(Eerste publicatie: 20-6-2012)
Viktor Stolyarov zingt, Robert Peary zoekt
(Eerste publicatie: 18-6-2012)
Zakendoen in Rusland? Mijdt Moskou, ga naar Sotsji.
(Eerste publicatie: 15-6-2012)
Voor zakendoen moet u in Sotsji zijn. Of in Oefa. Of Tsjeljabinsk. Moskou? Sint-Petersburg? Mwah, u kunt het proberen, maar zeg later niet dat u niet gewaarschuwd bent.
De Russische Forbes heeft een lijst gepubliceerd met de dertig steden in Rusland waar het zakenklimaat het prettigst is. Sotsji, locatie van de komende Winterspelen, staat bovenaan. Bij een eerste selectie werd gekeken naar positieve factoren (bevolkingsaantal, lonen en de groei van beide). De dertig beste steden werden vervolgens beoordeeld op belemmerende factoren. Hoe minder die aanwezig zijn, hoe hoger de plaats op de ranglijs
Enquêtes, uitgevoerd door onder meer Ernst & Young en de Wereldbank, leverde de volgende vijf belangrijkste ‘pijnpunten’ op:
1. Tekort aan personeel (hoog- en laagopgeleid)
2. Slechte kredietverlening (“Недоступность финансовых ресурсов”)
3. Slechte infrastructuur
4. Administratieve barrières
5. Uitvoering belastingregels (“Налоговое администрирование”)
“Een belangrijke factor waarover ondernemers klagen, die we in de ranglijst niet hebben kunnen meewegen, is corruptie”, schrijft Forbes. Over Sotsji werd door zakenlui gemeld dat “de verhoudingen met het stadsbestuur aanvullende uitgaven onontkoombaar maken”. Maar, voegt Forbes daaraan toe, bouwgrond verwerven of aansluiting krijgen op het electriciteitsnet is in de “olympische hoofdstad” nog altijd eenvoudiger dan in Krasnodar, om over Moskou of Sint-Petersburg maar te zwijgen.
Moskou staat 27ste op de lijst (“100 Procent van de kleine en middelgrote ondernemers zijn van mening dat de ambtenaren niet geïnteresseerd zijn in het oplossen van hun problemen”.), Sint-Petersburg 29ste (“Misschien dat het ondersteuningsprogramma 2012-2015 voor het klein- en middenbedrijf de situatie nog kan verbeteren”.).
Hier de eerste tien van de lijst. De volledige lijst staat hier. Voor de lijst van 2010 (Sotsji stond toen nog negende) klikt u hier, voor het stukje dat ik daar toen over schreef hier.
1. Sotsji
2. Oefa
3. Tsjeljabinsk
4. Tjoemen
5. Nizjnyi Novgorod
6. Jekaterinburg
7. Machatsjkala
8. Kazan
9. Oelan-Oede
10. Krasnodar
De lijst is niet helemaal kakelvers (twee weken oud, om precies te zijn), wat als voordeel heeft dat er al aardig wat reacties zijn. “Ja, ja, Kazan komt na Machatsjkala, en dat geloven we.” Uit Sotsji meldt iemand: “We staan hier de hele dag in de file, je komt nergens meer. Hoezo de eerste plaats!”
Odessa heeft een nieuw logo
(Eerste publicatie: 10-6-2012)
Een stadswapen is één ding, het logo van een stad is iets heel anders. Kijk maar:
Dit is het stadswapen van de kleurrijke havenstad Odessa.
En dit is het nieuwe logo van de Oekraïense stad, ontworpen door de Moskouse Artemy Lebedev Studio:
We herkennen natuurlijk het anker, en verder – dat had ik niet meteen door – een vuurtoren. De twee pijlen doen denken aan de golven en vormen samen een hartje. Ze stralen ook kracht en trots uit, wijzend op zichzelf, zo van: kijk mij eens! Een vrolijk geheel, in elk geval, en een hele verbetering ten opzichte van het vorige logo:
Niet alleen aan het logo is gewerkt, er is ook een nieuw schrift voor de stad ontworpen.
Eerder ontwierp Artemy Lebedev al een nieuw logo voor Perm en de provincie Kaloega, maar de voorraad mogelijke opdrachten is natuurlijk eindeloos. Wij denken meteen aan Sint-Petersburg. Ons stadswapen telt – wij zijn belangrijker dan Odessa – twee ankers! Dat kan alleen maar iets moois opleveren. Aan de slag, Artemy!
En verder wil ik Lebedev verzoeken om iets te doen aan het stadswapen van Magnitogorsk, want daar krijgen de inwoners van die Siberische stad het natuurlijk nooit echt warm van.
Nou ja, misschien als ze de vlag van hun stad erbij zien.
Mijn honderdste bezoek aan Sint-Petersburg - 3
(Eerste publicatie: 6-6-2012)
Tegen geld kan je op de foto met Peter de Grote, dacht ik. Er volgde een korte conversatie.
Hij: U wilt natuurlijk graag met mij op de foto!
Ik: Wat bent u nou voor Peter de Grote, ik ben langer dan u!
Hij: Ik ben Peter de Grote niet, ik ben graaf Orlov.
Drie foto’s vlak voor een optocht van bikers over de Nevski, op de verjaardag van de stad. Ik heb het begin niet afgewacht:
Omdat mijn tante, net als Tsjechov, zo van teckels houdt.
Bij een bushalte op de Nevski Prospekt. Hemelse weemoed! Ik speelde vroeger ook nog wel eens op een drumstel.
Er lukte die middag helemaal niks met m’n foto’s, tot ik hem zag vegen. Even later, als cadeautje voor de fotograaf, kwam ook nog zij nog naar buiten.
Mijn honderdste bezoek aan Sint-Petersburg - 2
Mijn honderdste bezoek aan Sint-Petersburg - 1
(Eerste publicatie: 2-6-2012)
Is een beetje onzin, hoor, de kop boven dit stukje. Alsof ik al mijn bezoeken aan Sint-Petersburg (en Leningrad) keurig netjes heb geteld. Ik kwam hier in 1979 voor het eerst, misschien zit ik tegen de honderd aan, misschien ben ik er allang overheen.
Mijn huidige bezoek aan de stad van Peter de Grote is bijzonder. Voor het eerst loop ik rond zonder nadrukkelijk op zoek te zijn naar een verhaal. Voor het eerst loop ik vooral rond op zoek naar een foto. Besmet met het foto-virus (ik heb het flink te pakken) maakte ik er talloze, een zeer bescheiden selectie stuurde ik al via Facebook de wereld in. De komende tijd doe ik dat ook – met enige doublures - op deze plek.
Dit weblog krijgt dus even een ander karakter, dat had ik al besloten. Wat ik nog nodig had was een leuke aanleiding en ik dacht: een jubileum! Ter ere dus van mijn honderdste bezoek aan Leningrad/Sint-Petersburg krijgt u van mij voor de verandering een beeldverslag. In hoeveel afleveringen, dat weet ik nog niet. Hoe dan ook, over niet al te lang keert dit blog terug in zijn oude, vertrouwde bedding.
Het liep tegen achten in de Peter en Paul vesting en het was, op z’n Petersburgs, mei-fris. Ik zat op de koude stenen, toestel aan de grond, passend en metend. Een jolig bruidspaar, klaar met de bruidsreportage, schoof door mijn beeld naar de poort, richting zang en dans. En daar kwam zij voorbij, schuifelend, niet jolig. Geen zang en dans voor haar die avond. Ze keek naar me en vroeg zich misschien af of ik een foto van haar maakte.
Lente in Sint-Petersburg
(31-5-2012)
Alexander III en zijn paard staan in brons ongelukkig te zijn voor het Marmerpaleis
(Eerste publicatie: 27-5-2012)
Mijn favoriete standbeeld in Sint-Petersburg is dat van tsaar Alexander III. Het staat te verpieteren op de binnenplaats van het Marmerpaleis, een metertje boven de grond.
Ooit prijkte de bonkige tsaar op zijn even bonkige paard hoog bovenop een stevig voetstuk op het stationsplein aan de kop van de Nevski Prospekt. Daar kregen tsaar en paard de ruimte. Zou het beest nu in galop gaan, dan zou het binnen een paar meter struikelen over een bankje en tot stilstand komen tegen een blauwgroene muur.
Het standbeeld, onthuld in 1909, is gemaakt door Paolo Troebetskoi. Ik kwam deze mooie foto tegen, waarop met een suprematistisch model de beste positie op het plein wordt bepaald.
Vanaf de inhuldiging was het beeld omstreden, wat ik me wel kan voorstellen. Was dit een eerbetoon aan een tsaar? Het staalde kracht uit, maar toch vooral domme kracht.
In 1922 haalden de nieuwe machthebbers nog een geweldig leuk geintje uit met het beeld. Het werd opnieuw onthuld, nu met een gedichtje van Demjan Bedny op de sokkel. Daarin stond dat de vader en de zoon van Alexander (Alexander II en Nicolaas II) “bij leven zijn terechtgesteld”, en dat Alexander III na zijn dood, “in staal gegoten” als boeman dienstdeed. (“Bij leven terechtgesteld” staat een beetje raar. Ook is het beeld van brons, niet van staal.)
In de jaren dertig belandde het beeld op de binnenplaats van het Russisch Museum. Door de ramen kon je het daar tot in de jaren negentig zien staan. Uiteindelijk werden tsaar en paard overgebracht naar het Marmerpaleis, een filiaal van het Russisch Museum. Daar rust het op een laag voetstuk waar eerder de pantserwagen van Lenin op stond. Zelden zal een standbeeld er zo onhandig bij hebben gestaan. Wat ook niet helpt is de wat ongelukkig gepositioneerde linkervuist van Alexander III. Daar hield hij ooit de teugels mee omvat, maar die is ‘ie kwijt.
Op de oorspronkelijke plek van het beeld staat tegenwoordig een doodsaaie obelisk. Die heeft iets met de Tweede Wereldoorlog te maken, dus weghalen zal wel geen optie zijn. Ik denk dat Alexander voorlopig nog wel even tegen die groenblauwe muur zit aan te kijken.
Een jaar of wat geleden stond ik op 1 mei’s avonds aan de Neva bij het Marmerpaleis naar het vuurwerk te kijken. Naast me wees een vader zijn zoontje door het hek op het standbeeld. “Nicolaas II”, zei hij. “Alexander III”, zei ik iets te snel. De vader keek me vernietigend aan.