(Eerste publicatie: 14-3-2013)
De creatieve intelligentsia in de laatste dertig jaar van de USSR, wie zich daar een beeld van wil vormen, of wie dat beeld nog eens wil oproepen - lees vooral Бездумное былое (Bezdoemnoje byloe) van Sergej Gandlevski.
Gandlevski (Moskou, 1952) is de bescheidenheid zelve. In niet meer dan 160 pagina’s kijkt hij terug op zijn leven tot nu toe. Laconiek, vriendelijk ironisch en met wijze afstandelijkheid vermengd met weemoed. Hoe hielden Gandlevski en zijn kameraden zich staande in een omgeving die hun weerzin wekte? Hoe creëerden zij hun eigen ruimte, waar zij hun eigen, innerlijke vrijheid beleden?
Gandlevski hield zich in financieel opzicht staande door poëzie te vertalen. Hij schetst in nog geen twee pagina’s een verdwenen wereld, waarin dichters uit Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië en al die andere buitengewesten van de USSR konden rekenen op vertalingen in het Russisch – in naam van de vriendschap der volkeren. Grove vertalingen werden verdeeld over uitgeverijen, waar elke redacteur een cirkeltje van dichters had, die zorgden voor prachtige, rijmende regels in het Russisch. Behoorde je tot zo’n cirkeltje, dan was je kostje gekocht. Je verdiende bepaald niet slecht en had daarnaast alle gelegenheid om je eigen creatieve gang te gaan. En dat je regels produceerde waarin niet zelden de USSR werd geloofd en geprezen, nou ja. Het waren niet jouw regels, je vertaalde ze alleen maar.
Het kleine hoekje met de eigen vrijheid, dat wordt omspoeld door een zee van stompzinninge staatsideologie, blijkt niet voor iedereen afdoende. Drank biedt een ontsnappingsroute, net als emigratie. Gandlevski blijft (ook nadat de USSR is verwenen) en begroet de omwentelingen eind jaren tachtig enthousiast. Adembenemend zijn de historische onthullingen, de stroom publicaties van ooit verboden boeken houdt maar aan. En in de kommoenalka van Gandlevski maken twee vaders zich op om de straat op te gaan. Hijzelf om te gaan demonstreren, buurman agent om de demonstranten in toom te houden.
Dat enthousiasme verdampt, al komt Gandlevski de economisch zware jaren negentig redelijk ongeschonden door. Het is vooral de komst van Poetin en de ontwikkelingen in de jaren daarna die Gandlevski en de zijnen weer doen terugkeren naar hun eigen hoekje, waar ze staat en overheid zo ver mogelijk op afstand proberen te houden. “In 2000 kwam er in Rusland een weerzinwekkende man aan de macht – een sovjet-spookbeeld dat naar het onderbewustzijn was verdrongen, iets laags, van de straat, iets uit een dronken slaap. Hij en zijn helpers gingen aan de slag en begonnen het land dat zich op een kruispunt bevond, toegewijd en kundig te verleiden – alsof je een glas wodka voorhoudt aan een totaal aan de drank geraakte man, die net min of meer heeft besloten om te stoppen met drinken”.
Bezdoemnoe byloe telt tal van zulke doordringende observaties. Nog een aantal redenen waarom ik Gandlevski's boek met veel plezier heb gelezen:
- Vanwege het prachtige woord Диккенсовщина (Dickens-achtige toestanden) dat ik tegenkwam.
- Omdat Aleksej Tsvetkov wordt genoemd (ik schreef onder meer hier over zijn gedichten die op muziek zijn gezet.
- Omdat er een foto in staat van Timoer Kibirov, schrijver van een van mijn favoriete boeken van de afgelopen jaren (daarover schreef ik hier).
- En omdat ik Gandlevski grotendeels las in café Pasternak in Berlijn.