En daar stuitte ik weer op een van mijn favoriete Sovjet-schilderijen uit de jaren vijftig: Anatoli Nikitsj-Krilitsjevski - Studie met de medailles van M. Isakova (1951). We zien het interieur van de flat van drievoudig wereldkampioene schaatsen Marija Isakova. Over dit schilderij schreef ik al eens eerder, toen in een stukje over sport in de Sovjetkunst. (Dat stukje is nog niet opgenomen in de selectie uit mijn oude weblog, zodra dat is gebeurd, volgt hier natuurlijk een linkje.)
Dit keer kwam ik het schilderij tegen in een overzichtje van interieurs op schilderijen uit de jaren 1930-1990. Een kleine twintig daarvan staan hier op een rijtje:
Een paar van deze schilderen verdienen nog wat extra aandacht.
Dit gezin van een modelarbeidster (dat neem ik tenminste aan, gezien haar onderscheiding), betrekt een nieuwe woning – en niet zo maar eentje. Waarschijnlijk betreft dit nieuwbouw (zie het verse parket), in een tijd dat er nog niet veel huizen werden gebouwd. Dat gebeurde pas onder partijleider Nikita Chroesjtsjov. ‘Zijn’ simpele (maar zeer welkome) flatjes legden het duidelijk af tegen de veel solidere woningen van rond 1950. Over die stevigere woningen wil je nog weleens horen: “Ja, onder Stalin, toen werd er tenminste nog goed gebouwd.”
De poster die op de stoel ligt, is deze:
Op de site waar ik de verzameling geschilderde interieurs vond, stond bij onderstaand werk als jaartal 1957. Dat vond ik vreemd. Die kleding, het lichamelijke (het is die avond niet bij die kus gebleven), ik schatte het tien jaar later in. Ik had het bijna goed, overal elders staat bij dit schilderij 1965.
Er is tussen de twee schilderijen hierboven een aardige overeenkomst, die u vast was ontgaan. Beide bieden een doorkijkje naar de douche/badkamer/wc. Op het doek met de Stalinflat zien we niet meer dan het puntje van de geiser, maar toch. De boodschap is duidelijk: eindelijk eigen sanitair (indien de nieuwe bewoners uit een kommoenalka of studentenflat kwamen), of: eindelijk sanitair waar je niet voor naar buiten hoeft (indien de vorige woning in een dorp stond). In beide gevallen: vooruitgang die getoond moest worden.
Voor de boekenliefhebbers nog even de schrijvers van de boeken op onderstaand schilderij. Op de bovenste plank Jules Verne (links) en Mark Twain, op de onderste rij Maksim Gorki. Zo te zien is van de delen 19 en 20 de gele omslag verdwenen. Stukgelezen, misschien. Dat deel 29 dwars op de rest ligt, klopt meetkundig gezien. Achter het blauwe boek rechtsonder – meet u maar na - is maar plaats voor zes delen. Op dat blauwe boek staat trouwens Tentoonstelling van moderne Sovjet-schilderkunst. De Aziatisch ogende letters kan ik niet thuisbrengen. Op het grijze boek staat ook: Tentoonstelling van moderne Sovjet-schilderkunst.
En zo zagen de dames er uit toen ik mijn eerste bezoek aan de Sovjetunie bracht. M’n kop eraf als dat niet Mireille Matthieu is, op die platenhoes helemaal rechts. Die mocht zich in die jaren in de USSR verheugen in een voor mij - ik parafraseer Hans Boland - onbegrijpelijke populariteit:
Het weblog waar ik de schilderijen vandaan haalde, vindt u hier. Daar treft u nog veel meer interieurs aan.