De vrouw met de rode hoofddoek - een deel van het raadsel ontsluierd.

----------------------

Ze hangt al jaren bij mij aan de muur, met haar rode hoofddoek en haar blik die langs me heen gaat. Hoe ze heet, weet ik niet, maar ik weet sinds kort wel waar ze werkt. Of beter: wérkte, want ze is natuurlijk allang met pensioen, of, waarschijnlijker, overleden.

Ik kocht bovenstaand werk in 1995. Het lijkt een schets, op dun karton. Rechtsboven is een hoekje afgescheurd. Het is van de schilder Grigori Kravtsjenko (1930-2006). Vanwege de kwetsbaarheid zit het achter glas. Was de schets het voorwerk voor een schilderij? Ik heb aardig wat schilderijen van Kravtsjenko gezien, maar deze vrouw met rode hoofddoek ben ik verder niet meer tegengekomen. Wat ik ook niet weet, is uit welk jaar het werk dateert.     

Het hangt bij mij thuis op een vrij opvallende plaats. Niet iedereen is er enthousiast over. “Ik haat dat mens”, liet een goede vriendin met wortels in de USSR mij onlangs nog weten. Dat kan me mooi niks schelen. "Dat mens" intrigeert me. Wat zit er achter die licht vermoeide, in zichzelf gekeerde, misschien zelfs licht hautaine blik? Waar kijkt ze naar? Wat ziet ze, al dan niet in gedachten, voorbijkomen? Is het op haar werk? Dat lijkt me wel. Aan het einde van haar dienst, of juist aan het begin? Maar wat voor werk deed ze dan?

Dat laatste heb ik inmiddels ontdekt. Want ik kwam haar namelijk ook tegen op een heel ander schilderij, uit 1951, van Dmitri Minkov. Kijk, daar loopt ze, derde van links, een stevig stuk gereedschap op haar schouder, met verende tred op weg naar de mijnschacht. Het schilderij heet Угледобытчицы (Oeglodobytsjitsy) / Steenkolendelfsters:

D. Minkov - Steenkolendelfsters (1951)

Tussen beide schilderijen zitten wel een paar jaartjes. De vrouw bij mij aan de muur heeft inmiddels aardig wat kolen gedolven, haar tred zal niet meer zo verend zijn. Loopt ze nog steeds elke morgen met haar collega’s naar de mijnschacht? Heeft ze promotie gemaakt?  Heeft ze eindelijk een flatje gekregen van de mijn en hangen daar een paar mooie oorkondes aan de muur? Dan zou ze toch wel wat vrolijker mogen kijken. Heeft haar man, hoofd van de vakbondsafdeling op de mijn, haar net verlaten? Of is die alleen maar aan de drank? Ik weet het niet. Misschien kom ik de vrouw met de rode hoofddoek nog eens tegen op een ander schilderij en kan ik het raadsel van haar blik nog verder ontrafelen.
 

Bij mij thuis lijkt haar blik te rusten op een ander schilderij van Kravtsjenko dat hier aan de muur hangt. (Daarvan weet ik het jaartal wel, dat is uit 1966). Dat werk is ook al niet zo vrolijk; een studente heeft net te horen gekregen dat ze weer een laag cijfer heeft gehaald. Het heet: Weer een twee. Mijn oude docente Russisch – toevalligerwijs de moeder van bovengenoemde vriendin – reageerde nogal gevat, toen ze het schilderij zag en die titel hoorde: “Weer een twee? Weer een tweeling zeker.”

 

Minsk-Moskou: een muurschildering met prikkeldraad

--------------------

Afgelopen zomer kreeg Minsk een cadeautje van Moskou. Op de muren van twee flats verscheen een schildering van kunstenaar Artoer Kasjak die de vriendschap tussen de twee hoofdsteden moest verbeelden. Het jongetje met de rode pet stelt Minsk voor, het meisje met de zeepbellen Moskou. Voor erg veel ophef zorgde het allemaal niet. Omwonenden die naar hun oordeel werd gevraagd, vonden het wel een vrolijk tafereel, beter dan zo'n grijze muur.

Maar afgelopen zondag bleek toch dat niet iedereen zo te spreken was over het idyllische tafereel. Er was een nieuw element aan toegevoegd: de bloemenkrans op het hoofd van het meisje en het boeket in de handen van de jongen waren voorzien van prikkeldraad.

Het had niet veel moeite gekost, vertelt de niet bij naam genoemde graffiti-artiest in een kort interview. “De kraanlift heb ik gehuurd voor 80 roebel. Ik heb twee blikjes verf gekocht, de rest had ik nog. Het lastigste was nog het weer, het was koud en het regende.” Niemand had enige aandacht aan hem besteed. En zijn motief: ”De betrekkingen tussen onze landen zitten vol valkuilen en gevaarlijke momenten, die we proberen te verbergen achter korenbloemen en kamille.”   

Het origineel nadert zijn voltooiing. 

Het onbedorven origineel

De toevoeging van het prikkeldraad

Voor wie wil gaan kijken, het adres is: Mogilevskaja 32. 

Misjka is zoek. De mascotte van de Spelen in Moskou werd wereldberoemd, maar waar is het origineel?

-----------------------

Misjka Tsjizjikov Olympische Spelen 1980 Moskou beertje ontwerp auteursrechten

Eén iemand in Rusland zal met extra aandacht – en gemengde gevoelens - de verkiezing hebben gevolgd van de officiële mascotte voor het WK voetbal van 2018: Viktor Tsjizjikov. De inmiddels bejaarde Tsjizjikov ontwierp de wereldberoemde mascotte voor de Olympische Spelen van 1980 in Moskou: het goedmoedige beertje Misjka. Het diertje bezorgde hem roem in binnen- en buitenland, maar verder vooral veel ergernis, en weinig inkomsten. “Nee, de auteursrechten heb ik niet, daar is nooit een contract voor afgesloten", vertelt Tsjizjizkov in elk interview. Waardoor Misjka, in de optiek van Tzjizjikov, vogelvrij is en iedereen zijn beeltenis maar kan gebruiken, te pas en te onpas.

De mascotte van het WK voetbal, komend jaar in Rusland, is een wolfje geworden. Ik heb nog geen reactie van Viktor Tsjizjikov gelezen, maar ik vermoed dat hij opgelucht is. Niet wéér een beertje, zoals bij de Olympische Winterspelen van 2014 in Sotsji. Tsjizjikov, die in Rusland een grote naam heeft als illustrator van kinderboeken, vond dat ijsbeertje wel erg veel weg hebben van zijn Misjka. Maar hij stond machteloos. Want ja, die auteursrechten …

Links een van de mascottes van Sotsji 2014. Rechts Tsjizjikovs Misjka.

Zabivaka, de mascotte van het WK voetbal

Zijn Misjka kwam pas laat in beeld als mascotte voor de Spelen van 1980. Russische tv-kijkers hadden al gekozen voor een beer als symbool. Dat leverde een stortvloed aan ontwerpen op, maar de ideale beer zat er volgens het Olympisch Comité van de USSR niet bij. Tsjizjikov hoorde met twee bevriende illustratoren van de zoektocht en met een flink aantal inderhaast getekende potloodschetsen meldden zij zich bij het Comité. Dat koos tenslotte voor één van de beertjes van Tsjizjikov, die als Misjka wereldberoemd zou worden. Wat nog wel ontbrak waren de kleuren en een verwijzing naar de Olympische Spelen. De kleuren waren geen probleem – al is Tzjizjikov kleurenblind (hij levert zijn ontwerpen in met instructies voor de te gebruiken kleuren). Voor de olympische symboliek had hij nog een paar maanden nodig. Toen was hij er eindelijk uit: een riem met de vijf ringen.

Tsjizjikov is trots op zijn Misjka. “Ik had alle eerdere olympische mascottes bestudeerd [de eerste dateert van de Winterspelen van 1968 in Grenoble – EH], niet één kijkt je aan. Mijn Misjka is de eerste mascotte die zich rechtstreeks tot de kijker wendt.” Misschien viel het beertje daarom in de smaak bij Lord Killanin, de toenmalige voorzitter van het IOC, die bij een bezoek aan Moskou zijn voorkeur voor Misjka uitsprak. En nadat ook het Centraal Comité van de Communistische Partij de mascotte had goedgekeurd, restte nog één detail: de auteursrechten.

En daar ging het mis, volgens Tsjizjikov. Maar of hij helemaal gelijk heeft? In ieder geval werd er geen contract opgesteld waarin zijn auteursrechten werden vastgelegd. Het Olympisch Comité in Moskou gaf hem te verstaan dat het ontwerp toebehoorde aan het Sovjet-volk, dat zich immers had uitgesproken voor een beer als mascotte. Voor de schepper van Misjka zat er uiteindelijk niet meer in dan een vergoeding van zo’n 2.000 roebel, een stevig bedrag in die tijd, maar gezien de vele reproducties, ook al tijdens de Spelen zelf, een schijntje.

De vraag is of Tsjizjikov ook echt aanspraak had kunnen maken op de auteursrechten. Het Internationaal Olympisch Comité beschermt zijn symbolen en weet zich sinds 1981 (het Verdrag van Naïrobi) in auteursrechtelijke zin de exclusieve eigenaar van bijvoorbeeld de olympische ringen, de mascottes en zelfs woordcombinaties als ‘Sotjsji 2014’. Ik heb – tevergeefs - geprobeerd om enig inzicht te krijgen in de materie. Wordt er tegenwoordig eenmalig afgerekend met de ontwerper van een mascotte? Valt Tsjizjikovs mascotte, met terugwerkende kracht, onder dat verdrag uit 1981? Dit laatste zal - denk aan de olympische ringen om zijn middel - ongetwijfeld het geval zijn, maar dan nog vermoed ik dat de regelingen voor ontwerpers tegenwoordig heel wat ruimhartiger zijn dan die tussen Tsjizjikov en het Moskouse Olympisch Comité van 1979. 

'Misjka' bij het Loezjniki stadion

'Misjka' bij het Loezjniki stadion

De gemiste inkomsten zijn niet Tzjizjkiovs grootste ergernis. Het steekt hem vooral dat hij nooit meer enige zeggenschap heeft gehad over Misjka en de manier waarop zijn beertje is gebruikt. Dat begon al tijdens de Spelen in Moskou zelf. Bij de sluitingsceremonie, met een hoofdrol voor Misjka, werd hij niet betrokken. Vol lof is hij over de manier waarop honderden militairen de mascotte uitbeeldden op de tribune, over de traan die over Misjka’s wang biggelde. De proporties klopten volledig. Maar de Misjka die tenslotte als ballon opsteeg en wegdreef richting Moskouse Mussenheuvels, dat was een aanfluiting, van dat beest klopte helemaal niks, aldus Tzjizjikov. En wanneer je kijkt naar de nogal misvormde, ingezakte ‘Misjka’ die dertig jaar na de Spelen op de Heldenlaan bij het Loezjnikistadion als standbeeld werd geplaatst, dan voel je met Tzjizjikov mee. Ook hier ging de vormgeving buiten hem om. 

Hier het afscheid van Misjka tijdens  de sluitingsceremonie van de Spelen in Moskou: 


Ook nogal pijnlijk is dat niemand weet waar de originele tekening van Misjka is gebleven. De befaamde Tretjakovgalerij wilde hem kopen en belde Tsjizjikov. Die verwees het museum door naar het Russisch Olympisch Comité, waar hij de tekening ooit had ingeleverd. Daar had men geen idee waar Tsjizjikovs schepping was gebleven. De tekening is nog altijd zoek. 

Waarom Rusland de oorlog verliest van de VS. Ilja Varlamov over de strijd om de slimste hersens. “De derde wereldoorlog is al gaande."

---------------

Onderstaand artikel verscheen op 14 oktober in het Russisch op de website van blogger, fotograaf en activist Ilja Varlamov.

Ilja Varlamov

Ilja Varlamov

Vroeger gingen oorlogen om gebieden, in de 20ste eeuw werd er vooral oorlog gevoerd om natuurlijke hulpbronnen, in de 21ste eeuw wordt er oorlog gevoerd om hersens. En de oorlog van de 21ste  eeuw zijn we aan het verliezen. Laten we eerlijk zijn: het is totaal onbelangrijk of de Krim is teruggekeerd in de thuishaven of niet. Het doet er niet toe of Poetin de Koerillen weggeeft of niet. Zelfs als we morgen Alaska terughalen, verandert er globaal gezien niets. Olie en andere hulpbronnen zijn ook niet zo belangrijk, zoals de laatste crisis heeft aangetoond. We hebben veel natuurlijke hulpbronnen, nou en? Wat kunnen we ermee? Smeer je olie op je brood? En als de prijzen dalen, is het meteen ellende. Meteen wankelt de begroting, iedereen loopt bedroefd rond en zit met z’n handen in het haar.

Maar je hebt ook Singapore, bijna net zo groot als Moskou. De economie is een van de minst corrupte ter wereld en bezet de bovenste plaatsen op de ranglijsten van economische vrijheid. In dat land zijn de prijzen stabiel en is het BNP per hoofd van de bevolking een van de hoogste ter wereld. Het heeft geen hulpbronnen, het heeft geen grondgebieden. Zelfs zoet water kopen ze in Maleisië. Maar het levenspeil van de lokale bevolking is zeer behoorlijk. En naast de lokale bevolking gaan er uit heel de wereld mensen naartoe om er te werken. En je hebt Japan, niet het grootste land ter wereld en niet het rijkste aan hulpbronnen. Het is net zo groot als de provincie Tomsk. Maar het is een van de sterkste economieën ter wereld. Kort geleden bezette het de tweede plaats achter de VS. De beste techniek, uitstekende auto’s. Maar dat weet u allemaal zelf ook, dat hoef ik u niet te vertellen.

In de moderne wereld gaat het om hersens. Het land dat goede werk- en levensomstandigheden creëert, overwint. De moderne mens is mobiel en heeft een opleiding. De culturele barrière wordt lager. In de 19de en zelfs de 20ste eeuw was verhuizen naar een ander land nog een grote stap en een zeer zware beproeving voor een mens. Tegenwoordig is het een beetje stress, en voor jongeren is het helemaal een fluitje van een cent. Dankzij de moderne technologieën voelt u zich bijna waar ook ter wereld thuis. U raakt uw kennissenkring niet meer kwijt, zelfs uw taxi bestelt u in Moskou en New York met één en dezelfde app, en uw favoriete koffie drinkt u in één en dezelfde Starbucks. Vroeger moest je op een nieuwe plek een nieuw leven beginnen. Wanneer u tegenwoordig een baan wordt aangeboden, koopt u in twee klikken een ticket, in nog twee klikken huurt u woonruimte en morgen gaat u in Londen naar uw werk. Voor jongeren zijn er sowieso geen grenzen. Voor hen is het makkelijker om naar Londen te vliegen dan naar Omsk. Zij kiezen voor waar het beter is.

Ik heb geen contact met al mijn oud-klasgenoten, maar onlangs werd ik nieuwsgierig naar hoe iedereen zijn weg in het leven had gevonden. Ik ging naar ze op zoek op de soiale media. De slagvaardigsten en meest getalenteerden waren vertrokken. Naar Europa, naar de VS, naar Israël. En dat is een probleem. Ze hadden in Rusland kunnen blijven, maar zijn vertrokken.

Ik probeer elk jaar naar Silicon Valley te gaan en jongens van ons te ontmoeten die vertrokken zijn om daar te gaan werken. Ze zijn vertrokken omdat daar meer mogelijkheden zijn. Omdat ze daar minder risico’s lopen. Omdat hun bedrijf daar niet onder wild-westomstandigheden wordt ingepikt. Omdat daar een rechtbank is die niet na een telefoontje een zaak afstempelt. Zulke voorbeelden zijn er volop. Grote en kleine. Ze trainen nu de nationale skiselectie van de VS, omdat in Rusland niemand op hen zat te wachten. Anderen werken gewoon bij bekende it-bedrijven en creëren producten die u elke dag gebruikt. En dat is een nederlaag voor Rusland.

Pavel Doerov in Sint-Petersburg (2012)

Van Doerov *) hebben ze het bedrijf afgepikt en hij is vertrokken uit het land – dat is een nederlaag voor Rusland. Sjarapova, de trots van Rusland, die woont en traint in de VS, dat is een nederlaag voor Rusland. Ja, formeel is ze Russisch staatsburger. Maar haar werk komt ten goede aan de Amerikaanse economie. Haar trainingsschool ontwikkelt ze in de VS. U kunt ongetwijfeld de lijst zelf moeiteloos aanvullen.

Marija Sjarapova

Zulke nederlagen vallen niet zo op, vergeleken bij het verlies van bijvoorbeeld grondgebieden. Grondgebieden kan je aanwijzen op de kaart. Maar verlies van hersens kan je niet aanwijzen op kaarten en in schema’s. Maar die nederlagen doen het land veel meer pijn dan u misschien denkt.

De wereld vliegt tegenwoordig in Amerikaanse en Europese vliegtuigen en rijdt in Japanse en Duitse auto’s. En wij kunnen zelfs geen werkbanken meer maken. U wist dat misschien niet, maar loop binnen bij een willekeurige moderne fabriek en u ziet er geen Russische werkbanken. Ik sprak een keer met een plaatsvervangend directeur van één van onze defensiefabrieken. Ze waren net onder de sancties gevallen. “Het ergste is niet dat we nu geen kredieten meer krijgen van buitenlandse banken; geld dat vinden we wel. Het ergste is dat we niet op tijd voldoende hogeprecisie-werkbanken hebben kunnen kopen.” Dat is het.

Je kunt je zo veel als je wilt op de borst kloppen met de Boelava en de Iskander, maar er zijn geen mensen. Ze zijn er gewoon niet. Er is niemand om de ruimte in te vliegen. Er is niemand om de steden te besturen.

De vampiers die in de Doema zitten, doen een wedstrijdje ‘wie de idiootste wet aanneemt’.  Vertrekt het volk? “Laten we uitreisvisa invoeren! Laten we eisen dat alle buitenlandse rekeningen worden opgeheven! En de dubbele nationaliteit moet ook worden afgeschaft!” En telkens bij zo’n voorstel is er wel een groep mensen die zijn koffers pakt en een enkeltje koopt.

Gisteren werd ik gebeld door een journaliste die vroeg wat ik dacht van het zoveelste voorstel. Het ging over iets onzinnigs, dat ze alle messengers willen verplichten om de gebruikers te identificeren en te controleren dat niemand bij het berichten versturen de wet overtreedt. En diezelfde verplichting willen ze opleggen aan sites waar commentaren geplaatst worden. Wat ik daarvan denk? Ik denk er niks over. Ik denk dat er weer een groep jongeren, getalenteerde en ondernemende lui, die van Rusland houden, die hier zouden willen leven en werken, hun koffers pakken en in de VS of Europa gaan werken. Omdat niemand een bedrijf wil opbouwen, dat morgen door een zwakzinnige vampier van Staatstelecomtoezicht (Роскомнадзор) of de FSB plots wordt gesloten.   

Omdat je vandaag de dag in het land rechter Serebrjannikova hebt van de regionale rechtbank in Tsjernojarsk (provincie Astrachan), die bepaalt dat Wikipedia geblokkeerd moet worden vanwege een onschuldig lemma over charas. En omdat je Staatstelecomtoezicht hebt, die gaan lopen zwaaien met een knuppel en een project dreigen te blokkeren dat dagelijks door miljoenen mensen wordt gebruikt. En ergens zit een toekomstige Elon Musk of Steve Jobs en denkt: “Moet ik in Rusland wel een nieuw project lanceren?”

Elk ticket voor een enkele reis is een nederlaag voor Rusland. Wat #wegwezen (#поравалить) **) betreft is het al een hele tijd duidelijk. Zelfs als de FSB morgen alle uitreispaspoorten inneemt, Rusland uitreisvisa invoert en de grenzen sluit, verandert er niets wezenlijks. Want voor een modern, sterk land is het niet alleen belangrijk dat zijn burgers zich thuis kunnen ontplooien, maar is ook de aanvoer van vers bloed van belang. Wie van overal de beste krachten verzamelt, wie de omstandigheden creëert waarop die beste krachten af komen, die zal overwinnen. Elke succesvol project in de VS, Europa of China, is een internationaal team van de besten op hun gebied. Of het nou een of andere it-startup is of de Large Hadron Collider. En hier heeft Rusland helemaal niets te bieden.

Alle ontwikkelde landen strijden met elkaar om de meeste hersens aan te trekken. Ook China heeft zich in de strijd gemengd. Gewoon kopieën maken, dat deden ze daar vroeger. Nu is een leidende rol in de wereld hun doel. China is niet meer tevreden met de rol van fabriek-voor-de-wereld. En de omstandigheden gaan ze creëren. En men gaat naar China om te werken, om er een bedrijf te openen. En China begint langzaamaan met de ellebogen de oude leiders opzij te duwen.

Ik wil niet eindigen in mineur. Maar ik zie voorlopig niet dat mijn land er op de een of andere manier voor aan het zorgen is dat getalenteerde, slimme, jonge mensen hier zouden willen wonen en werken. Ik heb het niet over stokoude acteurs en zangers die voor geld nog bereid zijn om het staatsburgerschap van Somalië in ontvangst te nemen. Ik heb het over hersens. Over die mensen die nieuwe producten kunnen scheppen, die een bedrijf tot ontwikkeling kunnen brengen, die raketten de ruimte in kunnen sturen, die onze steden kunnen besturen. Ze zijn er niet.

Hebben ze u bang gemaakt met de derde wereldoorlog? Hoe stelt u zich die voor? Radioactieve as? Laserstralen uit de ruimte? Robots? Nee. De derde wereldoorlog is al begonnen. Het is een oorlog om hersens. En die zijn wij vooralsnog aan het verliezen. 

(Vertaling: Egbert Hartman)

------------------------

*) Pavel Doerov, één van de oprichters van Vkontakte, zeg maar: het Russische Facebook. 
**) Deze hastag was enkele jaren geleden populair als noemer voor de discussies over de vraag of je maar beter kon emigreren of niet.

Het leven is simpel en vrolijk - luister naar de liedjes van Aleksej Paperny

---------------------

De groep heet Paperny TAM (Паперный ТАМ) en het zei me niks. Ik kwam hun muziek voor het eerst tegen op Facebook (bij Monique van Ravenstein), vond het zeer aanstekelijk en was benieuwd naar meer. Hier die eerste kennismaking, getiteld Скажи легко, wat ik zou vertalen als: Zeg: het is simpel. De tekst staat onder aan dit stukje. 


Ik volg de muzikale ontwikkelingen in Rusland niet op de voet, maar dat ik nog nooit van Paperny TAM gehoord had, deed me vrezen dat het met de loopbaan van het ensemble na bovenstaand filmpje niet echt de goede kant was opgegaan. Die vrees bleek ongegrond, in elk geval waar het voorman Aleksej Paperny betrof. Als ik het goed heb, dateert de opname hierboven van eind jaren negentig. Paperny kwam de jaren daarna ongeschonden door, al was dat vooral dankzij theaterwerk en enkele succesvolle, alternatieve clubs die hij in Moskou oprichtte. 

De letters TAM staan voor Collectief van Acteurs en Muzikanten (Товарищество Актёров и Музыкантов) en muziek werd door de jaren heen nooit de hoofdzaak. Dat is ook te zien aan de talrijke filmpjes van optredens. Het repertoire van Paperny TAM zou een groter publiek rechtvaardigen, maar de groep lijkt zich prima thuis te voelen op kleine podia. Ze doen het er een beetje bij, zo lijkt het. Dat blijkt ook uit twee recente interviews (hier en hier) met een inmiddels grijze Papernyi. Die gaan over van alles, maar nauwelijks over zijn liedjes.

Hier nog een nummer dat me aangenaam trof: Не ждали нас, а мы пришли (Ze verwachtten ons niet, maar we zijn gekomen). Paperny zong het tijdens de grote betoging eind december 2011 in Moskou. Al heeft de tekst geen politieke lading (hij schreef het ook niet speciaal voor die dag), het lied had met zo’n titel zo maar kunnen uitgroeien tot hét lied van het toenmalig protest. Dat is niet gebeurd. (Ook deze tekst staat onderaan.)


Het doet me allemaal denken aan een ander collectief, dat van Pjotr Nalitsj, van wie ik ook niet zo veel meer hoor. Zijn De zee en Uit het restaurant behoren tot mijn favoriete liedjes van de afgelopen jaren. Hier Uit het restaurant. (Voor De zee klikt u hier.) 

---------------------

Скажи легко

Скажи легко и жить легко
И видно небо далеко
Сидим себе на облаках
Как у кого-то на руках

То это дым
То это снег
С тобой навек
С тобой навек
То это дым
То это снег
С тобой навек
Навек

Под нами реки, города
Гуляют дамы, господа
Случайный дрозд, увидев нас
Перевернулся десять раз

Не ждали нас, а мы пришли.

Не ждали нас, а мы пришли. 
А мы пришли, и что нашли
Нашли не ждали нас, не ждали нас
Не ждали нас, а ми пришли
Нашли не ждали нас, не ждали нас
Не ждали нас, а мы пришли

В руках у Богдана огромный барабан
В руке у Логана невыпитый стакан
Глаза у Синтии, о, Синтия
Ой, Синтия, любовь моя

Не ждали нас, куда пришли
Зачем пришли, а ну пошли
Пришли не ждали нас, не ждали нас
Не ждали нас, а мы пришли

Луна горит, и так близка
Ее рука река, ее рука
Идем по полю мы, по морю мы 
                                                                                         Летим по небу мы, привет пока
                                                                                         Идем по полю мы, по морю мы
                                                                                         Летим по небу мы, привет пока

 

Odessa en Valentin Katajevs kinderboek voor de Sovjet-jeugd - met en zonder marsmuziek

Katajev, antwoordde een goede vriendin uit Rusland op mijn vraag: wie ik moest lezen ter voorbereiding op mijn reis naar Odessa. Babel en Paustovski, ja, allicht, maar die kende ik al en daar kwam iedereen mee aanzetten die naar Odessa was geweest. Nee, het moest een minder bekende schrijver zijn. Katajev, was dus haar antwoord, Valentin Katajev.

Van Katajev (1897-1986) had ik nog nooit iets gelezen, maar zijn naam deed een stevig Sovjet-belletje rinkelen – behoorde die niet tot de harde kern van het literaire establishment, tot de ingenieurs van de ziel die hun hand niet omdraaiden voor nog eens een ode aan gehard staal en gestaalde kaders? Ik was vooral op zoek naar ‘kleine’ beschrijvingen van Odessa, naar locaties die ik kon gaan bekijken en routes die ik kon nalopen, dus … eh … Katajev? Maar toen ik hem min of meer neutraal besproken zag in een artikel over literair Odessa, besloot ik het toch maar eens met hem te proberen. Белеет парус одинокий (Belejet paroes odinoki) werd in het artikel genoemd, een boek uit 1936 over het woelige jaar 1905 waarin hij veel jeugdherinneringen had verwerkt. Als dat geen ‘kleine’ beschrijvingen van Odessa zou opleveren!

Dat deed het inderdaad volop, maar dat ontdekte ik pas na terugkeer in Nederland. Ik was daar in de havenstad aan de Zwarte Zee te veel bezig geweest met een andere minder bekende schrijver: Vladimir Zjabotinski (over diens Odessa schreef ik hier en hier). Thuis nam ik Beleet paroes odinokii pas echt ter hand. Het bleek een kinderboek – ik schat voor 12-jarigen – wat in dat artikel over literair Odessa niet echt duidelijk was vermeld. In ideologisch opzicht bleek het loepzuiver, we hadden hier te maken met de vriendjes Petja en Gavrik, gestaald kader in de dop. Petja mag naar het gymnasium, maar wordt vooral meegesleept door de avonturen van Gavrik, die in een schamel vissershutje aan de zee woont. Er gebeurt van alles (de muiterij op de Potjomkin, stakingen, demonstraties, vuurgevechten, een pogrom), maar het eindigt hoopvol: de twee vriendjes helpen een door gemene agenten gezochte matroos met een vissersbootje te ontsnappen naar Roemenië.  

Petja en Gavrik, Vera Cholodnaja plein, Odessa

Hoe lang geleden was het dat ik – buiten mijn hoedanigheid van oppas - een kinderboek las? Onvermijdelijk kwam Boris van Jaap ter Haar weer bovendrijven, het boek waarmee mijn belangstelling voor Rusland begon. Stel dat Katajev was vertaald en ik had zíjn boek gelezen, over Petja en Gavrik, en niet dat van Jaap ter Haar over Boris? Ik zou niet naar Amsterdam zijn gereisd om bij boekhandel Pegasus eens wat brochures te halen over de CPN, dat niet. Maar had ik me dan misschien voor altijd tot Odessa aangetrokken gevoeld in plaats van tot het Leningrad van Boris?

En nog een vraag die bij me opkwam: hoeveel indruk maakte Belejet paroes odinokii op jonge Russische tijdgenoten van Katajaev, op een 12-jarige jongen in, pak ‘m beet, Vologda of Archangelsk? Véél, denk ik. Zou zo’n jongen zich dan niet gestoord hebben aan de opzichtige ideologische sjablonen? Tuurlijk niet! Jeugdboeken van mij die zich afspeelden in de Tachtigjarige Oorlog waren net zo voorspelbaar, met koene Hollandse jongens die het opnamen tegen die vuige Spanjaarden. Die boeken werden daar echt niet minder spannend door.

Ik las bij Katajev over meerdere plekken in Odessa die ik inmiddels kende van mijn wandelingen door de stad. Nieuw voor me was iets heel anders: de mars Toska po rodine (Heimwee naar het moederland), die in het boek twee keer wordt gespeeld: bij het einde van een Paaskermis en tijdens een alternatieve 1 mei-viering, op vissersbootjes veilig op zee, ver genoeg van de kust. Zou die mars ook klinken in de verfilming van het boek, uit 1937?


Helaas, geen mars te bekennen. (De uitvoering op zee belandde wel op de omslag van een van de vele uitgaven van het boek - zie hieronder). Hier kunt u de mars horen:

-----------------

De 1 mei-viering op zee. Rechts de matroos met accordeon die Heimwee naar het moederland speelt.

De 1 mei-viering op zee. Rechts de matroos met accordeon die Heimwee naar het moederland speelt.

Eigenlijk had ik dit stukje aan die mars willen wijden, aan de vraag door wie die nou precies geschreven is. Maar mijn bespiegelingen over Katajev drongen voor. Wie meer over het muziekstuk wil weten, kan terecht in een uitgebreid artikel in het Russisch.   

En nu we het toch over muziek hebben: op mijn laatste dag in Odessa zag ik op een van de hoeken van het driehoekige Catharinaplein plots de gedenksteen voor componist Maks Kjoess. Ik wist dat die ergens moest hangen, was er niet speciaal naar op zoek gegaan, maar vond het toch leuk dat ik die nu had gezien. Kjoess is de schrijver van de wals Golven van de Amoer – veel mooier dan die mars bij Katajev. Over het leven van Kjoess, inclusief zijn werk als kapelmeester in de Goelag, schreef ik eerder een stukje. Zijn beroemde wals vindt u hieronder.

 

Antwoord op de vraag: waar schilderde Konstantin Gorbatov zijn Hollandse gracht?

------------------

In welk buitenlands museum ik ook kom, altijd speur ik naar sporen van het vaderland. Zo ook in het geweldige Kunstmuseum van Odessa. En ik had beet, op de eerste etage, al bleef de vondst die ik daar deed omgeven door twijfels. Dit ondanks de hulp die ik bij mijn poging tot duiding kreeg van onder anderen Fokke en Sukke en Alexander Pechtold.

Ik bereikte die eerste etage via een prachtige trap, de een na mooiste trap binnenshuis die ik in de voormalige Sovjetunie zag. (De allermooiste is natuurlijk die in het Gorki museum in Moskou.) Er was wel iets mis met de trap, getuige een bordje dat de bezoeker in drie talen adviseerde om bij de weg naar boven rechts te houden. ‘Is het gevaarlijk?’, vroeg ik een vrouwelijke suppoost. ‘Nee hoor’, antwoordde ze, ‘alleen de leuning is niet veilig.’ Boven aan de trap hing ook een bordje, voor de bezoeker die ging afdalen, maar dat was alleen in het Russisch.

IMG_2224-2.jpg


In een van de zalen boven viel mijn oog op het schilderij Canal in Holland van K.I. Gorbatov (zie boven aan dit stukje), die volgens het titelbordje leefde van 1876 tot 1925. Hebbes, dacht ik, een Nederlands tafereeltje. Een vismarkt ergens, maar waar? Ik wilde dat graag weten en vroeg, eenmaal thuisgekomen, op Facebook en Twitter om hulp. Wie wist waar in Nederland dit was?

Mijn verzoekje om hulp werd 149 keer geretweet, onder anderen dus door Fokke en Sukke en Alexander Pechtold. Het leverde tal van suggesties op – en bijna ruzie tussen kenners van klederdrachten. Een bloemlezing:

- Hoek Prinsengracht, Noordermarkt, Brouwersgracht?
- De klederdracht van de vrouwen met de mand lijkt het meest op Urk
- Leiden, de Korenbeurs?
- Rotterdam voor het bombardement?
- De Oude kerk in Delft?
- Ik denk aan Vlissingen
- Leiden, Turfkade?
- Absoluut NIET Urk. De dames dragen de algemene cornetmuts
- Leiden, bij de Waag?
- Leiden aan het water waar café Annie’s nu zit?
- Misschien Veere, de Campveerse toren
- Oudegracht Utrecht?
- Zou weleens Dordrecht kunnen zijn

De aardigste suggestie kwam van Agent-00x (@toktokalweer1ei): ‘Het zou Nieuw Holland (Novaya Gollandiya) kunnen zijn in Sint-Petersburg. Daar zijn gele gebouwen te vinden.’ Dat lijkt me onwaarschijnlijk (bij mijn weten werd daar in de Sovjetjaren geen vis verkocht), maar mij waren inmiddels ook die gele gebouwen, op de achtergrond, dwars gaan zitten. Die oogden niet Nederlands. En naarmate ik, op zoek naar gegevens over dit specifieke schilderij, steeds meer werk van Konstantin Gorbatov voorbij had zien komen, drong de onontkoombare conclusie zich op: die Gorbatov heeft er qua locatie een zooitje van gemaakt. Hij reisde door Europa (vooral Italië), deed overal indrukken op en husselde die, eenmaal achter zijn ezel gezeten, uit de losse pols door elkaar.

Hier één werk van Gorbatov gesitueerd in Rusland en drie in Venetië (aanklikbaar):

Meer bewijsmateriaal lijkt me niet nodig.

Het lijkt er sterk op dat de huizen op het vierde doek ook op Gorbatovs ‘Hollandse’ schilderij zijn beland – in een iets aangepaste vorm. Zijn het Italiaanse huizen? Of zijn het huizen langs de Fontanka in Sint-Petersburg? En die ‘Hollandse’ bootjes (gek word je van de bootjes bij Gorbatov) – die duiken op zo’n beetje al zijn schilderijen op, of die nou een tafereel in Rusland, Italië of Nederland verbeelden. In Venetië heeft hij ze dan wel – heel oplettend – vervangen door gondels.

Het is uiteraard het recht van iedere schilder om de werkelijkheid naar zijn hand te zetten. Maar ik voel me toch – met mijn aanvankelijke tevredenheid over weer een Hollands tafereel in een buitenlands museum – een klein beetje voor gek gezet.

Tot slot nog even over het bordje op de lijst van het schilderij dat Canal in Holland als titel geeft. Dat bordje meldt ook dat K.I. Gorbatov is overleden in 1925. Dat is fout, en niet zo’n beetje ook. Gorbatov overleed, in Berlijn, in mei 1945. Nu had u uit mijn vorige twee stukjes al begrepen dat ik erg te spreken ben over het mooie museum in Odessa, met zijn krakend parket, matige verlichting en in bijna elke zaal op een stoel een lezende dame. Gek genoeg maakt die misser met dat jaartal mij alleen maar enthousiaster. De tijd is in het Kunstmuseum van Odessa ergens in de Sovjet-jaren stil blijven staan.

(De twee eerdere stukjes over het Kunstmuseum vindt u hier en hier.)