————————
————————-
Alweer aardig wat jaren geleden, in 2009, schreef ik over het stadje Borovsk, waar de schilder Vladimir Ovtsjinnikov tal van huizen had opgefleurd met de meest uiteenlopende muurschilderingen. Sommige ervan oogden wat onbeholpen, maar het resultaat (het geheel was hier duidelijk meer dan de som der delen) mocht er zijn. En ik uitte de vrees dat de schilderingen vanwege het ongunstige klimaat in Rusland geen lang leven beschoren zouden zijn. Dat had ik mis. De schilderingen (fresco’s worden ze in Russische artikelen ook wel genoemd, maar dat klinkt wel erg enthousiast) zijn nog steeds te bewonderen en de verzameling werd zelfs uitgebreid.
Niet alles bleef bewaard. Zo kwam Ovtsjinnikov, die met zijn schilderingen het historisch bewustzijn van zijn stadsgenoten hoopt te versterken, met het plan om een monument of kapel op te richten voor lokale slachtoffers van de Stalinterreur. Toen de gemeente daar niet aan wilde meewerken, bracht de schilder achttien portretten (voor meer was geen plaats, vertelde hij aan de lokale krant) van geëxecuteerde stadsgenoten aan op een schutting niet ver van zijn huis. Die bleken een paar weken later overgeschilderd. “In opdracht van de gemeente”, vermoedt Ovtsjinnikov. Een vergelijkbaar monument elders in de stad werd al na één dag bewerkt door vandalen met verfspuitbussen. (Meer over beide schilderingen hier.) Er zijn ook luchtigere thema’s in Ovtsjinnikovs werk. Hij schilderde bijvoorbeeld een mooie Mercedes op een garagedeur, op verzoek van de eigenaar – de eigenaar van de garage wel te verstaan, die van een Mercedes slechts kon dromen.
————————-
Op een van de oudere muurschilderingen prijkt Konstantin Tsiolkovski, de raketgeleerde die een aantal jaren in Borovsk woonde. Hem komen we ook tegen op een recenter werk, getiteld de Kosmische ark, dat gewijd is aan kosmische filosofie, wetenschap en de ruimte. Een precies adres heeft de ark niet. Ovtsjinnikov gebruikte er een betonnen cilinder voor die ooit dienst deed als zinkput voor bedrijfsafval. Om er te komen moet je de voetgangersbrug over het riviertje de Protva over en dan even doorlopen in de richting van het Instituut voor Dierenfysiologie, -biochemie en -voeding. Ovtsjinnikov kreeg hulp van vrijwilligers die de boel in de grondverf zetten, waarna hij zelf in patrijspoorten de ‘opvarenden’ afbeeldde. Dat werd een wat eclectisch, internationaal gezelschap van aanvankelijk vijftien personen: Vladimir Goerov, Jeff Bezos, Joeri Gagarin, Sergej Koroljov, Ary Sternfeld, Stanislaw Lem, Nikolaj Fjodorov, Elon Musk, Stephen Hawking, Aleksandr Tsjizjevski, Nikolaj Rerich, Neil (op de ark geschreven als Nill) Armstrong, Vladimir Komarov, Tsiolkovski dus en – niet in een patrijspoort – Le Petit Prince. (De aanwezigheid van die laatste kan ik niet verklaren, omdat ik in ‘Le Petit Prince’ vanwege verregaande saaiheid nooit verder ben gekomen dan bladzijde vier. Men wendde zich eventueel, ook voor de overige namen, tot Wikipedia.)
Er was plaats voor nog een paar passagiers en Ovtsjinnikov vroeg op Facebook om suggesties. Dat leverde nog op: Gaj Severin, Valentina Teresjkova, Johannes Kepler en Nikola Tesla. Daarnaast kregen ook Alija Prokofjeva en Pink Floyd nog een plekje op de cilinder, die laatste twee, net als Le Petit Prince, zonder eigen patrijspoort. Achter de hoofden van de vier muzikanten zien we een detail van de hoes van hun succesvolste elpee Dark Side of the Moon. “In 1988 nam de bemanning van de Sojoez TM-5 het album Dark Side of the Moon mee naar ruimtestation Mir. Tijdens minuten van ontspanning luisterde de bemanning er met veel genoegen naar”, verklaart Ovtsjinnikov zijn keuze. Dat de afbeelding van Pink Floyd gebaseerd is op de poster die in de vroege jaren tachtig aan de muur van mijn studentenkamer hing hoeft niemand te verbazen, want in deze kosmische wereld hangt alles met alles samen.
———————
De schilder kreeg op Facebook nog wel een stekelig commentaar: waarom was Sergej Koroljov op de ark afgebeeld als Goelag-gevangene? “Is dat het belangrijkste in zijn biografie??” Ovtsjinnikov antwoordde: “Het is het belangrijkste in de biografie van ons land.”
En er pleitte nog iemand voor de ruimtehondjes Belka en Strelka. Sympathiek, maar die hebben de ark vooralsnog niet gehaald.
Borovsk ligt niet zo gek ver van Moskou, maar de kans dat ik daar nog eens een kijkje ga nemen is niet zo groot; ik ben in de ban van heel iets anders, dankzij het boek Вечная мерзлота van Viktor Remizov. (De gebruikelijke vertaling van вечная мерзлота is permafrost, maar ik zou hier kiezen voor Eeuwige vorst.) Een wijds verhaal over – in de woorden van Ovtsjinnikov - “het belangrijkste in de biografie van ons land”, in dit geval over de aanleg (door gevangenen) van een door Stalin gewenste spoorlijn in een van de onherbergzaamste streken van Siberië. Ik ben nog geen honderd pagina’s ver (van de ruim achthonderd), maar de beschrijvingen van de natuur, en dan vooral van de machtige Jenisej, hielden mij al meerdere keren aan het boek gekleefd. Dáár wil ik naartoe – maar of dat er nog van zal komen…?