Sint-Petersdurg

Hoe het eiland Valaam plots een dumpplaats werd voor Russische oorlogsinvaliden - 1

(Eerste publicatie: 16-10-2013)

invaliden Valaam Tweede Wereldoorlog Rusland
eiland Valaam kerk Rusland invaliden

Ze circuleren al jaren op internet, de tekeningen van Gennadi Dobrov. Hij maakte ze in de jaren zeventig op het eiland Valaam in het Ladogameer, in een tehuis voor oorlogsinvaliden. En telkens wanneer de aangrijpende tekeningen onder de aandacht worden gebracht, laait de discussie weer op. Wat was dat precies voor tehuis? Hoe waren de omstandigheden? En waarom waren die invaliden daar beland?

De eerste twee vragen zijn vrij eenvoudig te beantwoorden, de derde is lastiger.

invaliden gedumpt dumpplaats Valaam Rusland Leningrad

In 2001 was ik enkele dagen op Valaam, zonder speciaal doel. Ik had weleens iets gelezen over het eiland als dumpplaats voor invaliden, maar het fijne wist ik er niet van. Mannen zonder armen en benen, die bij mooi weer in een mandje aan een boomtak werden gehangen, dat beeld was me bijgebleven. Had ik me iets beter voorbereid, dan was ik ongetwijfeld op zoek gegaan naar het kerkhof, waar veel van de invaliden begraven liggen. Erg vrolijk zou ik daar niet zijn geworden. Inmiddels is er een monument opgericht, maar toen stonden er wat houten kruizen met namen erop, te midden van verder naamloze, verwaarloosde graven.

Gennadi Dobrov (1937-2011)

Gennadi Dobrov (1937-2011)

Op het geïsoleerd gelegen Valaam (in het Ladoga meer, op 22 km van het vasteland) was een klooster gevestigd, dat in 1944 door de communisten werd ingepikt. In de bouwvallige onderkomens werden in juni 1950 plots zo’n 750 oorlogsinvaliden ondergebracht, aangevoerd uit andere tehuizen in de provincie Karelië, die werden gesloten.

De omstandigheden waarin de invaliden terechtkwamen, waren verschrikkelijk, zo blijkt uit  documenten uit die tijd. Een controlecommissie, die Valaam eind juli 1950 bezocht, constateerde dat de gebouwen niet in orde waren gebracht voor de winter, dat er geen wasgelegenheid was, geen normale medische zorg, geen kantine en een tekort aan bedden en lakens. Niet echt een fraai onderkomen voor de veelal jonge mannen, die hun ledematen hadden verloren in de strijd voor het vaderland. 

Gaandeweg werden de omstandigheden beter, maar van de verhalen uit de jaren zeventig, de periode waaruit de hier getoonde tekeningen dateren, wordt je nog altijd niet vrolijk. Bezoek van buitenstaanders werd niet aangemoedigd, maar enkele artiesten – onder wie Dobrov -  slaagden er toch in om inwoners van het tehuis vast te leggen. In de documentaire hieronder vertellen zij wat ze aantroffen: vergeten invaliden, beter verzorgd dan in de begintijd, maar nog altijd levend in kommervolle omstandigheden. Een van de artiesten, Joeri Krjakvin, vertelt (vanaf 11.50) hoe de ratten er rondliepen, azend op het brood van blinde bewoners.


In de documentaire wordt met stelligheid beweerd dat oorlogsinvaliden in 1953 overal van de straten werden geplukt en naar Valaam en andere tehuizen werden afgevoerd. Maar is dat ook zo?

kerk klooster eiland Valaam Rusland kerk invaliden

Hier deel 2 en deel 3.

Voor docent en leerling Russisch: aanstekelijk en zeer aanschouwelijk lesmateriaal.

(Eerste publicatie: 7-7-2013)

Leningrad Sjnoerov Shnurov

Docenten en cursisten Russisch! Wat is het alweer lang geleden dat wij elkaar troffen. Meer dan een half jaar, toen met boeiend lesmateriaal over de fraaie compactheid van het Russisch. Dat was naar aanleiding van irritante filevorming op de Moskouse binnenplaatsen, weet u nog? [Helaas, dit linkje doet het niet meer]

Nu gaan we een liedje zingen. Ik had vroeger een leraar Frans, de heer Steehouwer, die gebruikte chansons om ons nieuwe woordjes bij te brengen en liefde voor de Franse cultuur. Paris s’éveille van Jacques Dutronc – ik zie het klaslokaal weer voor me. Maar zet u les chansons Françaises nu even uit uw hoofd. Daar gaan we:

Dit kleurrijke ensemble heet Leningrad, de zanger is Sergej Sjnoerov  - niet van onbesproken gedrag. De zangeres heet Alisa Boermistrova. Die zit pas sinds kort bij de band, of zij van onbesproken gedrag is, weet ik niet.

Deze les is bedoeld voor beginners. Het lied heet Ryba (Vis) – en heel veel ingewikkelder wordt het niet. Simpel dus, maar uiterst effectief. Wie na één keer luisteren het woord ryba nog niet in zijn hoofd heeft zitten, kan de klas maar beter verlaten. Aardig is natuurlijk ook, dat dit lied een zekere nieuwsgierigheid opwekt. Wie wil er na dit filmpje nu niet naar Rusland! Dat was bij Jacques Dutronc duidelijk minder. (Waarbij ter verdediging van meneer Steehouwer dient te worden opgemerkt dat hij natuurlijk ook niet van die leuke clipjes kon laten zien).

РЫБА

Ловил я много разных рыбок,
Я знаю клёвые места.
Где море девичьих улыбок,
Поймать чего-то как с куста.

Но только ты, рыба моей мечты!
Только ты рыба моей мечты!

Когда клюёт, тогда полсотни
Могу я за ночь натаскать.
От Ленинградки и до Капотни
Гуляют стаи всяких Тань и Кать.

Но только ты, рыба моей мечты!
Только ты рыба моей мечты!

Ловил я много, ловил я часто,
Пираний тоже я ловил.
А как-то раз с огромной пастью
Попался прямо крокодил.

Но только ты, рыба моей мечты!
Только ты рыба моей мечты!

Sint-Petersburg voor gevorderden: literaire herinneringen van Jevgeni Belodoebrovski.

(Eerste publicatie: 17-5-2013)

Kunt u zich de eerste buitenlander nog herinneren die u ooit zag? Ik vermoed van niet. Voor veel Russen die in de oorlog geboren zijn, of niet al te lang daarna, ligt dat anders. Hun ‘eerste buitenlander’ was een gebeurtenis.

Literair historicus Jevgeni Belodoebrovski (1941) zag zijn eerste buitenlanders – het waren er meteen een heleboel – in 1956 in Leningrad: een orkest van Engelse zeelieden dat naast de Bronzen Ruiter het Engelse volkslied speelde. Het was een teken des tijds. Stalin was dood, de betrekkingen met het Westen ontdooiden.

Sergej Belodoebrovki

Belodoebrovski beschijft de gebeurtenis in zijn Сага о пальто (Sage over een jas), een bescheiden boekje met literair getinte herinneringen aan het Leningrad van vooral de jaren zestig. Belodoebrovski groeide op in een kommoenalka in een groot huis aan de Mojka, vlak bij de Nevski Prospek, dat ooit aan de familie Nobel toebehoorde. Het is een stukje stad waar elke steen literatuur ademt. Bijna terloops meldt Belodoebrovski hoe hij tijdens een voorleesavond op school op de eerste rij Michail Zosjtsjenko ziet zitten. 

Belodoebrovski hangt zijn Sage over een jas op aan de dertien jassen die hij door de jaren heen droeg. Dat doet wat geforceerd aan en riekt naar Toon-Hermans-nostalgie, net als het wat archäische taalgebruik. (Dit laatste schrijf met ik met enig voorbehoud, Russisch is niet mijn moedertaal, echte dragers van het Russisch vinden het misschien juist prachtig.) Het wordt pas leuk wanneer Belodoebrovski vertelt waar hij zoal kwam in die jassen. Hoe hij bijvoorbeeld in maart 1967 in de rij stond voor een gedichtenbundel van Achmatova, die – een subtiel detail – “gewoon vanachter de toonbank werd verkocht”. De rij strekte zich uit van Dom Knigi tot aan de Tsjebokskarski Pereoelok. Wat ik niet wist – of was vergeten: in datzelfde Dom Knigi zat achterin een antiquariaat.

Saga o palto is niet bestemd voor de beginner, het is een boeiend boekje voor wie Sint-Petersburg al goed kent, voor wie de plekken voor zich ziet waar Belodoebrovski komt, met hem meeloopt over de brod (het ‘flaneergedeelte’ van de Nevski Prospekt) en achter hem aan café Saigon binnenstapt.

Aan het legendarische Saigon (op de hoek van de Nevski en de Vladimirski Prospekt, gesloten in 1989) wijdt Belodoebrovski vijftig pagina’s, ongeveer een derde van zijn boek. Saigon – niet de officiële naam – wordt wel gezien als een verzamelplek van dissidenten, maar dat is volgens Belodoebrovski onzin. De vaste bezoekers waren hooguit onaangepast en ‘intern geëmigreerd’. Ze leefden zo veel mogelijk in een eigen wereldje, waar een zeldzame utgave van Nabokov of een uitnodiging voor een stiekem thuisconcert oneindig veel belangrijker was dan het zoveelste partijcongres.

Café Saigon

Café Saigon

Belodoebrovski herinnert zich ook nog “de tweede keer” dat hij buitenlanders zag. Het waren zwarte leden van het Amerikaanse operagezelschap dat in Leningrad Porgy and Bess kwam opvoeren. (Laat ik over hen nou net recent een stukje hebben geschreven.) Maar was dat werkelijk de tweede keer? Hij plaatst die ontmoeting, aarzelend, in 1959, maar dat moet 1955 zijn, dus vóór de Engelse zeelieden die Belodoebrovski’s geheugen op de eerste plaats heeft gezet. (Het jaartal - 1956 - van het zeeliedenbezoek, klopt. Dat bezoek maakte veel indruk in de stad en wordt vaker in memoires genoemd.) 

Zanger Moses LaMarr Porgy Bess Leningrad

"Along the embankments of the Neva, men on ski’s silently passed." Truman Capote in de USSR.

(Eerste publicatie: 18-4-2013)

Truman Capote Porgy Bess Leningrad Soviet Union The muses are heard

Eind december 1955 maakt een bont Amerikaans gezelschap zich in West-Berlijn op voor een treinreis naar Leningrad: “Fifty eight actors, seven backstage personnel, two conductors, assorted wives and office workers, six children and their schoolteacher, three journalists, two dogs and one psychiatrist”. Samen vormen zij de eerste Amerikaanse theatergroep die een bezoek brengt aan de USSR. In Leningrad staan enkele voorstellingen van de opera Porgy and Bess op het programma. In het gezelschap bevindt zich de schrijver Truman Capote, dan wel al bekend, maar nog niet op het toppunt van zijn roem. Capote produceert een reisverslag voor The New Yorker, later uitgebracht als een 182 pagina’s tellend boek, getiteld: The muses are heard. 

Ik ontdekte The muses are heard pas zeer recent (zie een eerder stukje hier), wat eigenaardig is, want het is één van de leukste Russische reisverslagen die er zijn. Met een scherpe blik kijkt Capote niet alleen in Leningrad om zich heen, hij observeert ook de Amerikanen en beschrijft met bijna satanisch genoegen de botsing van twee culturen die volkomen vreemd voor elkaar zijn.

Porgy Bess Leningrad 1955 1956

Na een lange treinreis arriveert de troep in Leningrad. Volgens een van de meegereisde journalisten worden de artiesten op het station met applaus begroet en kan de politie de menigte met moeite in bedwang houden. Capote acht in zíjn verslag enige nuancering op zijn plaats. Het betrof hier een ontvangstcomité van zo’n honderd vooraanstaande theatermensen, “who had been organized to meet the train. Remarkebly, none of them had known in advance that Porgy and Bess had a Negro cast, and before the committee could rearrange their bewildered faces into expresions of positive welcome, the company was halfway out of the station.”

Er zijn dan nog vijf dagen voor de première en Capote heeft alle tijd om winters Leningrad te verkennen. Het levert fraaie schetsen op – met mijn excuses voor de lange citaten. “Now and then … horse-drawn sleds slithered across the snowy pavement. Along the embankments of the Neva, men on ski’s silently passed, and mothers aired their babies, dragging them in small sleds. Everywhere, like darting blackbirds, black-furred school children ice-skated on the sidewalks. Two of these children stopped to inspect us.” Wanneer Capote, gevolgd door de kinderen, verdwaalt, wordt hij door een houthakker, een vioolspeler én beide kinderen teruggeleid naar hotel Astoria.

Voor de furore die secretaresse Miss Ryan (“a tall striking blond, wearing a low strapless dress that hugged her curves cleverly”) veroorzaakt bij een balletvoorstelling, verwijs ik u graag naar mijn eerder genoemd stukje. Hier voeg ik nog de reactie toe van één van de Amerikanen tijdens de pauze: “See, now you know how Marilyn Monroe feels. Would she be a wow here! She ought to get a visa. I’m going to tell her.”

Een schemerig dranklokaal met dronkaards, de schaars gevulde winkels, en de zwarte markt, ook toen al: “ ‘Sell. Anyone will buy. If it can be done discreetly. I am here in the hotel, Room 520. Tell your friends to bring me Shoes, stockings, things for close to the skin. Anything’, she said, digging her nails into my sleeve.”

Voor de voorstelling van Porgy and Bess zijn uiteindelijk nog maar een paar pagina’s over. (De treinreis van Berlijn naar Leningrad beslaat 83 bladzijden). Het publiek lijkt in verwarring door het nogal wilde spektakel, de lokale pers is welwillend, Amerikaanse kranten maken melding van een overweldigend succes. Capote loopt na afloop op straat achter twee mannen en een jonge vrouw. “Their voices reverberated down the shadowed, snow-silent streets. They were all talking at once, an exhilirated babble now and again mixed with humming: the strawberry street cry, a phrase of ‘Summertime’.”

Een kostelijk boek. (Wie zegt er tegenwoordig nog kostelijk?)

En o ja, de psychiater uit de eerste alinea ging op het laatste moment niet mee.

St.Petersburg. City-Pick. Een gids voor debutant en oude rot.

(Eerste publicatie: 22-1-2013)

Leningrad, begin jaren zestig

Leningrad, begin jaren zestig

Vroeger – niet eens zo heel veel vroeger – kon je in Leningrad je kont niet keren of er was iemand die je spijkerbroek wilde kopen. En tegenwoordig?

“Today’s Russian woman is tall and gorgeous and dressed like a Selfridges Christmans tree. There is no part of her clothing that is plain: everything is stonewashed, or appliquéd, or has diamanté dangly bits, or is made out of actual leopard. Heels are killer. Make-up can be viewed at a hundred paces. Our trousers – and us – are just too dull.”

Ach. Wel zo rustig.

Het citaat komt uit The Observer en is van Miranda Sayer. Ze bezocht Sint-Petersburg in 2011 samen met haar moeder, die de stad – toen nog Leningrad – eerder bezocht in 1981. Ik trof het aan in St.Petersburg. City-Pick, een verzameling journalistieke en literaire observaties over de stad die sinds de stichting in 1703 tot de verbeelding spreekt van velen.

Sint-Petersburg Leningrad reisgids citaten City-Pick

City-Pick heeft voor ieder wat wils. Wie zich opmaakt voor een eerste bezoek aan Sint-Petersburg komt erdoor in de stemming. Wie er al (veel) vaker was, komt in het boek nog genoeg aardige verhalen en details tegen. Zo wist ik niet dat ijsblokken vroeger (heel veel vroeger) het einde van de winter inluidden:

“A singular sight in St.Petersburg is a train of little carts each loaded with one enormous, thick, square block of ice … I asked Madame Stroganov one day what they were for. ‘Mais je les appelle les violettes de Petersburg,’ was her reply because it is a sort of hope of spring when people begin to fill their icehouses.” (Uit: The Russian Journal of Lady Londonderry, 1836-7).

Nog zo’n detail: in 1958 wandelt Wolfgang Koeppen langs locaties uit het leven en werk van Dostojevski. Hij komt op de binnenplaats van het huis waar Raskolnikov, helemaal bovenin, zijn benauwde onderkomen had en ziet daar … stapels brandhout liggen. Tegenwoordig staan die binnenplaatsen vol met auto’s.

De afgelopen twintig jaar komen ruim aan bod – onder meer met twee fragmenten uit Geert Maks In Europa. Leuk om dat nog eens na te lezen, als je die tijd zelf hebt meegemaakt. Toch gaan mijn favoriete fragmenten verder terug. Ze zijn van Truman Capote, die in 1957 met een Amerikaans operagezelschap naar Leningrad reisde. Hij schreef er een boekje over: The Muses Are Heard – ik heb het inmiddels besteld. Met een vriendelijk-ironische toets beschrijft Capote de confrontatie tussen Rus en buitenlander, zoals ik die zelf – in een mildere vorm – meemaakte in de jaren tachtig. Hier betreedt het Amerikaanse gezelschap, onder wie een zekere Miss Ryan, het Kirov theater:

“A tall, striking blonde, Miss Ryan was wearing a low strapless dress that hugged her curves cleverly; and as she swayed down the isle, masculine eyes swerved in her direction … For that matter, the entrance of the entire company was creating a mass stir in the crowded audience. People were standing up to get a better view of the Americans in their black ties, silks and sprakles.

Truman Capote Leningrad Saint-Petersburg The muses are heard

‘I’d be freezing if I weren’t so embarressed,’ said Miss Ryan, as an usher seated her. ‘Just look, they tink I’m indecent’. ”

Wanneer ik Capote’s reisverslag gelezen heb, kom ik er hier zeker op terug.

Nog even over het onderkomen van Raskolnikov. Als ik het goed heb is de binnenplaats daar tegenwoordig afgesloten. Toen ik er was, een jaar of tien terug, kon je gewoon doorlopen, naar boven. Ik trof daar op de muur een getekende bijl aan, met eronder: Старух еще много осталось - хватит на всех (Er zijn nog veel oudjes over – genoeg voor iedereen).

(St.Petersburg. City Pick. Uitgeverij Oxygen Books.)  

Het Leningradse voetbaloproer van 14 mei 1957. "Maak een tweede Hongarije!" - Deel 2

(Eerste publicatie: 28-20-2012)

1957 Kirov Stadion Leningrad FC Zenit rellen Torpedo Moskou

De rapen waren gaar, die 14de mei 1957 in het Kirov-stadion te Leningrad. Zenit had met 5-1 verloren van Torpedo Moskou, een supporter die het veld was opgerend, werd door agenten ruw afgevoerd – het was meer dan een grote groep aangeschoten toeschouwers kon verdragen. Ze stormden het veld op, koelden hun woede op de agenten en wilden verhaal halen bij de spelers.

Die hadden zich verschanst in de kleedkamers aan de zuidkant van het stadion. Door de ramen konden zij zien wat er gaande was en dat moet angstaanjagend zijn geweest. Er was te weinig politie, de menigte kwam akelig dichtbij en pas nadat in de lucht was geschoten, konden de supporters enigszins in bedwang worden gehouden. Met opgetrommelde kadetten van een militaire opleiding en hulp van de brandweer kon de rust worden hersteld. Er werden 107 zwaar- en lichtgewonden genoteerd, de schade aan het stadion bedroeg 13.236 roebels. Zestien man werden gearresteerd, zij stonden een maand later voor de rechter.

Volgens de rechtbank vormden hun daden “een groot gevaar voor onze Sovjet-staat en voor de maatschappelijke orde”. Dat riekte dus naar opstand en contrarevolutie, maar de aanklacht luidde slechts straatschennerij (хулиганство). Wat niet betekende dat de zestien met de schrik vrijkwamen. Ene Joeri Garanin kreeg acht jaar kamp aan de broek, hij was een van de gangmakers geweest en had onder meer geroepen: “Maak een tweede Hongarije!”, een verwijzing naar de Hongaarse opstand van een jaar eerder. Anderen – in het betreffende kranteberichtje ook bij naam genoemd - kregen drie tot zeven jaar kamp. Verder meldt de krant: “De overige verdachten kregen vrijheidsstraffen van verschillende lengtes”. Tot die “overigen” behoorde ook Vasili Kajoekov, die als eerste het veld was opgekomen om Zenit-doelman Vladimir Farykin de huid vol te schelden.

Farykin had met een paar blunders een stevig aandeel gehad in de ruime nederlaag van Zenit. Bij de volgende wedstrijd, thuis tegen Spartak Moskou, stond hij al niet meer onder de lat. Er kwamen 100.000 toeschouwers op dat duel af en de veiligheidsmaatregelen zullen streng zijn geweest. Kort daarna kwam het Engelse West Bromwich Albion voor een vriendschappelijke wedstrijd bezoek. Hier komen de spelers het veld op. We zien de pet van de Zenit-keeper en zijn kniebeschermers, Farykin zal dat niet geweest zijn.

West Bromwich Albion FC Zenit Leningrad 1957

In 1959 kregen alle zestien veroordeelden amnestie, zonder te worden vrijgesproken. Hoe het doelman Farykin op sportief vlak is vergaan weet ik niet. Hij speelde slechts kort bij Zenit en is op jonge leeftijd verdronken. Er is geen foto van hem bekend. 

Hier deel 1.

900 days – Jessica Gorters documentaire vol mededogen over het beleg van Leningrad

(Eerste -publicatie: 23-11-2011)

Als u morgen, donderdag, in de gelegenheid bent om de film 900 days te gaan bekijken op  IDFA in Amsterdam, doen! Er zijn door de jaren heen heel wat films gewijd aan het 900 dagen durende beleg van Leningrad tijdens de Tweede Wereldoorlog – deze documentaire van Jessica Gorter is een van de betere.

De film laat bejaarde overlevenden aan het woord. Zijn zij overwinnaars en helden, zoals zij steevast werden en worden gepresenteerd in de Sovjetunie en Rusland? Of zijn zij slachtoffers, getraumatiseerd zoals ook de overlevenden van de concentratiekampen dat zijn? In Rusland is dat een zeer ongemakkelijke vraag. Massale heroïek en triomf voeren in de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog de boventoon, terwijl Gorters documentaire aan individueel leed raakt. De film roept een diep mededogen op met de oude overlevenden. Dergelijk mededogen met het individu werd in de Sovjetunie nimmer aangemoedigd en in het Rusland van nu ligt ook nog altijd de nadruk op het massale heldendom.

Ik ga de verhalen uit 900 days niet navertellen. Een enkel voorbeeld: een van de geportretteerde overlevenden wordt gevraagd welk geluid hem het meest is bijgebleven uit die ellendige dagen. En hij vertelt hoe een man op straat iets onverstaanbaars tegen hem zei en daarop dood neerviel. Het waren diens laatste woorden geweest. “Dat geluid kan ik niet reproduceren”, zegt de oude man met vochtige ogen. 

Het is gezien het bovenstaande een ondergeschikt punt, maar als liefhebber van Sint-Petersburg zeg ik het toch maar: de beelden van de stad in 900 days zijn schitterend. De winterbeelden zijn misschien wat somber en zwaar aangezet, maar sluiten daarmee wel aan bij de vertelde verhalen. De camera kruipt tijdens de gesprekken zeer dicht op de oude mensen. Ik zal hun gezichten niet snel vergeten.

Op Facebook zijn de ‘avonturen’ van de film te volgen. Over twee weken is de première in Rusland. “Helaas niet in Sint-Petersburg, maar in Moskou”, vertelde Jessica Gorter na de vertoning van woensdag in Amsterdam.

Update: 900 days is gekozen tot beste Nederlandse documentaire op IDFA 2011.


Het beleg van Leningrad - een reis in de tijd

(Eerste publicatie: 31-1-2009)

Afgelopen week, 27 januari om precies te zijn, was het 65 jaar geleden dat de Duitse omsingeling van Leningrad werd doorbroken. Aan het verschrikkelijke, negenhonderd dagen durende beleg van de stad was een einde gekomen.

Fotograaf Sergej Larenkov zette een aantal fotocollages op het net, die meteen overal op Russische sites opdoken. Begrijpelijk, de beelden zijn indrukwekkend en beklemmend. De meeste foto’s zag ik al veel vaker, maar door de vermenging met het huidige straatbeeld maak je plots een reis in de tijd. Het is minder makkelijk om de foto’s afstandelijk te bekijken.

Meer foto’s van Larenkov hier. Om de site van Larenkov zelf te bekijken, moet je je registreren.