Dansen in Sotsji op de klanken van Kola Beldy. Of: het raadsel van de Sovjet-film Stad en lied, met Khil, Frejndlich en Baryshnikov.

Baryshnikov Sotsji filmmuziek Sovjetunie Khanina Ranina

Met enige regelmaat komt het clipje voorbij, op Facebook en – vooral – het Russische internet. Aziatische klanken, niet-Aziatische dansers en danseressen, zeer zonnig gekleed, met een bijrol voor een rijtje Lada’s. Raadselachtig en hypnotiserend:

Sovjet-Lada’s, een Sovjet-achtige badplaats … Maar stamt dit licht psychedelische filmpje, riekend naar geestverruimende middelen uit de jaren zestig, wel echt uit de Sovjetunie? Ja en nee. De muziek (uit 1969) is een Sovjet-product, de beelden (uit 1968) zijn dat ook, maar beide zijn pas vele jaren later, toen de USSR al tot een bijna grijs verleden behoorde, samengevoegd. De dans van de zonnige dames en heren is daarbij iets vertraagd om in het ritme te blijven van de Aziatische klanken.      

Kola Beldy

Kola Beldy

Het liedje is van Kola Beldy, een zanger behorend tot de Nanai (een klein volk uit het Verre Oosten van Rusland), die in de Sovjetunie een nationale bekendheid werd. Het heet Chanina Ranina en gaat over iemand die een visje vangt voor zijn zus. Kola – ik leid dat af uit de filmpjes die ik van hem zag – moet een zeer aimabel iemand zijn geweest, maar mijn aandacht ging toch vooral uit naar die filmbeelden.

Die komen uit Stad en lied, een muziekfilm van regisseur Leonid Menaker. De film was snel gevonden en ik ging er eens goed voor zitten. Het begin was veelbelovend. Het verstilde Leningrad op een vroege morgen, eind jaren zestig. Alleen al die kruiers op het perron! Maar verder … het viel allemaal niet mee.  

Verreweg het grootste deel is opgenomen in Leningrad, maar de film is vooral een staalkaart van de lichte muziek uit die tijd, met artiesten als Eduard Khil (vanaf 15.55), Alisa Frejndlich (41.50) en Edita Pecha (57.00). Opvallend is ook het optreden van Mikhail Baryshnikov (44.20). Kola Beldy is nergens te bekennen, maar evengoed is de film ook in zijn originele vorm, zonder zijn aanwezigheid, voor mij nogal raadselachtig.

Ik heb enig speurwerk verricht, maar niks over Stad en lied kunnen vinden. Was hij bedoeld voor de bioscoop? En trok hij daar veel publiek? Of was hij bestemd voor het buitenland? Een wat onbeholpen poging om toeristen te trekken? Vandaar misschien die buitenlanders op een cruiseschip (24.00), dat folklore-ensemble (24.20) en die danstoestanden aan zee?  

Die dames en heren in zwemkleding – opgenomen in Sotsji – vallen volledig uit de toon bij de rest van de film. De overgang van het strandje aan de Neva naar de zuidelijke badplaats komt dan ook geforceerd over. Een verhaallijn ontbreekt, ik heb met stijgende verwondering zitten kijken. Die verbindende muziek tussen de artiesten (mij deed ze denken aan Live at Pompeii van Pink Floyd), dat paardennummer (30.30), Khil op het vliegveld …  

dressuur paarden Leningrad Sovjetunie film

Я – пас. Ik pas, ik kan er geen kaas van maken. Mij lijkt Stad en lied in al zijn raadselachtigheid een prachtig afstudeerproject voor een student Ruslandkunde.  

(De YouTube-versie hierboven is van een matige kwaliteit. Er zijn betere versies beschikbaar, maar die kan ik op dit weblog niet embedden. Zie hier.)

De Moskouse 'vijver van Boelgakov' als broedplaats voor schaatstalent

De Patriarchvijver in Moskou

De Patriarchvijver in Moskou

De Moskouse Patriarchvijver is onder buitenlanders die enigszins thuis zijn in de Russische literatuur vooral bekend uit de roman De meester en Margarita van Michail Boelgakov. Zij zullen – net als veel Russen overigens - niet vermoeden dat diezelfde vijver een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld in de schaatssport.

Eind 19de eeuw beschikte de Moskouse Rivierzeilclub over een mooie schaatsbaan aan de Petrovka 26. Dat was de Russische Gymnastiek Vereniging De Valk een doorn in het oog. Zij wilden ook zo’n schaatsbaan! En die kwam er. Na een zoektocht van enkele jaren werd een baan gehuurd op een wel zeer aantrekkelijke locatie: de Patriarchvijver, hartje Moskou.

De Valk hoopte met die baan twee vliegen in één klap te slaan: de schaatssport stimuleren en de eigen inkomsten verhogen. Er kwam een nieuw paviljoen en een podium voor muzikanten, die zich – uniek voor Moskou – achter in een aparte ruimte konden opwarmen. Voor het paviljoen kwam een terras met een brede trap naar het ijs en voor het terras kwamen drie rijen bankjes. Op deze foto is dat paviljoen goed te zien:

Moskou kunstschaatsen schaatsbaan

Ook is goed te zien dat op de buitenste ring van het ijs een baan voor hardrijders was aangelegd met een mooie sneeuwrand in het midden.

Die baan is ook duidelijk aangegeven op deze plattegrond. Begovaja dorozhka staat erin geschreven, wat ik zou vertalen als Hardrijbaantje. Ook staat netjes vermeld hoe lang de baan was: 280 meter. 

Patrarchvijver schaatsbaan Moskou

Op 6 december 1903 werd de baan geopend. Een kaartje kostte 20 kopeken zonder muziek en 40 kopen met muziek. Voor een seizoenkaart betaalde een volwassene 8, studenten 6 en kinderen 4 roebel. De aanleg van de bijgebouwen was nogal kostbaar geweest en of De Valk uit de kosten is gekomen, weet ik niet. Wel is duidelijk dat de baan op de Patriarchvijver de schaatssport een aardige impuls gaf.

Elk jaar werd een kampioenschap van Moskou georganiseerd, voor kunst- en hardrijden. Dat kunstrijden werd niet zo’n succes. “Alleen een jongedame aan de zijkant trok veel aandacht met vrolijke cirkels en achtjes, maar die deed niet mee aan de wedstrijd”, aldus een krantenverslag uit 1904. Kort daarvoor was de eerste hardrijwedstrijd gehouden en dat was beter gegaan: “Er deden veertien man mee, die in zeven koppels reden. De heer Sedov was de snelste op de 1.500 meter in 2.43 en kreeg de eerste prijs. Op de tweede plaats eindigden de heren Grigorjev en Tyminski, die de afstand in 2.55 aflegden.” 

Tot de schaatsende leden van de Russische Gymnastiek Vereniging De Valk behoorden de gebroeders Vasili en Platon Ippolitov, die  ongetwijfeld heel wat baantjes getrokken hebben op de Patriarchvijver. Platon werd meervoudig kampioen allround van Rusland, Vasili werd in 1913 in Sint-Petersburg Europees kampioen, vóór de Noor Oscar Mathisen, die hem een jaar laten bij het WK in Kristianina (nu Oslo)  naar de tweede plaats verwees.

Platon Ippolitov

Platon Ippolitov

Vasili Ippolitov

Vasili Ippolitov

Hoe het De Valk door de jaren heen vergaan is, heb ik niet uitgezocht. Wel kwam ik nog een redelijk recent (2012) filmpje tegen waarop de ijsbaan op de Patriarchvijver in volle glorie te zien is. Een vierhonderdmeterbaan zet je daar nog steeds niet uit, maar voor kunstschaatswedstrijden lijkt me dit een toplocatie.

Waarna we nog even terugkeren naar de Russische literatuur. Als ijsbaan heeft de Patriarchvijver niet het werk van Boelgakov gehaald, maar wel dat van Aleksandr Koeprin. Die schrijft in De Jonkers dat het ijs op de baan van De Valk “glad als een spiegel” was. “Er hing een gedrukt aanplakbiljet: De bezoekers van de baan wordt verzocht niet zonder noodzaak krassen te maken op het ijs met figuren en geen voren te trekken op het parket met plotselinge stops.”      

Intelligente nostalgie naar de USSR – Tatjana Moskvina beschrijft haar jeugd als Sovjet-meisje.

Tatjana Moskvina Sovjet-meisje Russische vrouwen

Haar ouders waren “kinderen van het 20ste Partijcongres”, haar oma werkte bij de NKVD. Het is het milieu waarin theatercriticus en colomniste Tatjana Moskvina (1958) opgroeide. Over haar jeugd in de Sovjetunie schreef ze een boeiend boek: Жизнь советской девушки / Het leven van een Sovjet-meisje.

Afgelopen najaar vroeg ik mijn lezers welke literaire boeken men dient te lezen om een goed beeld te krijgen van de Sovjetunie. Moskvina (haar boek was te nieuw om al genoemd te worden) verdient een plaatsje op de lijst die dat opleverde. De jaren die zijn verstreken sinds de USSR uiteenviel, geven haar blik een prettige, nuchtere afstandelijkheid. Haar directe betrokkenheid – ze schrijft tenslotte over haar eigen jeugd – geeft het boek een emotionele lading. Het levert een mengsel op dat je ‘intelligente nostalgie’ zou kunnen noemen.

De ouders van Moskvina komen uit de provincie naar Leningrad. “Provincialen die niet voor Moskou kozen, maar voor Piter, waren allemaal dromers”, schrijft ze, en dat gold zeker voor Moskvina’s vader en moeder. Ze geven zich over aan literatuur, muziek en vooral theater. Het toneelgroepje waar ze zich in verliezen, heeft alles om uit te groeien tot een evenknie van het Moskouse Taganka theater, maar in het slaperige Leningrad “groeien geen Taganka’s”. de aandacht voor dochter Tatjana schiet er nog weleens bij in, maar dan is daar nog altijd oma, kort na de dood van Stalin, zoals velen, ontslagen uit ‘de organen’. Zeer materialistisch (en enigszins drankzuchtig) heeft oma weinig op met de zweverigheid van haar dochter en schoonzoon. Tatjana op haar beurt heeft weinig op met de ideeën van baboesjka – de grootste schat die ze van haar erft is een ongebreidelde liefde voor paddenstoelen, opgedaan tijdens lange zomers op de datsja in de bossen van Karelië. 

Tatjana groeit op in simpele armoede, die ze niet voelt en die haar niet terneerdrukt. Om haar honger naar cultuur te stillen, hoeft ze nauwelijks moeite te doen. In Leningrad zijn er voor kinderen volop theaterclubjes, bioscopen vertonen genoeg interessants, het is allemaal betaalbaar en zelfs in de bossen van Karelië is de bibliotheek niet ver weg. “U had eens moeten proberen om onder het Sovjet-bewind te ontsnappen aan cultuur.” Als puber raakt Moskvina met haar vriendinnen verslingerd aan het TJoeZ, het Theater voor Jonge Toeschouwers.

Moskvina dweept geen moment met de Sovjetunie van de jaren zestig en zeventig, ze onderstreept pluspunten die voor haar generatie simpelweg tastbaar waren. Zij en haar leeftijdgenoten groeiden op onder veel betere omstandigheden dan welke voorouder dan ook. De simpele flatjes die langzaamaan beschikbaar komen, het gratis moestuintje, behoorlijk onderwijs, ook gratis … Vooral voor dat laatste is Moskvina nog altijd dankbaar.   

Paleisplein, Leningrad

Paleisplein, Leningrad

Paradoxaal genoeg zaagt de Sovjetunie door al dat onderwijs aan zijn eigen stoelpoten. De kloof tussen de door en door geïdeologiseerde staatsleer en de werkelijkheid van het leven rondom, wordt voor de jonge intelligentsia en haar kinderen-met-een-opleiding steeds moeilijker te verteren. Moskvina schrijft: “Juist in de jaren van mijn jeugd had het land een kans om afstand te doen van het dogma en te gaan leven in contact met de werkelijkheid. Maar het dogmatisme, de wanhopige trouw aan een dode letter, is een chronische Russische ziekte.”

Het leven van een Sovjetmeisje bevat tal van schetsen die het bijna tot een leerboek van een tijdperk maken. De weinig benijdenswaardige positie van de vrouw, de woningnood (Moskvina’s ouders scheiden, haar vader komt met zijn nieuwe echtgenote inwonen bij dochter en ex), de gebrekkige sexuele opvoeding, de boersige lompheid op straat en als contrast de sfeer op de universiteit – het komt allemaal voorbij. ‘God ja, weet je nog?’, denk je, wanneer ze schrijft over de bijna mythische status van ‘de Georgiërs’ en over de dienstensector met zijn eigen wetten, waar een directeur van een markt, restaurant of stomerij een rijk iemand was.

Studenten, begin jaren tachtig. (Locatie onbekend.) Toevoeging: zie commentaar. 

Studenten, begin jaren tachtig. (Locatie onbekend.) Toevoeging: zie commentaar. 

In het najaar van 1980 arriveerde ik in Voronezj voor een verblijf van een half jaar. Het was nog stil op de studentenflat, veel studenten waren nog ‘naar de aardappelen’ – nog zo’n typisch Sovjet-fenomeen. Ook Moskvina brengt met medestudenten van haar theaterinstituur een aantal weken door op en rond modderige aardappelvelden van de provincie Leningrad om te helpen bij de oogst. De ondoelmatigheid van de economie is duidelijk, de onderlinge solidariteit tussen de studenten te velde groot. De pagina’s die Moskvina aan ‘de aardappelen’ wijdt, voerden me terug naar mijn maanden op de studentenflat in Voronezj. Ook daar had je diezelfde solidariteit tussen redelijk intelligente mensen, die allemaal begrepen hoe de Sovjet-wereld buiten in elkaar stak, en die er binnen met een gitaar, drank en elkaars gezelschap het beste van probeerden te maken – en daar uitstekend in slaagden.

Intelligente nostalgie, zo noem ik dat maar.

(Binnenkort zal ook literair medewerkster Aida Smirnova een – Russisch – stukje aan dit boek wijden.)  

Russische les met een nieuw lied van Viktor Stolyarov

Viktor Stolyarov

Viktor Stolyarov

Cursisten! Wat is het alweer lang geleden dat ik het woord tot u richtte. Ik herinner mij pakkende filmpjes met veel buitenwoordenboekelijk taalgebruik, en ook leuke dialogen in de rij bij de kassa van de supermarkt. U kon daar lange tijd mee vooruit en u zult dat alles inmiddels wel uit uw hoofd hebben geleerd. De hoogste tijd dus voor nieuwe lesstof: een nieuw lied van Viktor Stolyarov!

Velen van u kennen hem inmiddels, de zanger geboren in Froenze, woonachtig in Verona, New Jersey. Gedichten van anderen voorziet hij van muziek, het resultaat voert hij zelf uit. Magnolia heet dit laatste werk, de tekst is van Aleksej Tsvetkov. De bedoeling is dat u ook dit uit uw hoofd leert. Meer huiswerk vindt u onder het tweede filmpje. Succes!  

в саду цвела магнолия
в ручье текла вода
на мой вопрос говно ли я
ты отвечала да

потом цвела камелия
на мой вопрос в ответ
увы в своем уме ли я
ты утверждала нет

теперь живу в монголии
где не цветут ничьи
камелии магнолии
и не текут ручьи

здесь самоуважения
побег в душе подрос
и слушаю уже не я
ответы на вопрос

In de tuin bloeide de magnolia
In de beek stroomde water
Op mijn vraag of ik een hufter was
Antwoordde je steeds: ja.

D
aarna bloeide de camelia
Ben ik soms niet normaal,
Vroeg ik, en dan antwoordde je:
Dat ben je inderdaad niet, nee.

Nu woon ik in Mongolië
Waar niemand camelia’s
En magnolia’s heeft bloeien
En geen beken stromen

Hier is een loot zelfrespect
Ontsproten in mijn ziel
En krijg ik geen antwoorden meer
Te horen op een vraag

--------------------------------------------------

Bij de commentaren onder het gedicht op de site van van Aleksej Tvetkov trof ik dit verstandige advies aan: Риторические вопросы опасно задавать наедине – Het is gevaarlijk om retorische vragen te stellen wanneer je alleen bent.

Er werd trouwens in de Russische lichte muziek al eens eerder een vraag gesteld in een fauna-achtige setting. Dat leverde toen een heel andere conversatie op (hier had ik liever het filmpje van dat lied met de originele filmbeelden laten zien, maar daar doet Mosfilm moeilijk over. Twee hele korte flitsjes uit het origineel zitten wel in bovenstaand filmpje - de blonde dame die twee keer even te zien is):

Sergej Nikitin - Я спросил у ясеня. Uit de film Ирония Судьбы, Или С Легким Паром!. Muziek: Mikael Tariverdijev, tekst: Vladimir Kirsjon.

En nee, dit ga ik niet vertalen, dat is uw huiswerk voor de volgende keer.

Я спросил у ясеня
Где моя любимая
Ясень не ответил мне
Качая головой

Я спросил у тополя
Где моя любимая
Тополь забросал меня
Осеннею листвой

Я спросил у осени
Где моя любимая
Осень мне ответила
Проливным дождем

У дождя я спрашивал
Где моя любимая
Долго дождик слезы лил
За моим окном

Я спросил у месяца
Где моя любимая
Месяц скрылся в облаке
Не ответил мне

Я спросил у облака
Где моя любимая
Облако растаяло
В небесной синеве

Друг ты мой единственный
Где моя любимая
Ты скажи где скрылася
Знаешь где она

Друг ответил преданный
Друг ответил искренний
Была тебе любимая
Была тебе любимая
Была тебе любимая
А стала мне жена

Я спросил у ясеня
Я спросил у тополя
Я спросил у осени...

 

    

Twee recensies van de nieuwe roman van Elena Katishonok, и новая сотрудница нашего блога. "А света в окне нет?.. "

Het huidige Riga

Het huidige Riga

Новый роман Елены Катишонок - это событие.  Een nieuwe roman van Elena Katishinok is een gebeurtenis. И отличный повод представить вам  новую сотрудницу этого блoга, Айду Смирнову, которая будет писать, на русском, о русском литературе. En een uitstekende gelegenheid om een nieuwe medewerkster van dit blog aan u voor te stellen: Aida Smirnova, die in het Russisch over Russische literatuur zal schrijven. Bijdragen in het Nederlands over Russische literatuur blijven gewoon verschijnen, zoals hieronder in de rechterkolom, in dit geval ook over Katishonoks nieuwe roman.

Аида Смирнова - Признаюсь сразу: чтение этой книги, постижение ее смысла и замысла (если это возможно в полной мере) – трудная работа. Но она постепенно захватывает тебя, и в ее процессе, на всем бесконечно длинном и сложном развертывании сюжета открывает читателю всё новые грани жизни и человеческого характера. Рядом со многими персонажами следует, как правило, его негативный антипод, оттеняя его своей непохожестью и создавая диссонанс характеров, что придает повествованию дополнительную яркость и выразительность.

Это не шекспировская трагедия с ее вселенскими «проклятыми» вопросами и штабелями трупов в финале. Здесь всё проще и страшнее, потому что здесь развертывается глобальная (по количеству героев) бытовая, вялотекущая, бесконечная драма тех самых людей, которые зовутся «простыми» и которые составляют понятие «народ».

Количество героев (главных и второстепенных, мелькнувших лишь раз, впрочем, наделенных обязательно какими-то внешними приметами, штрихами облика и характера) кажется неисчислимым, просто поражает. Недаром автор является лауреатом премии «Ясная поляна», местом, чей хозяин славился многолюдьем своих романов. Вначале кажется, что это просто толпа людей, которая пополняется всё новыми и новыми персонажами, но по ходу действия обнаруживается, что они прямо или косвенно связаны, кто отдаленно, через цепочку других людей, кто непосредственно.

Линия жизни многих героев романа (семьи Лункансов, доцента Присухи, девочки Ольки) вполне могли бы стать отдельными законченными новеллами, но они, причудливо и порой неожиданно переплетаясь, проникая друг в друга, делают роман таким сложным (в хорошем смысле этого слова), таким многогранным и многоцветным, увлекательным. Как все неожиданно, непредсказуемо и... закономерно в жизни. Как люди, не понимая и отталкиваясь друг от друга, связаны многими видимыми и невидимыми нитями по воле главного режиссера – судьбы.

Многозначно само название романа. Его метафорический свет буквально пронизывает плотную ткань этой книги. Многим персонажам и по разным поводам он светит, но это обычно не тот свет, который греет и означает любовь, доброту и душевность. Настоящей поэмой звучит размышление девятилетней девочки Ольки о светящихся окнах. Этот маленький, но сильный человечек, обделенной материнской любовью и так мечтающий о дружной, доброй семье – самый светлый и обаятельный образ книги. Свет несёт она сама.

«Придуманные люди жили по-разному. Самыми счастливыми были обладатели абажуров, потому что человек, заботливо облекший обыкновенную лампочку уютной оранжевой полусферой, просто не может жить плохо...Четверо, например, или пятеро человек, и каждый из этих четверых или пятерых любит всех остальных – и его все любят». Наивная маленькая фантазерка мечтает о малом: о домашнем уюте, тепле, покое. Это именно то, чего не хватает почти всем героям романа. Потерянные, разбитые, несостоявшиеся семьи – настоящие бедствие для всех.

Не сложилась семейная жизнь и у главного героя романа Карла Лунканса – сына Германа Лунканса, «скромного работника переплётной мастерской» и «первого кинематографиста республики». ... «В тысяча девятсот сороковом году Герман лишился дома, родной земли и спасибо, что не жизни»... Черз двадцать лет Герман умер в день своего несостоявшегося триумфа. Сын хочет осуществить замысел отца – воплотить в жизнь его сценарий, но слово «несостоявшийся» преследует и его. Карлуша (автор явно симпатизирует ему и часто называет этим детским именем) слывёт в глазах окружающих и прежде всего его жены Насти неудачником. Скромный, деликатный, нечестолюбивый, «просто инженер», он не подходит под её стандарт образцового мужа. И его жена Настя такого находит в лице торгпреда Баева. Так рушится еще одна семья: «только сейчас он понял, что принимал за любовь чувство вины»...Одиночество вдвоём, постоянные несовпадения интересов и чувств друг друга – кто виноват? Как честный и добрый человек, Карл винит себя. И обречён вновь на одиночество и тоску.

Elena Katishonok

Elena Katishonok


Egbert Hartman - “Zij vertegenwoordigen een grotere kracht, die van het individu”, schreef ik in 2011 in een recensie over de roman Er leefden eens een oude man en een oude vrouw van Elena Katishonok. In dat romandebuut van de in Boston woonachtige, Russischtalige Katishonok, worden de lotgevallen beschreven van een familie in Riga, die de rampen van de 20ste eeuw in volle gewicht over zich heen krijgt. De adembenemende familiekroniek kreeg een vervolg met Tegen de wijzers van de klok in, en eind vorig jaar verscheen, voor mij volledig onverwacht, deel drie, Licht in het venster (Svet v okne). (Ik ontmoette Katishonok in 2012 in Amsterdam, ze repte met geen woord van plannen voor een nieuw boek, die ze toen ongetwijfeld al moet hebben gehad.)

De hoofdpersonen in vooral Er leefden eens een oude man en een oude vrouw weten hun waardigheid te behouden, in de zware slagschaduw van de Sovjets die in 1940 binnenvallen, van de Duitsers en opnieuw de Sovjets, die Letland na de oorlog ingesnoerd houden. Katishnok zet haar personages met veel compassie neer als ‘kleine’ overwinnaars.

Het contrast met deel drie, Licht in het venster, is groot. De hoofdpersonen zijn als schipbreukelingen aangeland in de jaren zestig, het vegetarische tijdperk, zoals die latere Sovjet-periode wel wordt genoemd. Het directe gevaar voor lijf en leden is geweken, er is een beetje ruimte om het bestaan naar eigen inzicht vorm te geven. Hoe gaan de personen met dat kleine beetje vrijheid om? Niet zo goed. Gehinderd door demonen uit het verleden, door schaarste (vooral op de woningmarkt) en in de weg gezeten door een nog altijd repressief regiem, vluchten ze in een parallelle wereld, zonder daar veel geluk te vinden.

Het levert een gelaagd beeld op van de jaren zestig, gevuld met personen die door hun familiebanden noodgedwongen met elkaar te maken hebben of elkaar bij toeval in meerdere cirkels van het verhaal tegenkomen. Lelka (de achterkleindochter van de oude man en de oude vrouw uit her eerste deel) heeft als lerares Engels Nastja, die trouwt met Karloejska. Wanneer Karloesjka bij de hem onbekende Lelka op bezoek gaat voor een mogelijke woningruil, blijkt haar grootvader de broer van zíjn grootvader te zijn. Lelka, getiranniseerd door haar moeder en stiefvader, vlucht in de wereld van Galsworthy’s Forsyte Saga. De docent Engels van Nastja op de universiteit vlucht in een studie over datzelfde boek. Wat hij over Galsworthy schrijft wijkt af van de Sovjet-leerboeken en zal, dat beseft hij heel goed, nooit gepubliceerd worden. Wanneer hij verongelukt, vindt Karloesjka aantekeningen van hem. Die geven hem een beslissend duwtje: hij besluit te gaan schrijven. Zo vlucht ook hij uiteindelijk in een parallelle wereld.

In de hal van Lelka’s huis hangt een bord met namen van de eerste huurders. Wie het eerdere werk van Katishonok kent, herkent dat bord en dus het huis onmiddellijk. Het huis speelt de hoofdrol in ‘Wanneer een mens vertrekt’, een boek dat buiten de inmiddels driedelige familiekroniek valt, maar daar dus toch raakvlakken mee heeft. Bij het zien van de namen, fantaseert Lelka – ook weer een vlucht uit de werkelijkheid -  allerlei mooie avonturen bij elkaar voor die eerste bewoners. Uit ‘Wanneer een mens vertrekt’ weten wij al dat voor veel van die bewoners de 20ste eeuw niks moois in petto had.

Dergelijke onverwachte verbanden, elkaar kruisende cirkels en ook indringende doorkijkjes naar het verleden (in een paar prachtige pagina’s worden de lotgevallen beschreven van Nastja’s tante als Ost-arbeiterin) zijn typerend voor het werk van Katishonok. Ze moet nog materiaal genoeg hebben voor een vervolg. Het zou me niet verbazen als ook de jaren tachtig nog beschreven gaan worden, tot aan de onafhankelijk van Letland. En ook in dat vierde deel zal de schaduw van de geschiedenis nog nadrukkelijk voelbaar zijn. Of zullen de schripbreukelingen uit de 20ste eeuw dan eindelijk vaste grond onder de voeten hebben gekregen en in het onafhankelijke Letland niet langer vluchten in een parallelle wereld?    

Wanneer een mens vertrekt verscheen afgelopen najaar in een Duitse vertaling onder de titel Das Haus in der Palissadnaja. Elena Katishonok staat op de omslag als Jelena Katischonok.

Het boek is een prima kennismaking met Katishonok, al weet ik niets over de kwaliteit van de vertaling. Wie Katishonok in het Russisch kan lezen, dient te beginnen met Zhili byli. 

Каждый читатель непременно задумается над тем, почему автору показалось уместным буквально прослоить страницы романа (вплоть до прямых цитат) аналогиями, ссылками, мыслями и ассоциациями со знаменитым романом английского писателя Джона Голсуорси «Сага о Форсайтах», герои которого, принадлежащие миру крупной английской буржуазии, так далеки от описываемой нашим автором действительности. Ведь им не приходится ежедневно думать ни о куске хлеба, ни о крыше над головой, ни о каком-либо месте в жизни. Все у них есть: богатые дома и роскошные туалеты, счет в банке и чувство собственного достоинства и значимости. Их «родовой инстинкт, который был их главной движущей силой - это семья, домашний очаг и собственность». Последнее понятие – ключевое в английском тексте – просто незнакомо героям Елены Катишонок. Им принадлежат только они сами, да и то, как правило, не всегда. Контраст – думается, это побудило нашего автора использовать столь необычный приём.

По-разному присутствуют далекие Форсайты в жизни и сознании героев романа. Для рано повзрослевшей Ольки – это окно в другой мир, притягательный, прекрасный и недостижимый. Для практичной, задорной Зинки – интересное «чтиво», для расчетливой Ксении – тема дипломной работы, а вот для доцента Присухи, фанатика английского романа – смысл всей жизни. Поражает своим трагизмом судьба этого персонажа. Так нелепо оборвана его научная карьера. Всепроникающие щупальцы гигантской репрессивной машины дотянулись и до него. Кстати сказать, этот безжалостный Молох ломает судьбы не одного этого героя. По смехотвороной причине Присуху изгнали из университета: на его «Олимпии» (заметим, без его ведома) печатали запрещенную литературу. Отлучение длилось десять долгих лет, пока не случилось некоторое «потепление». Казалось бы, снова можно мечтать о любимой работе, вернуться к Форсайту. Появляются новые идеи и даже мысли обновить свой потрепанный гардероб (совсем как у гоголевского Акакия Акакиевича – невольная аналогия). «Жизнь, казалось, обрела дополнительное измерение.» «Жизнь менялась...» - Дмитрий Иванович Присуха, как и его любимый герой Сомс Форсайт, спешил исполнить свой долг. Не успел! А казалось, «время есть впереди»... Нелепая и случайная смерть Присухи на самом деле далеко не случайна. «Понимаете, у него...коврик из-под ног выдернули», - говорит бывшая жена учёного, тоже не понимавшая его страсти, его одержимости. Выслушав грустный монолог-исповедь женщины, Карл всерьёз задумался, каково это – ждать ареста... «много ли он знает о КГБ... Между тем КГБ существует и функционирует, однако преследует не столько иностранных шпионов, сколько диссидентов, поэтов, непричастных людей вроде Присухи...»

Riga, rond 1960

Riga, rond 1960

Прелестным этюдом в этом романе-симфонии звучит рассказ о поездках «наших» к «ним» на «загнивающий» Запад. «Однако что-то здесь неправильно» - думает Настя, приехав погостить к тёте Лизе В Германию. «Они на нас напали, и это несправедливо. Почему же они, побежденные, живут намного лучше победителей? Как себя вести, если победители проиграли? Мучила та же мысль: мы победили, почему же живем так убого, почему наши вещи такие топорные, бездарные? Почему мы так не любим себя – мы, победители?» И еще: кто же нас так обездолил, лишил самого элементарного в жизни, отнял самоуважение и достоинство? Жить и знать, что обречён на эту жизнь, и здесь никогда не наступит ничего похожего даже на самую простенькую Болгарию...

Нет, всё-таки мы ошиблись, утверждая, что в этом романе нет великих вопросов. Есть они, ведь русская литература всегда славилась этими великими вопросами. Но кто обязан давать ответы на них? Наверное, каждый в отдельности и все вместе.

Закрываешь книгу и думаешь: а всё-таки есть ли свет в окнах? Видимо, всё-таки есть, пока живут такие люди (и их немало), как «одержимый» Присуха, тонкая умная фантазёрка Олька, «неудачник» Карл, много милых и душевных женщин (мама Карла, бабушка Ольки, Дора, потерявшаяся и найденная, и другие).

Кард строит другую, «параллельную реальность, другой мир, где абсурд, конечно, присутствовал тоже, но был уместным и начисто лишенным нелепости». Карл пишет свою книгу о человеке, доме, семье и окнах, где светится своя знакомая и незнакомая нам жизнь. Но пока такую книгу для нас всех, книгу, в котрой много проклятых вопросов, а где-то брезжат и некоторые ответы, написала для нас прекрасный талантливый прозаик и поэт Елена Катишонок. Вполне вероятно, книга эта каждого заставит задуматься, кому он светит и кто для него самого свет в окне...

Elena Katishonok Елена Катишонок Свет в окне

Elena Katishonok

Winter in Sint-Petersburg in zestien foto's - deel 2

Je hoeft in Sint-Petersburg niet ver op pad te gaan om de ontspannen betrekkingen van de Russen met sneeuw te ervaren. Hier in het Taurispark heb je in het weekeinde binnen een straal van een paar honderd meter langlaufers, schaatsers, glijbaantjes en vaders met een kinderwagen. (Meer over Russen in de sneeuw schreef ik hier.) 

Ik wilde hier iets schrijven over de grijsheid van veel gebouwen in Leningrad aan het eind van de jaren tachtig en hoezeer de stad sindsdien is opgeknapt. Maar toen ik even zocht naar de juiste spelling van de vroegere eigenaren van het gebouw aan de Mojka met die mooie groenige spits (het warenhuis van Esders en Scheefhals), kwam ik uit bij het Rotterdams gemeentearchief. Wilt u onderzoek doen naar het warenhuis, dan kunt u misschien in dat archief beginnen. U vindt er onder meer: foto’s van de eerste steenlegging in 1906, drie enveloppen met financiële overzichten en correspondentie inzake de confiscatie van het bedrijf in 1917 en twee brieven uit 1932 van de zaak Esders Rotterdam aan Bernhard Esders (zoon van Stefan) inzake het bedrijf in St. Petersburg. Houdt u me dan wel op de hoogte van uw onderzoek? Dan schrijf ik er een stukje over.  

En dan nu drie tsaren op een rijtje. Eerst mijn favoriete standbeeld in Sint-Petersburg, van Alexander III, dat na een roerig leven voorlopig tot rust is gekomen op een veel te laag voetstuk waar eerder de pantserwagen van Lenin op stond – ik schreef er hier uitgebreider over. Links het Marmerpaleis, een filiaal van het Russisch Museum, waar ik een mooie fototentoonstelling bekeek.

Nicolaas I door het glas van een bushokje op een dag dat je niet te lang door de stad moet wandelen. Op een van de bas-reliëfs op de sokkel staat Nicolaas afgebeeld tijdens cholera-rellen in de stad, ik geloof aan de kant het verst bij het bushokje vandaan. Ik ben dat niet gaan controleren, want daar was het het weer niet naar. Liever ging ik nog even een kijkje nemen bij Peter de Grote, een paar honderd meter verderop 

Met deze foto doe ik de Bronzen Ruiter, het ‘belangrijkste standbeeld van Rusland’ (Hans Boland) natuurlijk geen recht. Daarom hier wat de maker Étienne Falcaunet zei over ‘zijn’ Peter de Grote: “Aan de mensheid moet de schepper, wetgever en weldoener van dit land worden getoond. Mijn tsaar houdt geen scepter vast, maar strekt zijn weldoenershand uit boven het land waarover hij rijdt. Hij beklimt een rotsblok, dat als fundament dient en de moeilijkheden symboliseert die hij heeft overwinnen.” (Hans Boland: Sint-Petersburg onderhuids)

Op deze plek zijn al zo veel mooie foto’s gemaakt, dan mag er ook best weleens wat door het beeld lopen.

Een meter of driehonderd naar links, bij de Petrus- en Paulusvesting, zat iemand op het ijs te vissen, vlak bij een bord waarop stond dat het niet de bedoeling was dat je op het ijs ging vissen.

En die vaargeul ligt er niet voor niks.

Hier deel 1.

Winter in Sint-Petersburg in zestien foto's - deel 1

Nicolaas de Eerste. Een nogal bijzonder standbeeld, omdat het alleen met de twee achterbenen van het paard op zijn sokkel rust. Peter de Grote zit een eindje verderop ook op een steigerend paard, maar die houdt zichzelf op de been met behulp van een slang. 

In de monding van de Neva moet je natuurlijk geen stad neerzetten. Hoe majestueus je de gebouwen ook maakt, tegen de grijze lucht en het ijs wordt alles nietig. Elk moment kan een oorverdovend gekraak losbarsten, en daar zakt de stad langzaam voorover, het water in. Het was -1, de wind kwam van de Finse Golf, het voelde als -15. Een winterwoestijn met verloren bouwsels die daar niets te zoeken hebben. In de zomer, ja, da’s een ander verhaal.

Het hoogtepunt van een treinreis naar Texel is de korte tussenstop op het station van Anna Paulowna, door de plaatselijke bevolking op gruwelijke wijze verbasterd tot Annapalóóna. AnnapAvlovna, mensen! Hoe vaak moet ik het nog zeggen. Anna was namelijk de dochter van Pável en dan heet je dus Anna Pávlovna. Die Pavel werd in bovenstaand paleis vermoord.

De monding van de Neva is de ideale plek om een stad neer te zetten. De grijze luchten, het ijs, de snijdende wind – het maakt de gebouwen ijl, maar onverzettelijk. Een decor waarin je niet kan leven, maar dat hoeft ook niet. Aanschouwen is voldoende. 

Het Hermitage theater, waar ooit het winterpaleis van Peter de Grote stond. Ga rechtsaf de boog onderdoor – die me steeds doet denken aan de stenen uit een bouwdoos die ik vroeger had - en je belandt bij de Mojka. Ik maakte de foto op 27 januari. Er liepen nogal wat soldaten rond in historische kleding en op het Paleisplein (bij de Mojka rechtsaf) waren met zandzakken kleine mitrailleursnesten opgericht. Want het was precies zeventig jaar geleden dat de omsingeling van Leningrad werd doorbroken.

Het Vitebski station is met afstand het mooiste station van Sint-Petersburg. Ik sta hier met mijn rug naar een bagagelift, want de treinen vertrekken van de eerste verdieping. Ik weet niet of die lift nog in gebruik is. Helaas kon ik de geur niet meefotograferen. De trein in het midden ging naar de hoofdstad van Oekraïne. Op een van de perrons voor de lokale treinen deed zich nog een spannend avontuur voor, daar werd mijn reisgenoot bijna afgerangeerd naar het depot. 

We waren op weg naar Pavlovsk, vernoemd naar de vader van diezelfde AnnapAvlovna. Het lijkt misschien of daar veel honden waren en allemaal mensen met bont, maar dat viel erg mee. Er werd veel plezier gemaakt met een soort vanzelfsprekendheid die je in Nederland bij dit soort winterweer niet ziet. Bij ons is iedereen dan een beetje hyper, want hoe lang ligt die sneeuw er nog.

Hier deel 2.