010.

Oktober 2010

En toen ging het mis. In welk jaar precies, weet ik niet, maar op onderstaand filmpje van juni 2016 is te zien dat de moderne tijd in Chvorostjanka heel hard heeft toegeslagen. Er ligt kunstgras.

Volgens mij is ook dat speelplaatsje met die autobanden verwijderd – kijk maar naar de eerste paar seconden – wat nog tot daaraan toe is. En dat het bakstenen gebouw aan de overkant van het veld een paar frisse kleuren heeft gekregen – ik doe er niet moeilijk over. Het herbergt een bewegings- en gezondheidscentrum dat voluit heet: Fizkoeltoerno-Ozdorovitelno Kompleks Viktorija (afgekort: FOK Viktorija), en dan is en beetje frisheid wel op zijn plek. Maar dat veld …

Op zoek naar meer foto’s van het voetbalveld-met-kerk stuitte ik vervolgens toevallig op dit tafereel, in de stad Samara …     

… met dit tribunetje:

De foto’s stammen uit 2010 en ik heb het nog niet aangedurfd om verder te zoeken. Die kerk, het zal wel, het gaat me om dat blauw-witte bouwseltje, zo kenmerkend voor de sport-architectuur van de USSR.  Zou het gered zijn? Zou het inmiddels in oude luister zijn hersteld? Ik heb helemaal niks met Dinamo (wij zijn van FC Zenit), maar van zo’n tribune word ik week.

Ik ga het uitzoeken. Ligt het stadion er nog, dan beloof ik u dat ik komend jaar afreis naar Samara en plaatsneem op die blauw-witte tribune. Ik zou dan ook nog even kunnen doorreizen naar FK Zvezda in het dorpje Chvorostjanka, verderop in de provincie, maar dat doe ik niet. Al hebben ze het daar tien keer nodig en heeft het zijn nut allang bewezen – van kunstgras wil ik niet weten.

Wordt vervolgd.

Gevonden onderwerpen - 2


Gratis af te halen via onderstaande links
------------

componist Zaderatsky piano Goelag

- Pianowerken van Vsevolod Zaderatsky (1891-1953), de laatste muzieklaar van de Romanovs, kregen deze zomer hun première in Dresden. Zaderatsky schreef de stukken op telegrampapier, terwijl hij gevangen zat in een kamp van de Goelag.  Link (Engels).

 


 

visvangst visserij Sachalin

- Fotograaf Oleg Klimov verbleef enkele maanden op Sachalin en maakte er een reportage over de bevolking en de visvangst. Link (Russisch, maar het beeldmateriaal op zich is al een klikje waard.)
 

militaire kaarten Sovjetyunie Koude Oorlog

- Sovjetunie, eind jaren tachtig. Legerofficieren verdienen een centje bij door Sovjetkaarten en  -plattegronden van locaties in het Westen te verkopen aan Westerse handelaren. "Inside the crates were maps, thousands of them. In the top right corner of each one, printed in red, was the Russian word секрет. Secret.” De kaarten – een miljoen bladen – zijn vaak gedetailleerder dan wat er in het Westen indertijd zelf aan topografisch materiaal beschikbaar was en vormen nog steeds dankbaar studiemateriaal. Link (Engels, via Lena Lebedeva-Hooft).  
 

- Een schrikbarend lange lijst van gebouwen in Sint-Petersburg die sinds 2003 verloren zijn gegaan of ernstig verminkt zijn geraakt , in verreweg de meeste gevallen ondanks een beschermde status. Link (Russisch).
 

Istra datsja's architecten
Istra datsja's Sovjetunie

- In de jaren dertig stichtten enkele vooraanstaande Sovjet-architecten een datsja-nederzetting aan de oever van de Istra. Ze gaven haar de naam NIL, wat staat voor Wetenschap, Kunst, Literatuur. Er is daar sindsdien weinig veranderd. Link (Russisch, via Ewoud van Hecke).  
 

Galina Zybina kogelstoten Sovjetunie

- Tot er in 1966 strenger op werd gecontroleerd, liet de Sovjetunie ‘vrouwelijke’ atleten die niet door een sexe-test zouden zijn gekomen, meedoen aan internationale wedstrijden. Oud-olympisch kampioene kogelstoten Galia Zybina (‘normaal’) vertelt er vrij laconiek over, aan het slot van een lang interview, waarin eerst allerlei andere – naar mijn idee een stuk minder opvallende – zaken ter tafel komen. Link (Russisch).
 

- Een muurschilderingfestival dat zich aanvankelijk beperkte tot Jekaterinburg, heeft nu ook de muren in Orenburg, Chanty-Mansijsk, Moeravlenko, Nojabrsk, Novy Port en Mys Kamennyi in het vizier. Thema dit jaar: de lezende mens. Link en link (Russisch).
 

- Patriottische glamour die de elite en het gewone volk verbindt. Een fotoserie van Jevgeni Feldman over het geluk van tot de meerderheid te behoren. Zeer beklemmend. Link

En de winnaar is ... Pskov! De 22 beste steden van Rusland om te wonen (en de zeven slechtste) - volgens Varlamov.

Pskov

Pskov

Mijn collega Ilja Varlamov (één van de populairste bloggers van Rusland) reist veel door zijn land en doet daar verslag van met vaak prachtige foto’s. Hij is vooral geïnteresseerd in stedebouwkundige aspecten en kijkt overal rond met de vraag: hoe leefbaar is het hier?

Een bezoek aan Krasnodar, Syktyvkar, Tsjerkessk, Omsk, enzovoort levert meestal twee verslagen op: eentje over het lelijke Krasnodar, Syktyvkar, Tsjerkessk, Omsk, enzovoort, en eentje over het mooie Krasnodar, Syktyvkar, Tsjerkessk en Omsk, enzovoort. 

Lelijk Kazan

Lelijk Kazan

Mooi Kazan

Mooi Kazan

Varlamov maakte een ranglijst van de steden die hij bezocht. Hij legt uit: “De ranglijst is erg subjectief en gebaseerd op mijn eigen innerlijke gevoel. In feite ik heb ik mezelf steeds de vraag gesteld: zou ik in deze stad willen wonen? In Pskov, Gelendzjik of Kaliningrad zou ik dat wel willen, in Machatsjkala of Omsk niet. Ik heb gekeken naar het openbaar vervoer, naar hoe de inwoners tegen hun eigen stad aankijken, de schoonheid, de architectuur en veel meer."

Hier de ranglijst Varlamov, met vanaf nummer 23 de steden waar hij zeker niet zou willen wonen. Elke stadsnaam is een linkje, dat in de meeste gevallen leidt naar meerdere reisverslagjes en foto’s over de betreffende stad. Moskou en Sint-Petersburg zijn buiten beschouwing gelaten, want “dat zijn gevallen apart”. Verder vermoed ik dat hij nog nooit in Voronezj is geweest. En ik voel me geroepen om namens Michail Krug met kracht te protesteren tegen de 26ste plaats van Tver. De toevoeginkjes zijn van Varlamov zelf. 

1.   Pskov (Is heel goed en wordt nog beter!)
2.  Gelendzjk (De schoonste stad van Rusland.)    
3.  Kaliningrad (Geschiedenis. Niet de onze, maar toch mooi.) 
4.  Novorossijsk  (Zee, meeuwen, goede voetgangersgebieden.)      
5.  Sotsji  (Voor de Olympische Spelen op orde gebracht.)   
6.  Syktykvar (Schitterende noordelijke stad.)    
7.  Grozny (Duur, rijk.)
8.  Jekaterinburg  (Constructivisme, aangenaam centrum, uitstekende vliegveld.) 
9.  Samara (Kattenhoofdstad.) 
10. Petrozavodsk (Niet verpest door wildbouw. Mooie straten, mooi meer.)  
11. Vladimir  (Geschiedenis.)
12. Kirov (Goede gouverneur.)
13. Kazan (Veel potentieel voor ontwikkeling. Meest verschrikkelijke wildbouw.)
14. Chanty-Mansijsk (Goede architectuur, mammoeten.)
15. Vladivostok (Reliëf, oceaan, bruggen.)
16. Nizjni Novgorod (Ik kom hier altijd met plezier.)
17.  Joezjno-Sachalinsk (Krabben, ski's en kaviaar.)
18. Simferopol (Een jaar terug was het er heel triest, maar er zijn perspectieven.)
19. Jaroslavl (Ook een enorm potentieel.)
20. Pjatigorsk (Waarom niet?)
21. Toela 
22. Krasnodar

Oefa

Oefa

23. Novosibirsk (Vies, veel wildbouw, veel omheiningen)
24. Oefa (De vieste stad van Rusland) 
25. Tsjerkessk (Kan je hier überhaupt wonen?)
26. Tver (Hopeloos)
27. Omsk (Een van de armste steden van Rusland, ik zie geen enkel perspectief) 
28. Machatsjkala (De inwoners geven niks om hun stad.)
29. Adler. (ADler.) ('ad' betekent 'hel' in het Russisch.)

Novosibirsk

Novosibirsk