nederland/rusland

Hoe onze oude culturele contacten met de USSR doorsijpelen in Sjifra Herschbergs schrijversdebuut

——————-

De culturele en wetenschappelijke contacten tussen Nederland en Rusland staan, om begrijpelijke reden, op een laag pitje, indien ze überhaupt nog bestaan. Daardoor is onder meer een einde gekomen aan de langere verblijven van Nederlandse studenten in Rusland. Zij missen daardoor een uitgelezen mogelijkheid om land en volk beter te leren kennen.

Een blik in het verleden leert hoe vruchtbaar die contacten kunnen zijn, vanuit Nederlands oogpunt in elk geval. In de jaren zeventig en tachtig (met een onderbreking in 1979/1980, vanwege, ook toen, geopolitieke verwikkelingen; de Russische inval in Afghanistan) konden Nederlandse studenten voor een studieverblijf naar de Sovjetunie. Het waren vooral slavisten die daar gebruik van maakten en een aantal van hen groeide in later jaren uit tot gewaardeerde journalisten. Rusland-correspondenten als Bert Lanting, Laura Starink, Hella Rottenberg en Sjifra Herschberg legden de basis van hun kennis tijdens die studieverblijven (dat gold ook voor mij, maar ik werd geen correspondent); zij wisten al hoe het in Rusland rook.*)

Als radio-correspondent stak Sjifra Herschberg voor mij boven haar voorgangers en opvolgers uit. Haar eigen mening druppelde regelmatig iets te nadrukkelijk tussen haar woorden door en dat nam me zeer voor haar in. Ik voelde bij haar die mengeling van liefde, afkeer, ontroering en ongeduld waar ook mijn fascinatie met Rusland uit bestond. Die mengeling proef ik ook weer in ‘De binnenplaats’, Sjifra’s verhalenbundel, haar schrijversdebuut dat onlangs verscheen bij uitgeverij Pegasus, gebaseerd op ervaringen uit haar correspondententijd.

Ze koos voor een bijzondere invalshoek. Ik kan me in elk geval geen boek herinneren waarin een Nederlandse schrijver, niet geboren in Rusland of de Sovjetunie, zich als ik-persoon verplaatst in Russen en Russinnen. Ze geeft een stem aan ‘kleyne luyden’, onder wier voeten tijdens en na Gorbatjovs perestrojka het tapijt werd weggetrokken. De verhalen zijn elk niet groots of meeslepend, maar het geheel is meer dan de som der delen. Vrolijke literatuur is het niet, maar de wederwaardigheden rond de Moskouse binnenplaats maken wel duidelijk hoezeer de Russen (ook in de relatief welvarende hoofdstad) toch vooral bezig waren om hun leven een beetje dragelijk te houden, de grote aardverschuivingen in de boze buitenwereld daarbij maar zo goed en zo kwaad als dat ging negerend. Als lezer leg je dan onvermijdelijk de link met het heden. En ik leg de link ook met een wat verder verleden; zonder ‘onze’ studieverblijven van ooit in de USSR, was dit boek, dat het een en ander duidelijk maakt over het Rusland van nu, waarschijnlijk nooit verschenen.     

Met nog een kleine toevoeging. Is bovenstaand stuk een pleidooi voor een herstel, in de huidige omstandigheden, van de culturele en wetenschappelijke betrekkingen met Rusland? Nee, beslist niet.

*) De slavisten die in Rusland studeerden en uit zouden groeien tot gerenommeerde vertalers vormen een verhaal apart.

Hoogtijdagen: betoverende beelden van een ecologische ramp op het schiereiland Kola

——————-

————————-

“Mensen moeten naar je film kijken alsof ze voor een schilderij staan. Zo breng je ze naar een plek.” Zo belichtte filmmaker Ben van Lieshout bij de première van zijn documentaire Hoogtijdagen in het Amsterdamse Eye zijn werkwijze. Hij bereikt zijn ‘schilderij-effect’ door met een kleine, handzame camera onopvallend een wereld binnen te stappen en er stil te staan, letterlijk, met een statief. De plek waar hij zijn kijkers in Hoogtijdagen binnenleidt, is het schiereiland Kola, in het hoge Noorden van Europees Rusland. Moermansk is er de bekendste plaats, maar Van Lieshout neemt zijn camera ook mee naar stadjes met namen als Nikel en Afrikanda, ooit door Moskou met grote investeringen tot leven gewekt, inmiddels echter deels vergeten, verlaten en vergaan.

Van Lieshout kwam op het idee voor de documentaire toen hij deelnam aan een filmfestival in Moermansk, getiteld Noordelijk Karakter. Wat was dat dan wel, dat noordelijke karakter, vroeg hij zich af. Hij ging ernaar op zoek, vond er eigenlijk geen antwoord op, maar gaandeweg leidde die zoektocht tot heel wat anders: een portret van een regio, die in haar hoogtijdagen mensen trok in de bloei van hun leven. Diezelfde mensen zijn nu vertrokken of zien om zich heen vooral de ruïnes van de toekomst waar zij ooit aan meebouwden. Zoals de verweerde wetenschapper die in Afrikanda zwijgend naar de resten staart van het instituut dat alle ertsen van de wereld zou gaan bestuderen op hun potentie. Hij kan er niet over uit: “Iets dergelijks heb ik gezien na de oorlog in Leningrad. Maar dat was het gevolg van bombardementen en een bezetter.”            

————————-

Hoogtijdagen is ook het verhaal van generaties. Van de wetenschapper die bitter terugkijkt op zijn leven, van de generatie daaronder; de moeder die meekwam met haar ouders en nu hoopt dat haar kinderen uit het vervuilde gebied zullen vertrekken; van die kinderen, pubers die een studie elders als vluchtroute zien. En dan zijn er de beelden van de jonge schooldirecteur die aan het eind van de dag de schooldeur achter zich dichttrekt en naar huis loopt, te midden van akelig lege, vervallen flats. Hoeveel nieuwe leerlingen zullen zich de komende jaren nog aanmelden? Vriendelijk groet hij de vrouw die het schoolplein netjes aanveegt. Want het leven gaat vooralsnog wel door.

Kijken naar Hoogtijdagen is, inderdaad, schilderijen verzamelen: een begraafplaats aan zee, een reeks uitgediende, in heldere kleuren geschilderde straaljagers als monument, een voorbijglijdend marineschip, de bewegende wimpers onder de helm van de vrouw die een mijnlift bedient. Van Lieshout wordt bij zijn Russische filmprojecten bijgestaan door schilderes Tatyana Yassievich (ze is in de documentaire af en toe met kwast en doek in de weer). Als producent weet ze moeilijk toegankelijke locaties te ontsluiten, ze weet als Russin hoe de hazen lopen. Ik zou graag eens op de voet willen volgen hoe ze dat allemaal voor elkaar krijgt… Van Lieshout zal haar ook weer nodig hebben bij zijn volgende Ruslandproject: een documentaire over een treinwagon met medici, die langs de BAM-spoorlijn medische zorg komen brengen voor de mensen in de dorpen. Ook daar zijn de bewoners, ooit gedreven door enthousiasme en gelokt door hoge lonen, door Moskou vergeten.       

——————-

Hoogtijdagen draait in zeventien bioscopen.
Eerdere films van Ben van Lieshout over Rusland: Inventaris van het moederland en Siberische sketches.

Dissident Amalrik - een aardige querulant in Utrecht.

——————-

Het was een beetje afzien geweest, de maanden ervoor, maar de beloning mocht er wezen: we werden uitgenodigd bij Andrej Amalrik thuis, in Utrecht, waar we door zijn zeer charmante vrouw werden onthaald op wodka en hapjes. Van Amalrik zelf kreeg ieder van ons een heus getuigschrift. Daarin stond vermeld dat de ontvanger, “Egbert M. Hartman” in mijn geval, zich tijdens de colleges van Andrej Aleksejevitsj Amalrik uitstekend had gedragen en dat hij beschikte over min of meer voldoende kennis van het leven in de Sovjetunie. De datum: 31 mei 1977.

Amalrik, een van de bekendste dissidenten in die tijd, was het jaar daarvoor met veel fanfare aangekomen in Nederland. Na flinke buitenlandse druk had hij toestemming gekregen om de Sovjetunie te verlaten. Zijn bestemming was Utrecht, waar de universiteit hem had uitgenodigd om college te komen geven. Amalrik dankte zijn bekendheid vooral aan zijn essay Haalt de Sovjetunie 1984? Zijn actieve verzet tegen de rechteloosheid in zijn land had hem kampstraf en verbanning opgeleverd.

Amalrik in gevangenschap

Amalrik, historicus van opleiding, sprak alleen maar Russisch. Min of meer vanzelfsprekend belandde hij daardoor bij het Instituut voor Slavische taal- en letterkunde. Hij zou daar een reeks colleges gaan geven over het dagelijks leven in de Sovjetunie. Op het instituut ontdekte men al snel dat er een querulant in huis was gehaald. Compromisloos op je strepen staan is misschien een prima eigenschap bij een gevecht met de KGB, in een Nederlandse omgeving ligt dat anders. Amalrik en zijn vrouw kregen een wooneenheid voor buitenlandse medewerkers toegewezen op het studentenflatcomplex aan de Van Lieflandlaan. Arthur Langeveld, indertijd verbonden aan het (lang geleden opgeheven) instituut: “Bij die woning begon het al, die vond hij te klein, vooral de studeerkamer, want daar kon zijn bibliotheek niet in. Later bleek dat hij misschien twintig boeken had.” De woning werd tenslotte toch geaccepteerd en daar kreeg ik een klein jaar later dat getuigschrift uitgereikt.

Dat was voor het bijwonen, tot aan de laatste dag, van Amalriks colleges. Het voelde als een beloning, want het was, alles bij elkaar, een hele zit geweest. Het eerste college, in een grote zaal van het Academiegebouw, trok nog een massa belangstellenden, ook van buiten Utrecht. Menigeen verwachtte ongetwijfeld een vlammend politiek betoog, een grondige analyse van de internationale verhoudingen in het kader van de Koude Oorlog of anders spannende herinneringen uit een Russisch werkkamp, maar dat was niet het onderwerp dat met Amalrik was afgesproken. Ook had lang niet iedereen begrepen dat Russisch de voertaal zou zijn. Er moest, zo bleek, getolkt worden. Simultaan, verlangde Amalrik, want anders ging het allemaal wel erg lang duren. Langeveld, aangewezen als tolk, weigerde dat. “Simultaan tolken kon en kan ik helemaal niet.”

Echt tot leven kwam dat eerste college niet en een week later was de zaal al een stuk minder gevuld. Het aantal toehoorders werd met de week kleiner, getolkt werd er op een gegeven moment ook niet meer en uiteindelijk bleef slechts een klein clubje getrouwen over. Die kwamen niet zozeer omdat Amalriks verhalen zo boeiend waren, maar vooral omdat ze die bijna lege zaal zo pijnlijk voor hem vonden. “Ga jij straks nog naar Amalrik?”, vroegen we elkaar in het keukentje van ons kleine instituut. En dan knikten we maar van ja. En daar zaten we dan weer, terwijl we ons best deden om er iets van te begrijpen – we waren tweedejaars en ons Russisch stelde nog niks voor.   

Amalrik, aldus Langeveld, was iemand die van een kilometer afstand het conflict rook en er dan ook meteen op afging. “Amalriks roeping was niet college geven in Utrecht, maar actie voeren tegen de Sovjets.” En zo bleek de dissident op een dag, zonder dat de vakgroep van iets wist, vertrokken te zijn naar Athene om zich daar vast te ketenen aan het hek van de Sovjetambassade. Hij verzuimde zodoende zijn college, tot woede van professor Van de Baar, die op het instituut ‘Amalrik’ in zijn portefeuille had. Langeveld: “Nu was het Van de Baar die het conflict rook en er volop in ging.” Amalrik had een riant salaris (hij kreeg betaald als hoofddocent) en daar stonden verplichtingen tegenover, meende Van de Baar, die een directe beëindiging van Amalriks tijdelijke aanstelling op zijn plaats vond. Zo ver kwam het niet en de dissident maakte zijn reeks colleges af, voor uiteindelijk een man of vijf à tien.

Langeveld: “Ik mocht Amalrik eigenlijk wel, maar ik was blij dat hij bij ons weg was. Als hij niet querulant was, was hij meestal erg aardig. Later heb ik gemerkt dat dissidenten bijna zonder uitzondering moeilijke mensen waren, maar toen wist ik dat natuurlijk nog niet, en Amalrik was wel de allermoeilijkste.”

Het getuigschrift dat ik samen met de rest van het trouwe ploegje toehoorders bij Amalrik thuis aan de Van Lieflandlaan kreeg uitgereikt, was een mooi stukje huisvlijt. Ik vermoed er de hand in van echtgenote Guzel, want het bloemetje dat erop staat getekend, prijkt ook onder de opdracht in haar boek dat ik diezelfde dag van haar kreeg: “Guzel Amalrik. Ter herinnering aan de avond bij ons.” De datum heb ik er zelf bijgezet.

Andrej Amalrik kwam in 1980 in Spanje bij een auto-ongeluk om het leven. Samen met onder anderen zijn vrouw, die ongedeerd bleef, was hij op weg naar Madrid, waar een conferentie werd gehouden over de Helsinki-akkoorden. Guzel overleed in 2014 op 72-jarige leeftijd.

——————-

Aanvulling. Anne Scheepmaker deelde nog een herinnering aan Andrej Amalrik. Samen met echtgenoot (en vertaler/slavist) Nico toog zij met Amalrik naar V&D in Utrecht voor de aanschaf van een boekenkast - voor in die woning aan de Van Lieflandlaan. Amalrik liet zijn oog vallen op een mooi exemplaar, maar wat bleek: die had een levertijd van zes weken. Dat wilde er niet in bij de dissident, die ter plekke veel stampij maakte - om uiteindelijk zonder een kast de hebben gekocht het warenhuis te verlaten.

Zangeres Trea Dobbs - de Nederlandse link in Moskva-Petoesjki

—————-

De stap van Venedikt Jerefojev, de grootste drinkebroer uit de Russische literatuur, naar Trea Dobbs, is minder groot dan u vermoedelijk denkt. Trea Dobbs? Voor mijn wat jongere lezers: zij was een gewaardeerd zangeres, had een redelijk gevarieerd repertoire, maar wordt, tot haar eigen ergernis, vooral herinnerd door dat ene nummer uit 1965: Ploem ploem jenka. Sorry, Trea, maar ook ik begin er hier weer over.

Recent mocht ik op uitnodiging van Judith Janssen een lezing geven tijdens een studiedag van HOVO (Hoger Onderwijs Voor Ouderen). Thema van de dag was: De Rus en zijn roes. Vragen die aan bod kwamen, waren onder meer: Waarom drinken Russen zo veel wodka? Hóe drinken ze dat precies en met wat voor rituelen gaat dat gepaard? Veel van die vragen werden beantwoord door de twee andere sprekers, Judith en Edwin Trommelen (van hem verschijnt binnen afzienbare tijd een boek over wodkafles-etiketten). Ik was gevraagd om een uurtje te praten over het boek Moskva-Petoesjki van Venedikt Jerofejev, het meest van alcohol doordrenkte boek uit de Russische literatuur. In Nederland verscheen het onder de titel Moskou op sterk water.

Ik had aanvankelijk enige bedenkingen bij mijn onderwerp. Het was lang geleden dat ik Moskva-Petoesjki had gelezen en ik herinnerde me er niet bijzonder veel van – wel dat ik er indertijd niet enorm van onder de indruk was. Ik herlas het en opnieuw was ik niet laaiend enthousiast. Maar ik moest er wel een uur over komen praten…  Gelukkig bood het boek genoeg aanknopingspunten voor een mooi verhaal en ik werd zelfs enthousiast, toen ik iets ontdekte wat nog door niemand anders was ontdekt: een Nederlandse link. De toehoorders op de HOVO-dag kregen de primeur.

Ik ga de avonturen van Venitsjka, de hoofdpersoon in Moskva-Petoesjki, niet navertellen, ook niet in het kort. U leest het boek zelf maar. Ik beperk met tot het gesprekje dat hij in gedachten voert met zijn zoontje, waarbij hij belooft een liedje voor hem te zingen. Voor mijn lezing verrichtte ik enig onderzoek en ik begreep dat het ging om het volgende stukje muziek, gezongen, in het Russisch, door Kalmer Tennosaar uit de toenmalige Sovjet-republiek Estland. Het kwam me bekend voor…

Ja, het kwam me bekend voor, maar hoe dan? Waar deed me dit aan denken? Het duurde een half minuutje en toen steeg er uit het langetermijngeheugen een Nederlands liedje op: Ploem ploem jenka van Trea Dobbs. Daar was ik misschien sneller op gekomen, als ik even op de titel van de Russische versie had gelet: Letka jenka.

Letka jenka komt oorspronkelijk uit Finland, de muziek is geschreven door Rauno Lehtinen (1932-2006), die zich baseerde op de letkajenkka, een Finse volksdans. Van het vrolijke nummer verschenen tientallen buitenlandse covers. Ik zocht nog wat verder, met Trea Dobbs in het achterhoofd, en stuitte op iets raars. In Nederland haakte Pieter Goemans (componist en tekstschrijver van Aan de Amsterdamse grachten) gretig in op de Finse jenka-rage. Met alleen zíjn naam (dus als tekstschrijver én componist) op het label, verscheen bij ons bovengenoemd singeltje Ploem ploem jenka. Dat Goemans de tekst heeft geschreven wil ik geloven, maar ook de muziek? Het lijkt erop dat hij een stevige draai heeft gegeven aan het Finse origineel, net stevig genoeg om Lehtinen van het label te kunnen weren. Eigenaardig genoeg wordt op Wikipedia (en ook hier) Lehtinen wel als componist van Ploem ploem jenka genoemd.

Hoe dan ook, Trea Dobbs deed met Ploem ploem jenka in 1965 mee aan de finale van het Nederlandse Songfestival, met als inzet deelname aan het Eurovisie Songfestival. Ze eindigde als derde, achter Ronnie Tober en Connie van den Bos. Die laatste kwam vervolgens in Napels met Het is genoeg niet verder dan de negende plaats. Tja, hadden ze Trea maar moeten sturen. Al moet ik zeggen dat ook zij, met Ploem ploem jenka, volledig kansloos zou zijn geweest tegen France Gall, die namens Luxemburg de eerste plaats voor zich opeiste met Poupée de cire, poupée de son.           

Ploem ploem jenka … Ik vind het een mooie gedachte dat Venitsjka, die sympathieke zuipschuit uit Moskva-Petoesjki, voor zijn zoontje in het Russisch een liedje wil gaan zingen dat teruggaat op een Finse dans, die in een wat andere versie, met een Nederlandse tekst, tot het collectieve geheugen behoort van mijn generatie.

 ————————-

Wie verder in de auteursrechtelijke materie wil duiken: Er is nóg een Nederlands jenka-liedje, opgenomen door Het Cocktail Trio, getiteld: Pretka-Jenka (Origineel Fins ondergoed voor dames en heren). Ik bespaar u deze versie, hij is te vinden op YouTube. Dit nummer schurkt heel dicht aan tegen Ploem ploem jenka, maar als componist en tekstschrijver staan hier dan weer vermeld de heren Tonny Eyk en Johannes Moering. De titelcatalogus van Buma-Stemra bevat ook nog een werkje genaamdTuthorn Jenka, maar dat geloof ik verder wel. Wat Pieter Goemans betreft (ook in genoemde titelcatalogus staat hij als componist én tekstschrijver van Ploem ploem jenka vermeld), merk ik nog op dat er enige onzekerheid bestaat over de vraag of hij de muziek van Aan de Amsterdamse grachten wel helemaal zelf heeft geschreven. En tenslotte: u kunt bij Buma-Stemra ook zoeken op mijn naam (Egbert Hartman en Egbert M Hartman) als tekstdichter – het resultaat zal u verrassen.

———————-

Aanvulling: Er zijn meerdere reacties binnengekomen op dit stukje en talloze jenka-versies zijn me om de oren gevlogen. Zoekt u bijvoorbeeld even op Katrina Helena Letkis … Ik ga me hier verder niet in verdiepen, zo’n Fins-Nederlands dansmoeras gaat me iets te veel tijd kosten. Dat Pieter Goemans een slimme vent was, qua auteursrechten, lijkt me in elk geval niet te veel gezegd.

Nederlandse schaatsers gingen in Leningrad motoren met zijspan achterna. Yep Kramer won.

--------------

------------------

Waar moesten ze nu weer eens naartoe, die Nederlandse marathonschaatsers, eind december 1990. Geen echt ijs in eigen land en overdekt baantjes draaien, daar is de lol ook een keer vanaf. Het werd Leningrad.

Gangmaker achter deze eerste (en bij mijn weten ook meteen laatste) internationale schaatsmarathon in Rusland was Dmitri Botsjkarov. De Rus, ooit tweede op het WK allround, maakte deel uit van het peloton en beschikte over de contacten om de organisatie rond te krijgen. Waarom zo’n wedstrijd in de Sovjetunie? Om het marathonschaatsen ook daar op de kaart te zetten, aldus Botsjkarov. Een nobel streven, al zou het goed kunnen dat de schaatser, die ook al in zaken zat, een dergelijk evenement tevens zag als een prima gelegenheid om zijn commerciële (sponsor)contacten aan te halen.

“Internationaal” was de wedstrijd nauwelijks te noemen, het bescheiden pelotonnetje bestond voornamelijk uit Nederlanders – al zaten daar meteen wel de toppers uit die tijd bij: Evert van Benthem, Yep Kramer, Richard van Kempen, Henri Ruitenberg, om maar eens wat illustere namen te noemen.

Er bestaat een achttien minuten durend filmpje van de reis en de wedstrijd, ongemonteerd materiaal, zo te zien. Het is de tijd van de actie Help de Russen de winter door, en ook de schaatsers tonen zich van hun gulle kant. Bij een bezoek aan een gevangenis met jonge moeders worden potjes Olvarit uitgedeeld. Leningrad ligt er niet op haar best bij. Het vriest net wel, net niet, verse sneeuw ontbreekt. Een winkelbezoekje stemt ook al niet vrolijk, de lijzige stem van de verslaggever maakt het er ook niet beter op.

Maar gelukkig kan er geschaatst worden! Op een wielerbaan, wordt er gezegd, maar dat is onzin. Het parcours is een opgespoten, openbare weg rond het oude Kirov stadion, waar ongetwijfeld ook weleens wielerwedstrijden werden gehouden (in elk geval ook motorwedstrijden, waarover zo meteen meer.) Zo enorm lang geleden is het allemaal niet, maar het zijn inmiddels historische beelden.

Het prachtige stadion heeft plaatsgemaakt voor een modern ruimteschip, waar FC Zenit tegenwoordig zijn thuiswedstrijden afwerkt en waar deze zomer ook WK-wedstrijden plaats gaan vinden. De fraaie beelden uit de lucht laten nog maar eens zien dat de vooruitgang duur wordt betaald.

Het oude, betreurde Kirov stadion

Yep Kramer (voor mijn jonge lezers zeg ik er maar even bij: dat is de vader van Sven Kramer) wint de wedstrijd. In de bloedstollende finale gaan hij en medevluchter Edward Hagen in de allerlaatste bocht nog gebroederlijk onderuit, maar veel maakte dat niet uit. Kramer had als betere sprinter van de twee toch wel gewonnen.

En bij dat alles stuitte ik nog op hele mooie beelden van een motorwedstrijd, over (deels in elk geval) hetzelfde parcours. Zijspannen uit 1956. Veilig was dat beslist niet (die betonnen trappen en muurtjes!), maar men had pret voor tien. Aan het einde wordt de winnaar gejonast.

-------------

Met dank aan Ewoud van Hecke, die me wees op het scshaatsfilmpje.

Hoe een KLM-echtpaar in het Moskou van 1959 Amerikaanse excuses kreeg aangeboden in de vorm van een fles champagne

------------

Dat zullen meneer en mevrouw Van Hijfte toch ook niet gedacht hebben, in 1959, in Moskou. Dat hun ontmoeting met de Amerikaanse journalist Harrison Forman geboekstaafd zou worden en via het notitieboekje van de Amerikaan bijna zestig jaar later zou belanden op dit weblog.

Forman bezocht in de zomer van 1959 enkele steden in de Sovjetunie. Vermoedelijk (zie mijn eerdere stukje over hem) in verband met de grote tentoonstelling van Amerikaanse consumptiegoederen in het Moskouse Sokolniki park. Hij maakte talloze foto’s van winkels en straatstalletjes om de Sovjet-economie de maat te nemen waar het goederen voor de gewone man betrof. Hij maakte aantekeningen en net als zijn foto’s zijn ook die online beschikbaar, al weet ik niet of al zijn aantekeningenboekjes bewaard zijn gebleven.

De waarde van Formans notities uit 1959 is bescheiden. Hij doet zijn best om in de weinige tijd die hem gegund is, zo veel mogelijk indrukken op te doen. Bij bezoeken aan bedrijven en instellingen noteert hij trouw de opgelepelde cijfers, maar zijn blikveld blijft beperkt tot wat de autoriteiten hem willen laten zien


In Moskou zoekt hij ’s avonds vertier in wat hij het “Amer. House” noemt. Dat kan niet anders dan Spaso House zijn, de woning van de Amerikaanse ambassadeur. En daar ontmoet hij een Nederlands echtpaar. Forman noteert:

“Amer. House only live spot in town. Only for foreigners, [onleesbaar] and personnel of foreign embassies, businessmen, etc. Jukebox. Bar. Bingo on Thursdays. Dance on Saturday  nights to wee hours with free hamburgers etc at midnight. Movies 3 nights a week. No Russ permitted enter by two Russ police outside who can spot Russ immediately. To avoid trouble, Amer. will ask a Russ to leave if manages to slip by Russ cops. I came with KLM local manager and Dutch wife. One of Amer. boys thought he’d brought in a Russ girl. Took KLM (Van Hifte) aside to ask him nationality of girl. When Van Hifte told him girl was his wife just arrived embarrassed Amer. sent bottle champagne to our table.”

Uiteraard was ik benieuwd naar dat Nederlandse echtpaar. Wat waren hun herinneringen aan die avond en aan Harrison Forman? Vluchtig onderzoek leverde op dat de KLM in 1959 een zekere E.R.J. van Hijfte in dienst had als leidinggevende van het “passagebureau” in Moskou – dezelfde persoon, ongetwijfeld. Ook kwam Rob van Hijfte bovendrijven, anno 2018 in dienst van de KLM. Mijn niet zo gewaagde veronderstelling dat we hier met een jonger famililied van het voormalig hoofd van het Moskouse passagebureau te maken hadden, bleek  juist. Een mailtje aan Rob leverde een reactie op van zijn ouders, tegenwoordig woonachtig in Zuid-Frankrijk. Mevrouw Van Hijfte, indertijd aangezien voor een "Russ girl", schrijft:

“Dat echtpaar in Moskou zijn wij inderdaad. Emile was van 1958 tot 1962 Passage manager voor KLM. (…) Of we Harrison Forman hebben ontmoet? Dat zal zeer zeker wel.

Het is even diep spitten in het grijze verleden. Het  voorval heeft zich waarschijnlijk afgespeeld in de besloten Amerikaanse club... Daar hebben we  veel  gezellige avonden doorgebracht . Helaas.....geen foto,s. (…) Hebben ,ook aan Moskou, heel fijne herinneringen. Was niet altijd eenvoudig, maar interessant... en... we waren jong!”

Het aardige aan Formans notities is dat ze af en toe te  koppelen zijn aan de foto’s die hij maakte.
 

Forman: “There is a a daily auto show at the Metropole. (…) Numerous American cars, always 1959 models. Fins and flat back trunk extensions fascinate Russ. (…)  A Chevie station wagon with exaggerated wings (…)  attracks most attention. Those wings especially puzzle them. “What purpose do they serve? Does the car and driver travel sof ast that need stabilizers?”

Meer over Formans aantekeningenboekje, en ook over zijn reis naar Rusland in 1939, in een volgend stukje.        

Minachtiging in Moskou: Halbe Zijlstra en de diepe kloof tussen Nederland en Rusland. (Met dank aan Aleksej Navalny.)

---------------------

halbe-was-erbij-1132x670.jpeg

Hoe zal er in de hogere Russische politieke kringen gereageerd zijn op het aftreden van onze minister Halbe Zijlstra? Die zijn biezen moest pakken, vanwege een leugen – een paar jaar geleden – over een ontmoeting met Vladimir Poetin? Het zal met een  mengeling zijn geweest van onbegrip en minachting. Een minister die opstapt vanwege een leugentje?

Terwijl het politiek einde van Zijlstra zich gisteren steeds nadrukkelijker aandiende, moest ik denken aan de politieke mores in Rusland, het land waar zijn vertrek onlosmakelijk mee is verbonden, en dat aan de vooravond nog wel van een bezoek datzelfde land.

Wie door Russische ogen naar Nederland kijkt, begrijpt Nederland niet. Wie door Nederlandse ogen naar Rusland kijkt, begrijpt Rusland niet. Om dat helder te maken is elk van de drie onderstaande filmpjes - met ondertiteling - al meer dan voldoende. Ze zijn alle gemaakt door het team van Aleksej Navalny, de criticus van Poetin cs, die door het Kremlin angstvallig buiten de komende presidentsverkiezingen wordt gehouden. Navalny trekt een beerput open van heb ik jou daar, met als mikpunten de Russische procureur-generaal Tsjajka, premier Medvedev en Poetin-vertrouwelingen Deripaska en Prichodko. Grootschalige corruptie, wanstaltige zelfverrijking en diefstal, gepleegd door lui die zonder enige scrupules hun land leegroven.

Nergens zijn de beschuldigingen die Navalny aanvoert op ook maar enigszins overtuigende wijze weerlegd. En de gevolgen? Dat zijn er niet of nauwelijks. De ontmaskerde oplichters en dieven (zo worden ze door Navalny consequent genoemd, en ik heb geen betere omschrijving) zitten gewoon nog op hun plek. Hooguit – ik kan het mis hebben – treedt Tsjajka wat minder in de openbaarheid. En de Russen die zich niet alleen door de tv laten informeren (de YouTube-filmpjes van Navalny zijn door miljoenen bekeken) zouden bij de verkiezingen misschien best hun stem willen laten horen, maar krijgen bij dat door het Kremlin geregisseerde toneelstuk daartoe niet echt de gelegenheid.

Halbe Zijlstra die – terecht, uiteraard – opstapt omdat hij een keertje heeft gelogen… Daar begrijpen ze in Moskou echt helemaal niks van.

Hoe dan ook, het is een goede aanleiding om Navalny’s werk nog eens op een rijtje te zetten. Hoe hij als president zou varen, dat durf ik niet te zeggen. Maar wat een lef heeft die vent! En verder prijs ik me gelukkig dat ik in een land leef waar een minister zich geen leugen (blootgelegd door een onafhankelijke pers) kan veroorloven.

(Voor ondertitels: klik in de zwarte balk op het radartje ('instellingen') > ondertiteling > Engels.)