Dissidenten, zwarthandelaren en diplomaten – ze kwamen elkaar tegen in de Berjozka's, de valutawinkels van de USSR.

-------------------

Uit een Berjozka-catalogus


Zoals elk Sovjethotel met vooral buitenlandse gasten, had ook het Moskouse hotel Molodjoznaja- ik verbleef er vele malen – een winkel waar je uitsluitend kon betalen met Westerse valuta. In maart 1981 kocht een Zweedse toeriste er acht mooie Russische postzegels, twee Misjka’s (het symbool van de Olympische Spelen van 1980) en een mapje ansichtkaarten. Een bonnetje – zo bleek later uit een onderzoek van het Comité van Volkscontrole – kreeg ze niet. Toen ze de postzegels een dag later wilde ruilen, bleek de winkel de bewuste zegels helemaal niet in het assortiment te hebben. De verkoopster had ze zelf gekocht op het postkantoor even verderop en de valuta van de Zweedse in eigen zak gestoken.

Een Moskouse Berjozka gespecialiseerd in meubels

Valutawinkels had je in diverse soorten. Ze droegen de verzamelnaam Berjozka, wat berk betekent. Mijn aankopen bleven er meestal beperkt tot likeur van Bols (een fles advocaat deed het erg goed als je bij Russen op bezoek ging) of een boek. Voor dat laatste ging ik in Moskou naar de Berjozka aan de Oel. Kropotkinskaja, die gespecialiseerd was in literatuur. 

Sovjetburgers met valuta of ‘valutavervangers’ (cheques die een deel van je loon vormden wanneer je in het buitenland werkte) konden bij Berjozka’s ook terecht voor Amerikaanse jeans, Franse parfums, Italiaanse laarzen, Japanse stereo-apparatuur en Russische auto’s. Ook de eerste inleg voor een coöperatie-flat verliep vaak via een Berjozka. Ideologisch zat dat natuurlijk zo scheef als wat. Een maatschappij die zich voorstond op gelijkheid, creëerde ongelijkheid met valuta van de ideologisch vijand. Daarnaast leidden de eilandjes van luxe tot illegale praktijken van een veel grotere omvang dan die paar postzegeltjes in de Berjozka van hotel Molodjozjnaja. 

Historicus Anna Ivanova wijdde een dissertatie aan het fenomeen Berjozka. Onder de titel Магазины ‘Березка’: парадоксы потребления в позднем СССР (Berjozka-winkels: consumptieve paradoxen in de late USSR) verscheen een handelseditie, die – hoewel af en toe wel erg gedetailleerd – een helder beeld geeft van de valutawinkels die ruim 25 jaar een groeiend aantal Sovjetburgers bedienden.

De meeste Berjozka’s verkochten hun waar tegen cheques, de al genoemde valutavervangers. Die vormden een deel van het loon van bijvoorbeeld ambassadepersoneel, handelsvertegewoordigers en correspondenten). De cheques konden uiteraard niet in het buitenland worden uitgegeven, zodat de staat de zo gewenste harde valuta in eigen land hield. Westers geld kwam ook via andere kanalen bij Sovjetburgers. Een schrijver, bijvoorbeeld, kon geld ontvangen van een Westerse uitgeverij voor een vertaling. Dat had soms bizarre gevolgen. Het beroemde essay Haalt de Sovjetunie 1984? van dissident Andrej Amalrik werd voor het eerst gepubliceerd in Nederland. Amalrik ontving een honorarium, dat hij, via de staatsbank omgezet in cheques, kon besteden in winkels die eigenlijk voor brave Sovjet-onderdanen bestemd waren. De ideologie bleek ondergeschikt aan de economische belangen van de staat.

Een Berjozka-cheque van 3 roebel

Uitzending naar het buitenland was voor velen een droom, juist vanwege de mogelijkheid om na terugkeer in eigen land schaarse goederen te kopen. Opeens kreeg je de kans om je beter te kleden, om zonder onmogelijke wachttijden mooie meubels te kopen of zelfs – de hoofdprijs –  een auto. De cheques stonden niet op naam, en daardoor vloeiden ze makkelijk richting de omvangrijke schaduweconomie. Je kon ze met winst doorverkopen aan mensen met veel, al dan niet legaal verdiende roebels, die zo plots veel meer bestedingsmogelijkheden kregen. De legendarische popgroep Masjina Vremeni organiseerde onofficiële optredens (voor officiële kreeg ze geen toestemming), waarvoor de kaartjes niet goedkoop waren. Het verdiende geld werd besteed aan schaarse waar, aangeschaft via zwarthandelaren of met Berjozka-cheques. Prostituees met buitenlandse klanten deden bestellingen bij Berjozka-personeel en betaalden buiten de winkel om in harde valuta (Berjozka’s waar je met echt buitenlands geld betaalde, waren, in tegenstelling tot de cheques-Berjozka’s, vanaf 1969 verboden terrein.).

Moskouse Berjozka met elektronica

Berjozka-cheques waren handig als je snel bij de tandarts terecht wilde. Met cheques kon je ook regelen dat je in een bepaald ziekenhuis werd opgenomen. En op een heel ander niveau: in Charkov wist iedereen dat je voor Marlboro-sigaretten terecht kon in de toilet van restaurant Charkov. Zwarthandelaren kochten pakjes in een Berjozka en brachten die via de schoonmaakster van het toilet aan de man.

Dergelijke dealtjes vormden de smeerolie van een verder stroef functionerende economie. Erg streng werd er niet tegen opgetreden. Dat was ook lastig, omdat menig overheidsdienaar er zelf vrolijk aan meedeed. Zo hadden de Berjozka’s door de jaren heen onbedoeld een egaliserend effect gekregen. Van uitgezonden specialisten tot speculanten – er was een soort middenklasse ontstaan die via de valutawinkels de kans kreeg om een zekere welstand ten toon te spreiden.

Het was, enigszins paradoxaal, de grotere vrijheid ten tijde van de perestrojka die mede bijdroeg aan het einde van de valuta-cheques. Er kon nu veel feller dan voorheen worden gediscussieerd over dit scheve systeem, met z’n economische privileges en de bijbehorende zwarte markt. De tegenstanders wonnen het pleit en in 1988 werden de Berjozka’s gesloten waar met cheques kon worden betaald. De aankondiging daarvan was zo onverwacht, dat zich lange rijen vormden van mensen die nog snel hun cheques wilden besteden. De Berjozka’s waar met buitenlands geld kon worden betaald, gingen enkele jaren later ten onder, samen met de USSR.

Hoe Polina in een rolstoel een cadeau kreeg van Ronaldo - en ik een cadeau van haar moeder

----------------


Polina Chajeredinova is tien jaar, zit in een rolstoel en werd afgelopen week door Cristiano Ronaldo in het stadion van Spartak Moskou het veld opgereden. Cristiano is de aanvoerder van Portugal en dat speelde tegen Rusland.

Polina – ze was sinds een paar dagen, zo vertelde ze na afloop, fan van Ronaldo -  had zich goed voorbereid. Ze had een polsbandje gehaakt in de kleuren van de Portugese vlag om de Portugese aanvoerder cadeau te doen. Die waardeerde dat zeer en gaf Polina zijn trainingsjack. Voor wie niet zo thuis is in het voetbal: dat is een vrij gewild object.

Nu had ik graag beelden van dat moment willen laten zien, maar dat mag dus niet, want die zijn van de FIFA. Daarvoor in de plaats – ook niet mis – beelden van een dolgelukkige Polina tijdens de wedstrijd.

Haar Ronaldo had Portugal inmiddels op 1-0 gezet, en iedereen die nu zegt dat dat echt niks te maken heeft met dat polsbandje, heeft ongelijk. Goed, akkoord, hij droeg het niet tijdens de wedstrijd, maar, geloof mij, Ronaldo speelde echt opvallend geïnspireerd!   

Hier nog een kort filmpje – ontsnapt aan de aandacht van de FIFA - waarop we Ronaldo en Polina wel het veld zien opkomen (vanaf 0.14), maar de uitwisseling van de cadeaus is er niet op te zien.


En hier ook nog een compilatie van foto’s. Polina zit alleen in de eerste dertig seconden. Als u het leuk vindt om naar Ronaldo te kijken, de compilatie gaat nog twee minuten door.


Niet alleen Polina en Ronaldo kregen een mooi cadeau, ik ook! Van Polina’s moeder. Die vertelde dat Ronaldo voor de wedstrijd helemaal niet in de stemming was geweest, want hij was met een heel onvriendelijk gezicht bij het stadion aangekomen! Waarna elke voetballiefhebber meteen begrijpt dat Polina’s moeder zelden naar voetbal kijkt, want Ronaldo is nog nooit met een vriendelijk gezicht bij een stadion aangekomen. Volgens Polina’s moeder – en eigenlijk ook wel volgens mij – was het aan Polina te danken dat er een glimlach doorbrak op het gezicht van de grote voetbalster: “Полина его заулыбала!” Of het helemaal correct Russisch is, weet ik niet zeker – maar ik kende het werkwoord niet in deze vorm en het klinkt geweldig. Een mooi taalkundig cadeau. Bedankt Polina’s moeder, bedankt Ronaldo en bedankt Polina!  

(Het filmpje met het cadeautje voor mij kan ik hier niet plaatsen, daarvoor moet u even kijken op de site van RT. Polina’s moeder begint vanaf 0.58.)

 

We gedenken de geboortedag van Russische rock-legende Viktor Tsoj - met een fraai filmisch eerbetoon van Yandex

--------------


Viktor Tsoj, de legendarische rockster uit de nadagen van de USSR, zou vandaag 55 jaar zijn geworden. Hij reed zich in augustus 1990 in de buurt van Riga te pletter tegen een bus.

De Russische zoekmachine Yandex bracht tere van zijn geboortedag een nieuwe versie uit van Звезда по имени солнце (Ster met de naam Zon), met een clip opgenomen – uiteraard – in Sint-Petersburg, zíjn stad. Het is een van zijn bekendste nummers

Zou Tsoj tevreden zijn geweest met het resultaat? Het is een mooi eerbetoon, maar … ik betwijfel het. Het is vooral nostalgie naar toen. Van de intense, roekeloze, zoekende sfeer van het origineel is werkelijk niks meer over. Fraai, maar tandeloos.

Tsoj in Rusland doet denken aan Jim Morrison in Amerika. Er is wel een groot verschil. Waar Morrison, overleden in 1971, vooral geassocieerd wordt met het einde van de jaren zestig, is Tsoj meegegaan met de tijd. Of beter gezegd: in zekere zin heeft de tijd in Rusland stilgestaan en is Tsoj daardoor nog steeds actueel. De jeugd van Rusland grijpt nog altijd terug naar zijn songs, die uiting geven aan haar verlangen naar een ander leven in een andere samenleving. Het nummer Перемен! (Veranderingen!) is daar natuurlijk het beste voorbeeld van.  

Hier Yandex' nieuwe versie van Ster met de naam Zon, met in de clip vele verwijzingen naar ander repertoire van Tsoj. Er zijn ook meerdere bekende Russen in te zien. Daarover wordt inmiddels druk commentaar geleverd op internet. Wie ziet precies wat in het filmpje? Zie daarvoor onder het filmpje op YouTube.


Hier het origineel, gevolgd door mijn vertaling. (Voor verbeteringen houd ik me aanbevolen.)


Звезда по имени солнце

Белый снег, серый лед, на растрескавшейся земле.
Witte sneeuw, grijs ijs, op gebarsten grond
Одеялом лоскутным на ней - город в дорожной петле.
Met daarop als een lappendeken een stad in een autoweglus
А над городом плывут облака, закрывая небесный свет.
En boven de stad drijven de wolken die het hemels licht afdekken
А над городом - желтый дым, городу две тысячи лет,
En boven de stad hangt gele rook, de stad is 2000 jaar oud  
Прожитых под светом Звезды по имени Солнце...
Die ze doorgemaakt heeft onder het licht van de Ster die Zon heet …

И две тысячи лет - война, война без особых причин.
En 2000 jaar is het oorlog, oorlog zonder duidelijke reden
Война - дело молодых, лекарство против морщин.
Oorlog is een zaak van de jeugd, een medicijn tegen rimpels
Красная, красная кровь - через час уже просто земля,
Rood, rood bloed – over een uur is het al gewoon aarde
Через два на ней цветы и трава, через три она снова жива
Over twee uur zijn er bloemen en gras, over drie uur leeft ze weer
И согрета лучами Звезды по имени Солнце...
En wordt ze verwarmd door de stralen van de Ster die Zon heet ...

И мы знаем, что так было всегда, что Судьбою больше любим,
En we weten dat het altijd zo geweest is, dat het Lot vooral houdt
Кто живет по законам другим и кому умирать молодым.
Van wie leeft volgens andere wetten en jong zal sterven  
Он не помнит слово "да" и слово "нет", он не помнит ни чинов, ни имен.
Hij kent het woord 'ja' en het woord 'nee' niet, geen rangen, geen namen
И способен дотянуться до звезд, не считая, что это сон,
Hij kan reiken tot aan de sterren, zonder te denken dat hij droomt
И упасть, опаленным Звездой по имени Солнце...
En neervallen, verzengd door de Ster met de naam Zon …

------------

Hier nog het nummer Veranderingen! Daarover schreef ik eerder, ook weer met een vertaling. Zie: hier.

Koloniseren met de zweep - Siberië als dumpplaats van zwervers, moordenaars en revolutionairen

----------------

Dwangarbeiders maken zich op voor hun werk. (Foto van Aleksej Koeznetsov, die na twee veroordelingen woonde in onder meer Nertsjinsk en zich bezighield met fotografie.)

Siberië heeft door de eeuwen heen zelden een goede pers gehad. Los van het weinig uitnodigende klimaat stond het immense territorium ten oosten van de Oeral vooral bekend als dumpplaats voor ongewenste elementen in de ruimste zin van het woord.

Verbanning en dwangarbeid waren onder de tsaren niet alleen bedoeld als straf, beide moesten ook een bijdrage leveren aan de kolonisering van Siberië. In theorie zouden moordenaars, brandstichters, kruimeldieven en politieke oproerkraaiers de verre gronden bewerken, mijnen bemannen en al doende worden herboren als nijvere kolonisten. In de praktijk bleek de massale verhuizing van vaak niet al te edel menselijk materiaal de ontwikkeling van Siberië vooral in de weg te zitten.

In zijn boek The House of the dead. Siberian exiles under the tsars schetst Daniel Beer een wijds panorama van Siberië als verbanningsoord onder de tsaren. Van de talloze ongelukkigen die onvrijwillig de Oeral overtrokken, een vaak hels bestaan tegemoet, liet slechts een fractie (Dekabristen, Fjodor Dostojevski, Poolse opstandelingen, revolutionairen) geschreven herinneringen na. Beers boektitel verwijst uiteraard rechtstreeks naar House of the dead (Aantekeningen uit het dodenhuis) van Dostojevski, waarin die zijn ervaringen als dwangarbeider beschrijft. Beer putte verder uit archieven in Sint-Petersburg, Moskou en diverse steden verspreid over Siberië. 

Verbanning naar Siberië (vaak in combinatie met dwangarbeid) nam in de eerste helft van de 19de eeuw een grote vlucht, vooral doordat landloperij strafbaar werd gesteld. Wie lijfeigenschap of dienstplicht dacht te ontlopen door de benen te nemen, kon, wanneer hij werd gepakt, rekenen op een martelende voettocht richting oosten. Zo waren er van de 160.000 mannen en vrouwen die tussen 1826 en 1846 naar Siberië werden gestuurd, 48.500 veroordeeld als zwerver. De route richting het oosten liep lang niet altijd via de rechtszaal. Een boerendorp hoefde een lid van de gemeenschap maar voor te dragen bij de landeigenaar voor deportatie en de kans op een gedwongen vertrek was groot. Zo’n ‘administratieve banneling’ had dan wel weer het geluk dat hij tijdens de reis, die een of twee jaar kon duren, niet geketend was. Dit in tegenstelling tot de misdadigers, die vooraan in de konvooien liepen, die aan elkaar vastzaten, wat niet alleen moeilijk liep, maar ook erg lastig was als iemand voor zijn behoefte even naar de kant moest.     

Beer plaatst het ‘Siberië-beleid' in een historische context. Zo krijgt de lezer nog even in grote lijnen de Poolse strubbelingen uitgelegd en wordt ook de onweerstaanbare groei van de revolutionaire beweging belicht. Duidelijk wordt hoezeer de Poolse opstand van 1863, de moord op Alexander II (1881) en de revolutie van 1905 het aantal bannelingen opstuwden. Ondertussen deed het uitdijende spoorwegennet het besef groeien dat kolonisatie-door-verbanning een achterhaald concept was. Wat zou je onbetrouwbare elementen nog richting Siberië dwingen, wanneer je gemotiveerde boeren met een relatief eenvoudige reis en gratis grond ook die kant op kon krijgen. Wilde Siberië echt tot ontwikkeling komen, dan moest het bevrijd worden van de steeds zwaardere last die het gevangenissysteem vormde. Daarnaast werd tegen het einde van de 19de eeuw het protest tegen het mensonterende strafsysteem steeds sterker - in binnen- en buitenland. Anton Tsjechov met zijn Reis naar Sachalin en Lev Tolstoj met zijn roman Opstanding verschaften de tegenstanders munitie. In het buitenland deed de Amerikaan George Kennan dat met Siberia and the Exile System. In maart 1890 werd in het Londense Hyde Park gedemonstreerd tegen de hardvochtige behandeling van Russische politieke gevangenen, in Amerika werd in de jaren 1890 een miljoen handtekeningen opgehaald.

Isaak Levitan - Vladimirka (1892). De Vladimirka was de weg waarover de konvooien naar Siberië liepen.

Beer beschrijft gedetailleerd de omstandigheden tijdens de reis naar Siberië. De veroordeelden organiseerden zichzelf in arteli, wat enige bescherming bood tegen bewakers onderweg en het gevangenispersoneel in de pleisterplaatsen op de lange route. Velen waren bij aankomst zo verzwakt, dat er van enige serieuze fysieke arbeid geen sprake meer kon zijn. De toestanden in de mijnen, de bureaucratische wanorde (de toestroom van Poolse bannelingen na ‘1863’ zorgde voor een onvoorstelbare chaos), het droeve lot van vele vrouwen (vooral op Sachalin), de talloze ontsnapte ‘desperado’s’ die vaak in groepen dorpen onveilig maakten, het komt allemaal voorbij - net als de drie verschillende zwepen die werden gebruikt bij lijfstraffen.

De poel van politieke bannelingen na 1863 en 1881 maakten van Siberië - of althans van de dorpen en stadjes waar zij bijeen zaten - een revolutionair broeinest. Met hun voortdurende strijd tegen de willekeur van de lokale overheden zorgden zij voor een radicalisering ter plekke die het failliet van het strafbeleid nog eens onderstreepte. Van een plek voor quarantaine van opstandige elementen, veranderde Siberië steeds meer in een bron van infectie. Dit was een van de factoren die in 1899 leidden tot hervormingen, maar die bleken halfslachtig. Na de revolutie van 1905 schoot het aantal bannelingen weer omhoog. Pas in april 1917 schafte de Voorlopige Regering verbanning als strafmaatregel af.

*

In 1921 werd de Vereniging van Voormalige Politieke Dwangarbeiders opgericht, met een eigen tijdschrift en een flatgebouw in Sint-Petersburg waar leden huisvesting kregen. In de jaren dertig werd de vereniging opgeheven, 130 leden werden geëxecuteerd, negentig leden belandden in een kamp in Siberië. Daar was inmiddels een op industriële leest geschoeid dwangarbeidsysteem in het leven geroepen, waarbij de verbanningspraktijken onder de tsaren maar bleekjes afstaken.

Plots komt één van de bekendste foto's van Prokoedin-Gorski tot leven ...

----------------


Het is leuk om te zien hoezeer het werk van fotograaf Prokoedin-Gorski, na de herontdekking van zijn foto’s in de jaren negentig van de vorige eeuw, deel is gaan uitmaken van Ruslands cultuur-historisch bewustzijn. Prokoedin-Gorski emigreerde na de revolutie van 1917 naar het Westen en zijn prachtige kleurenfoto’s belandden uiteindelijk in de Library of Congress in Washington. Via digitale routes hebben zij allang weer hun weg teruggevonden naar Rusland. 

Vaak worden ze gebruikt om te laten zien hoezeer een bepaalde locatie door de jaren heen is veranderd – of juist hoe weinig.

Krochino (1909 - 2013)

Jaroslavl (1911 - 2009)

Een andere manier om werk van Prokoedin-Gorski te gebruiken, kwam ik onverwacht tegen bij Otava Jo (Отава Ё), een groep uit Sint-Petersburg die volksmuziek speelt met een modern kleurtje. In een recente clip gebruiken ze een van de bekendste foto’s van Prokoedin-Gorski, van drie meisjes in het dorp Topornja. Hij staat boven aan dit stukje. De clip is opgenomen op een andere locatie en ook de kleren zijn niet hetzelfde, maar het effect is prachtig.

Het begint eigenlijk al bij 1.30. De beelden die volgen (tot 1.45) verwijzen overduidelijk naar Prokoedin-Gorski, al had ik dat bij de eerste keer kijken niet meteen door. Maar dan, op 3.57, daar komt de oude meester echt tot leven. Wanneer de drie ‘moderne’ meisjes weglopen, is het net of je op zijn plaats staat. Zou hij zich indertijd hebben afgevraagd of de foto was gelukt? Dat was ie!

En natuurlijk moest ik meteen denken aan de prachtige film Inventaris van het Moederland, van Ben van Lieshout. Ook hij wekt oude foto's van Prokoedin-Gorski tot leven, en ook bij hem komen - te midden van veel meer - de drie meisjes met de bessen voorbij.

--------------

(Bij het schrijven van dit stukje kwam ik aardig wat foto’s van Prokoedin-Gorsky tegen - in een ‘verse’, digitale vorm zonder verticale kleurenstroken rondom - die ik nog niet eerder gezien had. Sommige daarvan zijn adembenemend. Iets voor een volgende stukje.)

Aleksandr Borisov - schilder boven de poolcirkel. Deel 2: wanneer kwasten barsten van de kou.

------------------

Wie een stukje schrijft over Aleksandr Borisov de schilder, moet opletten dat hij niet wordt afgeleid door Aleksandr Borisov de ontdekkingsreiziger, Aleksandr Borisov de etnograaf en Aleksandr Borisov de spoorwegbouwer.

Ik heb niet helemaal goed opgelet.

Aleksandr Borisov de schilder kruiste mijn pad in het Museum van de Artistieke Bestudering van het Noordpoolgebied (Музей художественного освоения Арктики) in Archangelsk. Het was aan het einde van een koude dag in de oude havenstad, die zich met zijn vele vervallen Sovjet-gebouwen en bar slechte wegen nog niet voor me had gewonnen. Weinig enthousiast stapte ik het museum binnen – het stond nu eenmaal op ons programma. We begonnen in een zaal met werk van Borisov, van wie ik niet eerder had gehoord. Er volgde nog een zaal, en nóg een zaal, het museum, zo leek het, hing bijna helemaal vol met Borisov. En hij won mij wél voor zich. (Later ontdekte ik pas - ik let zelden op bij groepsexcursies - dat het museum naar Borisov is vernoemd: Музей художественного освоения Арктики им. А.А. Борисова. Niet zo vreemd dus, dat er veel werk van hem te vinden is.)

Aleksandr Borisov (1866-1934) was de eerste schilder die zich boven de poolcirkel begaf, en dat deed hij met een missie: “De hele wereld de ongewone schoonheden tonen van de poolwereld … haar stille geheim onthullen en dat in brede kring delen.” 

Aleksandr Borisov - Zonsondergang (1906)

Aleksandr Borisov - Dal van de rivier de Matotsjka, Nova Zembla (1896)

Borisov, geboren in het dorp Gloeboki Roetsjej (provincie Archangelsk), had zijn zinnen gezet op een verblijf op Nova Zembla. In 1894 was hij al eens mee geweest met een expeditie naar de Noordelijke IJszee, twee jaar later was hij op het schiereiland Kola (de blauwe route op de kaart hieronder). 56 studies die de laatste reis opleverde, werden door kunstverzamelaar Pavel Tretjakov aangekocht als volwaardige schilderijen. In de winter van 1897-1898, Borisov was inmiddels afgestudeerd aan de Kunstacademie van Sint-Petersburg, volgde een trainingsexpeditie door de toendra (groene route). Onder meer leerde hij rauw rendiervlees eten en wendde hij aan schilderen bij bijna 40 graden onder nul. Bij dat laatste sta je niet stil, wanneer je Borisovs werk bekijkt. Zelf schreef hij daarover:

“Werken was erg moeilijk: ik moest de kwasten afsnijden, de haren korter maken, de verf aanbrengen had nauwelijks zin. Door de felle kou verandert de verf in dik deeg, dat niet op de kwast blijft zitten en dat niet op het doek is uit te smeren. Het gebeurde wel dat tijdens mijn ‘poolwerken’ zelfs de terpentine, het enige waarmee ik de verf vloeibaar zou kunnen maken, niet hielp, omdat het in die helse kou zelf begon te kristalliseren. Ik heb studies die ik schilderde bij -28,8 graden, drie-vier studies bij -37,5.  Daarbij moest ik de kwast in mijn vuist houden, bedekt door de mouw van mijn hertenlerenjas, en uit alle macht tegen het doek drukken om de verf erop te krijgen. De kwast barst en gaat kapot, je versteende handen weigeren dienst …”      

Helaas vermeldt Borisov niet over welke studies hij het hier heeft.

In 1898 laat Borisov scheepsbouwer Fan-der-Flit (Фан-дер-Флит) * in Sint-Petersburg een boot ontwerpen die hem naar Nova Zembla moet brengen. De boot, met een eivormige bodem (het vaartuig wordt zo niet door ijs geplet, maar omhooggeduwd), wordt gebouwd aan de Witte Zee en wordt Metsjta (Droom) gedoopt. Nadat in 1899 al voorraden zijn overgebracht, volgt in de winter van 1899-1900 het echte verblijf op Novaja Zembla (rode route). Bij punt 3 (zie kaart) wordt een onderkomen gebouwd, met onder meer een badhuisje, een atelier en een stal voor een paar koeien. 

Een verblijf als schilder is voor Borisov niet genoeg. Hij wil Nova Zembla beter in kaart brengen – en dat kost hem bijna zijn leven. Tijdens een expeditie langs de oostkust van het eiland (punt 4) komt de Metsjta vast te zitten in het ijs en bijna tweehonderd kilometer meegevoerd naar het zuiden. De boot wordt verlaten. De bemanning schiet zeehonden en lijdt geen honger, maar beleeft wel benauwde momenten wanneer het ijs scheurt. Na een week worden ze gered door een paar Nentsy, leden van het jagersvolk dat beter thuis is in de poolstreken.


In april volgt een nieuwe expeditie (punt 5). Borisov maakt een topografische kaart van Nova Zembla, doet meteorologische observaties en verzamelt planten en monsters van mineralen.

Maar het is zijn schilderwerk dat hem bekendheid bezorgt. Hij exposeert in verschillende Europese steden. Zijn oeuvre raakt verspreid (het Russische Museum in Sint-Peterburg bezit onder meer enkele portretten van Nentsy), maar het overgrote deel bevindt zich in het museum in Archangelsk: zo’n vierhonderd werken.

A. Borisov - Konstantin Vylka (1900)

A. Borisov - Maksim Pyrerka (1900)

Het huis aan de Noordelijke Dvina

In 1909 koopt Borisov een prachtig huis nabij Krasnoborsk, aan de oever van de Noordelijke Dvina. Hij schrijft er boeken over zijn reizen en over de Nentsy en schildert het landschap in de omgeving. Bezeten is hij van het idee om het noorden economisch te ontwikkelen. Daartoe, zo is zijn stellige overtuiging, dient een spoorlijn aangelegd te worden die het Europese noorden van Rusland verbindt met Siberië. Met geld van Borisov onderzoekt een groep ingenieurs in 1915 de mogelijkheden van een lijn van de Ob via Kotlas naar Soroka (het huidige Belomorsk). Er worden zelfs al stations getekend.

Borisov overlijdt in 1934. De spoorlijn is er niet gekomen, wel nog, op initiatief van de schilder, het kuuroord Solonicha, nabij Kransoborsk. Het huis van Borisov aan de Noordelijke Dvina is tegenwoordig een cultureel centrum, met veel aandacht voor jonge kunstenaars.     


* Eigenaar van de werf was Aleksandr Fan-der-Flit (1870-1941), nakomeling van een – u raadde het al – Nederlandse familie. Meer over hem leest u hier (Russisch.)   

Hier deel 1.

Aleksandr Borisov - schilder boven de poolcirkel. Deel 1: de ijsbreker Krasin.

--------------------

Foto: Vitold Moeratov

Het moest er maar eens van komen: een bezoek aan de ijsbreker Krasin, al jaren aangemeerd aan de Neva-kade in Sint-Petersburg. Er was elk uur een rondleiding en je deed er verstandig aan, zo had ik gelezen op de site, om je een kwartiertje voor aanvang te melden. Aan boord, bij de kassa, deed ik mijn ‘Ik-zie-er-misschien-wel-uit-als-een-buitenlander-maar-ben-gewoon-een-Rus-hoor-act’. In mijn beste Russisch vroeg ik om een kaartje. De bedoeling is dan dat ik word aangezien voor een Rus en het gewone tarief betaal. Maar dit keer had ik geen succes. “Bent u Russisch staatsburger?”, vroeg de dame van de kassa met een lichte frons. Dat moest ik ontkennen, waarop zij mij onverbiddelijk het speciale, honderd roebel hogere buitenlandertarief in rekening bracht.

Na mij kocht een man een kaartje die dezelfde vraag kreeg: of hij Russisch staatsburger was. “Wilt u mijn papieren soms zien?”, vroeg hij licht gepikeerd. De dame ging in de verdediging: “Deze man die voor u was, spreekt ook accentloos Russisch en die is toch geen Rus!” Dat compliment stak ik, samen met mijn kaartje, toch maar even mooi in mijn zak.


Ik had trouwens best wat later kunnen komen. Behalve die echte Rus zat er bij de kassa alleen nog een verliefd paartje op een bankje. Die hadden zo veel aandacht voor elkaar, dat ik me afvroeg of ze misschien gewoon toevallig dat bankje hadden gevonden en verder helemaal niet op de hoogte waren van wat voor rondleiding dan ook. Maar toen we door de kassadame het dek op werden gedirigeerd, gingen ook zij mee.

Nauwelijks stonden we op het dek, of daar kwam een streng ogende dame in een mooie, rode ijsbreker-Krasin-bodywarmer op ons af.

Ik dacht: met haar ga ik geen grapjes maken. Ik kreeg er niet eens de kans toe. Ze had slechts de functie van een administratieve tussenschakel en droeg ons meteen over aan een collega die de rondleiding ging verzorgen.


Even later vlogen de Nederlandse woorden (trap, trjoem, kajoet) me om de oren. Gedreven door taalkundig patriottisme wilde ik als een echte wijsneus iets opmerken over de herkomst van die maritieme termen (dat ik buitenlander was hoefde ik niet meer te verbergen), toen er een woord voorbijkwam dat ik niet verstond. Komins? Konings? Komings? Het ging over de hoge, glimmende drempel van een deur. De gids vertelde dat je daar, volgens de scheepvaart-etiquette, netjes overheen hoort te stappen. Dat deden we, toen er achter me nog twee verlate deelneemsters aan de rondleiding kwamen aangesneld. Ik wees ze op de drempel en zei: “Daar mag u niet op stappen, u moet er netjes overheen!” De twee hielden zich keurig aan de etiquette en gingen met ons mee het binnenste van het schip in.         

De deur met de hoge drempel

De deur met de hoge drempel

Terwijl we de vertrekken van de kapitein bewonderden (mooie meubels!), vroeg ik aan onze gids of het klopte dat er aan boord een tentoonstelling te zien was van de schilder Aleksandr Borisov. Want dáárvoor had ik me aan boord van de Krasin begeven – die hele ijsbreker interesseerde me verder weinig. Het klopte, van die tentoonstelling, maar die ging wel om 17.00 uur dicht. Het was inmiddels 16.20 uur … Na afloop van de rondleiding, zei de gids, zou ik nog tijd genoeg hebben. Dat betwijfelde ik, want hoe lang ging die nog duren, met dat verliefde stel dat op elke plek twintig foto’s van elkaar maakte? Maar zo waar, om 16.35 uur stonden we weer op het dek en ging een mevrouw - ook in zo’n rode Krasin-bodywarmer - me voor naar een kleine tentoonstellingsruimte. Omzichtig stapte ik over de coamings (zo schrijf je dat – komt uit het Engels) heen. Ik had mijn hoofddoel van die dag bereikt.


Met het werk van Aleksandr Borisov (1866-1934) had ik een paar dagen eerder kennisgemaakt in Archangelsk. Wat een verrassing was dat geweest! Archangelsk ligt er begin mei (kale bomen, natte sneeuw) niet op z’n voordeligst bij en plots stond ik daar in sfeervolle, mooi vormgegeven zalen tegenover prachtige schilderijen. Vreemd, dat ik nog nooit van Borisov had gehoord.

Meer over hem in deel 2.   

Aleksandr Borisov - Poolnacht in het voorjaar (1987)