Oekraïene

Een Nederlandse tabakshandelaar in bezet Oekraïne, 1944.

(Eerste publicatie: 31-1-2012)

Na het overlijden van zijn vader vindt Maarten van Bommel de oorlogsmemoires van zijn vader Jan. Dat Jan een oorlogsverleden met zich meedroeg, wist Maarten. De details kende hij niet. Die vindt hij in een map met veertig, aan beide zijden betypte bladen.

Ze zijn integraal opgenomen in het boek De Verbogen Schaduw. De tabakshandelaar van Nikolajev. Een Nederlander in de Oekraïne in 1944.

De memoires van vader Jan zijn gebaseerd op dagboeknotities. In de jaren tachtig en negentig heeft hij die uitgetypt en bewerkt tot een lopend verhaal. “A past interpreted not by the mind but by the heart”, aldus een briefje in de map.

De flaptekst meldt dat in De Verborgen Schaduw “de grote thema’s van de literatuur aan bod komen”.  Dat is – zelfs voor een flaptekst -  nogal potsierlijk. Vader Jan was geen groot schrijver. Toch is De Verborgen Schaduw een intrigerend boek, mede dankzij de twee begeleidende hoofdstukken van zoon Maarten. Daarin wordt verteld hoe het zo kon komen dat een Nederlandse jongen uit Den Haag in Nikolajev belandde, in bezet Oekraïne, en zich daar als een soort ritselaar in de tabakshandel stortte.

Met zijn in Nederland aangeschafte WA-uniform maakt Jan indruk op de meisjes en één daarvan, de knappe Lydia, groeit uit tot de liefde van zijn leven. Intrigerend is het perspectief van Jans verhaal. Oog voor de grote politiek heeft hij nauwelijks, hij is vooral bezig met de handel, feestjes en zijn Mercedes, die het op de Oekraïense wegen zwaar te verduren heeft. Nederlanders aan het Oostfront, daar kende ik al verhalen van. Een handige Nederlandse jongen in bezet Oekraïene, dat was nieuw voor me.

De memoires beslaan de periode januari – april 1944. Het lot van het Duitse leger in de Sovjetunie is bezegeld. In Nikolajev neemt de chaos toe. Pogingen om met de auto en de trein richting Wenen te vluchten, mislukken. Uiteindelijk lukt dat wel via Odessa, de Zwarte Zee en de Donau. Jan moet in Odessa afscheid nemen van Lydia. Ze heeft geen uitreispapieren, doet ook geen moeite om die in de wacht te slepen. Als liefje van een Duitser (in feite een Nederlander, maar dat zal geen verschil hebben gemaakt) kan zij van de nabije toekomst weinig goeds verwachten. 

Lydia is ‘de verborgen schaduw’ die voortaan over het rusteloze leven van Jan hangt. Hij trouwt nog wel, maar de geest van Lydia maakt een echt gelukkig huwelijk onmogelijk. Tegen zoon Maarten vertelde Jan kort voor zijn overlijden dat hij nergens spijt van had, behalve dat hij “dat Russische meisje niet had kunnen helpen”. Wie dat meisje precies was, begrijpt Maarten pas uit de map met Jans memoires.

Nog een klein detail. Jan zit in Odessa in een restaurant en daar speelt een orkestje de wals Tsjornye glaza (Zwarte ogen). Dat kan niet anders dan deze wals zijn: 




Florence Tonk - Blijf bij ons. Een leerzame zomer op het Oekraïense platteland.

(Eerste publicatie: 26-22-1022)

(Deze recensie van ‘Blijf bij ons’ van Florence Tonk is geschreven in het kader van de eerste Nederlandse boekblogtournee van Not just any book.)

Florence-Tonk_Blijf-bij-ons_1000pxbr.jpg

Wanneer Emma al snel constateert dat haar roodblonde buurman Fedja in het Oekraïense dorp waar ze een datsja heeft gekocht, lekker ruikt, dan weet je: dat gaat broeien tussen die twee.

Emma is een Nederlandse vertaalster van software-handleidingen. Ze is meegegaan naar Oekraïne met haar vriend Rogier, die in de hoofdstad Kiev een baan heeft gekregen. Het buitenlandse avontuur moet hun relatie nieuw leven inblazen. Rogier verliest zich echter in zijn werk en Emma voelt zich ontheemd. Als een soort vlucht naar voren kopen ze een datsja in het dorp Zagoeblene, vooral bestemd voor Emma. Daar heeft ze de tuin die ze zo mist en kan ze Kiev ontvluchten.

In ‘Blijf bij ons’ van Florence Tonk komen twee confrontaties bovendrijven: die van de Westerse Emma met de schurende werkelijkheid van een Oekraïens dorp en die van Emma met haar eigen verlangen naar een ander, ‘echter’ leven. Gaat ze dat vinden in een datsja zonder stromend water, op een plek “waar je het moet doen met aarde, lucht, groen, een mottige dorpswinkel, een bushalte en een school”?

‘Blij bij ons’ lijdt tot aan tweederde van het boek aan voorspelbaarheid. De inzakkende relatie met Rogier in Kiev en Emma’s eerste weken op de datsja worden nogal schematisch neergezet. De problemen van een leeglopend dorp in een voormalige Sovjet-republiek komen keurig één voor één langs. Emma loopt er zelf tegenaan of krijgt ze uitgelegd door de bewoners, die haar ook nog bijpraten over alle ellende die Oekraïne in de vorige eeuw over zich heen heeft gekregen.

Emma doet haar best om opgenomen te worden in de dorpsgemeenschap. Ze gaat Engels geven op de school (buurman Fedja is er directeur), geeft extra les aan de veelbelovende leerlinge Lesya, zwoegt net als iedereen in haar moestuin en sluit vriendschap met buurvrouw Loeba, Fedja’s echtgenote. Maar een westerse ‘indringer’ in “een groep zielen die aan elkaar zijn overgeleverd in een afbrokkelend systeem, zoekgeraakt in de tijd, in de wereld”, dat is vragen om problemen. En die komen er ook.

Het naderende einde van de zomer is de katalysator, ook van het boek, dat nu vaart krijgt. Emma beseft dat ze de winter in haar datsja, zonder enig comfort, niet zal aankunnen. Dat krijgt ze ook ingewreven door een dorpeling met een kwade dronk: “Wat voor jou een romantisch bezinningsoord vormt, is onze dagelijkse realiteit … Als straks de eerste sneeuwvlokken vallen … ben jij vertrokken, wedden?”

Inmiddels is Emma verzeild geraak in een heftige affaire met buurman Fedja, met vrijpartijen op een veilig plekje buiten het dorp. De aflopende zomer zet ook dat op scherp, met Fedja als de grote verliezer. Zijn hele leven voelde hij zich al gegijzeld in Zagoeblene, nu hij de tijdelijke bezoekster uit Nederland heeft leren kennen, voelt hij zich pas echt gevangen. Natuurlijk komt de affaire uit, een langer verblijf in het dorp is nu helemaal uitgesloten. Emma vertrekt naar Kiev, samen met leerlinge Lesya die er gaat studeren.

Fedja, Loeba en het dorp blijven achter en Emma maakt de balans op. De schaamte over de ontdekte affaire zal van haar afglijden. En over haar tijdelijke dorpsgenoten: “Ze zal hen missen, op een onmogelijke manier van hen blijven houden”. Ze heeft geraakt aan een ander leven, maar keert veilig en onbeschadigd terug naar dat van haarzelf.

De metro in Kiev: kapitalisme gaat ondergronds

(Eerste publicatie: 12-1-2009)

We brengen even een bezoekje aan Oekraïne, waar het kapitalisme zich niet alleen openbaart in gestegen gasprijzen, maar ook in kleurrijke muurschilderingen in de metro van Kiev.

Blogger Russos plaatste de foto’s en zag zijn bezoekersaantallen flink stijgen. Het aantal reacties liep in de honderden, de meeste waren negatief. Op de vraag “waar spreken we af?”, schijn je al te kunnen horen: “Bij station Nescafé”. Eén bezoeker probeerde zich in te denken hoe het is als je na een avondje flink doorzakken ’s ochtends vroeg met een kater de metro terug neemt, en dan hebben ze net ’s nachts de reclame vervangen …. “Dan kan je je hersens wel weggooien”, vermoedt hij.