(Eerste publicatie: 22-1-2013)
Vroeger – niet eens zo heel veel vroeger – kon je in Leningrad je kont niet keren of er was iemand die je spijkerbroek wilde kopen. En tegenwoordig?
“Today’s Russian woman is tall and gorgeous and dressed like a Selfridges Christmans tree. There is no part of her clothing that is plain: everything is stonewashed, or appliquéd, or has diamanté dangly bits, or is made out of actual leopard. Heels are killer. Make-up can be viewed at a hundred paces. Our trousers – and us – are just too dull.”
Ach. Wel zo rustig.
Het citaat komt uit The Observer en is van Miranda Sayer. Ze bezocht Sint-Petersburg in 2011 samen met haar moeder, die de stad – toen nog Leningrad – eerder bezocht in 1981. Ik trof het aan in St.Petersburg. City-Pick, een verzameling journalistieke en literaire observaties over de stad die sinds de stichting in 1703 tot de verbeelding spreekt van velen.
City-Pick heeft voor ieder wat wils. Wie zich opmaakt voor een eerste bezoek aan Sint-Petersburg komt erdoor in de stemming. Wie er al (veel) vaker was, komt in het boek nog genoeg aardige verhalen en details tegen. Zo wist ik niet dat ijsblokken vroeger (heel veel vroeger) het einde van de winter inluidden:
“A singular sight in St.Petersburg is a train of little carts each loaded with one enormous, thick, square block of ice … I asked Madame Stroganov one day what they were for. ‘Mais je les appelle les violettes de Petersburg,’ was her reply because it is a sort of hope of spring when people begin to fill their icehouses.” (Uit: The Russian Journal of Lady Londonderry, 1836-7).
Nog zo’n detail: in 1958 wandelt Wolfgang Koeppen langs locaties uit het leven en werk van Dostojevski. Hij komt op de binnenplaats van het huis waar Raskolnikov, helemaal bovenin, zijn benauwde onderkomen had en ziet daar … stapels brandhout liggen. Tegenwoordig staan die binnenplaatsen vol met auto’s.
De afgelopen twintig jaar komen ruim aan bod – onder meer met twee fragmenten uit Geert Maks In Europa. Leuk om dat nog eens na te lezen, als je die tijd zelf hebt meegemaakt. Toch gaan mijn favoriete fragmenten verder terug. Ze zijn van Truman Capote, die in 1957 met een Amerikaans operagezelschap naar Leningrad reisde. Hij schreef er een boekje over: The Muses Are Heard – ik heb het inmiddels besteld. Met een vriendelijk-ironische toets beschrijft Capote de confrontatie tussen Rus en buitenlander, zoals ik die zelf – in een mildere vorm – meemaakte in de jaren tachtig. Hier betreedt het Amerikaanse gezelschap, onder wie een zekere Miss Ryan, het Kirov theater:
“A tall, striking blonde, Miss Ryan was wearing a low strapless dress that hugged her curves cleverly; and as she swayed down the isle, masculine eyes swerved in her direction … For that matter, the entrance of the entire company was creating a mass stir in the crowded audience. People were standing up to get a better view of the Americans in their black ties, silks and sprakles.
‘I’d be freezing if I weren’t so embarressed,’ said Miss Ryan, as an usher seated her. ‘Just look, they tink I’m indecent’. ”
Wanneer ik Capote’s reisverslag gelezen heb, kom ik er hier zeker op terug.
Nog even over het onderkomen van Raskolnikov. Als ik het goed heb is de binnenplaats daar tegenwoordig afgesloten. Toen ik er was, een jaar of tien terug, kon je gewoon doorlopen, naar boven. Ik trof daar op de muur een getekende bijl aan, met eronder: Старух еще много осталось - хватит на всех (Er zijn nog veel oudjes over – genoeg voor iedereen).
(St.Petersburg. City Pick. Uitgeverij Oxygen Books.)