(Eerste publicatie: 18-4-2012)
Zeg Wereldtentoonstelling en Sovjet-paviljoen en veelal zal men denken aan Parijs 1937. Daar stond het paviljoen van de USSR tegenover dat van Nazi-Duitsland, twee bonkige gebouwen, de een met een boerin en arbeider op het dak, de ander met een adelaar. Vier jaar later voerden beide landen een strijd op leven en dood.
Minder bekend is het paviljoen van de Sovjetunie op de Wereldtentoonstelling in Brussel, de EXPO 1958. De plaats van Duitsland als tegenpool werd daar ingenomen door de Verenigde Staten, al stonden de paviljoens van de VS en de USSR dit keer niet tegenover, maar naast elkaar. (Tegenover het bouwwerk van de atheïstische Sovjets stond dit keer het paviljoen van het Vaticaan – zouden de Belgen dat als statement hebben bedoeld?)
De EXPO 1958 telde meer dan 150 gebouwen, dat van de USSR stond midden op het gedeelte voor het buitenland. Moderne architectuur was het toverwoord in die jaren en de Sovjetunie liet zich in Brussel niet onbetuigd. Met het uit staal, glas en aluminium opgetrokken bouwwerk (150 meter lang, 72 meter breed, 35 meter hoog) werd duidelijk afstand van genomen van de plompe, ornamentrijke bouwstijl uit de Stalintijd, die door partijleider Chroesjtjov enkele jaren eerder fel was bekritiseerd.
Het paviljoen voor Brussel was het eerste internationale project, sinds er van hogerhand een moderne bouwstijl was verlangd. Er werd een prijsvraag uitgeschreven voor een “massief” gebouw dat “macht en ideologische helderheid” moest uitstralen. De constructie moest “eigentijds en progressief” zijn. Na afbraak moest het gebouw in Moskou weer eenvoudig opgebouwd kunnen worden. Er kwamen 21 inzendingen, de opdracht werd gegund aan een groep jonge architecten onder leiding van Viktor Doebov.
Volgens de officiële folder illustreerde de tentoonstelling in het gebouw dat … “l’Union Soviétique s’est transformée en un grande puissance industrielle et kolkhozienne, à la science avancée, aux puissantes outillages, au niveau élevé de civilisation". Daarbij mocht ook de ideologische component niet ontbreken, wat een boeiend contrast opleverde. Kijken we naar de beelden van de arbeider, de boerin en Lenin, dan was er op dat gebied sinds 1937 nog maar weinig veranderd.
Kijkt u boven nog even naar het bordes, buiten, van het paviljoen. Daar traden dansers en muzikanten op. Het schijnt dat ook clown Oleg Popov daar te bewonderen is geweest, helaas heb ik daar geen beelden van gevonden. En bij mijn weten is het paviljoen ook nooit meer herbouwd. Of weet iemand waar het tegenwoordig te vinden is?