literatuur

Welke boeken moet je lezen om een juist beeld te krijgen van de Sovjetunie? U mag het zeggen.

(Eerste publicatie: 21-7-2010)

Stel, je mag vijf boeken noemen die – apart of samen - een goed beeld geven van de Sovjetunie. Vijf titels, uit de volgende genres: fictie (proza/poëzie), brieven, dagboeken, memoires, (auto)biografieën, reisverslagen. Schone letteren dus, in de ruime zin van het woord. Pure geschiedschrijving sluiten we uit.

Welke boeken zou u noemen? De verhalen van Zosjtsjenko? Sjolochovs Stille Don? Achmatova’s Requiem? De dagboeken van Nagibin? De brieven van Astafjev? Frank Westermans Ingenieurs van de ZielBerichten uit Kolyma van Sjalamov? De verzamelde werken van Leonid Brezjnev?

Welke boeken geven (samen) het beste beeld van de USSR? Stuur uw lijstje in! Dat kan als ‘reactie’ onder dit stukje of per e-mail: egbert.hartman@hotmail.com.

  • Een paar spelregels:
    - Noem minimaal twee boeken, maximaal vijf
    - Land van publicatie, origineel of vertaling: maakt niet uit
    - Geef bij elke titel een korte toelichting, maximaal 280 tekens (een dubbele tweet, inderdaad).
    - ’t mag anoniem of onder pseudoniem. Met uw echte naam mag ook.

Ik zal af en toe lijstjes publiceren en vragen om meer inzendingen. Ook buiten dit blog om. Mijn voorbeeld daarbij is de Duitse Rusland-kenner Klaus Mehnert (1906-1984). Die vroeg bij elke ontmoeting in de USSR, op alle niveaus, steevast naar de favoriete Sovjet-schrijvers. Het leverde een van de leukste boeken op over Sovjet-literatuur: Die Russen heute. Was sie lesen, wie sie sind (1983).

Zover reiken mijn ambities niet. Met af en toe wat leuke schrijfstof ben ik al tevreden.

Update: De eerste lijstjes zijn binnen, waarvoor dank.

Voor alle duidelijkheid: het gaat niet per se om uw favoriete boeken. Misschien vindt u Hoe het staal gehard werd (Ostrovski, 1954) een verschrikkelijk boek, maar werpt het volgens u wel een heel duidelijk licht op een bepaald aspect van de USSR. Zet u het dan vooral op uw lijstje! Er is ruimte om uw keus te beargumenteren, u hoeft dus niet bang te zijn dat u door Ostrovski te noemen (of de verzamelde werken van Brezjnev), plots wordt aangezien voor een literaire onbenul.

En probeert u iets te maken van uw toelichting! Al is het maar een mooie zin.

De resultaten van dit bescheiden onderzoekje vindt u hier en hier

Vladimir Vojnovitsj als liedjesschrijver - de ware vriend van de voetbal

(Eerste publicatie: 8-7-2010)

Eerder [linkje werkt niet meer] sprak ik de verwachting uit dat ik Avtoportret – Roman Moej Zhizni van Vladimir Vojnovitsj (877 pagina’s) nog tijdens het WK uit zou hebben, dankzij de matige kwaliteit van de wedstrijden in het begin van het toernooi.

Het is me niet gelukt.

Als u Vladimir Vojnovitsj kent, dan waarschijnlijk van zijn hilarische roman De merkwaardige lotgevallen van soldaat Ivan Tsjonkin. In het Westen vestigde hij met dat boek zijn naam. Het leverde hem bescherming op toen hij in botsing kwam met de Sovjet-autoriteiten én een aardige financiële basis toen hij in 1980 het land werd uitgezet.

Minder bekend is dat Vojnovitsj ook liedjes schreef. Zijn 14 minut do starta (14 minuten tot aan de start), over Sovjet-kosmonauten, op muziek van Oskar Feltsman, was vroeg in de jaren zestig een grote hit:

Dankzij Avtoportret weet ik nu dat Vojnovitsj ook een liedje geschreven heeft over – vroeg of laat kom je er altijd bij terug – voetbal. Futbolni mjatsj (De Voetbal), een alleraardigst werkje over een voetbal, die door iedereen over het veld wordt geschopt en die alleen in de doelman een ware vriend heeft. Een filmpje heb ik niet kunnen vinden, wel kwam ik dit tegen, een bewerking voor een tv-programma op oudejaarsavond. Een korte versie met een nieuwe tekst, waarin (schandalig!) Spartak wordt genoemd en niet ons FC Zenit (muziek: Arkadi Ostrovski):

 

Het pingel-deuntje aan het begin en eind is de tune van het Russische Studio Sport en wordt nog steeds gebruikt. En nu besef ik pas dat Futbolni mjatsj eigenlijk dubbelop is. Mjatsj betekent bal, futbolni mjatsj is dus eigenlijk: voetbalbal.

Op Vojnovitsj’Avtoportret kom ik hier nog tenminste twee keer terug.

Buitenlanders in een Sovjet-winkel - deel 2

(Eerste publicatie: 26-5-2010)

Gisteren schreef ik over bovenstaande tekening van Boris Jefimov, bijna meteen kom ik er op terug. Het is een karikatuur uit de jaren vijftig, die Westerse correspondenten in Moskou ‘ontmaskert’ als schrijvers van valse stukjes over de matig voorziene winkels in de USSR.

Ik had míjn stukje nog niet geschreven of ik kwam de volgende alinea tegen in Zjoeravli i karliki (Kraanvogels en dwergen) van Leonid Joezefovitsj. Een vrouw vertelt over een voorval uit haar jeugd:

“Als meisje woonde ik in de Degtjarnidwarsstraat, hartje centrum van Moskou. Ik wist dat de USSR het beste land van de wereld was, Moskou de beste stad van de USSR, en de Gorkistraat de beste straat van Moskou. De Degtjarnidwarsstraat kwam uit op de Gorkistraat. Ik dacht: wat ben ik gelukkig dat ik op zo’n plek woon! Je had daar een grote Levensmiddelenzaak op de hoek van de Tverskoj boulevard, ik zag daar een keer buitenlandse toeristen voor staan, ze wezen met hun vingers naar de etalage en lachten. In de etalage stonden enorme ronde blikken met haringen uitgestald. Verder niets, alleen die blikken. Ik was een jaar of tien, maar ik begreep meteen dat ze mij uitlachten, mijn geluk.”

Ik probeer me voor te stellen, wat zou dat tienjarige meisje gedacht hebben, als ze daarna de tekening van Boris Jefimov onder ogen had gekregen? Boosheid, verbittering, verwarring?

Zjoeravli i karliki kunt u trouwens ongelezen laten. Leonid Joezefovitsj kreeg er vorig jaar de literaire prijs Natsionalny Bestseller voor. ’t Zal wel, ik vind het zes keer niks. Al blijft bovenstaande alinea me voorlopig nog wel bij.

Leidt Dostojevski in de metro van Moskou tot zelfmoord?

(Eerste publicatie: 5-5-2010)

U ziet hier een jongeman die met een bijl een dame te lijf gaat. Op de voorgrond ligt al een slachtoffer. Als u íets van Rusland en/of literatuur afweet, dan denkt u nu meteen: Dostojevski! En dan hebt u helemaal gelijk. We zien hier Raskolnikov, halverwege zijn dubbele moord in Misdaad en straf.

Op 15 mei wordt het nieuwe Moskouse metrostation Dostojevski in gebruik genomen. Het ligt aan het Soevorovplein, in de buurt waar Dostojevski werd geboren. De inrichting van het nieuwe station kan je opvallend noemen. In zwart, wit en grijs zijn taferelen uit Dostojevski’s nogal tobberig getoonzette werk afgebeeld. Ik mag die Dostojevski niet, laat hem al dertig jaar naar volle tevredenheid ongelezen, maar voor dit station maak ik een omweg, dat wil ik wel eens zien.

Over de nogal expliciete afbeeldingen wordt inmiddels volop gediscussieerd. Brengen ze labiele mensen niet uit hun evenwicht? Gaat het nieuwe station niet als een magneet werken op mensen met zelfmoordplannen? In het programma Vesti legt een een psychologe uit dat dat wel zal meevallen. “Iemand die zelfmoord wil plegen is helemaal niet met Dostojevski bezig”. Wat ik maar niet op mezelf zal betrekken.

Meer foto’s van het nieuwe station hier.

Even nog over Raskolnikov, zijn bijl en de dubbele moord: In Sint-Petersburg kon je een aantal jaren geleden nog naar binnen in het huis waar, helemaal bovenin, Raskolnikov gewoond zou hebben. Op de muur zag ik daar een bijl gekalkt met daaronder de tekst: Cтарух еще много, хватит на всех. (Er zijn nog zat oudjes, genoeg voor allemaal.) Op de deur van het trappenhuis zit tegenwoordig een cijferslot.

Vsevolod Benigsen - de nieuwe Vojnovitsj?

(Eerste publicatie: 7-4-2010)

Ik heb helaas meer te doen dan alleen maar mooie Russische boeken lezen. (Mooie Russische voetbalwedstrijden bekijken, bijvoorbeeld.) Daardoor hopen de boeken die her en er worden aanbevolen zich hier al snel op.

Genatsid van Vsevolod Benigsen verscheen in 2008 in het tijdschrift Znamja en kreeg van de redactie de prijs voor het beste prozadebuut in het eigen blad. Vorig jaar verscheen het in boekvorm en kreeg het nieuwsgierigmakende recensies. Ik begon er met grote aarzeling aan. De titel deed me denken aan iets postmoderns (waarvan ik eigenlijk niet weet wat het betekent). Ook de omslag nodigde niet uit.

Na een paar bladzijden was ik om. Hadden we hier de nieuwe Vojnovitsj? Of misschien de nieuwe Slapovski? De nieuwe Vojnovitsj, dat is te veel eer, maar Genatsid is wel een heel leuk boek. Of leuk… tot aan driekwart, daarna…

Het kleine dorpje Bolsjie Oesjtsjery wordt overvallen door een presidentieel decreet. Om het nationale literaire erfgoed veilig te stellen, dienen alle inwoners van Rusland stukken literatuur uit het hoofd te leren. Dit in het kader van de Gosudarstvennyi Edinyi Natsionyi Idej (Nationaal Staats Eenheids Idee). De complete Russische literatuur wordt verdeeld, de inwoners van Bolsjie Oesjtsjery – niet echt vertrouwd met het onderwerp – krijgen onder meer verhalen van Tsjechov, fragmenten van Leskov en Saltykov-Sjtsjedrin en gedichten van Chlebnikov, Poesjkin en Brodski toegewezen. Over drie weken komt een examencommissie naar het dorp!

Iedereen gaat aan de slag en de Russische literatuur vermag onverwacht veel. De plaatselijke winkel verandert in een literaire salon (tot ergernis van verkoopster Tanka, die het zat wordt om het zoveelste liefdesgedicht aan te horen). Het dorp raakt ernstig verdeeld, de lezers van proza komen lijnrecht te staan tegenover de poëzie-lezers. Portretten van schrijvers worden voor ramen gehangen (Toergenjev bleek nergens te vinden, dan nemen we Marx en schrijven daar Toergenjev onder – allebei een baard).

Maar dan pleegt een dorpeling, uit het lood geslagen door Tsjechov, zelfmoord. Het dorp verenigt zich weer en gaat in een door alcohol aangewakkerde woede verhaal halen bij de ‘autoriteiten’, in de persoon van de lokale bibliothecaris. Er vloeit bloed. Het laatste kwart lees je met omgekeerde maag.

Vsevolod Benigsen

Vojnovitsj, Slapovski, Benigsen… Je zou ze bijna tot een literaire school verheffen. Ze hebben een laconieke ironie gemeen, ze zijn regelmatig hilarisch, maar bieden ook doorkijkjes waar je minder vrolijk van wordt. Voor wie Slapovski niet kent: lees zijn Oetsjastok. Van Vojnovitsj ligt hier Avtoportret. Roman moei zhizni voor me. Ik weet niet wanneer ik dáár aan toekom.

De eigen site van Benigsen vindt u hier.

Roman Sentsjin - De Joltysjevs. Aanbevolen!

(Eerste publicatie: 4-1-2010)

Nog net in 2009 gelezen: Елтышевы / De Joltysjevs van Roman Sentsjin. Aanbevolen!

Zonder opsmuk beschrijft Sentsjin de ondergang van de Siberische familie Joltysjev, rond het jaar 2003. Vader Joltysjev werkt bij de politie, wordt na een ‘bedrijfsongevalletje’ (hij springt iets te ruw om met een paar dronkaards, waarvan er eentje toevallig journalist is), ontslagen en uit zijn flat gezet. Met zijn vrouw en oudste zoon (de jongste zoon zit gevangen) neemt hij de wijk naar een dorp 50 kilometer verderop, waar ze intrekken bij een oude tante.

Wat volgt is het logboek van een schipbreuk die zich genadeloos, uitgesmeerd over drie, vier jaar, voltrekt. Het dorpsleven wordt gekenmerkt door economische misère, onverschillige gewetenloosheid, een totaal gebrek aan solidariteit en een overvloed aan alcohol. Van een gemeenschap is geen sprake. Tegenslag stapelt zich op tegenslag en vader Joltysjev, die qua alcohol en gewetenloosheid zijn mannetje staat, mist de veerkracht om zijn gezin staande te houden. In Rusland is het dan vaak de vrouw die de boel nog draaiende houdt, maar ook die zakt hier weg in het moeras. Uiteindelijk is de enige hoop nog gevestigd op de jongste zoon die op een gegeven moment vrijkomt, maar die… Nou ja, dat moet u zelf maar lezen.

Is De Joltysjevs een karikatuur? Ik ben bang van niet. Gewetenloosheid, gebrek aan solidariteit, alcohol… Het zijn helaas dingen waar je in Rusland akelig vaak tegenaan loopt. Het land ontbeert een krachtige gemeenschap en dat is niet minder dan een ramp. Wat is daarvan de oorzaak? De chaos van de jaren negentig? De ‘leegheid’ van de jaren zeventig, toen de holle Sovjet-ideologie als een zware last op ieders leven bleef drukken? De ellende van de oorlog en de misdaden van Stalin, waardoor dorps- en familiestructuren werden vernietigd?

Of gaan de oorzaken van de huidige problemen nog verder terug? Van Tsjechovs verhalen over het Russische platteland word je tenslotte ook niet vrolijk…

De Joltysjevs werd genomineerd voor de Russische Bookerprijs en de Jasnaja Poljana-prijs, maar kreeg alleen de veel bescheidenere Evrika. Wat mij betreft had Sentsjin, die zijn lezer bij de keel grijpt en niet meer loslaat, alle drie de prijzen mogen winnen. Russische recensies hier en hier. Online is het boek in twee delen (in het Russisch) hier en hier te lezen. Ik kwam verder nog deze voor mij nieuwe term tegen die Sentsjins genre omschrijft: новый соцпессимизм / novyi sotspessimizm (nieuw sociaal pessismisme).

Begraaf me achter de plint - het boek dat iedereen die oma wordt, moet dit lezen

(Eerste publicatie: 27-11-2009)

Aanbevolen: Похороните меня за плинтусом (Begraaf me achter de plint) van Pavel Sanajev. Nieuw is het niet. Het werd al in 1996 gepubliceerd in het tijdschrift Oktjabr, zeven jaar later verscheen het in boekvorm en het deed nogal wat stof opwaaien. Volgende week gaat de film in première.

Mij was het boek ontgaan, de ophef heb ik niet gevolgd. Daardoor begon ik er aan zonder enige voorkennis. Gelukkig maar, want zelden ben ik al lezend zo geweldig op het verkeerde been gezet.

De achtjarige Sasja – de hoofdpersoon – krijgt dagelijks scheldkanonnades te verwerken van zijn oma. Oma doet dat virtuoos, het effect is hilarisch, je hoopt dat het nog pagina’s doorgaat. Maar al snel gaat het wringen. Je wordt een familiedrama ingezogen dat beschreven wordt vanuit een achtjarig kind. Sasja is het onderwerp van een machtsstrijd tussen zijn oma en zijn moeder. Oma heeft hem in huis genomen, omdat zijn moeder het houdt met een ‘bloedzuigende lilliputter uit Odessa’. Door die ‘lilliputter’ raakt ze de invloed over haar dochter kwijt. Gaandeweg blijkt die ‘lilliputter’ de enige normale volwassene in het leven van Sasja. Hij zorgt er uiteindelijk voor dat Sasja weer terugkomt bij zijn moeder.

Oma wekt – ondanks haar toverachtig taalgebruik – afkeer op. Totdat ze aan de telefoon iemand vertelt over haar eigen leven, mede mislukt door de oorlog en andere ellende onder Stalin. Dan mengt mijn afkeer zich met medelijden.

Volgens Pavel Sanajev is zijn boek een vrij accurate beschrijving van zijn jeugd. De ‘lilliputter’ is in werkelijkheid zijn stiefvader, de vermaarde acteur/regisseur Rolan Bykov, aan wie het boek is opgedragen.

Enkele meningen over het boek, de meeste geplukt uit deze recente discussie op internet:

- Dit boek brengt de literatuur, en dus het hart van de lezer, alleen kwaadaardigheid en haat

- Dit is een boek over hoop en vergeving

- Dit boek heeft het niveau van een opstel uit de derde klas

- Het eerste geniale boek over een jeugd sinds The catcher in the rye
- In potentie gaat in ons allen een oma als die van Sasja schuil

- Iedereen die oma gaat worden, moet dit lezen

- Ik kreeg het aangeraden als komisch boek. Maar na het lezen verkeer ik in een shock. Die oma is niet uniek, er wordt niets overdreven, ik heb zoiets meermalen gezien.

- Dit boek gaat over ons, over onze mentaliteit en ons volk, dat is het verschrikkelijke en het geniale ervan.

 

De film ga ik zeker niet zien, die kan alleen maar tegenvallen.

Twee veteranen: Rambo en Viktor Astafjev

(Eerste publicatie:  6-11-09)

Ten zeerste aanbevolen: de verzamelde brieven van schrijver Viktor Astafjev (1924-2001). De verzameling brieven begint in 1952, ik ben inmiddels bij januari 1986 en daar kwam ik iets opmerkelijks tegen.

Astafjev, Siberiër, oorlogsveteraan en een grote naam in de Russische literaire wereld, is in München. Hij logeert bij het gezin van zijn vertaalster en ze gaan naar de film: Rambo! Ik zou iets anders hebben uitgekozen, maar het blijkt een schot in de roos. Astafjev schrijft aan zijn vrouw:

“Geweldige film! Geweldig! Over hoe ze iemand uit onze tijd hebben verleid, een soldaat van hem hebben gemaakt, een held, en die daarna in een hoek wordt gejaagd door allerlei klein volk, waartegen hij zich moet verdedigen. En al verdedigend verandert hij in een verschrikkelijk, wraakzuchtig half mens-half dier, in een superreus. Maar daarbij blijft hij wel bij zijn positieven en vermoordt hij alleen de schoften… Een moderne Tarzan, maar wel een soort Tarzan met voortdurend droeve ogen. En aan het einde huilt hij als een kind op de borst van zijn vroegere commandant en laat hij zich de handboeien aandoen.”

Het kan bijna niet anders: Astafjev, zelf oorlogsveteraan, voelde zich verwant met die Amerikaanse Rambo. Als gewoon frontsoldaat zat hij in het heetst van de strijd, drie keer raakte hij gewond. Na 1945 streed hij – vooral op schrift – tegen het ‘hoera-beeld’ dat in de Russische literatuur en media van de oorlog werd geschetst. Verbitterd zag hij, hoe veel commandanten en politieke commissarissen zich steeds vaker voorstonden op hun dapperheid en militair vernuft, terwijl zij in werkelijkheid op veilige afstand van het front verbleven, ondertussen kwistig strooiend met de troepen in de vuurlinie. Voor de ervaringen van de gewone soldaat was in de literatuur en de geschiedschrijving weinig plaats, zo ondervond Astafjev aan den lijve. In zijn brieven duikt die verbittering, over de schoften die ‘zijn’ oorlog hadden geannexeerd, steeds weer op. Hetzelfde soort schoften waartegen Rambo, die veteraan uit een heel andere oorlog, ook tegen vocht.

Виктор Астафьев : Нет мне ответа. (Brievendagboek 1952-2001). Irkoetsk, 2009

Eerder plaatste ik al enkele vertaalde fragmenten uit de brieven.

Derde editie van het festival De Teckels van Tsjechov

(Eerste publicatie: 22-9-2009)

Ik vind het doorgaans helemaal niet erg dat ik niet in Moskou woon. Maar nu betreur ik dat wel degelijk, want ik ben daardoor de derde editie van het festival De Teckels van Tsjechov misgelopen. Het festival vond plaats in Melichovo, op het bescheiden buiten van Anton Tsjechov, niet ver van de Russische hoofdstad.

Tsjechov (1860-1904) was dol op teckels. Hij had er twee: Broom Isajevitsj en Kina Markovna. Tsjechov was behalve schrijver ook dokter, Broom en Kina waren in zijn tijd veel gebruikte medicijnen. Zijn broer Michail had een teckel die heette Jod (jodium). Tsjechov schreef in zijn brieven vaak over Broom en Kina. “Het teefje [Kina] oogt aardiger dan de reu. Bij de reu zijn niet alleen de achterpoten, maar ook de snuit en de achterkant niet helemaal gelukt. Maar beide hebben lieve en dankbare ogen”.

Het huis van Tsjechov in Melichovo is tegenwoordig een museum. Er mogen geen honden naar binnen, maar op het terrein rondom is het festival welkom. Via internet werden alle teckels van Rusland uitgenodigd: “De meest uiteenlopende teckels komen bijeen: volwassen en pups, zuiver van ras of niet helemáál zuiver, gehoorzaam of niet helemáál gehoorzaam – maar allemaal: de mooiste en de liefste. Opkomst verplicht!”

Op het programma stonden onder meer allerlei wedstrijdjes, genoemd naar werken van Tsjechov. Bijvoorbeeld:

Wie van de drie? Geblinddoekt moet een baasje op de tast tussen drie teckels zijn eigen teckel herkennen.

Drie zusters. Zoek de teckel die het meest lijkt op de uwe. De honden die het meest op elkaar lijken, krijgen een prijs.

- Anna om de nek. (Een Anna was in de tsarentijd een onderscheiding die men aan een lint kreeg omgehangen). Welke teckel kan het langst op de nek van zijn baasje zitten?

Over de liefde. Welke teckel likt zijn baasje het langst?

Het duel. Touwtje trekken met worstjes als touw.

U begrijpt: daar moet ik volgend jaar bij zijn. Ik ga mijn reizen naar Rusland zo plannen, dat ik in Sint-Petersburg de feestdag voor de poezen van de Hermitage kan meemaken en in Melichovo de volgende editie van De Teckels van Tsjechov. En hopelijk kom ik in Moskou dan ook nog het koppeltje tegen dat u kunt zien wandelen deze link.