(Eerste publicatie: 26-2-2013)
John Steinbeck en Robert Capa krijgen tijdens hun reis door de USSR de kans om in de buurt van Kiev een kolchoz te bezoeken, iets wat vooral Steinbeck hoog op zijn verlanglijstje heeft staan. Ze mogen er zelfs twee bezoeken. Want, zo blijkt uit de rapporten van hun begeleiders, de Amerikanen mogen niet denken dat ze met één rooskleurig plaatje om de tuin worden geleid.
Net als elders krijgen Steinbeck en Capa ook van de kolchozboeren weer de bekende vragen die, zo schrijft Steinbeck in zijn reisverslag A Russian Journal, rechtstreeks uit de Pravda lijken te komen: “It seems to us that the American people are democratic people. Can you explain to us why the American government has as its friends reactionary governments, the governments of Franco en Trujillo, the dictatorschip of Turkey, and the corrupt monarchy of Greece?”
Helemaal geen slechte vraag, maar niet eentje die je verwacht op het Oekraïense platteland, waar de boeren zich in 1947 toch vooral afvroegen of er de komende winter wel voldoende voedsel zou zijn. Tegen die achtergrond zijn ook de maaltijden die Steinbeck en Capa krijgen voorgezet (er wordt overnacht, het ontbijt begint met wodka) opvallend. Een beschrijving van een copieus diner sluit Steinbeck aldus af: “We ate far too much. We ate the little cherry cakes and honey until our eyes popped”.
Het bezoek aan de twee kolchozen was dan ook goed voorbereid. Journalist Vladimir Tolts haalde de geheime verslagen boven water en die laten zien hoe gedetailleerd dat gebeurde. Helaas is Tolts niet scheutig met citaten (“Ik zal u niet vermoeien met saai geciteer uit de talloze geheime rapporten”), maar hij geeft wel een algemeen beeld.
Er mogen geen personen te zien zijn die duidelijk slecht gevoed zijn. De mogelijke gesprekspartners van de Amerikanen zijn geselecteerd en geïnstrueerd. Eventueel dienen zij te worden aangevuld met betrouwbare partijkaders. (De eerste secretaris van het rayoncomité wordt aan de gasten voorgesteld als eenvoudige boekhouder). En dan toch een citaat: “We zullen proberen om hen bij monde van kolchozboeren … duidelijk te maken dat bij ons volk en regering een eenheid vormen, en dat onze pers, noch onze regering … de Sovjet-mensen opzet tegen de Amerikanen, maar juist met veel sympathie spreekt over het Amerikaanse volk en onderstreept dat het Amerikaanse volk geen oorlog wil.” En verder dienen er voldoende levensmiddelen – inclusief drank - te worden aangevoerd voor prettige maaltijden. Die hadden een duidelijk effect, zo valt te lezen in een van de geheime verslagen (niet in A Russian Journal). De laatste dag van het kolchozbezoek bracht Steinbeck grotendeels door “uitrustend in het gras naast het huis”.
Steinbeck had natuurlijk door dat hij werd gefêteerd. “They put on the same show a Kansas farmer would put on for a guest.” Met dat ene zinnetje (A Russian Journal telt er meerdere) velt Steinbeck een genadeloos vonnis over zichzelf en over zijn reisverslag. Ja, hij wordt gefêteerd, maar nog veel meer wordt hij bedrogen. Hij heeft het niet gemerkt.
A Russian Journal is de moeite van het lezen waard – juist vanwege dat wrange bedrog. En ook vanwege de vele simpele observaties, de beschrijvingen van de Sovjetunie in 1947, waar de sporen van de oorlog nog alom aanwezig zijn. En ook de suffige toon, de bochten waarin Steinbeck zich wringt om toch vooral objectief te zijn – het levert een boeiend document op. Hoe suffig A Russian Journal is, moge blijken uit de laatste zin: “We have no conclusions to draw, except that Russian people are like all other people in the World. Some bad ones there are surely, but by far the greater number are very good.”
(Mocht u A Russian Journal willen aanschaffen, koopt u dan niet de Penguin-editie ('Penguin Classics'), daarin zijn de foto's van Robert Capa slecht weergegeven.