IJshockey op het Rode Plein? Ooit werd er al gevoetbald. Deel 2: Fizkoeltoera: de eerste fitnessbeweging uit de geschiedenis.

(Eerste publicatie: 9-2-2012)

Er zijn plannen voor een ijshockeywedstrijd op het Rode Plein. Aanleiding is het veertigjarig jubileum van de fameuze Summit Series tussen Canada en de USSR. (Zie hierover deel 1.)

Het Rode Plein als sportarena – niks nieuws onder de zon. Al vanaf 1919 werden er optochten gehouden van sportieve jongelui. In de jaren dertig groeiden die parades uit tot een jaarlijks terugkerend spektakel, met tienduizenden jonge mannen en vrouwen, die strak geregisseerd voorbijtrokken aan de hoogste leiders van het land. En tussen de colonnes door vertoonden sportlui, meebewegend met hun marcherende kameraden, hun kunsten: boksers in een ring, gymnasten aan een rek, wielrenners op een meerijdende heuvel.

Deze cultus van jeugd, sport en lichamelijk welzijn werd samengevat met het woord fizkoeltoera. Karl Schlögel schrijft in zijn onlangs in vertaling verschenen Terreur en droom. Moskou 1937: “Fizkoeltoera, dat wil zeggen lichaamscultuur, is werken aan jezelf, is de tot de reproductiesfeer behorende kant van het menselijk leven, waarin niets meer aan het toeval mag worden overgelaten. Gezondheid, welbevinden kunnen net zo goed gepland worden als werk, vooral industrieel werk. Fizkoeltoera onderscheidt zich juist van de sport, die een apolitieke vrijetijdsbesteding is, doordat ze een maatschappelijk doel (het behoud en de verbetering van de gezondheid voor het arbeidsproces) dient, en ook doordat ze in een gemeenschap, gezamenlijk, collectief wordt beoefend. (…)  Fizkoeltoera is de eerste fitnessbeweging uit de geschiedenis en daarmee geheel en al een fenomeen van de opkomende massamaatschappij.”

Hieronder een reportage met beelden uit 1937 en 1938. Duidelijk wordt dat fizkoeltoera in die jaren ook nadrukkelijk een militaristische component had. Het lied dat klinkt, komt uit de film Если завтра война (Als het morgen oorlog is) uit 1937. Op de twee spandoeken op 1.16 staan twee regels uit het lied: Если завтра война, будь сегодня к походу готов (Als het morgen oorlog is, wees dan vandaag gereed voor de veldtocht).

De openingszin mag er trouwens ook zijn: De Sovjet-geheimedienst is het zwaard en het schild van de dictatuur van het proletariaat! Mooi ook zijn de sporttrofeeën op een soort lopende band (3.15). En kijk eens naar de bevallig wuivende dameshandjes op 3.27. Wat mij ook bevalt (ik zit wel eens achter een drumstel) is het zinnetje op 3.52: Barabani silnej, barabantsjik! (Sla harder op de trom, trommelaar!). En op 4.12, het peloton op een colletje! Niet van de buitencategorie, maar toch. 

Over de parade van 1937 verscheen in 1938 een documentaire, die in heel de Sovjetunie werd vertoond. De titel was veelzeggend: Сталинское племя: Stalins stam. Schlögel: “Op een bepaalde manier was de parade van de fizkoeltoerniki daadwerkelijk de parade van de na de Oktoberrevolutie geborenen, van de postrevolutionaire jeugd, van de jeugd van ‘Stalins stam’ ”

Binnenkort hier meer over het prachtige boek Terreur en droom. Moskou 1937 van Schlögel. Hij schrijft ook over de voetbalwedstrijd die ooit plaatsvond op het Rode Plein. Hij plaatst die in 1937, maar het was een jaar eerder. Ook van die wedstrijd bestaan mooie beelden.

(Hier deel 1 en deel 3.)

IJshockey op het Rode Plein? Ooit werd er al gevoetbald. Deel 1: de Summit Series van 1972.

(6-2-2012)

Komt er een ijshockeywedstrijd op het Rode Plein? Het zou zo maar kunnen. Eind deze maand wordt in Moskou met een vriendschappelijk duel de legendarische Summit Series van 1972 herdacht, toen de USSR en Canada elkaar in acht wedstrijden bestreden op leven en dood. Minister Moetko van Sport stuurt aan op het Rode Plein als locatie.

De Summit Series betekende – midden in de Koude Oorlog - de eerste confrontatie tussen Canadese ijshockeyprofs en de staatsamateurs van de USSR. De Canadezen waanden zich superieur, maar na de eerste vier wedstrijden, gespeeld in Canada, stond het 2-1 voor de Sovjets, met één duel dat eindigde in een gelijkspel. Het decor van de volgende vier wedstrijden was het Loezjniki IJsstadion in Moskou.

Canada komt daar in de eerste wedstrijd met 4-1 voor, maar verliest met 5-4. De resterende duels móeten gewonnen worden. De Canadese supporters in Moskou begrijpen dat als geen ander en zingen, terwijl de spelers van het ijs stappen, het volkslied. IJshockeylegende Wayne Gretzky (hij volgde als jongen de Series op tv): “The fans who were in there, who were Canadian, they were fighting for their lifestyle, their beliefs and how they lived.”

Ook op het ijs was het een gevecht. Berucht is het incident in de zesde wedstrijd. Bobby Clarke haalt met zijn stick uit naar de schaatsen van Valeri Charlamov en breekt diens enkel. Assistent-coach John Ferguson: “I called Clarke over to the bench, looked over at Charlamov and said: ‘I think he needs a tap on the ankle’. Charlamov was killing us. I mean, somebody had to do it”. De machtige uithaal van Clarke ziet u hier:

Canada wint de zesde wedstrijd met 3-2 en de zevende met 4-3. Op 28 september staan beide landen tegenover elkaar voor het laatste en beslissende duel. Weer lopen de emoties op het ijs hoog op. Vooral de Canadezen gaan stevig te keer. Angstaanjagend is de manier waarop J.P. Parise met opgeheven stik op de scheidsrechter afstuift (zie volgende filmpje, vanaf 1.20):

Illustratief is ook het incident rond de Canadese official Alan Eagleson. Canada komt met 5-3 achter, maar maakt in de derde periode gelijk. Bij de 5-5 van Yvan Cournoyer gaat de lamp achter het Russische doel niet aan. Eagleson maakt zich daar zo kwaad over, dat hij door Russische politie tot de orde wordt geroepen. Dat is het sein voor een massala actie van de Canadese spelers. Ze vliegen op de boarding af  - en deels erover - en ontzetten Eagleson. Die maakt daarna woeste gebaren naar het Moskouse publiek, dat zoiets nog nooit heeft meegemaakt:

Henderson has scored for Canada! Dat zinnetje van de commentator zit in het collectieve Canadese geheugen gegrift. Paul Henderson zit in de laatste minuut op de bank. Dan doet hij iets wat hij nog nooit heeft gedaan: terwijl het helemaal zijn beurt niet is om in te vallen, roept hij  Pete Mahovlich van het ijs. Even later tikt hij het winnende doelpunt langs keeper Vladislav Tretjak (7.30). Het levert de beroemdste Canadese sportfoto op. In 2010 werd het shirt van Henderson voor ruim een miljoen dollar geveild.

Hier een korte terugblik op die laatste wedstrijd, door Sovjet-ogen. De Canadese spelers zijn van grote klasse, maar hun gedrag op het ijs, nee, dat heeft met sport niks te maken:

[Filmpje (nog) niet teruggevonden]

Op 26 februari moet het ervan van komen. Een ijshockeywedstrijd op het Rode Plein om het veertigjarig jubileum van de  Summit Series te vieren. IJshockey op het Rode Plein? Waarom niet. Ooit werd er al een voetbalwedstrijd gespeeld.

Hier deel 2 en deel 3.

Russische les: Kasjtanka heeft een baas gevonden. En de vis is vertrokken om kuit te schieten.

(Eerste publicatie: 2-2-2012)

Het loont om af en toe even te kijken of er nog nieuwe filmpjes van de Oeralskie Pelmeni zijn. Dat vrolijke collectief levert regelmatig mooi lesmateriaal af! En, beste leerlingen, daar gaan we weer. Dit keer zien we Joelija Michalkova-Matjoechina – met bevallige varkensneus – in de rol van een ambtenaar die een ‘zagranpasport’ (het speciale paspoort dat Russen nodig hebben om naar het buitenland te kunnen) moet uitreiken aan een brave burger die op vakantie wil naar Egypte.

Dat gaat natuurlijk zo maar niet.

De opdracht deze keer: verzamel zo veel mogelijk uitdrukkingen die betekenen: kappen, stoppen, dit gaat zo niet verder! (Onder het filmpje heb ik er een paar opgeschreven, maar niet stiekem spieken! - er zijn mensen om minder van de cursus verwijderd.)

Mooie uitdrukkingen - u pakt er maar een woordenboek bij - die ik beslist uit het hoofd zou leren (met uitroepteken enkele van de gezochte uitdrukkingen uit de opdracht.):

Oтдохните на полную катушку. (NB. Niet: на картошку!)
Ну, сейчас посмеемся, юморист.
А где шуточки? Что-то я давно не смеялась.
Нелегко придется официантkам в Египте.
Стоп, опустился шлагбаум!
Никого нет, рыба ушла на нерест!
Дятел залепил дупло!
Каштанка нашла хозяина.

Eerder lesmateriaal bevatte een scène in de supermarkt. Daar is nu een vervolg op gekomen. Hier nog even de eerste aflevering. (Voor de bijbehorende opdracht klikt u hier.):



In het bovenste filmpje met het paspoort zit trouwens nog een zinnetje waar ik twijfels over heb. Versta ik dit goed? Op 3.05: По моему опять хахасочкой пахнуло. Wat dan zoiets zou betekenen als: Volgens mij ruikt het hier weer naar geinigheidjes.

Ik laat me graag verbeteren. 

Een Nederlandse tabakshandelaar in bezet Oekraïne, 1944.

(Eerste publicatie: 31-1-2012)

Na het overlijden van zijn vader vindt Maarten van Bommel de oorlogsmemoires van zijn vader Jan. Dat Jan een oorlogsverleden met zich meedroeg, wist Maarten. De details kende hij niet. Die vindt hij in een map met veertig, aan beide zijden betypte bladen.

Ze zijn integraal opgenomen in het boek De Verbogen Schaduw. De tabakshandelaar van Nikolajev. Een Nederlander in de Oekraïne in 1944.

De memoires van vader Jan zijn gebaseerd op dagboeknotities. In de jaren tachtig en negentig heeft hij die uitgetypt en bewerkt tot een lopend verhaal. “A past interpreted not by the mind but by the heart”, aldus een briefje in de map.

De flaptekst meldt dat in De Verborgen Schaduw “de grote thema’s van de literatuur aan bod komen”.  Dat is – zelfs voor een flaptekst -  nogal potsierlijk. Vader Jan was geen groot schrijver. Toch is De Verborgen Schaduw een intrigerend boek, mede dankzij de twee begeleidende hoofdstukken van zoon Maarten. Daarin wordt verteld hoe het zo kon komen dat een Nederlandse jongen uit Den Haag in Nikolajev belandde, in bezet Oekraïne, en zich daar als een soort ritselaar in de tabakshandel stortte.

Met zijn in Nederland aangeschafte WA-uniform maakt Jan indruk op de meisjes en één daarvan, de knappe Lydia, groeit uit tot de liefde van zijn leven. Intrigerend is het perspectief van Jans verhaal. Oog voor de grote politiek heeft hij nauwelijks, hij is vooral bezig met de handel, feestjes en zijn Mercedes, die het op de Oekraïense wegen zwaar te verduren heeft. Nederlanders aan het Oostfront, daar kende ik al verhalen van. Een handige Nederlandse jongen in bezet Oekraïene, dat was nieuw voor me.

De memoires beslaan de periode januari – april 1944. Het lot van het Duitse leger in de Sovjetunie is bezegeld. In Nikolajev neemt de chaos toe. Pogingen om met de auto en de trein richting Wenen te vluchten, mislukken. Uiteindelijk lukt dat wel via Odessa, de Zwarte Zee en de Donau. Jan moet in Odessa afscheid nemen van Lydia. Ze heeft geen uitreispapieren, doet ook geen moeite om die in de wacht te slepen. Als liefje van een Duitser (in feite een Nederlander, maar dat zal geen verschil hebben gemaakt) kan zij van de nabije toekomst weinig goeds verwachten. 

Lydia is ‘de verborgen schaduw’ die voortaan over het rusteloze leven van Jan hangt. Hij trouwt nog wel, maar de geest van Lydia maakt een echt gelukkig huwelijk onmogelijk. Tegen zoon Maarten vertelde Jan kort voor zijn overlijden dat hij nergens spijt van had, behalve dat hij “dat Russische meisje niet had kunnen helpen”. Wie dat meisje precies was, begrijpt Maarten pas uit de map met Jans memoires.

Nog een klein detail. Jan zit in Odessa in een restaurant en daar speelt een orkestje de wals Tsjornye glaza (Zwarte ogen). Dat kan niet anders dan deze wals zijn: 




De USSR in foto's - een kleine schatkamer. Deel 2.

(Eerste publicatie: 29-2-2012)

Het gebeurt me de laatste tijd steeds vaker: dat je een boek leest waarin gebeurtenissen aan bod komen die je zelf hebt meegemaakt. Ooit was zo’n gebeurtenis actueel, je las er over in de krant, hoorde erover op de radio, er werd over gesproken. Nu is het geschiedenis en lees je erover in een boek …

Dat krijg je, als je (een beetje) ouder wordt. Een vergelijkbaar iets overkomt me wanneer ik naar foto’s kijk uit de Sovjetunie van de jaren zeventig. In 1978 kwam ik er voor het eerst. Zie ik nu de Nevski Prospekt uit die tijd, de stille straten van Moskou, dan besef ik: daar heb ik gelopen, toen! En dan word je weemoedig en ook een beetje boos: had toch wat beter opgelet! Had meer foto’s gemaakt! Was nog nieuwsgieriger geweest! En dat wordt alleen maar erger, natuurlijk, want het duurt niet al te lang meer of ik denk hetzelfde bij foto’s uit de jaren tachtig, negentig … Dat krijg je, als je (nog een beetje) ouder wordt.

Gelukkig heb ik wel een páár foto’s gemaakt, toen in 1978. De foto hierboven, bijvoorbeeld, in Leningrad. Met links mijn jaargenote Marijke van Bokhoven en in het midden Raja van den Bercken, docente aan het (allang opgeheven - schande!) Instituut voor Slavische Taal- en Letterkunde in Utrecht. Dit is voor de flat van haar moeder.

En hier, het Rode Plein, ook aardig:

Maar de aardigste vind ik toch deze, van mijzelf in Leningrad, ook in 1978. Want tien jaar later stond ik op exact dezelfde plek en ook daar is een foto van. En in 1998 stond ik er weer en in 2008 opnieuw. En in 2018, en …   

Eigenlijk wilde ik over foto’s van anderen schrijven, maar ja, zo’n eigen album, dat leidt erg af. Als vervolg op mijn vorige stukje, over oude foto’s uit onder meer Moskou en Stalingrad, wilde ik foto’s laten zien uit het Leningrad van de jaren vijftig en zestig. Deze bijvoorbeeld, de markt om de hoek bij het Hooiplein, dat toen nog Vredesplein heette:

En we gaan ook nog even naar Novosibirsk:

Nou ja, klikt u vooral hier en hier en hier en hier voor meer. 

En deel 1 vindt u hier.

De USSR in foto's - een kleine schatkamer. Deel 1.

(Eerste publicatie: 26-1-2012)

Hebt u het druk vandaag? Dan kunt u dit stukje misschien beter even overslaan. Ik heb u gewaarschuwd – voor u het weet zit u  eindeloos prachtige oude foto’s te bekijken.

Op photo.rusproject.org stuitte ik op een kleine schatkamer. Wie de site runt, ik weet het niet (het staat niet vermeld), maar oog voor mooie historische beelden hébben ze. Verrassende categorieën ook. Wat te denken van ‘Spooksteden’. Ik kwam er de verlaten stad met de in dit geval wel heel wrange naam ‘Jubileum’ (Юбилейный) tegen. ‘De jaren dertig’, ‘Stalingrad’, ‘Moskouse morgens – jaren 70’ en ‘Rusland door de ogen van buitenlanders’ zijn nog een paar categorieën.

Die laatste is natuurlijk mijn favoriet. Daar zag ik bovenstaande foto van de Zwitserse reporter Leonard Gianadda. Ik neem aan dat hij dat zelf is, al weet ik dan niet wie die foto gemaakt heeft. Het is 1957 en Gianadda, met z’n slippers, jeans, leren jack en kloeke fototoestel moet daar een enorme indruk hebben gemaakt. Zo staat hij er ook een beetje bij. Gianadda maakte prachtige zwartwit-foto’s. Jammer dat er niet wat meer informatie bij staat. Wie en waar is dit? [Update: mogelijk in het Moskouse circus.]

Dit weet ik wel, dit is de jonge clown Oleg Popov, die later nog een soort collega van me werd.

Het Amerikaanse tijdschrift Life stuurde met enige regelmaat fotografen naar de USSR. Hun werk duikt vaak op, zo ook bij photo-rusproject. Deze foto komt uit de serie ‘Stalingrad april 1947’.

Wordt vervolgd. (Met foto’s uit Leningrad en – als ik ze interessant genoeg vind – foto’s uit eigen werk.)

Viktor Stoljarov - Возле башни, у проспекта

(Eerste publicatie: 24-1-20122)

Weer een mooi lied van de in Amerika woonachtige Viktor Stoljarov. De tekst vindt u onderaan. Stoljarov werkt aan een album dat Мельница (Molen) gaat heten.




Eerder al lied ik dit lied horen/zien (de tekst vindt u hier):





 

Возле башни, у проспекта.
(Tekst: Бахыт Кенжеев/Bachyt Kenzjejev)

Возле башни у проспекта
В круглой шляпе страшный некто
Горло кутая от ветра, крутит старое кино *)
.Нелегко, неторопливо,
Тучи тянутся к заливу
 В городке где я давно
 Не бывал, не пил в подвалах
 Не считал закатов алых
 Не прощался на вокзалах ни с друзьями ни с тобой
И не брал почти-што даром
Канцелярского товара
В мелкой клетке голубой

Водный город отдаленный
Камнем перенаселенный
В призрак собственный влюбленный
Так похожий на Париж,
Жили - все казалось мало!

Льется песенка с пластинки
Помнишь шарик на резинке,
Гриб раскрашенный в корзинке,
Чью-то ссору за стеной,
мышеловку-живоловку
Да пустую остановку у фонтанки ледяной?

Где мы были, что любили
Погибали пели или
Вирши детские творили - в снегбросали медный грош?
Исчезают губы, плечи
Нет иных, а те далече - где уже не разберешь.

*) Viktor schrijft onder het filmpje op Youtube: Ошибся в одной строчке - правильно - крутит старое кинo.

Metrostroj bouwde en bouwt de Moskouse metro. En een lijstje van metro-ergernissen.

(Eerste publicatie: 22-1-2012)

Een mooi-ronkend filmpje over de Moskouse metro. Of beter gezegd: over Metrostroj, het bedrijf dat de metro gebouwd heeft en nog steeds bouwt. Aanleiding: het 80-jarig bedrijfsjubileum.

Het bedrijf kijkt al enige tijd over de grenzen en bouwt ook tunnels en bruggen in andere landen. Het filmpje is zó wervend, dat je na afloop de neiging hebt om te zeggen: doe u mij maar twee van die tunnels… Het is een beetje als een Nederlands filmpje over onze dijken.

Ook mooi om te zien is hoe het commentaar bij beelden uit de Sovjet-tijd (vanaf 05.20, bijvoorbeeld) niet detoneert binnen het moderne geheel. Misschien een aardig experiment: plak dat ronkende Sovjet-commentaar uit de jaren dertig eens onder een Nederlands filmpje over de Deltawerken. Ik vermoed een prachtig effect.




Een beetje flauw misschien, maar ik had dat filmpje nog niet gezien of ik stuitte elders op een lijst (in het Russisch) met Moskouse-metro-ergernissen. Die variëren van de zware, terugzwiepende deuren bij de ingang (krijg die liever niet tegen je hoofd), stilstaande roltrappen bij grote drukte, lelijke kiosken en het ontbreken van informatie in het Engels.Een ergernis zijn kennelijk ook de elektronische klokken die aangeven hoe lang geleden de vorige trein is vertrokken. Want is het niet logischer om aan te geven hoelang het nog duurt totdat de volgende trein arriveert? Misschien wel, maar ik vind dat juist wel leuk, want altijd denk je weer: jeetje, pas een minuut geleden ging de vorige trein weg en daar hoor ik de volgende alweer aankomen!

0_79210_5ec49fbd_orig.jpg

En ik maak nog maar even van de gelegenheid gebruik om mijn eigen filmpje op de trap van de metro van Sint-Petersburg te laten zien. Station Vasileostrovskaja. Ik stap de roltrap op, en … daar gaan we!



"Het enige wat ik moet doen, is getalenteerd zijn." Een bedachtzame Tsjechov-biografie van Alevtina Koezitsjeva.

(Eerste publicatie: 18-1-2012)

“Om zijn naasten te beschermen, spuugde Tsjechov het slijm al niet meer uit in een zakdoek, maar in papieren zakjes die in de haard werden verbrand, of in een speciaal blikje.”

In de eerste boekhandel zag ik de lijvige Tsjechov-biografie van Alevtina Koezitjseva liggen.  In de tweede bladerde ik erin, in de derde schafte ik ‘m aan. Een paar maanden lag hij nog op tafel. Moest ik nu weer gaan lezen over zijn moeizame jeugd in Taganrog, de keuze tussen een bestaan als arts of literator? Zijn reis naar Sachalin, de eeuwige schulden, de rampzalige première van De Meeuw, het halve verraad van zijn vrouw Olga Knipper en de hopeloze strijd tegen de tbc?

Ja, dat moest. Tsjechov is mijn favoriete Russische schrijver. Die kan je eren door hem te herlezen, maar ook door Koezitsjeva’s Tsjechov. Het leven van een ‘afzonderlijk mens’  ter hand te nemen.

De titel is ontleend aan een brief van Tsjechov aan een dokter, die zijn hoop – waar het Ruslands toekomst betreft – heeft gevestigd op de lokale intelligentsia. Tsjechov heeft in die “huichelachtige, onopgevoede, hysterische intelligentsia” geen enkel vertrouwen: “Ik geloof in afzonderlijke mensen, ik zie de redding in afzonderlijke persoonlijkheden her en der verspreid over Rusland – of het nu intellectuelen of boeren zijn – zij vormen een kracht, al zijn ze met weinigen.” 

3-2.jpg

Tsjechov was zelf een ‘afzonderlijk’ mens, ook in de betekenis dat hij zich nooit volledig liet kennen. Koezitsjeva doet verwoede pogingen, vooral aan de hand van de talloze brieven van Tsjechov, om zijn gedachtenwereld te ontleden, maar moet erkennen dat ze daarin niet volledig slaagt. Gelukkig gaat ze zich niet te buiten aan gepsychologiseer en is ze in haar conclusies en oordelen zeer terughoudend. Ze is daarin een trouwe ‘volgeling’ van Tsjechov zelf. Op het verwijt dat hij zich in zijn werk nooit eens duidelijk uitsprak over allerlei maatschappelijke kwesties, reageerde hij: ”Het enige wat ik moet doen, is getalenteerd zijn. Dat wil zeggen, belangrijke getuigenissen van niet belangrijke kunnen onderscheiden, personen belichten en met hun taal spreken”. Koezitsjeva: “De lezers bedeelde hij de rol toe van jury."

Koezitsjeva’s omzichtigheid blijkt onder meer tegen het einde van haar boek. Tsjechov, getrouwd met actrice Olga Knipper, verblijft maandenlang in Jalta, in de hoop dat het klimaat daar helend werkt. Zijn dokter herinnert zich over het voorjaar van 1904 (Tsjechov overlijdt in juli van dat jaar): “Steeds vaker trof ik hem aan, zittend in een zetel of in de alkoof op de divan, zonder krant, zonder boek in zijn handen." Tsjechov weet dat zijn dagen zijn geteld en voelt zich als een gedoemde banneling. En waar zit Olga Knipper? Die geniet in Moskou met volle teugen van haar artiestenbestaan, waar ze maar geen afscheid van kan nemen. De citaten uit de brieven van beiden (Knipper vol schuldbesef, Tsjechov vol bezweringen dat hij haar volledig begrijpt) zijn de wrangste uit het boek. Als lezer zou je Knipper wel naar Jalta willen schoppen, Koezitsjeva onthoudt zich van enig oordeel.

Was Tsjechov bang voor de naderende dood? Koezitsjeva komt daar niet helemaal uit. Het lijkt erop dat de angst voor zijn lot als schrijver Tsjechovs gedachten meer beheerste. Hij was bang dat hij in het verre Jalta het gevoel voor het leven zou verliezen en zijn omgeving niet meer zou begrijpen. “Hij was bang dat het verlangen om te schrijven zou verdwijnen, dat de woorden op zouden raken en hij zou verouderen."

Dat laatste is niet gebeurd. Tsjechov behoort nog altijd tot de meest gelezen schrijvers, zijn toneelstukken worden nog altijd opgevoerd. Ik kwam bij Koezitsjeva twee citaten tegen die dat misschien verklaren. In 1900 schreef een criticus dat Tsjechovs werk gekenmerkt wordt door “de gave van twijfel en droefenis, door een gevoel van licht en schoonheid”. Vriend en acteur Aleksandr Soembatov schreef hem in 1897: “… het is net alsof je geen schrijver bent, maar de natuur zelf”.