literatuur

Bekende dokter geeft Russische sporters dopingadvies: niet plassen!

---------------------

"И красавица Маша Шарапова! / En schoonheid Masja Sjarapova." 

 красавица Маша Шарапова! / En schoonheid Masja Sjarapova." 

 

Het was u misschien nog niet opgevallen, maar meldonium is een prachtig rijmwoord. Zeker in het Russisch, waar de mogelijkheden voor de dichter dankzij de naamvallen altijd net ietsje ruimer zijn: мельдoний, мельдония, enzovoort.

Wie het wel al was opgevallen is Andrej Orlov – maar die is dan ook dichter van beroep. Het middel meldonium, dat als een dopingspook boven de Russische sportwereld hangt, werkte ook op hem stimulerend: hij schreef er een mooi gedicht over, met daarin een hoofdrol voor dokter Audoetzeer (доктор Айболит), de dokter uit de kinderversjes waar vele generaties Russen mee zijn opgegroeid.

Dokter Audoetzeer

Waar de originele dokter Audoetzeer (een schepping van schrijver Kornej Tsjoekovski) de dieren geneest van allerlei kwaaltjes, staat hij in de versie van Orlov Russische sporters bij in hun jacht op medailles. Вам на доброй и тёплой ладони я / Поднесу по пять порций мельдония … (Ik durf dat bijna niet te vertalen, vanwege dat mooie rijm dat – bij mij althans - verloren gaat. Ik heb het toch gedaan – zie hieronder.) En hoe verdedig je als sporter Ruslands eer? Vooral door niet te plassen, zegt dokter Audoetzeer.

Het gedicht wordt voorgedragen door acteur Michail Jefremov, die een grote reputatie heeft opgebouwd als vertolker van gedichten, geschreven in de stijl van bekende Russische dichters, waarin eigentijdse toestanden op de hak worden genomen.

(Kinderpoëzie van Tsjoekovski is in ruime mate terug te vinden in het recent verschenen, alom geprezen Bij mij op de maaneen bloemlezing uit de Russische kinderpoëzie vanaf de zeventiende eeuw, vertaald en toegelicht door Robbert-Jan Henkes.)        


Добрый доктор Айболит / De goede dokter Audoetzeer
За спортсменами следит / Zorgt voor de sporters

Приходи к нему мочиться  / Ga bij hem plassen
Фигуристка-танцовщица, / Kunstrijdster,
Хоккеист и слаломист / IJshockeyer en slalomskieër
И бегун, и бобслеист, / En hardloper, en bobsleeër
Футболисты, хотя и растяпы вы, / Voetballers, al zijn jullie sufferds
И красавица Маша Шарапова! / En schoonheid Masja Sjarapova!


Приползайте с усталыми мордами / Kom aangekropen met vermoeide koppen
 
И бегите потом за рекордами! / En daarna jagen jullie op records!

Вам на доброй и тёплой ладони я / Op een goede en warme handpalm
Поднесу по пять порций мельдония / Reik ik jullie elk vijf porties meldonium aan

Но сначала пописайте, деточки, / Maar eerst even plassen, kindertjes
А потом уже пейте таблеточки, / En pas daarna de tabletjes innemen
Чтобы вы были сильными, быстрыми, / Zodat jullie sterk en snel worden
А анализы были бы чистыми! / En jullie plasjes schoon zijn!

И пришла к Айболиту атлетка: / Een atlete kwam bij Audoetzeer:
«
Добрый доктор, мне надо таблетку / Goede dokter, ik heb een tabletje nodig
Чтобы я бы была в эстафете / Zodat ik op de estafette
Всех быстрее на нашей планете! / De snelste van de wereld ben!
Посмотрите на ножку мою! / Kijk eens naar mijn beentje!
Даже если стоюустаю!» / Als ik alleen maar sta word ik al moe!

И сказал Айболит: «Не беда!  / En dokter Audoetzeer zei: geen probleem!
Подавай свою ножку сюда! / Kom maar hier met je beentje.
Мы лечить её, бедную, будем / Dat gaan we genezen, dat arme been
Мы медальку тебе раздобудем!» / We gaan voor jou een medaille in de wacht slepen! 

Тут бегунья таблеточку пьёт / En de renster neemt een tabletje
И на ножки бегунья встаёт! / En de renster gaat op haar beentjes staan!
Побежала-побежала / En ze rent en ze rent!
Всех на свете побеждала! / En wint van de hele wereld
И смеётся она и кричит / En ze lacht en roept
«
Ну, спасибо тебе, Айболит! / Bedankt hoor, dokter Audoetzeer!
И тебе, и тебе, и мельдонию! / En bedankt ook, meldonium!
Лучше всех была на стадионе я!» / De beste van het hele stadion was ik!

И пришёл к Айболиту Поветкин: /  En ook Povetkin kwam bij Audoetzeer:
«
Доктор, дайте мне тоже таблетки! / Dokter, geef mij ook een tabletje!
 когда людей по морде / Wanneer ik mensen voor hun harses sla
И по туловищу бью / En op hun lijf
Я при этом очень сильно, / Word ik heel erg, heel erg
Очень сильно устаю / heel erg moe
Устаю, устаю, прямо падаю, / Moe, moe, ik val gewoon om
А на бой-то я иду за наградою!» /Terwijl ik wel vecht voor een onderscheiding!

Айболит отвечает: «Не плачь! / Audoetzeer antwoordt: Niet huilen!
Ты мельдоний прекрасный хреначь!
Werk dat prachtige meldonium naar binnen!
И тогда, Сашок, легко /
En dan, Sasjok,
Победишь двоих Кличко /
win je makkelijk van de twee Klitsjkos
И ужасному Уайлдеру тоже / En de verschrikkelijke Wilder
Надаёшь по зазнавшейся роже! / Sla je ook voor zn verwaande kop!
Но
при этом, Саша, даже по пьяночке / Maar, Sasja, dan moet je, zelfs al ben je dronken
Ты не писай в незнакомые баночки!» / niet in vreemde potjes plassen!”

И пришёл к Айболиту Мутко: En Moetko kwam bij Audoetzeer:
«
Добрый доктор, мне так не легко! / Goede dokter, ik heb het zo zwaar!
Мне недавно где нужно сказали, /  De baas heeft me pas geleden gezegd
Чтоб из Рио привёз я медалей. / Dat ik in Rio medailles moet halen
Что же делать? / Wat moet ik doen?
Это просто агония! /  We kunnen geen kant meer op!
Ну куда же мы теперь / Wat kunnen we verder nog
Без мельдония! / Zonder meldonium!

Обложили меня злобные гады / Ik word belaagd door gemene rotzakken
Из агентства по допингу, «ВАДы», / van dopingagentschap WADA
Говорят, что мы с тобой, / Ze zeggen dat wij samen,
Доктор, в Сочи / Dokter, In Sotsji
Совершали нехорошее очень, / Hele foute dingen hebben gedaan

А ещё они, мерзавцы узнали, / En de lelijkerds hebben ook ontdekt
Как мочу мы на медали меняли, / Hoe we urine voor medailles hebben verwisseld,
И теперь постигнет сборную нации / En nu wordt de ploeg van onze natie
Процедура дисквалификации. / getroffen door een procedure van dikswalificatie
Победит нас теперь / We worden nu zelfs verslagen
Даже Македония! / Door Macedonië!
Ну, куда же мы, куда без мельдония?!! / Wat moeten we, wat moeten we, zonder meldonium?!!
Нам ни пукнуть теперь, ни вздохнуть! /  Geen wind kunnen we laten, geen zucht slaken
Дай мельдония, что ли, глотнуть!» / Meldonium moeten we hebben!”  

Айболит говорит: «Не беда! / Audoetzeer zegt: Geen ramp!
Мы с тобою поедем туда! / We gaan er samen heen!
Будем, если уж всё так получилося, / En als het dan zover komt
Делать вид, что ничего не случилося, / Doen we alsof er niets aan de hand is

Мы заявим: провокация / Dan verklaren we: het is een provocatie
Эта дисквалификация! / Die dikswalificatie!
Мы заявим: Тра-та-та, тра-та-та, / We verklaren: bla-bla-bla, bla-bla-bla
Наши первые места, тра-та-та / Onze eerste plaatsen, bla-bla-bla
Вы нечестно отобрали / Hebben jullie ons onterecht afgenomen
И не дали нам медал` и / U hebt ons onze medailles niet gegeven
Обсчитали, засудили и обидели, / Jullie hebben ons bedrogen, benadeeld en beledigd
Как татары с Джамалой на «Интервидении»/ Net als de Tataren met Jamala op het Songfestival

А когда мы победим-победим, / En als we winnen, winnen
То мочу им не сдадим-не сдадим! / Geven we onze plas mooi niet af
От позора нас спасут / Wij worden gered van de schande /
Фразы «Русские не ссут!» / door de frasen: “Russen pissen niet!”
И «Совсем чего-то писать не хочется» / En “Ik hoef eigenlijk niet zo nodig te plassen”
И «Пускай враги от ужаса мочатся!» / En “Laat de vijanden van schrik maar een plas doen!”
Мы не станем никого никуда лизать, / Wij likken niemand de hielen, of wat dan ook /
Так лицо мы сохраним, и анализы! / Zo blijft onze eer onaangetast, net als onze plasjes!

Wat deed de schrijfster van Mary Poppins in 1932 in Moskou?

-----------

Is er een verband tussen Mary Poppins en de USSR van voor de Tweede Wereldoorlog? Dat is er. Zelf bezocht het wereldberoemde kindermeisje het arbeidersparadijs nimmer, maar haar schepster, Pamela Lyndon Travers, deed dat wel. Zij maakte in 1932 een groepsreis naar Leningrad en Moskou. Nizjny Novgorod stond ook op het programma, maar die stad aan de Wolga werd op het laatste moment geschrapt, “omdat alle schepen kapot waren”. Travers schreef een reisverslag dat in 1933 in afleveringen verscheen in The New English Weekly en in 1934 als apart boekje: Moscow excursion.

Pamela Lyndon Travers

Pas kort na dat gebundelde reisverslag verscheen de eerste aflevering van haar Poppins-verhalen en Travers was op het moment van haar reis naar Rusland geen bekende schrijfster. Zij kreeg dan ook geen speciale behandeling à la George Bernhard Shaw (die op hallucinante wijze werd ingepakt door zijn gastheren en tijdens de hongersnood in Oekraïene alles wat hij daar aan propaganda kreeg voorgeschoteld slikte voor zoete koek), maar stapte bij een Intourist-kantoor in Londen naar binnen en boekte een reis – wat in die tijd betekende: een groepsreis.

Een toerist keert niet terug uit Rusland met een tijgervel als souvenir, schrijft Travers in haar inleiding, “but he can dazzle those who listen to his traveller’s tale with propaganda and statistics which suggest that since the days of the Old Testament the land of Canaan has moved its domicile considerably to the North-West.” 

Travers is geen ‘gelovige’ die in de USSR de heilstaat ziet (de meeste van haar groepsgenoten zijn dat wel). Ze is niet vóór of tegen, ze wil gewoon weten in wat zich in Rusland voltrekt. De confrontaties die dat oplevert, met gidsen, groepsleden en gewone Russen, zijn hilarisch, maar maken Travers in al hun absurdisme herhaaldelijk ook boos. Ze voelt zich machteloos tegenover alle staalharde ideologische verhalen en beseft dat haar blik beperkt is. Hóe beperkt, zal ze niet geweten hebben. De ontwrichting in de Sovjetunie was begin jaren dertig door de gedwongen collectivisatie enorm, op het platteland werd honger geleden. Dat moet ook de ware reden zijn geweest voor het schrappen van Nizjni Novgorod. De kans op ‘ontnuchterende’ taferelen zal te groot zijn geweest.        

Travers is een schrijfster, en dat maakt haar boek  tot een feestje - zeker voor wie (zoals ondergetekende) de Sovjetunie tientallen keren groepsgewijs bezocht. Al die rondleidingen! Die gidsen! Die eindeloze verhalen volgens een vast stramien, waar je uiteindelijk je schouders maar bij ophaalde, omdat je elke discussie toch verloor. Travers, al enigszins murw: “After recounting the circumstances of the deaths of Tsar Nicholas the late and his family, she [de gids] remarked sternly: ‘And if anyone will tell you they was still leeving we will tell you that they was burned.’”

Ter compensatie van het geschrapte Nizjny Novgorod mag het gezelschap vlak bij Moskou een kolchoz bezoeken. Het lange verhaal van de directeur wordt door de gids van de dag, die niet zo goed in haar Engels zit, als volgt samengevat: “Zis place, she make thirty-three cabbages the year. Lettuce two sousand. Seven carrots. Nitrates, no it is not. Soil, she is good. Yes. Many workers. Yes. Zey do not eat cabbages. Cabbage for the State.”

Travers droomt af en toe weg – zoals je mag verwachten van de schrijfster van Mary Poppins. Bij een bezoek aan het oude Smolny Instituut ("It is made by Catherine ze Grit") hoort ze tot haar intens genoegen dat de inmiddels nogal sobere vertrekken ooit een school voor adellijke dames huivestten. “I am glad to think that the walls remember something a little irrational – laughter and the swish of satins and the nut-dropping sound of high heels, like the hooves of goats, running along the corridors.”

Helaas, ik mag Travers’ reisverslag niet houden – het moet terug naar de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek. Daar is het natuurlijk niet op zijn plaats. Het hoort hier bij mij te staan, in de boekenkast, naast de Russische reisverslagen van Astolphe de Custine, Truman Capote en John Steinbeck. Maar ja, wat doe je d’r aan.

Mijn weerzien - twintig jaar later - met Svetlana Alexijevitsj

---------------

(Foto: E. Jacq)

Met Svetlana Alexijevitsj maakte ik ooit kennis onder een treurwilg in het Wilhelminapark in Utrecht. Gisteren, ruim twintig jaar later - zij had inmiddels de Nobelprijs voor Literatuur gekregen - stond ik voor haar in Amsterdam en kreeg ik van haar een meer dan vriendelijke glimlach.

Ze had verhalen geschreven over zelfmoord – vooral over pogingen daartoe. Die las ik, op een warme zomerdag, daar onder die treurwilg, en ik was onder de indruk. Hoe ze mensen aan het praten had gekregen, die geen uitweg meer zagen in het doolhof waarin hun leven was veranderd na het uiteenvallen van de Sovjetunie. Onder wier voeten het tapijt was weggerukt en die niets anders meer zagen dan één groot zwart gat. Hoe ze die verhalen had opgeschreven, met een ruime blik op de achtergronden en vooral ook met compassie, die linea recta bij mij als lezer naar binnen werd gegoten.

Ik bezat toen nog de overmoed van de jeugd en besloot: die verhalen moeten vertaald worden en ík ga dat doen. 

Ik belde Jan Mets, van uitgeverij Mets & Schilt, waar eerder van mij (en Anne Scheepmaker)  een Russisch kookboek was verschenen. Een boek over zelfmoordpogingen? Jan moest vrolijk lachen en vertelde me dat zelfmoordpogingen niet verkochten. Hij had gelijk, maar dat begreep ik later pas.

Ik klopte aan bij uitgeverij Pegasus – ooit een communistisch bolwerk waar na de inval van de Russische troepen in Hongarije de ramen werden ingegooid. En kijk – ironisch wil ik het niet noemen, maar opvallend was het wel – zij waren het met me eens: dít gaan we uitgeven.

Minsk, 1995

Het werd geen succes. Zelfs niet nadat Brandpunt een complete tv-reportage aan het boek had gewijd. Met verslaggever Piet-Hein van der Hoek was ik afgereisd naar Minsk voor een interview met Alexijevitsj en gesprekken met mensen (vooral vrouwen, zo bleek) die een mislukte zelfmoordpoging hadden gedaan. Dat laatste was een idee van Piet-Hein. Die sprak geen Russisch, dus die had makkelijk praten. Die gesprekken, dat vond hij een mooie klus voor mij.

En zo zat ik daar, in een ziekenhuis in Minsk, aan de rand van het bed van een vermoeid ogende vrouw die af en toe in een plastic bakje spuugde. Achter mij draaide de camera, de hengel van de geluidsman hing boven het bed. Van mijn jeugdige overmoed was niet veel meer over.

Afijn, die reportage kwam er. Het boek werd door presentator Fons de Poel duidelijk aan de kijker getoond, de omslag kwam in beeld, maar het verkocht voor geen meter. Jan Mets had gelijk gekregen.

Maar ik kreeg het ook! Al duurde dat nog even. Svetlana Alexijevitsj bleef in Nederland vooralsnog een grote onbekende. Buiten onze grenzen groeide haar faam echter met elk nieuw boek. Totdat haar uiteindelijk de Nobelprijs voor Literatuur werd toegekend. Ik had het zo slecht nog niet gezien, daar onder die treurwilg in het Wilhelminapark in Utrecht!

Gisteren, in Amsterdam, na een uitgebreid interview door Michel Krielaars, signeerde ze haar boeken. Ik stond vooraan in de lange rij met een exemplaar van De oorlog heeft geen vrouwengezicht. Ze zag me en een mooie glimlach was mijn deel. “Natuurlijk ben ik u niet vergeten!”, zei ze, en in mijn boek schreef ze: Voor mijn eerste Hollandse vertaler – van de auteur. 23-03-16.  

(Foto: E. Jacq)


(Mijn vertaling van Зачарованные смертью verscheen bij uitgeverij Pegasus onder de titel In de ban van de dood. Een aantal van de verhalen werd later opgenomen in het boek Het einde van de rode mens. Leven op de puinhopen van de Sovjetunie.) 

Op de tribune bij Dinamo Moskou – het Feyenoord van Rusland. Schrijver Dmitri Danilov vatte zijn kwellingen samen in een boek.

---------------

Selectiedag bij Dinamo Moskou. De ouders mogen niet naar binnen.


De supporters die u op de foto hieronder ziet, worden in het Russisch koezmitsji genoemd. Toen ik die foto maakte, in de zomer van 2013 in Jaroslavl, wist ik dat nog niet. Nu wel, dankzij het boek Есть вещи поважнее футбола (Er zijn belangrijkere zaken dan voetbal) van Dmitri Danilov.

Sjinnik Jaroslavl

Sjinnik Jaroslavl

Het kost Danilov bijna zijn huwelijk, maar het levert hem wel een boek op: een jaar lang bezoekt hij – niet eens zo’n enorme voetballiefhebber – zo veel mogelijk wedstrijden van Dinamo Moskou, afgewisseld met wedstrijden op regionaal niveau, en doet daarvan verslag. Een vergelijkbaar procédé leidde eerder tot het boek Описание одного города (Beschrijving van een stad), waarin Danilov een aantal keren een en dezelfde provinciestad bezoekt en simpelweg optekent wat hij zoal tegenkomt. (Over zijn Beschrijving van een stad schreef ik eerder, het is in het Nederlands vertaald.)

Als FC Zenit-supporter moet ik bekennen dat Danilovs Dinamo-notities op mij een verrassend prettige indruk maken. Dat heeft vermoedelijk te maken met de overeenkomst tussen Dinamo Moskou en – Danilov komt zelf met die club op de proppen – Feyenoord. Ook zo’n club waar men aan het begin van ieder seizoen droomt van het onvermijdelijke succes, om er vrij snel achter te komen dat het ook dit keer weer niet zal lukken. Wat dan volgt zijn lange maanden van supportersleed, lijdzaam gedragen in de wetenschap dat dit in de aard der dingen besloten ligt.

Danilov begint zijn boek nog als koezmitsj, een min of meer bedaarde supporter die zo zijn thuiswedstrijdjes meepikt. De klassieke koezmitjs, aldus Danilov, heeft een sovjet-proletarisch voorkomen, met pet en papiros, en lijdt niet zelden aan een zware vorm van zonnebloempitverslaving. In de jaren tachtig zag je ze nog volop. Bij het oude Dinamo-stadion stonden ze bij de Noordtribune en bespraken daar het voetbal in het algemeen en de tegenslagen van Dinamo in het bijzonder.

Bij Sjinnik Jaroslavl, mijn buren in 2013

Omdat het oude stadion is afgebroken en het nieuwe nog niet voltooid, speelt Dinamo zijn thuiswedstrijden in een buitenwijk van Moskou, in de Chimki Arena. Danilov koopt er een seizoenkaart voor tribune VIP-3 A. Erg veel ‘vip’ is het niet; maar er is een buffet, een wc vlakbij en het uitzicht op Moskou is mooi. (Lang niet zo mooi als het uitzicht op Sint-Petersburg bij Zenit.) Hij laat zijn status van koezmitsj achter zich en promoveert tot ‘actieve supporter’, door af en toe ook naar een uitwedstrijd te gaan, naar een bekerwedstrijd tegen het bescheiden Sjinnik Jaroslavl bijvoorbeeld. Misschien kwam hij daar wel die twee voetballiefhebbers tegen die er in 2013 een onuitwisbare indruk op me maakten door met te onthalen op wodka en tomaat. Bij uitwedstrijden in de gewone competitie belandt hij in het uitvak met de fanatiekere supporters. Uit bij FC Zenit bijvoorbeeld (kansloze nederlaag), waar hij zichzelf luidkeels hoort meedoen met de rest: только Яшин, только Динамо! (enkel Jasjin, enkel Dinamo!)

Danilovs observaties en overpeinzingen zijn simpel, maar toch ga je gaandeweg meeleven met de clubs die hij bezoekt. Niet zozeer met Dinamo (er zijn grenzen), maar wel met Olimp-SKOP (Derde divisie, provincie Moskou, groep A), en Blauwe Pijlen (competitie regio Ljoeberetski). Wanneer in de Derde divisie de ontknoping nadert, krijg je de neiging om snel door te bladeren naar de laatste wedstrijddag.   

Toch ontbreekt er iets aan het boek: sappigheid. Ik had graag wat meer supportersdialogen gelezen. Kreten, vloeken, yells, alles – naast het prachtige voetbal natuurlijk - wat mijn bezoeken aan het Petrovski stadion van FC Zenit telkens tot zo’n feest maakt. De oogst aan nieuw voetbalvocabulaire is bij Danilov bepaald mager. Засушить игру (het spel doodmaken bij een voorsprong) en een валидольная победа (een validol-overwinning, een overwinning waar je hart het bijna bij begeeft) - meer ben ik niet tegengekomen.

Dinamo begint sterk aan het seizoen, maar ach en wee, nee, het wordt uiteindelijk natuurlijk weer helemaal niks. Nou ja, met pijn en moeite wordt de vierde plaats binnengehaald, die recht geeft op Europees voetbal. Maar dan komt het nieuws dat Dinamo Moskoiu het volgend seizoen helemaal geen Europees voetbal mág spelen. Een straf van de UEFA wegens het overtreden van de regels van financieel fair-play.

Dinamo Moskou voetbal schrijver voetbal Danilov

Danilov troost zichzelf tijdens een bezoekje aan Gent. Hij verblijft toevallig net in de stad wanneer AA Gent daar in mei 2015 voor het eerst in de geschiedenis kampioen van België wordt. Met zijn blauw-witte Dinamo-sjaaltje mengt hij zich in het blauw-witte feestgedruis. Is hij toch nog een beetje kampioen.

In Rusland heette de kampioen van 2015 FC Zenit.

------------------

Toevoeging: Annelies de Hertogh maakte onderstaande foto van Dmitri Danilov inn boekhandel Limerick, tijdens de memorabele avond in Gent.

boekhandel Limerick Gent Danilov Russisch voetbal


De vloek van een beroemde vader: hoe Tolstoj junior ten onder ging in de strijd tegen Tolstoj senior

------------

Ilja Repin - Lev Lvovitsj Tolstoj

Ilja Repin - Lev Lvovitsj Tolstoj

Op een decemberdag van het jaar 1896 maakt graaf Lev Tolstoj zijn dagelijkse wandelingetje op zijn landgoed Jasnaja Poljana, wanneer hij een stoet van dertig sleden naar zijn woonhuis ziet rijden. Boeren leggen de wereldberoemde schrijver uit dat daar de bruidsschat van zijn Zweedse schoondochter voorbijkomt. Die schoondochter (Dora) woont met haar echtgenoot, Lev Tolstoj junior, in een vleugel van het woonhuis en heeft meubels, serviesgoed en wat al niet laten overkomen uit haar vaderland.

Tolstoj, prediker van soberheid, is verbijsterd. De luxe waarmee zijn zoon en schoondochter zich omgeven, is hem een doorn in het oog. Toch, vergeleken bij de andere, veelal niet-materiële zaken die de omgang tussen vader Lev en zoon Lev ernstig vertroebelen, zijn die dertig sleden slechts klein bier.

De moeizame verhouding tussen de beide Levs en de trieste levensloop van de jongste staan centraal in het boek Lev in de schaduw van Lev van Tolstoj-kenner Pavel Basinski. Het is diens derde, en opnieuw zeer lezenswaardige boek over Tolstoj. Het sluit naadloos aan bij zijn eerste (Vlucht uit de hemel), waarin hij de helse familieperikelen in Tolstojs latere leven fileert. Het tweede, De heilige tegen Lev, valt er enigszins buiten. Over deze twee eerdere boeken van Basinski schreef ik hier en hier.

Basinski Tolstoj
Tolstoj Basinski Kronsjtad
Lev Tolstoj Basinski


Lev junior, een van Tolstojs dertien kinderen (vijf van hen stierven jong), had een gelukkige jeugd. Niets wees erop dat hij zou uitgroeien tot een labiel persoon met grootheidswaanzin en depressies, die zich voortdurend vertilt aan een hopeloze strijd met zijn imposante vader. De jonge Lev probeert van hem los te komen, maar gaat in hetzelfde huis wonen op Jasnaja Poljana, het landgoed dat hij niet kan missen. Hij heeft ambities als schrijver, maar het werk dat van hem verschijnt, wordt nauwelijks serieus genomen. Aanvankelijk is hij een volgeling van zijn vaders leer, maar keert zich later in artikelen en boeken tegen hem – tot vermaak van de pers, die dit conflict tussen vader en zoon breed uitmeet. Het schrijnendste voorbeeld is De Prelude van Chopin, een boekwerkje waarin de jonge Lev De Kreutzersonate van zijn vader onderuit wil halen en de zegeningen van het huwelijk bezingt. “Een onvoorstelbaar talentloos werk”, schrijft Basinski.

vader zoon lev Tolstoj

Dat loflied van Lev junior op het huwelijk komt in een nogal treurig daglicht te staan, wanneer de auteur uiteindelijk een puinhoop maakt van zijn eigen huwelijk met de Zweedse Dora. Hij neemt zijn gezin mee naar Parijs, waar hij zich wil ontwikkelen als beeldhouwer (hij heeft enig talent). Hij valt voor de charmes van een jonge beeldhouwster en vertelt Dora dat hij wil scheiden. Zo ver komt het niet, maar enkele jaren later vertrekt hij naar Amerika voor een serie lezingen (over zijn vader …) in gezelschap van zijn minnares, de Franse gouvernante van de kinderen van zijn broer Michail. De gouvernante verlaat hem, waarna hij – inmiddels echt gescheiden – in Parijs trouwt met een zigeunerin die nauwelijks kan lezen of schrijven. Achtervolgd door gokschulden keert hij terug naar Rusland, waar hij de tsaar in een aantal brieven zijn hulp aanbiedt om Rusland te redden van de ondergang.   

Na de Revolutie van 1917 weet Lev junior weg te komen naar Europa. Na wat omzwervingen krijgt hij onderdak bij zijn zonen in Zweden – beter dat, redeneren zij, dan steeds weer geld over te maken dat binnen de kortste keren wordt vergokt. Lev junior laat zich bij herhaling uiterst negatief uit over zijn vader, die hij schuldig acht aan zijn eigen, grotendeels mislukte leven – waarmee hij onbewust het bewijs levert dat hij het gevecht met de grote Lev heeft verloren. Hij is nooit van hem losgekomen.

Lev junior overlijdt op 18 oktober 1945 in Helsingborg. De laatste notities in zijn dagboek zijn pijnlijk om te lezen. “Ik gedraag me verschrikkelijk.” “Sterk zijn.” “Bidden.” Geen wodka drinken.” “Hartstochten in bedwang houden.” 

(Van Basinski's Vlucht uit de hemel is een Engelse vertaling verschenen. Zeer aanbevolen!)

 

Berekenend en vilein ... Russische vrouwen schrijven over de Russische vrouw.

Anna Andronova

Anna Andronova

Ik kwam het volgende Russische citaat tegen en raakte er een beetje door in verwarring:

“Op de moderne vaderlandse boekenmarkt bestaat een reeks ogenschijnlijk ijzeren en strikte regels. Een van de bekendste daarvan is: verhalenbundels worden weinig gekocht, daarom kan je die beter niet uitgeven.” 

Wat raar nu. Had ik niet net vijf Russische verhalenbundels ter lezing klaargelegd, recent uitgegeven (vier in 2015, één in 2014)? Klopte die bekendste ‘ijzeren en strikte’ regel wel? Of hadden we hier te maken met vijf dappere uitgevers die gewoon hun eigen gang waren gegaan en zich niks van wat voor regel dan ook hadden aangetrokken? Enige dapperheid kan een enkele van die uitgevers zeker niet worden ontzegd; ik had me wel zes keer bedacht voor ik de door hem bezorgde verhalenbundel op de lezer had losgelaten – maar daarover zo meteen meer.

Alle vijf bundels zijn geschreven door vrouwen, en dat leek me nou leuk: ik ga ze alle vijf lezen en dan eens kijken of ik iets van een lijn kan ontdekken. Hoe schrijven die vrouwen? (Zeer verschillend, kan ik u zeggen.) En vooral ook: wáár schrijven ze over? Vooral over vrouwen, vermoedde ik – en dat bleek te kloppen. En kon ik dan uit die vijf bundels  misschien nog iets leren over de Russische vrouw? Eh, tja. Nou, eh … Nu weet ik even niet wat ik moet schrijven, want erg goed komt die Russische vrouw er niet vanaf. Mag ik daar dan vérgaande conclusies aan verbinden over vrouwen in Rusland? Eigenlijk niet, natuurlijk, want we hebben hier te maken met literaire personages. En we weten allemaal: types met een vlekje eisen in de literatuur vaker de hoofdrol op dan engelachtige heldinnetjes.

Maar toch …

Afgaand op wat ik lees (mijn eigen ervaringen zijn beperkt), zijn Russische vrouwen in een permanent gevecht verwikkeld – vooral met elkaar, wel te verstaan. Berekenend en vilein, bedacht op verraad en gestuurd door de overtuiging dat de aanval de beste verdediging is. En dat alles – in de verhalen althans - in een tombola van gemiste kansen in de liefde en verspeeld geluk. Ach man, helemaal niet typisch Russisch, hoor ik mijn lezeressen denken. Misschien, maar ik vermoed toch dat het vrouwelijk venijn in Rusland scherper is dan wat ik in mijn eigen taalgebied meen waar te nemen. Een aparte rol is daarbij nog weggelegd voor de Russische moeder, die zich vol overgave bemoeit met het geluk van haar dochter (en zoon), met vaak desastreuze gevolgen. In veel van de verhalen die ik las, speelt de Russisch man (komt die ooit los van zijn moeder?) trouwens ook niet echt een glansrol, maar daar gaat het hier niet over.

Anna Andronova steekt met haar Chiroergitsjeski den met kop en schouders boven de andere vier schrijfsters uit. Vier sterren, wat mij betreft. Beklemmend is het verhaal Solovej, waarin drie vroegere studiegenotes anderhalve dag doorbrengen op een datsja. Andronova laat de drie beurtelings aan het woord, wat een ‘Decamerone-effect’ oplevert. Voelbaar neemt de spanning toe, wanneer zich een onvermoede band tussen de drie aftekent: dezelfde man – inmiddels overleden - heeft in ieders leven een belangrijke rol gespeeld. Niet minder beklemmend is Na obotsjine, waarin een jong echtpaar met peuter een bezoek brengt aan de moeder van de man, een paar uur rijden buiten de stad. Het bezoek verloopt desastreus, schoondochter en kind zijn niet welkom, maar op de terugweg voelt zij zich toch de winnares.

Waar Andronova mooi afgeronde verhalen aflevert, hebben Margarita Prosjina, Rada Polistjsjoek en Lera Manovitsj moeite met de berperkingen die het korte verhaal hun oplegt. (Helemaal eerlijk is de vergelijking niet, Andronova’s verhalen zijn een stuk langer). Te vaak zijn het niet meer dan schetsen en blijf je als lezer achter met de vraag: ja, en nu? Vooral de bundel Fortoeneta van Prosjina heeft hieronder te lijden. Die telt ruim 400 pagina’s, maar de verhalen die echt indruk maken, zijn op de vingers van een hand te tellen. Bij haar zijn wel de messen van de vrouwen het scherpst geslepen – dat dan weer wel. Ook in Polisjtsjoeks Zjitejskije istorii is het aantal echt pakkende verhalen te gering.

Met Pervy i droegije rasskazy komt Manovitsj na Andronova op de tweede plaats, al blijft ze ergens tussen de twee en drie sterren steken. Ook bij haar stuiten we weer op veel vergeefse hoop, vruchteloos gezoek en verloren illusies, samen te vatten in deze zin uit een gesprekje tussen een hij en een zij die elkaar zestien jaar niet hebben gezien: “Soms denk ik, dat als we toen op de Krim een ander huisje hadden gehuurd, het nu allemaal heel anders zou zijn.” Manovitsj zou meer de lengte op mogen zoeken. Nóg een verhalenbundel van haar zal ik niet lezen, komt ze met een roman, dan schaf ik die zeker aan.

Onder aan mijn lijstje eindigt Tatjana Zamirovskaja met haar bundel Vorobinaja reka. Die heb ik na dertig pagina’s terzijde gelegd; ik kwam er niet doorheen. 

(Een Russische recensie van de bundel van Andronova vindt u hier.)

Hoe zangeres Plevitskaja dichter Tsjernov beroemd maakte - en eindigde in een Franse cel

Nadjezjda Plevitskaja

Nadjezjda Plevitskaja

Mocht u op zoek zijn naar een scenario voor een film of een pakkend plot voor een boek, dan zou u eens kunnen kijken naar het leven en lot van dichter Filaret Tsjernov en zangeres Nadjezjda Plevitskaja. Ontmoet hebben ze elkaar nooit, maar artistiek kruisten hun wegen elkaar nadrukkelijk. De dichter eindigde zijn leven als alcoholist in een Moskous gesticht, de zangeres als ontmaskerde Sovjetspion in een Franse gevangenis.

Filaret Tsjernov

Filaret Tsjernov

Filaret Tsjernov (1878 -1940) was in het Rusland van rond 1900 een tweederangs dichter. Een getormenteerde ziel (hij werkte op kantoor bij de Spoorwegen en dat zal hem geen goed hebben gedaan), die in zijn talrijke gedichten weinig vertrouwen liet doorschemeren in de toekomst. Zijn werk werd wel gepubliceerd in tijdschriften, maar tot een afzonderlijke bundel kwam het nooit. Hoe anders was in die jaren het leven van Nadjezjda Plevitskaja (1884-1940). Ontdekt als zangeres in het befaamde Moskouse restaurant Jara, groeide zij uit tot een van de bekendste vertolkers van Russische volksliederen en romances. Ze schitterde op tournees en liet het dankzij uitstekende honoraria breed hangen.

Toen werd het 1917. Tsjernov wist zich als dichter niet aan te passen aan de nieuwe tijd en viel droog, Plevitskaja week via Turkije uit naar het westen. Daar bezorgde zij Tsjernov (die Rusland nooit verliet) onverwacht veel roem – zij het in beperkte kring: onder Russische emigranten. Die konden geen genoeg krijgen van een op muziek gezet gedicht van Tsjernov: Замело тебя снегом, Россия (Je bent ondergesneeuwd, Rusland). Hier hebt u het, in een uitvoering van Plevitskaja.

Замело тебя снегом, Россия,
Je bent ondergesneeuwd, Rusland
Запуржило седою пургой
Ondergedompeld in een grijze sneeuwjacht
И холодныя ветры степныя
En de koude steppewinden
Панихиды поют над тобой. 
Zingen een dodenmis voor jou.

Ни пути, ни следа по равнинам,
По сугробам безбрежных снегов.
Er is geen weg, geen spoor op de vlakten,
In de wallen van de eindeloze sneeuw
Не добраться к родимым святыням,
Не услышать родных голосов.
De familieheiligdommen zijn onbereikbaar
De stemmen van verwanten niet te horen

Замела, замела, схоронила
Всё святое, родное пурга.
Een sneeuwjacht heeft alles begraven
wat ons heilig en eigen is
Ты, - слепая жестокая сила,
Вы, - как смерть, неживые снега. 
Jij, blinde, wrede kracht,
Jullie, sneeuwvelden, levenloos als de dood


Her en der wordt vermeld dat Plevitskaja het lied ooit zong voor tsaar Nicolaas II en zijn familie, maar omdat de tekst voor het eerst werd gepubliceerd in maart 1918 (in het tijdschfit Svoboda), is dat niet erg waarschijnlijk. Mogelijk beleefde het lied zijn première pas op 3 januari 1925 tijdens een concert in Berlijn, gewijd aan het 25-jarig artiestenbestaan van Plevitskaja. De Parijse emigrantenkrant Russkaja gazeta maakt melding van het concert en noemt het lied.

Dat het nummer onder Russische emigranten bijzonder populair was, zal niet verbazen.  Onduidelijk is, of Tsjernov er zelf ook de politieke betekenis in heeft willen leggen die er – begrijpelijkerwijs – door de emigranten in Berlijn en Parijs aan werd gegeven. Hoe dan ook was Plevitskaja als belangrijkste vertolker van het lied een gevierd artieste onder de emigranten. Niemand die het verlangen naar het onbereikbaar geraakte, ‘ondergesneeuwde’ vaderland zó wist te vertolken.

Hoe hard moet bij diezelfde emigranten vervolgens de ontmaskering van hun heldin zijn aangekomen. Plevitskaja bleek - samen met haar zoveelste echtgenoor Nikolaj Skoblin - jaren te hebben samengewerkt met de OGPU, de voorloper van de NKVD en KGB. Met hun hulp wist de geheime dienst in 1937 Jevgeni Miller, voorzitter van de anticommunistische Russische All-Militaire Unie (Russisch: Русский Обще-Воинский Союз - РОВС), in Parijs te ontvoeren. Miller werd op 11 mei 1939 in Moskou geëxecuteerd.

Nadezhda Plevitskaja standbeeld Vinnikovo Koersk

Plevitskaja werd door de Franse politie opgepakt en wegens haar aandeel in de ontvoering veroordeeld tot 20 jaar cel. Ze overleed op 5 oktober 1940 in de gevangenis van Rennes. Tsjernov, die zij in Berlijn en Parijs zo geliefd had gemaakt, verging het weinig beter. Hij raakte aan de drank, deed in 1940 een paar zelfmoordpogingen, werd opgenomen in een krankzinnigengesticht en overleed daar in maart, op 4 november, dan wel 4 december – de bronnen spreken elkaar tegen.)

Donskoj begraafplaats Tsjernov dichter Rusland

Componist van Je bent ondergesneeuwd, Rusland is Konstantin Karlovitsj Sjtakelberg, al wordt ook Tsjernov zelf genoemd als maker van de muziek en staat ook her en der vermeld dat de componist niet bekend is. Sjtakelberg, leider van het hoforkest van Alexander III, overleed in 1925 veilig en wel in Tallin. Plevitskaja heeft sinds 2009 een eigen museumpje in haar geboortedorp Vinnikovo (provincie Koersk), waar ook een standbeeld van haar staat. 

Plevitskaja belandde in Rennes in een naamloos graf. De as van Tsjernov werd bijgezet op de Nieuwe Donskoj-begraafplaats in Moskou, columbarium 14.