Hoe John Steinbeck en Robert Capa in de USSR een oor werd aangenaaid - 3

(Eerste publicatie: 24-2-2013)

Steinbeck Capa A Russian Journal Soviet Union 1947

Schrijver John Steinbeck en fotograaf Robert Capa verbleven in 1947 twee maanden in de Sovjetunie. Hun gastheren deden er alles aan om de twee ervan te overtuigen dat zij zich in het epicentrum van het menselijk geluk bevonden. Dat lukte niet helemaal. Steinbeck schreef in zijn reisverslag A Russian Journal, dat in 1948 verscheen: “… we were conscious of being depressed. We couldn’t figure out exactly why, and then it came to us: there is very little laughter in the streets, and rarely any smiles. People walk, or rather scuttle along, with their heads down, and they don’t smile.” Dat was na een week in Moskou.

Dergelijke passages in het begin van het boek moeten in de Sovjetunie met afgrijzen zijn gelezen. Waren alle inspanningen van het VOKS (de organisatie voor culturele betrekkingen aan wie de Amerikaanse gasten waren toevertrouwd) dan voor niks geweest? 

Dat zeker niet. Uit de dagelijkse rapporten die door de begeleiders van Steinbeck en Capa werden opgesteld, blijkt dat de toneelstukjes die her en der werden opgevoerd, met ‘toevallige’ ontmoetingen en ‘spontane’ gesprekken, vrijwel volledig voor zoete koek werden geslikt. Vooral het bezoek aan twee Oekraïense kolchozen (waarover meer in het vierde en laatste deel) was in dat opzicht een topprestatie. Veel moeizamer verliep de strijd op het ideologische front.

Grote onzekerheid heerste er bij de gastheren over de politieke opvattingen van Steinbeck en Capa en hun sympathie – of juist antipathie  – jegens de USSR. Met alcohol als smeermiddel werden de twee Amerikanen (zij bleken gewillige innemers) voortdurend tot uitspraken verleid. Die stemden niet optimistisch. Op de vraag wat zij vonden van de Amerikaanse communistische partij, kwam het eensluidende antwoord (niet vermeld in A Russian Journal, wel in de geheime rapporten) dat zij die als een dommige sekte beschouwden. De onrust onder de gastheren werd gevoed door het (onjuiste) vermoeden dat Steinbeck en Capa Russisch spraken, maar dat verborgen hielden. “Ze antwoordden eerder dan er vertaald werd, ze reageerden duidelijk op wat er gezegd werd, vóór de vertaling”, zo werd tijdens hun verblijf in Kiev genoteerd.

Daar in Kiev werd verder opgemerkt: “… het valt niet met zekerheid te zeggen of Steinbeck anti-sovjet-overtuigingen heeft. Onze opdracht is: waakzaam zijn en hem feiten tonen die hem dwingen om conclusies te trekken in ons voordeel, en hem geen voedsel bieden voor provocaties.”

Het woordje voedsel klinkt onbedoeld dubbelzinnig. Steinbeck werd tijdens zijn bezoek aan de twee kolchozen, op het Oekraïense platteland waar de voedselvoorziening precair was, zo overdadig gevoed en gedrenkt, dat hij eindigde liggend op het gras, tot weinig kritische observaties meer in staat.

Hier deel 1, deel 2 en deel 4.

Hoe John Steinbeck en Robert Capa in de USSR een oor werd aangenaaid - 2

(Eerste publicatie: 18-2-2013)

Steinbeck Capa Moscow A Russian Journal

Schrijver John Steinbeck bezocht in 1947 met fotograaf Robert Capa de Sovjetunie. De schrijver en de fotograaf wilden nu weleens met eigen ogen zien hoe het gewone volk daar leefde en daar zo sec mogelijk verslag van doen. De gastheren van het duo namen daar een flink risico mee. Tijdens zo’n reis kan je de regie wel in handen hebben, maar wat doen die  schrijver en fotograaf met hun materiaal, wanneer ze weer terug zijn in de VS, buiten het bereik van allerlei oplettende en goed geïnstrueerde kameraden?

Journalist Vladimir Tolts vond de verslagen – hij noemt ze ‘geheime dagboeken’ - die dagelijks werden opgemaakt door de begeleiders van Steinbeck en Capa. Ze bieden een fascinerend inkijkje in de wijze waarop in de tijd van Koude Oorlog en ideologisch strijdgewoel met dergelijk ‘hoog bezoek’ werd omgesprongen.  

Steinbeck en Capa arriveerden in september vanuit Helsinki via Leningrad in Moskou, hun eerste pleisterplaats. Steinbeck schrijft in zijn reisverslag, A Russian Journal: “The Hotel Metropole was a rather grand hotel, with marble staircases and red carpets, and a great gilde elevator that ran sometimes. And there was a woman behind the desk who spoke English. We asked for our rooms, and she had never heard of us. We had no rooms.”

De twee zijn toevertrouwd aan het VOKS, een organisatie voor de culturele banden met het buitenland. Daar is men vreemd genoeg verrast door de aankomst van de twee Amerikanen, die uiteindelijk worden ondergebracht in het Savoy Hotel. Daar wordt het de twee duidelijk dat lang niet iedereen in Moskou heeft zitten slapen: “As time went on, Capa posted himself in the windows more and more, photographing little incidents that happened under our windows. Across the street, on the second floor, there was a man who ran a kind of camera repair shop. He worked long hours on equipment. And we discovered late in the game that while we were photographing him, he was photographing us.”  

Steinbeck Capa A Russian Journal

Het zijn de verslagen van VOKS-medewerkers en van de tolk Svetlana – door Capa en Steinbeck Sweet Lana genoemd - die Tolts heeft ingezien. Dagelijks werd gerapporteerd aan het Centraal Comité en het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de voortgang van de reis en de successen op ideologisch terrein. Want dat valt op: de obsessieve wijze waarop getracht wordt om vooral Steinbeck te overtuigen van de superioriteit van het Sovjet-model. Door wat hij te zien en vooral ook te horen krijgt, moet in zijn toekomstige reisverslag ”offensieve propaganda tegen de ideologie van Amerikaanse reactionaire kringen” doorklinken. Steinbeck, zo hopen zijn gastheren vurig, zal na thuiskomst de “oorloghitsers” en “anti-sovjetlasteraars” in zijn land ontmaskeren.

Waar Steinbeck ook komt, in het theater, bij een circusvoorstelling of een kolchoz, hij krijgt van de ‘toevallig aanwezigen’ steeds weer vragen over de ‘imperialistische politiek’ van de VS, en steeds weer wordt hem duidelijk gemaakt dat het Marxisme onfeilbaar is en dat de Sovjet-democratie een democratie is van een hogere orde. Steinbeck wordt er horendol van.  

Wordt vervolgd.

Hier deel 1deel 3 en deel 4

Hoe John Steinbeck en Robert Capa in de USSR een oor werd aangenaaid - 1

(Eerste publicatie: 14-2-2013)

Robert Capa Moscow Red Square Rode Plein Russische vrouwen fotografie

Deze foto werd in 1947 in Moskou genomen door de vermaarde Amerikaanse fotograaf Robert Capa. Een triestere foto is nauwelijks denkbaar. De vrouwen dansen met elkaar, de mannen waren achtergebleven op de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog.

Capa, vooral vermaard als oorlogsfotograaf, bezocht de Sovjetunie samen met John Steinbeck, de schrijver die toen al een grote naam had en in 1962 de Nobelprijs voor literatuur zou ontvangen. Twee maanden verbleven ze in de Sovjetunie, in 1948 verscheen hun reisverslag: A Russian Journal.

John Steinbeck

John Steinbeck

Toen ik een tijdje terug bovenstaande foto tegenkwam, dacht ik al: dat boek moet ik toch eens lezen. Dat dacht ik helemaal, toen ik korte tijd later op een serie artikelen stuitte van journalist Vladimir Tolts. Die had uit de Russische archieven het ‘Dossier Steinbeck’ opgeduikeld, waarin duidelijk beschreven staat hoe het Amerikaanse duo een stevig rad voor de ogen werd gedraaid. De scherpe kanten van de Sovjet-samenleving dienden buiten beeld te blijven, of anders flink te worden gecamoufleerd. Uit diezelfde archieven – en ook uit het reisverslag zelf – blijkt dat men daarin grotendeels slaagde.

A Russian Journal is – je zou het op grond van de foto boven aan dit stukje al snel denken – geen triest boek. Het is wel een eigenaardig boek. Steinbeck probeert uit alle macht begrip te tonen voor de minder leuke dingen die hij (ondanks alle inspanningen van de ‘tegenpartij’) gedurende de twee maanden van zijn verblijf in de USSR om zich heen ziet. Je voelt dat hij zich daarbij geweld aan doet en krijgt bijna medelijden met hem.

Daarbij had hij zich tot doel gesteld om alleen maar op te schrijven wat hij zag. “We would try to do honest reporting, to set down what we saw and heard without editorial comment …” To set down what we saw … Daar wilden de gastheren Steinbeck graag bij helpen. Uit de door Tolts bestudeerde archieven blijkt hoever men daarbij ging. Zo stond er in Oekraïne op nadrukkelijk verzoek van Steinbeck een bezoek aan een kolchoz op het programma. Hij wilde graag zien hoe het gecollectiviseerde platteland erbij lag, zo kort na de oorlog. Gesprekken met gewone boeren? Als dat zou kunnen! Het werd zelfs een bezoek aan twee kolchozen, want bij een bezoek aan één kolchoz zou de geachte schrijver misschien denken dat hem daar met de copieuze maaltijden en de politiek bijzonder goed geïnformeerde kolchozboeren en – boerinnen een oor werd aangenaaid.

Robert Capa

Robert Capa

Hier deel 2, deel 3 en deel 4.

Russische volksdeun op een 'Amerikaans' instrument

(Eerste pubicatie: 30-1-2013)



Kent u het lied Черный ворон (Tsjorny voron/Zwarte raaf)? Het is een van de bekendste Russische volksliedjes en – vergeeft u mij - ik vind het helemaal niks. Door de jaren heen heb ik het in tal van uitvoeringen voorbij horen komen, niet één bleef er hangen. Of juist wel, maar dan als zo’n irritant deuntje wat je niet uit je hoofd krijgt.

Toen kwam ik bovenstaande uitvoering tegen. Het duurde even voordat ik doorhad waar ik naar zat te luisteren … Tsjorny voron! En ik vond en vind het prachtig. Het wordt gespeeld door de Russische muzikant Andrej Sjepeljov. (Hij maakt deel uit van het collectief Grassmejster.)

Eigenaardig, dat zo’n oer-Russisch deuntje op zo’n Amerikaans instrument mij opeens wel bevalt. Het instrument is een dobro. Dat klinkt – ik bedoel de naam, niet het instrument - nogal Slavisch. En dat blijkt te kloppen. Dobro staat voor Dopyera Brothers, Slowaakse immigranten in de VS, die het instrument ontwikkelden. En dobro staat in Slavische talen ook voor goed. Helemaal Amerikaans is die dobro dus niet. 

(Ik maak mij er met dit luchtig stukje een beetje vanaf. Ik word nogal in beslag genomen door een aankomend verblijf elders, waar aardig wat voorbereidend leeswerk aan vastzit. Ik kom daardoor nog even niet toe aan een korte serie die in de pen zit: over het bezoek in 1947 van John Steinbeck en Robert Capa aan de Sovjetunie. Dat resulteerde in het nogal eigenaardige boek A Russian Journal. Hoe de twee Amerikanen een fraai rad voor de ogen gedraai werd, dat leest u hier over een week of twee.)   

De nieuwe metrokaart van Moskou heeft voetstapjes

(Eerste publicatie: 27-2-2013)

kaart plattegrond Moskouse metro Moskou design ontwerp Studio Lebedev

Hebt u ooit een metrokaart gezien met voetstapjes? Ik denk het niet.

Ik trof de voetstapjes – zie boven - aan op een ontwerp voor de nieuwe metrokaart van Moskou. Het ontwerp is gemaakt door de studio van de Moskouse designer Artemi Lebedev. Voor de nieuwe metrokaart wordt een wedstrijd gehouden en Lebedev is een van de drie finalisten. Hier kan men zijn stem uitbrengen. (Of dat ook kan van buiten Rusland, weet ik niet, ik heb het niet geprobeerd.) Daar is ook te zien dat de wedstrijd, die loopt tot eind deze maand, een gelopen race is. De studio van Lebedev gaat niet meer ingehaald worden.

De drie finalisten werden geselecteerd uit 35 inzendingen. Daar zat ook een Nederlandse tussen, die ik helaas nergens heb kunnen terugvinden. Naast Lebedev behoren ook designer Ilja Birman en design-centrum RIA Novosti tot de finalisten. RIA Novosti was bij voorbaat al kansloos, lijkt me, want in hun ontwerp is de cirkel van de cirkellijn geen cirkel meer – zoiets doe je niet. (Kijkt u even naar de tussenstand en u zult moeten concluderen dat ik erg veel verstand heb van design.)

Cirkellijn Moskouse metro

Het ontwerp van Lebedev – hij licht hier zijn ontwerp toe - zit vol details. Aansluitingen met ander openbaar vervoer staan aangegeven, de rivieren staan vermeld, bezienswaardigheden, en de namen van de stations staan – net als bij de andere finalisten - ook ‘in het Engels’ vermeld (bedoeld wordt: in Latijns schrift, waarbij gekozen is voor een Engelse transcriptie). Dit laatste een beetje tegen de zin van Lebedev, geloof ik. De Engelse namen staan in kleine letters en in een onopvallende kleur, ‘… zodat ze niet in de weg zitten – in de Moskouse metro heb je op duizenden Russischtaligen één buitenlander’.  

buitenlanders reizigers Moskouse metro

Ik vraag me wel af of zo’n volle kaart in de praktijk nog leesbaar is. Op de grote variant in de hal boven de grond zal dat geen probleem zijn, maar op de kleinere in de wagons zelf, als je hutje-mutje op een afstandje staat? U moet maar even gaan kijken hoe dat zit, de ontwerpen zijn te bezichtigen op station Kitaj-gorod en in de wandelgangen tussen Tsvetnoj Boelvard – Troebnaja en Krasnopresenskaja - Barrikadnaja. 

Nog één dingetje over die transcriptie. Die heeft gevolgen voor de twee lijstjes van de stations (de Russische en de ‘Engelse’) die op de kaart apart staan vermeld. De Z zit in het Russische alfabet ergens vooraan… Station Zjablikovo vindt u in het Russische lijstje dan ook heel ergens anders dan in het Engelse. En bent u gewend aan de Nederlandse transcriptie, en dus aan onze schrijfwijze van bijvoorbeeld Tsjechov, dan zult u even moeten overschakelen naar de Engelse variant – Chekhov – anders wordt het lang zoeken naar station Чеховская.

Kropotkinskaja - qua buitenbouw een van mijn favoriete stations 

Kropotkinskaja - qua buitenbouw een van mijn favoriete stations 

Update: Het ontwerp van Studio Lebedev is inderdaad de winnaar geworden.

St.Petersburg. City-Pick. Een gids voor debutant en oude rot.

(Eerste publicatie: 22-1-2013)

Leningrad, begin jaren zestig

Leningrad, begin jaren zestig

Vroeger – niet eens zo heel veel vroeger – kon je in Leningrad je kont niet keren of er was iemand die je spijkerbroek wilde kopen. En tegenwoordig?

“Today’s Russian woman is tall and gorgeous and dressed like a Selfridges Christmans tree. There is no part of her clothing that is plain: everything is stonewashed, or appliquéd, or has diamanté dangly bits, or is made out of actual leopard. Heels are killer. Make-up can be viewed at a hundred paces. Our trousers – and us – are just too dull.”

Ach. Wel zo rustig.

Het citaat komt uit The Observer en is van Miranda Sayer. Ze bezocht Sint-Petersburg in 2011 samen met haar moeder, die de stad – toen nog Leningrad – eerder bezocht in 1981. Ik trof het aan in St.Petersburg. City-Pick, een verzameling journalistieke en literaire observaties over de stad die sinds de stichting in 1703 tot de verbeelding spreekt van velen.

Sint-Petersburg Leningrad reisgids citaten City-Pick

City-Pick heeft voor ieder wat wils. Wie zich opmaakt voor een eerste bezoek aan Sint-Petersburg komt erdoor in de stemming. Wie er al (veel) vaker was, komt in het boek nog genoeg aardige verhalen en details tegen. Zo wist ik niet dat ijsblokken vroeger (heel veel vroeger) het einde van de winter inluidden:

“A singular sight in St.Petersburg is a train of little carts each loaded with one enormous, thick, square block of ice … I asked Madame Stroganov one day what they were for. ‘Mais je les appelle les violettes de Petersburg,’ was her reply because it is a sort of hope of spring when people begin to fill their icehouses.” (Uit: The Russian Journal of Lady Londonderry, 1836-7).

Nog zo’n detail: in 1958 wandelt Wolfgang Koeppen langs locaties uit het leven en werk van Dostojevski. Hij komt op de binnenplaats van het huis waar Raskolnikov, helemaal bovenin, zijn benauwde onderkomen had en ziet daar … stapels brandhout liggen. Tegenwoordig staan die binnenplaatsen vol met auto’s.

De afgelopen twintig jaar komen ruim aan bod – onder meer met twee fragmenten uit Geert Maks In Europa. Leuk om dat nog eens na te lezen, als je die tijd zelf hebt meegemaakt. Toch gaan mijn favoriete fragmenten verder terug. Ze zijn van Truman Capote, die in 1957 met een Amerikaans operagezelschap naar Leningrad reisde. Hij schreef er een boekje over: The Muses Are Heard – ik heb het inmiddels besteld. Met een vriendelijk-ironische toets beschrijft Capote de confrontatie tussen Rus en buitenlander, zoals ik die zelf – in een mildere vorm – meemaakte in de jaren tachtig. Hier betreedt het Amerikaanse gezelschap, onder wie een zekere Miss Ryan, het Kirov theater:

“A tall, striking blonde, Miss Ryan was wearing a low strapless dress that hugged her curves cleverly; and as she swayed down the isle, masculine eyes swerved in her direction … For that matter, the entrance of the entire company was creating a mass stir in the crowded audience. People were standing up to get a better view of the Americans in their black ties, silks and sprakles.

Truman Capote Leningrad Saint-Petersburg The muses are heard

‘I’d be freezing if I weren’t so embarressed,’ said Miss Ryan, as an usher seated her. ‘Just look, they tink I’m indecent’. ”

Wanneer ik Capote’s reisverslag gelezen heb, kom ik er hier zeker op terug.

Nog even over het onderkomen van Raskolnikov. Als ik het goed heb is de binnenplaats daar tegenwoordig afgesloten. Toen ik er was, een jaar of tien terug, kon je gewoon doorlopen, naar boven. Ik trof daar op de muur een getekende bijl aan, met eronder: Старух еще много осталось - хватит на всех (Er zijn nog veel oudjes over – genoeg voor iedereen).

(St.Petersburg. City Pick. Uitgeverij Oxygen Books.)  

En dan nu een leuk dierenfilmpje. (U raadt het nooit.)

(Eerste publicatie: 18-1-2013)

Tijd voor een leuk dierenfilmpje - met raadseltje. Op 2.05 klikt u even op ‘stop’. En dan mag u drie keer raden wat er uit dat schuurtje komt zetten …

Nee, dat raadt u nooit. En niet vals spelen! Niet eerst onder het filmpje kijken. 

Het filmpje is gemaakt in de provincie Tver, in een soort zeehondencrèche, maar dan voor kleine beren. Meer daarover vindt u op deze site.  

(Ik werd er inmiddels op gewezen dat de achtergrond van dit filmpje helemaal niet zo "leuk" is. De moederberen zijn in dit soort gevallen veelal he slachtoffer van illegaal jagen.)

Benedikt Sarnov beschrijft in 'Stalin en de schrijvers' het spel van wurgslang en konijn

(Eerste publicatie: 13-1-2013)

Benedikt Sarnov Stalin schrijvers

Het was geen spel van kat en muis – veeleer het spel van een wurgslang en een groepje konijnen. Dat beeld komt bovendrijven bij het lezen van het beklemmende Сталин и писатели (Stalin i pisateli/Stalin en de schrijvers) van Benedikt Sarnov. 

In vier kloeke delen beschrijft Sarnov het lot van de belangrijkste Russische schrijvers onder Stalin – van Gorki tot Boelgakov, van Pasternak tot Fadejev, van Babel tot Achmatova. De macht die hij over hen had was onbeperkt, angstaanjagend en verlammend. Hij maakte hen tot trouwe dienaar (Fadejev, Simonov), maakte ze monddood (Zosjtsjenko, Achmatova) of joeg ze echt de dood in (Babel, Mandelstam). 

Sarnov beschikt over een weidse blik en een vlotte pen. Ogenschijnlijk springt hij van de hak op de tak (een citaat van Zosjtsenko hier, een uitwijding over Hamlet daar), maar alles voert steevast naar het onderwerp dat voorligt: de afscheidsbrief van Fadejev, de vriendschap van Babel met leden van de geheime dienst of de toneelstukken van Erdman.

Je hoeft het werk van een schrijver niet te kennen om toch gepakt te worden door Sarnovs verhalen. Zo heb ik nooit wat gelezen van Aleksandr Fadejev, maar in het vierde en laatste deel van Stalin en de schrijvers zijn juist de bladzijden over hem het boeiendst. (Over een eerder deel van Sarnovs boek schreef ik hier.)

Aleksandr Fadejev

Aleksandr Fadejev

Fadejev pleegde op 13 mei 1956 (ruim drie jaar na de dood van Stalin) zelfmoord. Hij liet een brief achter, met als eerste zin: “Ik zie geen mogelijkheid om verder te leven, omdat de kunst waaraan ik mijn hele leven heb gegeven, te gronde is gericht door de van zichzelf overtuigde, ongeletterde partijleiding en nu niet meer hersteld kan worden.”

Fadejev (zijn bekendste boek is Molodaja Gvardija/De Jonge Garde) zag de literatuur als het hoogste goed. Dat bleek moeilijk te combineren met zijn hang naar macht en zijn liefde en angst voor Stalin. Privé kon Fadejev met vuur Boris Pasternak citeren, maar als voorzitter van de Schrijversbond overgoot hij de dichter met modder. Hij hield van het schrijversduo Ilf en Petrov, maar noemde hun werk in een officieel stuk van de Schrijversbond “lasterlijk”.

Fadejev besefte tegen het einde van zijn leven dat hij zelf een flinke steen had bijgedragen aan de vernietiging van de literatuur. Dat niet alleen - hij had de funeste uitwerking van de knellende band tussen literatuur en Kremlin zelf aan den lijve ondervonden. In opdracht van Stalin was hij begonnen aan de roman Tsjornaja metalloergija (IJzerindustrie). Centraal daarin moest de Grote Leider zelf staan, strijdend tegen ‘verraders’ die de ijzerindustrie wilden saboteren. Het schrijven verliep stroef en liep uit op jarenlang geworstel. Toen na de dood van Stalin bleek dat er helemaal geen ‘verraders’ in de ijzerindustrie (of welke andere industrie dan ook) waren, bleek Fadejevs geworstel ook nog eens voor niets te zijn geweest.

Konstantin Simonov 

Konstantin Simonov

 

Fadejev ga ik niet lezen. Anders ligt dat bij Konstantin Simonov. Ook hij – winnaar van zes Stalinprijzen – produceerde gedrochten (Sarnov doet daar vrij laconiek over), maar daar staat zijn vaak ontroerende liefdeslyriek tegenover. Het contrast tussen beide soorten werk kan bijna niet groter zijn en het is verbazingwekkend dat Simonov na de dood van Stalin – toen de hallucinante poppenkast ineenstortte – niet ook, net als collega Fadejev, kapotging aan twijfels en schuldgevoel. Simonov komt in deel 4 van Stalin en de schrijvers ook uitgebreid aan bod. Al komt hij bepaald niet sympathiek over – zijn gedichtenbundel S toboi i bez tebja (Met en zonder jou) schaf ik zeker aan.

Het bekendste gedicht van Simonov is Zjdi menja (Wacht op mij), uit 1941. Onder de tekening op deze envelop staat de eerste regel uit het gedicht. (Ik waag mij niet aan een vertaling.)


Жди меня

Жди меня, и я вернусь.
Только очень жди,
Жди, когда наводят грусть
Желтые дожди,
Жди, когда снега метут,
Жди, когда жара,
Жди, когда других не ждут,
Позабыв вчера.
Жди, когда из дальних мест
Писем не придет,
Жди, когда уж надоест
Всем, кто вместе ждет.
Жди меня, и я вернусь,
Не желай добра
Всем, кто знает наизусть,
Что забыть пора.
Пусть поверят сын и мать
В то, что нет меня,
Пусть друзья устанут ждать,
Сядут у огня,
Выпьют горькое вино
На помин души...
Жди. И с ними заодно
Выпить не спеши.
Жди меня, и я вернусь,
Всем смертям назло.
Кто не ждал меня, тот пусть
Скажет: - Повезло.
Не понять, не ждавшим им,
Как среди огня
Ожиданием своим
Ты спасла меня.
Как я выжил, будем знать
Только мы с тобой,-
Просто ты умела ждать,
Как никто другой.

Slaap kindje slaap – als Russisch tekenfilmpje

(Eerste publicatie: 6-1-2013)

Slaap kindje slaap Russische tekenfilm Liza Skvortsova slaapliedjes

Ruim twee jaar geleden schreef ik een stukje over Liza Skvortsova, maakster van tekenfilms. Liza werkt onder meer aan een omvangrijk project, waarbij onder haar leiding slaapliedjes uit heel de wereld in alleraardigste animatiefilmpjes worden gegoten. Een Amerikaans slaapliedje, een Turks, Tataars, uit Cambodja, Japan … En ja, ook uit Nederland.

Van veel liedjes was toen al een filmpje beschikbaar, van het Nederlandse slaapliedje vond ik alleen bovenstaande afbeelding. Een titel ontbrak, welk liedje zou dat dan zijn, vroeg ik mij af. Een lezeres suggereerde, heel logisch: Slaap kindje slaap … Ik antwoordde daarop, ook niet onlogisch: “Ja, dat dacht ik eerst ook. Maar dit schaap kijkt nogal ontstemd naar de figuur links op de grond. Dat duidt op ontwikkelingen die ik mij uit de tekst van Slaap kindje slaap niet kan herinneren”…

Inmiddels is het filmpje beschikbaar en wat blijkt. Mijn lezeres en ik, we hadden beiden gelijk. Het betreft hier inderdaad Slaap kindje slaap en inderdaad neemt het verhaaltje in de Russische getekende versie een onverwachte wending! Dat schaap blijkt het liedje (in gefloten uitvoering) niet erg te waarderen, pakt er een heuse windmolen bij en … Maar kijkt u vooral zelf. (Het liedje begint op 1.09.)

De fluiter die we horen is – u had ‘m misschien herkend - niemand minder dan onze drievoudig wereldkampioen kunstfluiten Geert Chatrou. 




En hier hebben we, ik doe maar een greep, Kroatië. Douze points, wat mij betreft.




Zoek bij YouUube op Колыбельные мира en u vindt er nog veel meer.