In Sint-Petersburg speelt de betaalautomaat voor u het Russische volkslied

(Eerste publicatie: 17-7-2012)

Russische volkslied Sint-Petersburg

Een meesterwerkje is het niet, onderstaand filmpje, maar intrigerend is het wel, al zeg ik het zelf.

Tijdens mijn bezoek in mei aan Sint-Petersburg liep ik op de Soevorovski prospekt, vlak bij de Nevski prospekt, en wat hoorde ik daar? Dat prachtige Russische volkslied. Waar kwam dat nou opeens vandaan? Uit de betaalautomaat die daar stond.

Ik had even geen tijd om er langer bij stil te staan, maar een maandje later, bij mijn volgende bezoek aan de stad, trok ik nogmaals naar de Soevorovski prospekt, speciaal voor die muzikale betaalautomaat.



Hij stond er nog, al kwam er nu iets heel anders uit: Gaudeamus igitur. Ook aardig, maar een stuk minder dan dat volkslied. Toen weerklonk het Patriottisch lied van Glinka, het volkslied van Rusland uit de jaren negentig, en ik vermoedde dat ik gewoon nog even geduld moest hebben. En ja hoor, na een mars die ik niet kende was het daar weer: het Russische volkslied.

Ik kan niet zeggen dat de voetgangers op de Soevorovski prospekt erg onder de indruk waren. Niemand stond stil – over meezingen heb ik het al helemaal niet – zodat die betaalautomaat er wat verloren bij stond met z’n volkslied. De langsrijdende trolleybussen en de rokende dames van de winkel ernaast kwamen het decorum ook niet ten goede. De klanken vlogen leeg en nutteloos de zomeravond in.

Toen stond er toch opeens een jongedame stil. Ook al niet voor dat volkslied, bleek al snel, ze kwam betalen. Wat betaalt u zoal hier? vroeg ik. En hoort u het volkslied? Ze betaalde haar telefoonrekening en ja, nu u het zegt, het volkslied. Ze tikte met haar vinger op het scherm en negeerde me verder volkomen.

Ik zag nog dat je bij deze automaat 4,99 procent provisie betaalde. Is dat meer of minder dan elders? Ik denk meer, want je krijgt dat volkslied erbij.

Sint-Petersburg in de zomer - vier dagen in vijftien foto's, deel 2.

(Eerste publicatie: 15-7-2012)

Mojka, rondvaart in Sint-Petersburg, zomer Neva
rondvaart in Sint-Petersburg Mojka Neva zomer

Twee keer de Mojka vanaf een boot. Dat doe ik zelden, een rondvaart maken in Sint-Petersburg – twee keer de afgelopen twintig jaar. 

rondvaart in Sint-Petersburg, zomer Neva

De Trojtskibrug over de Neva, in de verte de Beursbrug.

Nieuw Holland, Novaja Golandija Sint-Petersburg

Links van het water Nieuw Holland, het eiland dat die dag als eindpunt diende van een vriendelijke fietsdemonstratie. Vandaar al die fietsen (die je steeds vaker op Amsterdamse wijze aan hekken en palen vastgemaakt ziet). De hond had bij de opgang naar het eiland, ook vastgemaakt aan een hek, lang op z’n baasje staan wachten. Een eindje verderop, op die brug, mocht ‘ie los. 

Paleisplein Generale Staf Hermitage Winterpaleis Sint-Petersburg zomer bloemen
fietser Paleisplein Generale Staf Winterpaleis Hermitage Sint-Petersburg zomer

Het Paleisplein met de Alexanderzuil en het gebouw van de Generale Staf. Ze hebben er ook paarse bloemen, maar die kleuren veel minder bij die Generale staf.   

Sint-Petersburg zomer Peter de Grote Paleisplein Generale Staf Hermitage Winterpaleis

"Jeetje, Peter. Mooi geworden, hè?" 

(Ik kwam beiden een half uurtje later opnieuw tegen, ze gedroegen zich vorst- en vorstin-onwaardig. Waarover binnenkort meer.)

De eerste serie foto's vindt u hier.

Sint-Petersburg in de zomer - vier dagen in vijftien foto's, deel 1.

(Eerste publicatie: 13-7-2012)

Nederlandse vlag Sint-Petersburg Neva consul consulaat

Als je aan huis ontvangen wordt door de Nederlandse consul, heb je dit uitzicht. Het gebouw met de witte zuilen, aan de overkant van de Neva, is de Kunstacademie. Daar stond ik ooit op het dak, met uitzicht op de Nederlandse vlag. Naast de woning van de consul huist Gazprom. Die hebben in het water een helikopterdek aangelegd. Dat is een ernstige aantasting van het stadsgezicht, maar ik denk niet dat de gemeente daar iets aan gaat doen. 

Russische bruid bruiloft huwelijk Neva SintPetersburg

Een bruidsauto. De bruid zit rechts op de kademuur. Ik vroeg waar ze op wachtte. Op de boot, zei ze. Ik dacht, ik maak een grapje: Op het huwelijksbootje! Maar ik kon zo gauw niet op het Russische woord voor huwelijksbootje komen. Nog even over de Kunstacademie. Je verwacht het niet, in het gebouw zit een klein kerkje, de moeite waard.

Novaja Gollandija, Nieuw Holland Sint-Petersburg

Een optocht van fietsers door de stad (Sint-Petersburg moet fietsvriendelijker worden) eindigde op het eiland Nieuw Holland. Jarenlang lag dat schimmig te verpieteren. Met geld van Abramovitsj wordt het nu ontsloten en toegankelijk gemaakt voor het volk. Er speelde een bandje, er was verantwoord eten, je kon er je fiets laten maken en gewoon liggen in het gras. De mevrouw links schrok zich een hoedje, dat ziet u, maar het kwam allemaal goed.

paarden Sint-Petersburg

Verzint u zelf een onderschrift. Iets met windmolens, zou ik denken.

standbeeld Dostojevski Sint-Petersburg

Verlept, maar ze liggen er wel, voor Dostojevski.

standbeeld Peter de Grote Bronzen Ruiter Neva Sint-Petersburg

Peter de Grote, die – in meerdere gedaantes - ook nog gewoon rondloopt in de stad, waarover binnenkort meer.

Fontanka brug Sint-Petersburg

Op de achtergrond de Izmajlovkathedraal. Dostojevski trouwde er. De brug voert over de Fontanka.

Sint-Petersburg, paleis

Hoogtepunt van een treinreis naar Den Helder is telkens weer de korte stop in Anna Paulowna. In dit paleis werd haar vader vermoord. Die vader heette natuurlijk Paul, vanwege dat Paulowna.

Deel twee van de foto's vindt u hier.

Novgorod in de zomer - vijf dagen in vijf foto's.

(Eerste publicatie: 12-7-2012)

Novgorod standbeeld meisje Kremlin

Novgorod, een ochtend van een dag die erg warm gaat worden. Ze zit bij de voetgangersbrug over de Volchov, aan de Handelszijde, en heeft – ik heb het er genadeloos afgesneden – haar schoentjes uitgedaan en haar tas neergezet. Het is een zeldzaam moment, er zit niemand naast haar! Iedereen moet met haar op de foto, met op de achtergrond het Kremlin en de St. Sofiakathedraal.

Hardlopers langs de Znamenskikathedraal. Ik had m’n toestel al weggeborgen, zag ze aankomen en was nog net op tijd.

De Volchov ontspringt in het Ilmenmeer, vlakbij de stad. Met twee vissersboten voeren we naar het eilandje Lipno voor gerookte snoek en kerkbezoek. Deze hut, vlak bij het eiland, doet ongetwijfeld dienst als tijdelijk onderkomen voor vissers. 

De Nicolaaskerk op het eiland Lipno.

Het Joerjev klooster

(Tijdens mijn verblijf in Novgorod groef ik naar middeleeuwse briefjes op berkenbast. Daarover schreef ik hier.)

De vondst van berkenbasttekst 1023 in Novgorod. Ik was erbij.

(Eerste publicatie: 10-7-2012)

Het lijkt een verschrompeld inktvisje, wat op tafel ligt. Dat is het niet. Wat hier zo aandachtig wordt bekeken, is een middeleeuws stukje berkenbast waarop een tekstje is gekrast. Het is net uit de grond gehaald en wordt geregistreerd als Novgorod – 1023, oftewel: het 1023ste tekstje dat in Novgorod is opgegraven. Het eerste werd gevonden in 1951.

Elke zomer vinden in Novgorod (de belangrijkste vindplaats van de tekstjes) opgravingen plaats. Dit jaar werd er ook meegegraven door een groepje Nederlanders, bijeengebracht door Jos Schaeken, die zich in Leiden bezighoudt met de bestudering van de vondsten. (Meer daarover hier en hier). Onze fysieke bijdrage was bescheiden, wij groeven slechts twee ochtenden mee – wij moesten ook nog naar een heleboel kerken en naar een eiland in het Ilmenmeer voor gerookte snoek. Onze aanwezigheid op zich betekende echter al veel voor de betrokken Russische wetenschappers, aldus Schaeken.

Er staat van alles op de gevonden berkenbastjes. Veel heeft betrekking op de handel (Novgorod was een Hanzestad), veel gaat ook over privé-zaken. Waar Novgorod –1023 over gaat, mag ik niet zeggen. Daar zit een embargo op tot de zomer van volgend jaar.

In mijn volgende stukje meer over Novgorod, vooral in de vorm van foto’s

Poetin, een scheermesje en anderhalf paard. Een zomeravond in Sint-Petersburg.

(Eerste publicatie: 1-7-2012)

Opeens stond ze voor me, te midden van een grote groep voetgangers bij de zebra. Achter me metrostation Plosjtsjad Vosstanija, voor me de Ligovski Prospekt. Het is daar druk. Ik dacht eerst even dat ik met straattheater te maken had, dat gelige jasje viel zo op en die letters oogden zo sierlijk … Maar ik vrees dat het voor haar allemaal erg serieus was.

In de gauwigheid kon ik haar boodschap niet goed lezen. Iets over Poetin die als student met een scheermes (het woord wordt drie keer herhaald) een Bulgaar de keel had doorgesneden. En dat Poetin Rusland niet is, maar een psychiatrische instelling – zoiets.

De mensen achter haar reageerden lacherig, veel opzien baarde ze niet. Met haar boodschappentas op wieltjes ging ze boekwinkel Boekvojed (een soort supermarkt) binnen, ik liep achter haar aan. Ze kocht een opschrijfboekje, kon de kassa niet vinden, stond even stil bij een prachtige cadeau-editie van – ik verzin het niet – Alice in Wonderland en verdween, mopperend op die vermaledijde kassa, steeds verder de enorme winkel in.

Ik liep naar buiten en wachtte haar op. Ik wilde haar graag ook van de voorkant fotograferen. Het duurde nogal lang – die vermaledijde kassa natuurlijk – en toen liep ze daar opeens de verkeerde kant op, terug naar het metrostation. Daar had ik niet op gerekend en van die foto kwam niets meer terecht, wat misschien maar beter is ook. Thuis bekeek ik haar rug nog eens rustig. Er staat ook nog geschreven dat zij in een vervalste afscheidsbrief (van die Bulgaar?) genoemd wordt als de reden van de zelfmoord van een man of twintig - als ik het goed begrijp. Nou ja, dan valt zo’n Poetin in het echt eigenlijk best nog mee.   

Twee straten verder kwam ik dit tafereel tegen. Ik heb niet gehoord waar ze het over hadden. Misschien wel over windmolens, dat zou mooi zijn geweest:

Ach vooruit, dan deze ook nog maar even. Een bloem voor Dostojevski:

Middeleeuwse liefdesbriefjes op berkenbast - en wat er in Novgorod nog meer uit de grond komt. - 2

(Eerste publicatie: 28-6-2012)

Komende week ga ik Middeleeuwse tekstjes opgraven in Novgorod, ik schreef er een paar dagen terug al over. Hier nog wat meer theorie, want we komen graag goed beslagen ten, eh, ijs. 

(Ook dit stukje is vrijwel volledig gebaseerd op de oratie van hoogleraar  Jos Schaeken bij zijn benoeming tot hoogleraar Balto-Slavische talen en cultuurgeschiedenis in Leiden.)

De Middeleeuwse teksten zijn ingekrast op kleine stukjes berkenbast. De studie ervan heet berestologie. Erg oud is die studie niet, het eerste stukje bekraste bast werd in 1951 gevonden in Novgorod. Inmiddels zijn er meer dan duizend tekstjes uit de grond gehaald en elke zomer wordt er gegraven naar meer. Novgorod is de rijkste vindplaats (het was een van de grootste Middeleeuwse Russische steden en de bodemgesteldheid is er gunstig), maar ook Staraja Roessa, Torzjok, Smolensk en Pskov hebben een ‘bodemarchief’. Al zijn de gevonden stukjes tekst vaak kort (gemiddeld 15 tot 40 centimeter in de lengte en 2 tot 8 centimeter in de breedte) en fragmentarisch, ze leveren een schat aan informatie op. De kennis van de vroegere taalstadia van het Russisch is flink bijgesteld en de blik op het dagelijks leven in de Russische Middeleeuwen aanzienlijk verbreed. 

"Brief van Gjur'gi aan vader en aan moeder. Verkoop de hoeve, kom hierheen — naar Smolensk of naar Kiev. Het brood is [hier] namelijk goedkoop. Als jullie niet komen, stuur me dan een briefje (gramotiču), of het goed met jullie gaat." (1100-1120).

"Brief van Gjur'gi aan vader en aan moeder. Verkoop de hoeve, kom hierheen — naar Smolensk of naar Kiev. Het brood is [hier] namelijk goedkoop. Als jullie niet komen, stuur me dan een briefje (gramotiču), of het goed met jullie gaat." (1100-1120).

Huishouding, gezin, financiën, handel, zeer veel komt aan bod. Gewoonlijk gaat het om privé-correspondentie, drama blijft ons daarbij niet bespaard:

 "[...] Wat neem je me kwalijk, dat je niet deze week [of: deze zondag] bij me gekomen bent? Ik heb je als mijn eigen broer behandeld. Heb ik je werkelijk gekwetst met datgene wat ik [jou] gestuurd heb? Voor jou weet ik dat het onaangenaam is. Als het gemakkelijk voor je zou zijn, zou je je uit de ogen [van de mensen] weggerukt hebben en [heimelijk] gekomen zijn. [...] Als ik jou in mijn onverstand gekwetst heb en jij me zult bespotten, dan zullen God en ik (moja xudost') oordelen." (1100-1120).

Schaeken voegt daaraan toe: “Bedenk dat deze Novgorodse liefdesgeschiedenis uit precies dezelfde periode stamt als onze hebban olla vogala.”





Ik had hier graag willen afsluiten met: ik ga niet weg uit Novgorod voordat ik een liefdesbrief uit 1250 uit de grond heb gehaald … Maar ik heb m’n terugvlucht al geboekt.

(Het complete corpus teksten op berkenbast is online beschikbaar).

Hier deel 1.

Middeleeuwse liefdesbriefjes op berkenbast – en wat er in Novgorod nog meer uit de grond komt. - 1

(Eerste publicatie: 26-6-2012)

Vanaf komend weekeinde wordt de frequentie van stukjes op dit weblog weer even wat minder. Ik ga in Novgorod liefdesbrieven uit de Middeleeuwen opgraven. Dat is serieus werk en ik weet niet of ik daarbij nog regelmatig aan schrijven toekom.

Die liefdesbrieven werden ooit ingekrast op berkenbast. Eigenlijk zijn het briefjes; de meeste bevatten niet meer dan twintig woorden. En het gaat niet alleen om liefdesbriefjes, er wordt daar in Novgorod van alles uit de grond gehaald: van officiële documenten, testamenten, raadseltjes, leermateriaal, grapjes en uitnodigingen tot aan huwelijksaanzoeken, zoals: “Van Mikita aan Ana. Trouw met mij. Ik wil jou en jij mij. En Ignat Moiseev is getuige […]”  Het aanzoek is geschreven tussen 1280-1300.

Ik ga natuurlijk niet zo maar op eigen houtje graven. Ik heb me aangemeld bij Expeditie Novgorod, een initiatief van het Nederlands Instituut in Sint-Petersburg en de Universiteit van Leiden. Gedurende een week verblijven de deelnemers in Novgorod, waar de tijd verdeeld wordt tussen lezingen, excursies en, uiteraard, het betere graafwerk. De reis staat onder leiding van hoogleraar Balto-Slavische talen en cultuurgeschiedenis Jos Schaeken. Wat ik hier schrijf over de berkenbasttekstjes is ontleend aan zijn oratie bij zijn benoeming tot hoogleraar.

De middeleeuwse teksten zijn origineel (en dus niet, zoals veel Kerkslavische bronnen -  gekopieerd), betreffen het dagelijks leven en zijn geschreven in een Russisch dat dicht bij de geschreven taal stond – ook dit weer in tegenstelling tot de Kerkslavische bronnen.

“Van Boris aan Nostas’ja. Zodra je deze brief krijgt, stuur me een man op een paard, want ik heb hier veel te doen. En stuur een hemd – ik ben een hemd vergeten.”  (1380-1400).

"Groet van Nostas'ja aan mijn meesters, mijn broers. Mijn Boris is niet [meer] in leven. Hoe, meesters, gaan jullie zorgen voor mij en mijn kinderen?" (1410-14320). 

Hier deel 2.

Dina Roebina of Vera Inber - wie krijgt de mooie boekenlegger?

Er lagen flinke stapels van in de winkel, van Dina Roebina’s nieuwe boek Окна (Okna, Ramen of Vensters). Het zag er prachtig uit, met om de paar pagina’s schilderijen van haar echtgenoot Boris Karafjolov. En had ik niet zo lang geleden zo genoten van haar ‘Aan de zonnige kant van de straat’? En van een optreden van haar in Amsterdam? Ik kocht meteen twee exemplaren, voor mezelf en voor een goede vriendin.

En wat valt het nou toch tegen.

Ik ken te weinig van Roebina’s werk om Okna helemaal in perspectief te kunnen plaatsen, maar tegen ‘Aan de zonnige kant van de straat’, die bonte vertelling uit het hart van Tasjkent, steekt deze bundel bleekjes af. Geen plot, geen uitdijend verhaal, alleen schetsen, een enkele (over babka Rachil, bijvoorbeeld) geslaagd. De beschrijving van het Venetiaans carnaval, van een paar dagen Kreta …. nooit gedacht dat ik bij Roebina alinea’s vluchtig zou scannen.

In alle verhalen spelen vensters een rol, ook op alle schilderijen van Karafjolov zijn vensters afgebeeld die een extra perspectief bieden. Een aardig idee misschien, zo’n koppeling, maar de uitwerking komt geforceerd over. Heeft Roebina moeite moeten doen om háár aandeel voor het boek te leveren? Het lijkt erop. En wat het werk van Karafjolov betreft: dat wordt na een tijdje wat veel van het goede, met al dat nadrukkelijke rood en telkens weer een raam.

Ik sloeg Okna dicht en begon, niet erg optimistisch, aan Смерть Луны (De dood van de maan), een bundeltje verhalen van Vera Inber uit de jaren twintig en dertig. En kijk nou, na drie pagina’s was ik verkocht. Een prachtig verhaal over de Moskouse kleermaker Emmanuel Solovej met zijn jaloerse vrouw Roza. Een actrice komt kleding bestellen. Emmanuel moet – hij kan het ook niet helpen - haar maten opnemen. Taille, boezem, hij noemt de maten, Roza schrijft ze zwijgend op…

Inber (1890-1972) is vooral bekend als dichter. Ze verwierf faam tijdens het beleg van Leningrad en maakte later deel uit van het literaire Sovjet-establishment, met al zijn minder aangename kanten. In deze vroege verhalen, levendig en kleurrijk, is van enige ideologische zwaardoenerij nog niets te merken. Ze komen in de buurt van het werk van Michaïl Zosjtsjenko.

Voor zo’n boek, hoe klein ook, haal ik mijn verzameling boekenleggers tevoorschijn en zoek ik een extra mooie uit.