(Eerste publicatie: 10-12-2011)
Als ik in Moskou woonde en een auto had, dan wist ik het wel. Dan maakte ik dagtripjes naar verlaten waterkrachtcentrales in de regio. "In de regio”, dat moet u (we hebben het over Rusland) wel ruim zien. Zulke uitstapjes vereisen enige planning, maar de beloning is er naar, ook in de winter. Of misschien wel juist in de winter, met de deels of geheel bevroren rivieren en watervalletjes.
Blogger Viktor Borisov bezocht er zes, de Boelgakovski centrale bijvoorbeeld, in de rivier de Nara op de grens met de provincie Kaloega. Van de dam is niks meer over, alleen het gebouw staat nog overeind.
Voor de Lykovski centrale moet u ietsje verder, richting Orjol, naar Mtsensk. Deze bescheiden centrale bediende ooit zestien kolchozen. Ik raad u wel aan om het gebouw alleen bij daglicht te betreden.
Op de grens met de provincie Rjazan bevindt zich in de Osjotr de Livadiski waterkrachtcentrale:
“Over deze centrale is helemaal niks bekend’, schrijft blogger Viktor. Hij maakte er wel een filmpje:
Architectuur uit socialistisch Utopia – het Moskou dat er had kunnen zijn
(Eerste publicatie: 2-12-2011)
Wie een idee wil krijgen van wat een socialistisch Utopia al niet vermag in de architectuur, moet later deze maand beslist een kijkje gaan nemen in het Moskouse Architectuurmuseum. Daar opent de 21ste een tentoonstelling over Boris Iofan (1891-1976), een van de belangrijkste architecten uit de Sovjetunie. Hij ontwierp onder meer het beroemde/beruchte Huis aan de Kade en het Sovjet-paviljoen voor de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1937. Bekender werd hij echter door een project dat nooit werd voltooid: het Paleis van de Sovjets:
Op de site van het Architectuurmuseum kwam ik een mooi overzichtje tegen van bouwprojecten uit de jaren dertig-vijftig van de vorige eeuw. Zij moesten het centrum van Moskou het aangezicht geven dat paste bij de hoofdstad van de socialistische heilstaat. Met die ambitieuze staat als opdrachtgever waren de kosten – dat is duidelijk aan de ontwerpen te zien – geen probleem. Desondanks kwamen de meeste bouwwerken uit het overzicht niet verder dan de tekentafel.
De zware industrie had in de USSR in de jaren dertig absolute prioriteit. Dat is mooi af te zien aan de geplande locatie van het nieuwe Ministerie van Zware Industrie: aan het Rode Plein, pal tegenover het Kremlin, op de plek van het warenhuis GUM. Het moest een complex van 110.000 m3 worden op 4 hectare. Dit is een van de onderwerpen (architecten A. Vesnin, V. Vesnin, S. Ljasjtsjenko) die meedongen naar de opdracht:
Een ander opvallend project (álle projecten in het overzichtje zijn opvallend) is dit bouwwerk:
Het is een van de inzendingen voor een monument voor de “Heroïsche Verdedigers van Moskou”. Al in oktober 1942 werd daar een competitie voor uitgeschreven. L. Pavlov, de ontwerper van bovenstaand bouwwerk, vond het Rode Plein wel een geschikte locatie. In de verte is, een beetje optimistisch, het Paleis van de Sovjets al ingetekend.
Ook niet gebouwd, het Paleis van de Techniek (A. Samojlov, B. Jefimovitsj), dat onderdak moest geven aan meerdere technische en wetenschappelijke instellingen:
Wél gebouwd, hotel Moskou, zo ongeveer naast het Rode Plein:
Er had nog een Iljitsj Allee naast moeten komen, die zou leiden naar, alweer, het Paleis van de Sovjets. Die allee kwam niet verder dan het begin, waarvan het huidige Manegeplein het overblijfsel is.
En dan het Paleis van de Sovjets, misschien wel het beroemdste gebouw ter wereld dat nooit is gebouwd (wie andere kandidaten voor deze titel weet, ik hoor het graag):
Het moest het grootste gebouw van de wereld worden, op de plek van de opgeblazen Christus-Verlosserkerk, 415 meter hoog, met een immens groot beeld van Lenin bovenop. In 1939 waren de fundamenten gereed, maar de oorlog gooide roet in het eten. De bouw werd nooit hervat en in de bouwput kwam een openluchtzwembad. Dat moest uiteindelijk weer plaatsmaken voor de herbouw van de vernielde kerk.
De Apollo van het Bolsjoj Theater – met of zonder vijgeblad?
(Eerste publicatie: 1-1-2011)
Het is niet mijn gewoonte, maar ik heb nu toch uitgebreid zitten staren naar wat Apollo tussen zijn benen heeft zitten, hier op het bankbiljet van 100 roebel:
Geen twijfel mogelijk, zijn mannelijke rijkdom (мужское богатство), zoals de Russen dat zo aardig omschrijven. Open en bloot.
Het Apollo-beeld van het bankbiljet staat in het echt zo’n twintig meter boven de ingang van het Bolsjoj Theater in Moskou. Het beeld werd in Sint-Petersburg gegoten naar een model van beeldhouwer Pjotr Klodt (Петр Клодт) en werd in 1856 op zijn huidige plaats getakeld. Het Bolsjoj Theater werd de afgelopen jaren grondig gerestaureerd. Ook Apollo werd daarbij onder handen genomen en hier hebt u het resultaat. Ik hoef u geen tweede keer te vragen om even tussen zijn benen te kijken…
We hebben hier overduidelijk te maken met een discrepantie tussen de Apollo van het bankbiljet en de Apollo van het Bolsjoj. Waar komt dat vijgeblad opeens vandaan? Daarover werd de afgelopen dagen op Russische weblogs druk gediscussieerd. Vanwaar die plotse preutsheid? Of was dat blad al door beeldhouwer Klodt aangebracht? Maar – een goede vraag - je slooft je als beeldhouwer toch niet uit op zo’n fysiek detail om het vervolgens af te dekken? Op foto’s uit de Sovjet-tijd prijkt Apollo zónder vijgeblad. Was het er misschien ooit een keertje afgevallen? Of bewust verwijderd? Maar wanneer dan en waarom?
De restaurateurs zeggen dat zij zich gebaseerd hebben op afbeeldingen van voor 1917. Daarop staat Apollo met blad. Ook waren er op het beeld zelf sporen zichtbaar van de bevestigingen. Omdat de oude afbeeldingen niet van beste kwaliteit waren, moesten de restaurateurs bij het vervaardigen van het nieuwe vijgeblad deels een eigen koers varen. Andere vijgebladen – onder meer op de fontijnbeelden in Peterhof – dienden daarbij als voorbeeld. De vraag wanneer nou precies het originele blad is verdwenen, blijft vooralsnog onbeantwoord.
Ik ben nu erg benieuwd naar de biljetten van 100 roebel die nieuw gedrukt gaan worden. Het eerste wat ik doe als ik een vers exemplaar in handen krijg is: even kijken tussen de benen van Apollo.
Overigens is beeldhouwer Pjotr Klodt vooral bekend van zijn paardenbeelden op de Anitsjkov brug in Sint-Petersburg. Daar staan vier wilden paarden die door vier mannen worden getemd. Vijgebladen daar zouden een argument zijn geweest in bovengenoemde discussie, maar de mannelijke rijkdom is op de Anitsjkov brug vier keer zedig bedekt met een doek. De hengstenrijkdom is – met enige moeite – wél zichtbaar, maar dat telt niet, lijkt me.
En tenslotte nog een kwisvraagje: de Anitskjov brug werd vroeger ook wel Brug van de Achttien Ballen genoemd. Waarom? Het antwoordt krijgt u hier over enkele dagen.
Antwoord: vroeger stond er een agent bij de brug op wacht. Tel zijn rijkdom op bij die van de bronzen mannen en de paarden en je komt aan achttien stuks.
Krijgsgevangenen in een Moskous stadion. USSR - West-Duitsland, 1955. Deel 2.
(Eerste publicatie: 28-06-2001)
Het was een vriendschappelijke wedstrijd, maar het is misschien wel het zwaarst beladen voetbalduel uit de geschiedenis: de Unie van Socialistische Sovjet Republieken tegen de Bondsrepubliek Duitsland, op 19 augustus 1955 in het Moskouse Dinamo Stadion.
De Tweede Wereldoorlog is nog maar tien jaar voorbij, beide landen hebben nog geen diplomatieke betrekkingen, nog altijd zitten zo’n tienduizend Duitse krijgsgevangenen vast in Rusland. Bij het Dinamo stadion is een filiaal ondergebracht van het Kriegsgefangenlager 27, dat zijn hoofdvestiging heeft in Krasnogorsk, ten noorden van Moskou.
De wedstrijd is een initiatief van de Russen. Een delegatie van Spartak Moskou, voor een aantal duels in West-Europa, had in mei 1955 een uitnodiging afgegeven bij de Duitse ambassade in Parijs.
Het is erg warm, die 21ste augustus. De sfeer in het uitverkochte stadion is vriendelijk, de Duitse spelers werpen bloemen het publiek in. West-Duitsland, dat een jaar eerder wereldkampioen was geworden, verliest met 3-2. Op de foto beneden zien we aanvoerder Fritz Walter (zelf krijgsgevangen geweest, maar al in 1945 teruggekeerd in Duitsland) en zijn Russische collega Igor Netto vaantjes uitwisselen.
Uit Duitsland waren 1.500 supporters per trein naar Moskou gekomen. Zaten de krijgsgevangenen van het Dinamo-filiaal ook op de tribune? Ik kan het me niet voorstellen. Duitse krijgsgevangenen luisterden in elk geval wel mee naar het radioverslag, zoals ene Horst Schüler, in het dorpje Revda in de Oeral. Hij herinnert zich:
"Als die deutsche Nationalhymne erklang, haben viele erstmal Rotz und Wasser geheult. Nicht, dass Sie glauben, da wären irgendwelche nationalistischen Regungen hochgekommen. Nein, das war einfach die Heimat in Musikform. Und man darf ja nicht vergessen, dass die Kriegsgefangenen zehn und mehr Jahre in Haft gesessen hatten."
Dat West-Duitsland verloor, nou ja. "Das war nicht so wichtig. Uns galt das Spiel vor allem als Omen, als Vorzeichen. Man hatte so eine Ahnung, dass es nicht mehr lange dauern kann, bis wir nun endlich entlassen werden."
Enkele weken later brengt bondskanselier Adenauer een bezoek aan Moskou. De diplomatieke betrekkingen worden hersteld en nog voor het einde van het jaar zijn de laatste krijgsgevangenen terug in Duitsland.
Hier deel 1.
Krijgsgevangenen in een Moskous stadion. USSR – West-Duitsland, 1955. Deel 1.
(Eerste publicatie: 25-06-2011)
Bovenstaande foto is gemaakt op 11 oktober 1946. Duitse krijgsgevangenen hebben het veld van Dinamo Moskou sneeuwvrij gemaakt voor de wedstrijd tegen Dinamo Tbilisi. En je ziet ze denken: we zitten natuurlijk liever thuis in de Heimat, maar het had een stuk slechter gekund! We hebben a: de oorlog overleefd en b: een kamp boven de poolcirkel had ook gekund.
Het stadion van Dinamo was tijdens en na de oorlog een filiaal van het Kriegsgefangenenlager No.27 in Krasnogorsk, ten noorden van Moskou. Kamp 27 bestond negen jaar en kreeg in totaal zo’n 50.000 gevangenen binnen de poorten. Net als alle andere krijgsgevangenen in de USSR werden zij ingezet als arbeidskrachten in bijna alle onderdelen van de economie. (Door Duitsers gebouwde huizen, in Sint-Petersburg bijvoorbeeld, herken je nu nog meteen.)
Het kampfiliaal bij het Moskouse Dinamo Stadion telde zo’n driehonderd man. Ze moesten het stadion onderhouden en zullen daarnaast ook elders in de stad zijn ingezet. Het stadion diende ook als een van de verzamelpunten voor de tienduizenden gevangenen die op 17 juli 1944 door de stad moesten paraderen. Ze werden van her en der aangevoerd en na afloop weer op transport gezet naar de diverse kampen. Onderstaande foto is gemaakt door een toeschouwer, en daaronder staat een ‘officieel’ filmverslag. Let aan het slot op de tankwagens met water die, zeer symbolisch, de straten schoonspuiten. (De verzamelplaats aan het begin van het filmverslag is niet het Dinamo stadion, maar de Moskouse paardenrenbaan.)
Hier deel 2