————————
————————
Wie hij precies is, weet ik niet, maar hij houdt van Sint-Petersburg. Hij beheert een bescheiden YouTubekanaal en noemt zichzelf flackelf. Hij stapt bij het Finland station op de bus voor een lange rit naar het Toergenev plein. Hij gaat medicijnen brengen bij iemand die slecht ter been is. Na een klein stukje van de route pakt hij in de Koejbysjev straat zijn telefoon en begint te filmen: de straten van de stad tijdens corona. Hij geeft commentaar, maar is door zijn mondkapje lastig te verstaan. Toch ontpopt hij zich als een prima gids. Keurig noemt hij de bezienswaardigheden op, zoals de magnifieke villa van Matilda Ksesjinskaja (1.45) en even later de Petrus en Paulus-vesting. Pas op en na de brug over de Neva begint op te vallen hoe leeg de straten echt zijn. Bij de passage van de Nevski Prospekt wordt het beklemmend. Je schrikt ervan. De beroemdste straat van de stad lijkt wel verdoofd. Deel 1:
———————
“Een prima tijd voor een excursie door de stad met een bus”, zegt onze reisleider, die duidelijk groeit in zijn rol. Hij gaat verder dan het benoemen van het stedelijk landschap en uit bijvoorbeeld zijn verbazing over de prijs van mondkapjes, te koop bij een apotheek (5.47): 50 roebel. Drie keer zo duur als normaal, meldt hij. Ondertussen worden de haltes, nogal vervreemdend, aangekondigd met dezelfde opgewekte stem als voorheen. Ook de (gesloten) theaters in de buurt worden keurig genoemd. En daar is het Hooiplein; vanaf de Nevski tot hier was het deze keer maar vier, vijf minuten. “Normaal ben je te voet soms sneller.” En eindelijk stappen er ook andere passagiers in (7.27). Tot dan toe had onze reisleider alleen gezelschap gehad van de conductrice, die af en toe zit te bellen – wat moet ze anders.
———————-
We zijn nog steeds op de Sadovaja. Een gesloten bloemenwinkel, meldt de reisleider. En de kapper, ook dicht. “Kennelijk zijn de haren opgehouden te groeien met het coronavirus.” En voor wie zijn kennis van het Russisch wil uitbreiden, is hier misschien een nieuwe uitdrukking: sommige cafés werken nog wel, vertelt onze gids, maar alleen на вынос / om mee te nemen. Op 4.23 kondigt hij een mooi plekje aan: de Nikolski kathedraal, en hij wijst op het hek langs het Girbojedovkanaal: dat hek herinnert zich Poesjkin en Dostojevski nog, zegt hij. “Dat staat er en staat er, en ‘overstaat’ [prachtig: перестоит, als ik dat tenminste goed versta] ook ons en nog veel meer generaties.”
En dan is de rit voorbij: “Ik ga er bij de volgende uit. Dat was het, we nemen afscheid.”
———————
Nog heel even filmt onze reisleider de straat. Je hoort hoe door een luidspreker de corona-maatregelen nog eens worden omgeroepen. En dan zegt hij: “De gelukkigste wezens zijn nu de honden. Die hebben nog nooit zo veel en zo lang gewandeld! Zo veel honden als nu heb ik nog nooit gezien.”
——————-