Sint-Petersburg

Taart! Voor de zoveelste vrachtwagen die zich klem rijdt onder de Brug der Domheid.

Hoeveel bruggen in de wereld hebben een eigen Twitter-account? Dat zullen er niet veel zijn, ik ken er in elk geval maar één. Die bevindt zich niet ver van Sint-Petersburg, daar waar de Sofiastraat over de Lensovetweg heen gaat. De brug heeft geen officiële naam, maar geniet wel een groeiende faam onder de bijnaam Brug der Domheid (Мост глупости). Zo staat hij zelfs vermeld op Google Maps (‘Bridge of Fools’) en bij het Russische equivalent Yandex Karty. Bij Yandex staat ook nog aangegeven dat we hier te maken hebben met een bezienswaardigheid, en dat is niet voor niks. Als de Lorelei langs de Rijn, zo trekt de Brug der Domheid busjes en kleine vrachtwagens (vooral van het merk Gazel) aan, die denken dat ze er nog net onderdoor kunnen. Met een bijna ijzeren regelmaat blijkt dat net níet het geval te zijn. Kijk, hier zitten nummer 189 en 195 klem:    

De Brug der Domheid heeft ook een eigen groep op Vkontakte (een soort Facebook) en daar staat bij nummer 195 vermeld: “Nummer twintig van dit jaar, nog vijf en we hebben een jubileum!” Confrontatie 195 voltrok zich op 19 december, vermoedelijk zal de mijlpaal van tweehonderd dus pas in 2021 worden bereikt. Al weet je het niet, het kan plots snel gaan. Hier hebben we een dubbele score:

Bij die aantallen moet overigens wel enig voorbehoud worden gemaakt, het zijn er vrijwel zeker meer. De brug ligt er al een jaar of tien en met de telling werd niet meteen begonnen. Bovendien moet er van elke botsing bewijs zijn in de vorm van een filmpje of foto, anders telt het niet. Zo werd op 7 september van dit jaar een hoeveelheid lego-steentjes bij de brug aangetroffen, vermoedelijk een deel van de lading van weer een ongelukkige vrachtwagen. Maar omdat verder bewijsmateriaal ontbrak, vinden we dit voorval niet terug in de statistieken.    

Je zou verwachten dat er bij alle aandacht voor de brug ook wordt gewezen naar een schuldige, de Russische Rijkswaterstaat bijvoorbeeld, of wie er daar ook gaat over bruggen en snelwegen. En dat dan iemand van Rijkswaterstaat zich zou uitputten in excuses en beterschap zou beloven, of anders wel een andere instelling zou aanwijzen als hoofdverdachte. Maar niets van dat alles, althans, ik kwam zo iemand tijdens mijn bescheiden onderzoekje niet tegen. Wel hangt er een spandoek boven de brug, met de overduidelijke waarschuwing: Gevaarlijk! Lage brug! Een Gazel kan er niet door! Maar wie dat heeft opgehangen, dat is mij dan weer niet duidelijk.

Het spandoek met de waarschuwing is hier duidelijk te zien.

Lego. Vrachtwagen niet opgenomen in de statistieken.

Helpen doet het in elk geval niet, vooral omdat, zo blijkt uit de schaarse commentaren van getroffen vrachtwagenchauffeurs, er te veel vertrouwd wordt op het navigatiesysteem. En dat geeft gewoon de kortste route aan, zonder toeters of bellen wanneer zich een te lage brug aandient. Visueel, dat moet gezegd ter verdediging van de brokkenmakers, zit er wel een flinke adder onder die brug. Het te lage deel bevindt zich iets voorbij het begin en valt daardoor niet erg op. Ook niet nadat er rood-witte strepen waren aangebracht. Waarschuwingsborden en een soort balk met kettinkjes, die als een alarm tegen de wagens aanklingelen, bleken evenmin afdoende; die kettinkjes vielen er op een gegeven moment weer af. Hoe dan ook: de navigatie-aanwijzingen blijken dwingender en de busjes en vrachtwagens rijden zich nog altijd vrolijk klem.

De weg dan maar wat verdiepen? Daar beginnen ze van Rijkswaterstaat waarschijnlijk niet aan, want langs de weg licht een riviertje en dan krijg je straks, wanneer sneeuw en ijs gaan smelten, weer heel andere problemen.

Waarschuwingen in de aanloop naar de brug

Verder kan nog vermeld worden dat de Brug der Domheid – een bezienswaardigheid, weet u nog? -  volgens Yandex Karty 24 uur per dag geopend is. Een van de bezoekers gaf als commentaar, ook bij Yandex: “Geweldige emoties, één van de aansprekende plekken van Sint-Petersburg. Aanbevolen. Prima plek om te vissen ook.” 

En ter afsluiting hier het presentje dat het twitter-account van de brug kreeg van een medewerker van het Pasteur Instituut in Sint-Petersburg, ter ere van de 150ste gestrande Gazel. Hij bracht een aantal microben bijeen in een kweekglas, die zich ontwikkelden tot een mooi plaatje.

Voor wie het interesseert, de volgende bacteriën werden gebruikt:

Roze: escherichia coli
Blauw: enterococcus hirae
Groen-blauw: enterococcus faecalis
Grijs-blauw: citrobacter braakii;
Bruin: providencia rettgeri
Doorzichtig: hafnia alvei

————————

En helemaal tot slot hier nog een alleraardigst filmpje van een fietsliefhebber, die afgelopen zomer maar eens op weg ging naar die beroemde Brug der Domheid:

2.45 – Onderweg komt hij nog een paar ‘broeders’ van de beroemde brug tegen.
5.20 – Volgens hem rijdt hij hier over het langste fietspad van het Melkwegstelsel. (Ligt er niet een fietspad helemaal van Den Helder naar Hoek van Holland of zo? Nou ja.)
5.31 – Niet ver van de brug, bij een gemaaide wei, legt hij een verband tussen het aantal hooibalen aldaar en het aantal slachtoffers van de brug. Een interessant punt, dat nader onderzoek verdient.
5.53 – Het eerste waarschuwingsbordje!
6.35 – En daar is hij dan bij zijn bestemming. “Hier voltrokken zich grootse veldslagen. 160 gevallenen. Pijn, gekraak, wat heeft deze brug allemaal niet gezien in zijn tijd.”   

Gebrandschilderde ramen Sint-Petersburg: redden wat er te redden valt

———————

Het moeten er duizenden zijn geweest, verspreid over de stad – hoeveel er nog van over zijn, weet niemand: de gebrandschilderde ramen (vaak Jugendstil) die rond 1900 en vogue waren, precies in de tijd dat er in Sint-Petersburg volop werd gebouwd. Ze versierden de ruime trapportalen van de vier- à zeshonderd huurflats die her en der verrezen. Veel van die flats kregen in de openbare ruimtes van het portaal een eigen karakter door speciale gietijzeren leuningen, een versierde liftschacht, aparte tegeltjes op vloer en kachel en ook door glasdecoraties, niet alleen bij of boven de voordeur, maar vaak op elke verdieping.

De schatting is dat er van de gebrandschilderde ramen en andere glasdecoraties minder dan 20 procent bewaard is gebleven. Om daar een preciezer beeld van de krijgen, en ook om te kijken waar restaureren nodig (en nog mogelijk) is, wordt gewerkt aan een inventarisatie. Dat is nogal een klus en bij wijze van opstap is begonnen met een relatief bescheiden proefproject op het Vasili-eiland, een wijk met een overzichtelijk stratenplan. Zo’n 30 vrijwilligers kamden het eiland uit en telden 41 gebouwen met in totaal rond de 150 versierde ramen. In veel gevallen betrof dat slechts resterende delen van een groter geheel, bijvoorbeeld een bovenste rij versierde raampjes die aan beschadiging zijn ontsnapt. Een tweede inventarisatie gaat plaatsvinden in de wijk Petrogradskaja Storona (waar een grotere oogst wordt verwacht), maar corona gooit daar nog even roet in het eten.

De bouw van de vele flats kwam net op een moment dat technische ontwikkelingen de fabricatie van versierd glas makkelijker hadden gemaakt. Aan het begin van de vorige eeuw telde Sint-Petersburg zo’n 20 ateliers waar gebrandschilderde ramen werden gefabriceerd. De bekendste waren die in de glasfabriek van de gebroeders Frank, gelegen op het Vasili-eiland, op het adres 22ste Linie, nummer 3. De namen van de ateliers werden als een soort handtekening op de schilderingen-op-glas aangebracht. Dat gebeurde onderaan, en juist die lagere delen hebben door de jaren heen de meeste schade opgelopen. Een gave handtekening van een glasatelier is tegenwoordig een grote zeldzaamheid.  

Villa van de familie Frank

Deel van het interieur (niet bewaard gebleven).

Het best bewaard op het Vasili-eiland zijn de ramen in het voormalig woonhuis van de koopman P. Bekel (2de Linie, nummer 23), waar tegenwoordig een wetenschappelijk instituut is gevestigd, en die in de kerk op het Smolensk kerkhof (Ul. Kamskaja 24). Dat is ongetwijfeld te danken aan het feit dat beide geen woonhuis (meer) zijn. Qua stijl (geen Jugendstil) wijken ze af van het gros van de andere gebrandschilderde ramen op het eiland.

De kerk op het Smolensk kerkhof

In de trapportalen van de flats kan men zich slechts aan de hand van bewaarde fragmenten een voorstelling maken van de complete, originele gebrandschilderde raampartij. Dat er zo veel fraais is gesneuveld, hoeft niet te verbazen, gezien de vele sociale ontwrichtingen die Leningrad over zich heen kreeg. In de jaren negentig van de vorige eeuw en ook daarna vielen nog eens vele ramen ten prooi aan verbouwingen en ander ‘opknapwerk’. In plaats van een kostbare en tijdrovende restauratie, plaatste men liever plastic kozijnen met nieuw glas. Slechts bij versierd glas in gebouwen die een beschermde status genieten, kunnen juridische middelen ingezet worden voor het behoud van wat nog rest.

2de Linie, 29

14de Linie, 41 / Sredni Prospekt 56

14de Linie, 41 / Sredni Prospekt 56

9de Linie, 58. Overgeschilderd glas, houten deur vervangen door een metalen

4de Linie, 39

14de Linie, 41 / Sredni Prospekt 56

14de Linie, 41 / Sredni Prospekt 56

18de Linie, 9

5de Linie, 44 / Sredni Prospekt 23.

—————————

De inventarisatie op het Vasili-eiland vond plaats tussen juni 2019 en maart van dit jaar. De initiatiefnemers hopen dat grotere bekendheid van de kunstwerkjes de bescherming ervan zal vergemakkelijken. Nog niet iedereen is even enthousiast. Drie instellingen weigerden de deuren te openen voor de vrijwilligers, ondanks een officiële brief van het ВООПИиК (VOOPIik), de overheidsinstelling voor monumentenzorg. De drie adressen zijn wel opgenomen in de catalogus die deze maand over de ramen op het Vasili-eiland verschijnt, maar alleen met een beschrijving aan de hand van oudere gegevens.

De catalogus van het Vasili-eiland is hier te bestellen (ik vermoed alleen binnen Rusland.)

Goed nieuws is dat de bewaarde gebrandschilderde ramen op het eiland over het algemeen in een redelijke conditie verkeren. Slechts op twee adressen (hoek 5de Linie, nummer 23/Boegski per. 1 en 18de Linie, nummer 9, in beide gevallen op de bovenste verdieping) is voor behoud een spoedingreep vereist. Technisch gezien is restauratie van alle glasversieringen mogelijk, een groter obstakel is een gebrek aan (financiële) wil bij de eigenaren.

Nieuwe ramen, 3de Linie, 52

De gegevens over het Vasili-eiland staan uiteraard niet alleen op papier, er is een database die deel uitmaakt van een speciale site over Russische gebrandschilderde ramen . Daar zijn ook adviezen te vinden voor wie zich wil inzetten voor het behoud ervan. Waar kan je melding maken van bedreigde ramen? Welke juridische middelen zijn er? Een positief voorbeeld van betrokkenheid is te vinden aan de 3de Linie, nummer 52. Daar zijn aan de hand van een bewaard fragment nieuwe gebrandschilderde ramen aangebracht op alle etages van het trappenhuis. Wel wijken de kleuren enigszins af van het gamma dat rond 1900 gebruikelijk was. Wie de ontwikkelingen rond de ramen wil volgen, kan behalve op de site ook terecht op Instagram en bij een Facebookgroep over gebrandschilderde ramen in Rusland.         

——————————-

Vrijwilligers aan het werk

Fotograaf Gromov-Drankin deelt zijn liefde voor Sint-Petersburg - Deel 2.

————————

———————

Met zeer veel plezier laat ik hier een tweede selectie zien uit het werk van Igor Gromov-Drankin, de fotograaf die mijn liefde voor fotografie en Sint-Petersburg deelt. Gromov-Drankin (1946) groeide op in de stad aan de Neva. Als fotograaf had hij aanvankelijk vooral oog voor de majesteitelijke beelden, de plechtige panorama’s. Later kwam het besef dat Sint-Petersburg veel meer was dan dat. Hij bleef ‘dichterbij’ en richtte zijn lens bijvoorbeeld ook op de binnenplaatsen van zijn jeugd, op de morsige hoekjes en gaatjes die net zo kenmerkend zijn voor de oude hoofdstad. Die mengeling van het weidse en het kleine vormen een belangrijk deel van de magie van Sint-Petersburg, en ook van het werk van Gromov-Drankin. Ik hoop hem een keer te ontmoeten, maar van mijn twee voorgenomen reizen naar Rusland dit jaar is er inmiddels één geschrapt en de tweede, in het vroege najaar, zal er ook wel niet van komen.   

—————————

————————-

————————-

————————-

—————————

————————

Igor Gromov-Drankin publiceert zijn werk vrijwel uitsluitend op internet. Op twee plekken is veel werk van hem te vinden: hier (met ook zijn familiegeschiedenis) en hier. Op beide plekken plaatst hij met grote regelmaat nieuw foto’s.




Inmiddels kreeg ik de volgende reactie van Igor: Спасибо за лестные оценки моих работ! В такое время хоть что-то радует и, надеюсь, не только меня! / Dank voor de lovende beoordelingen van mijn foto’s! Dat is tenminste íets vreugdevols in deze tijd, en ik hoop niet alleen voor mij!

Deel 1.

Fotograaf Gromov-Drankin deelt zijn liefde voor Sint-Petersburg - Deel 1.

———————-

———————-

Wat zou ik graag een keertje met hem meelopen op één van zijn tochten door ‘onze’ stad: Igor Gromov-Drankin, fotograaf in Sint-Petersburg. Want zo vaak gebeurt het niet, dat je louter en alleen op grond van iemands foto’s verwantschap voelt. Gromov-Dankin houdt van de stad die ook mij dierbaar is. Zijn fotografische blik is dezelfde als die van mij – althans, ik zou graag willen dat dat zo was. Vandaar dat ik zo graag een keertje met hem zou  meegaan. Het Vasili eiland is zijn thuishaven, vermoed ik. Ook ik heb daar heel wat voetstappen liggen, keek er alle kanten op, maakte er foto’s…

Gromov-Drankin vond het goed dat ik hier een aantal van zijn foto’s plaats. Of ik een keertje met hem mee mag, heb ik nog niet gevraagd. Nou ja, een reis naar Rusland zit er voorlopig toch niet in. Hieronder het eerste deel van twee. Gromov-Drankins (en mijn) liefde voor Sint-Petersburg, dat ga ik verder niet uitleggen. Kijkt u naar een selectie van zijn foto’s, misschien deelt u mijn ontroering.  Een tweede selectie volgt binnenkort.

———————-

———————

———————

———————-

*************

Игорь Громов-Дранкинъ

Busrit door een verdoofde stad – Sint-Petersburg tijdens corona.

————————

Zagorodny Prospekt © Alex Fedorov, Wikimedia Commons

————————

Wie hij precies is, weet ik niet, maar hij houdt van Sint-Petersburg. Hij beheert een bescheiden YouTubekanaal en noemt zichzelf flackelf. Hij stapt bij het Finland station op de bus voor een lange rit naar het Toergenev plein. Hij gaat medicijnen brengen bij iemand die slecht ter been is. Na een klein stukje van de route pakt hij in de Koejbysjev straat zijn telefoon en begint te filmen: de straten van de stad tijdens corona. Hij geeft commentaar, maar is door zijn mondkapje lastig te verstaan. Toch ontpopt hij zich als een prima gids. Keurig noemt hij de bezienswaardigheden op, zoals de magnifieke villa van Matilda Ksesjinskaja (1.45) en even later de Petrus en Paulus-vesting. Pas op en na de brug over de Neva begint op te vallen hoe leeg de straten echt zijn. Bij de passage van de Nevski Prospekt wordt het beklemmend. Je schrikt ervan. De beroemdste straat van de stad lijkt wel verdoofd. Deel 1:

———————

“Een prima tijd voor een excursie door de stad met een bus”, zegt onze reisleider, die duidelijk groeit in zijn rol. Hij gaat verder dan het benoemen van het stedelijk landschap en uit bijvoorbeeld zijn verbazing over de prijs van mondkapjes, te koop bij een apotheek (5.47): 50 roebel. Drie keer zo duur als normaal, meldt hij. Ondertussen worden de haltes, nogal vervreemdend, aangekondigd met dezelfde opgewekte stem als voorheen. Ook de (gesloten) theaters in de buurt worden keurig genoemd. En daar is het Hooiplein; vanaf de Nevski tot hier was het deze keer maar vier, vijf minuten. “Normaal ben je te voet soms sneller.” En eindelijk stappen er ook andere passagiers in (7.27). Tot dan toe had onze reisleider alleen gezelschap gehad van de conductrice, die af en toe zit te bellen – wat moet ze anders.

———————-

We zijn nog steeds op de Sadovaja. Een gesloten bloemenwinkel, meldt de reisleider. En de kapper, ook dicht. “Kennelijk zijn de haren opgehouden te groeien met het coronavirus.” En voor wie zijn kennis van het Russisch wil uitbreiden, is hier misschien een nieuwe uitdrukking: sommige cafés werken nog wel, vertelt onze gids, maar alleen на вынос / om mee te nemen. Op 4.23 kondigt hij een mooi plekje aan: de Nikolski kathedraal, en hij wijst op het hek langs het Girbojedovkanaal: dat hek herinnert zich Poesjkin en Dostojevski nog, zegt hij. “Dat staat er en staat er, en ‘overstaat’ [prachtig: перестоит, als ik dat tenminste goed versta] ook ons en nog veel meer generaties.”

En dan is de rit voorbij: “Ik ga er bij de volgende uit. Dat was het, we nemen afscheid.” 

———————

Nog heel even filmt onze reisleider de straat. Je hoort hoe door een luidspreker de corona-maatregelen nog eens worden omgeroepen. En dan zegt hij: “De gelukkigste wezens zijn nu de honden. Die hebben nog nooit zo veel en zo lang gewandeld! Zo veel honden als nu heb ik nog nooit gezien.” 

——————-

Stagnerend Rusland, opstand in Norilsk, heimwee naar Leningrad – drie boeken.

—————————

Arnout Brouwers maakte onlangs in de Volkskrant, in een artikel over de ‘nieuwe’ Ruslandstrategie van minister Blok, gewag van een veelal westers gerichte bevolking in Rusland, “die – los van de greep van het Kremlin – het land ingrijpend aan het veranderen is”. Vladimir Inozemtsev zal dat, getuige de sombere analyse in zijn boek Nesovremennaja strana (Niet-modern land) een veel te optimistische bewering vinden. 

Econoom en politicoloog Inozemtsev windt er, in heldere en bedachtzame taal, geen doekjes om: het niet-moderne Rusland raakt technologisch en economisch hopeloos achterop en is in een tijd van globalisering steeds minder bij machte om te concurreren. Rusland, vervuld van revanchisme en heimwee naar het verloren Sovjet-imperium, zit vastgepind in de groep van verliezers. De schuldige (Inozemtsev spreekt in dit verband van landverraad) is een elite, die zich niet verantwoordelijk voelt voor de staat (государство), maar die de staat gebruikt als verdienmodel. Die elite, niet geïnteresseerd in de ontwikkeling van een kennis-economie, zet onvoldoende in op innovatie en isoleert zich van de buitenwereld. Ze is slechts bezig met de verdeling van de overvloedige opbrengsten uit grondstoffen en heeft geen enkele baat bij verandering. Stabiliteit is het toverwoord en wat dat betreft kunnen de machthebbers en hun trawanten, aldus Inozemtsev, rustig slapen.

Kenmerkend voor een moderne maatschappij is, nog steeds volgens Inozemtsev, een effectieve interactie tussen overheid en individu, en ook op dat gebied blijft Rusland achter. De Russische burger beschikt niet over kanalen om de machthebbers onder druk te zetten. Problemen worden opgelost middels corruptie en connecties. Vakbonden hebben geen invloed, politieke partijen zijn lege hulzen. Georganiseerde protestacties zijn schaars en hebben nauwelijks effect. Inozemtsev spreekt in dit verband van een geatomiseerde, individualistische samenleving. Een opvallende diagnose (‘individualistisch’ is een etiket dat meestal juist, en zeker door Rusland, op het Westen wordt geplakt), maar eentje die de spijker op de kop slaat. 

Een uitgebreide Russische bespreking van Inozemtsevs boek vindt u hier.

———————

Van een heel andere orde, geschreven in wat minder toegankelijk Russisch, is Vosstanie (Opstand) van journalist/schrijver Nikolaj Kononov. Daarin wordt het loodzware levenspad beschreven van Sergej Solovjov, een van de leiders van de befaamde opstand van gevangenen in Norilsk in 1953. Solovjov liet bij zijn overlijden in 2009 nauwelijks documenten na en had zich eerder ook slechts mondjesmaat uitgelaten over zijn verleden. Kononov maakte gebruik van memoires van anderen en kreeg ook hulp van Memorial, de onvolprezen organisatie die de schijnwerpers op de Stalin-terreur gericht blijft houden. Kononov hanteert een vrij ongebruikelijk procedé: hij verplaatst zich in Solovjov en schrijft in de ik-persoon. Solovjov raakt in de Tweede Wereldoorlog krijgsgevangen, sluit zich aan bij het Russisch Bevrijdingsleger van generaal Vlasov, weigert mee te doen aan acties tegen partizanen, belandt in concentratiekamp Natzweiler, ontsnapt, leeft na de oorlog enkele jaren in Charleroi, keert terug naar de USSR in de ijdele hoop zijn familie terug te zien, wordt in 1949 voor zijn desertie veroordeeld tot 25 jaar kamp, is een van de aanstichters van de mislukte opstand in Norilsk, belandt in Kolyma, waar een vluchtpoging mislukt; nadat hij zich met twee maten maanden heeft schuilgehouden in oude mijnschachten, wordt hij gepakt. In 1955 wordt hij opnieuw tot 25 jaar veroordeeld, en die straf zit hij uit. Zo ver gaat Kononov in zijn boek (aangeduid als ‘documentaire roman’) niet mee met Solovjov; hij zet een punt na diens mislukte vluchtpoging in Kolyma. Vosstanie staat op de korte lijst van de literaire premie NOS.

Een bespreking van Kononovs boek vindt u hier, een interview met de schrijver hier.

———————-

Wie twijfels zet bij het nut van culturele en wetenschappelijke contacten met Rusland, dient onverwijld het zeer prettig leesbare Van Leningrad naar Sint-Petersburg. Nederlandse herinneringen aan een wonderlijke stad aan te schaffen. Onder redactie van Arthur Langeveld en Wil van den Bercken (die beiden ook een bijdrage leverden) schrijven enkele vooraanstaande Ruslandkenners over de tijd die zij, steeds in het kader van wetenschappelijke of culturele contacten, doorbrachten in Ruslands tweede stad, variërend van enkele maanden tot meerdere jaren. De kennis die zij van land en taal opdeden, is nog altijd onbetaalbaar.

In het kader van mijn studie verbleef ook ik langere tijd in Rusland, en al was dat niet in Leningrad, maar in Voronezj, de verhalen in het door Pegasus uitgegeven boek zijn voor mij een feest van herkenning. Stikjaloers ben ik op Hella Rottenberg, die tijdens een 1-mei-demonstratie een portret van Leonid Brezjnev mocht dragen! Ik liep ooit mee in een demonstratie in Voronezj, samen met medebewoners van mijn studentenflat. Wij riepen – we hadden al een borreltje op – onze eigen leuze: “Leve de eendrachtige samenwerking tussen de Sovjet-arbeiders en de Hollandse bourgeoisie!”, gevolgd door een luidkeels: hoera! Ook leuk, maar het zinkt in het niet, potverdorie, bij dat Brezjnev-portret van Hella. Mooi ook om over het contrast te lezen tussen het verstilde Leningrad uit de studietijd van Langeveld en Van den Bercken, en het steeds woeligere Sint-Petersburg tijdens het verblijf aldaar van Aai Prins. En wist u dat de gordijnen in het eerste onderkomen van het NIP, het Nederlands Instituut, de goedkeuring konden wegdragen van niemand minder dan Jan des Bouvrie?

Een ding viel me wel een beetje tegen, bij de beschrijving van de studentenflats waar men indertijd verbleef: het gemiep van mijn ‘lotgenoten’ over het feit dat men in Leningrad zijn of haar kamer met een of twee anderen moest delen. Nou ja, zeg! Wij, in Voronezj, deelden ons bescheiden aantal vierkante meters met z’n vieren!   

“Leve de eendrachtige samenwerking tussen de Sovjet-arbeiders en de Hollandse bourgeoisie! Hoera!” (Mocht Hella mij een foto kunnen leveren waarop zij Leonid Brezjnev torst, dan wordt die hier natuurlijk onverwijld geplaatst.)

Van Siberië naar Siberië - het huis in Leningrad waar je beter niet kon wonen

——————

Ze belandden van de regen in de drup, zou je kunnen zeggen. Maar die onschuldige uitdrukking volstaat niet om te omschrijven wat de eerste bewoners van het huis aan de Neva in de jaren dertig van de vorige eeuw overkwam.

Het huis in Leningrad werd begin jaren dertig speciaal voor hen gebouwd: leden van de Vereniging van voormalige politieke gevangenen en bannelingen. Ze hadden gestreden tegen het tsaristisch regime, hadden daarvoor betaald met hun vrijheid, en mochten nu (tegen de achtergrond van een schrijnende woningnood) genieten van welverdiend comfort: een eigen appartement in een modern flatgebouw.

Wie een beetje vertrouwd is met de gebeurtenissen in de USSR in die tijd, voelt het vervolg al aankomen. Lang konden de oud-revolutionairen niet van de ongekende luxe genieten. Tegen het einde van de jaren dertig was in 122 van de 144 woningen het hoofd van het gezin verdwenen: gearresteerd en geëxecuteerd, dan wel veroordeeld tot een kampstraf. Van de regen in de drup, maar dan erger.

De Vereniging van voormalige politieke gevangenen en bannelingen werd in 1921 opgericht. Het ledental groeide snel en er kwam een eigen infrastructuur. Zo werd Moskou een clubgebouw rijker met de naam Paleis van dwangarbeid en verbanning. Er kwamen eigen sanatoria, drukkerijen, uitgeverijen en woonhuizen. In de hoofdstad kregen strijders tegen het tsarenregime twee flatgebouwen met een gedeelde binnenplaats, op de hoek van de Pokrovka (nummer 37, met op de begane grond tegenwoordig de Kunstenaarsbond) en de Tsjaplyginstraat 15. Op de eerste verdieping aan de Tsjaplyginstraat is een stenen vlag te zien met daarop opengebroken tralies, een soort uitwaaierende zonnestralen en de letters CCCP.

Was de nieuwbouw in Moskou al luxe en indrukwekkend, dat gold helemaal voor de  flatgebouwen die in Leningrad verrezen, in de vorm van een driehoek, op een toplocatie: de hoek van de Petrovski Kade en het Troitskiplein (ten tijde van de bouw Revolutieplein geheten). De oud-revolutionairen hadden er aan de lange kanten uitzicht op de Neva of de Petrus-en-Paulus-vesting. In 2002 werd daar aan de zijde van de vesting nog een element aan toegevoegd: de Solovetskisteen, een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Stalinterreur. 

Het in constructivistische stijl opgetrokken gebouw was een van de eerste communale woningen van Leningrad. Je kon in de appartementen (met twee of drie kamers) wel iets opwarmen, maar een keuken ontbrak. Een maaltijd kon je halen of nuttigen in de kantine. Wel had men een eigen badkamer met warm water. Op de begane grond waren een theaterzaal, een bibliotheek, een kleuterschool, een club, een wasserij en garages, op het dak bevond zich een solarium.

————————

En toen kwamen ze voor de bewoners. Er is een naslagwerk (de eerste druk is uit 1929, de tweede uit 1934), een kleine negenhonderd pagina’s dik, waarin alle leden van de Vereniging van voormalige politieke gevangenen en bannelingen vermeld staan, met hun geschiedenis als revolutionair, inclusief hun veroordeling(en) en de locatie waar ze hun straf uitzaten. En hoewel niet alle leden ten onder gingen in de Stalinterreur, denk je toch bij elke naam die je ziet staan: wat zou, bij wijze van wrange afronding, hier nog als veroordeling aan toegevoegd kunnen worden?

Een geroyeerde ‘podavanets’.

Ik leerde uit het naslagwerkje overigens twee nieuwe woorden (of eigenlijk zijn het oude woorden, je komt ze niet meer tegen): подаванцы en выдаванцы. Подаванцы hadden zich na hun veroordeling gewend tot de autoriteiten met een verzoek om clementie, выдаванцы waren nog een graatje erger geweest: die waren door de knieën gegaan en hadden kameraden verraden. Was dergelijk verwerpelijk gedrag bij nader onderzoek vastgesteld, dan volgde royering, maar je bleef wel opgenomen in het naslagwerk, op alfabet tussen de rest, nog steeds inclusief je persoonlijke geschiedenis, maar mét de vermelding van uitsluiting. De editie van 1929 bevat nog een aparte lijst met zo’n zestig namen van leden die wel ooit waren veroordeeld, maar niet vanwege revolutionaire daden. Gewone misdadigers dus, die ten onrechte als lid waren toegelaten.

In het naslagwerk treffen we onder de B de naam aan van Ivan Bogomolov, met lidmaatschapsnummer 609. Hij werd onder meer veroordeeld tot drie jaar dwangarbeid. Op zijn gedrag als revolutionair was nooit iets aan te merken geweest, maar dat redde hem niet. Hij werd in 1938 geëxecuteerd. Aan de muur van het huis in Sint-Petersburg, aan de achterzijde van dat deel dat uitkijkt op het Troitskiplein, hangt een gedenksteen met de namen van slachtoffers uit de appartementen. Het is ontworpen door zijn zoon. 

—————————