ideologie

Franse archeoloog graaft naar de Middeleeuwen en vindt beelden uit de Sovjetunie

(Eerste publicatie: 22-2-2011)

In 2004 doet de Franse archeoloog François Gentili routine-onderzoek bij het dorp Baillet, niet ver van Parijs. Een landgoed moet worden gerestaureerd en daarbij mogen eventuele ondergrondse resten uit de Middeleeuwen niet beschadigd raken. In een oude ijskelder stuit François op betonnen brokstukken. Hij ziet een hamer en een sikkel, een tank en een tractorbestuurder en begrijpt: dit gaat niet over de Middeleeuwen.

Dit gaat over de USSR en over de herkomst bestaat al snel geen twijfel meer. De enige Sovjetbeelden die ooit op Frans grondgebied te bewonderen waren, stonden op de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs. Bestudering van foto’s geeft uitsluitsel. In de ijskelder in Baillet liggen de brokstukken van twee beeldengroepen, die in 1937 links en rechts stonden van het befaamde beeld Arbeider en boerin. 

Arbeider en boerin (van beeldhouwster Vera Moechina) wordt na afloop van de tentoonstelling naar Moskou vervoerd, de twee beeldengroepen (van beeldhouwer Iosif Tsjajkov) worden door de USSR aan de Franse vakbond CGT geschonken. Als dank – beweren kwade tongen – voor het feit dat leden van de bond ondanks een staking tegen het grootkapitaal hadden doorgewerkt om het Sovjet-paviljoen op tijd af te krijgen.

De beelden van Tsjajkov, die de verworvenheden van de Sovjet-republieken tonen, belanden in de tuin van het landgoed in Baillet, waar de CGT een vakantie-oord voor zijn leden heeft. In de Tweede Wereldoorlog worden ze kapotgeslagen door pro-Nazi jongeren. Waarom de beelden na de oorlog in de ijskelder zijn beland, is niet duidelijk. In ieder geval worden ze vergeten en pas in 2004 weer gevonden.

De beelden worden voor zo ver mogelijk gerestaureerd. Een groepje muzikanten werd onlangs al tentoongesteld in Parijs, dit jaar zijn ook andere fragmenten te zien in het kleine Musée archéologique départemental du Vald’Oise. (Tel. 01 34 674507. 4, Place du Château, 95459 Guiry en Vexin. Een website heb ik niet gevonden.)


 

Beeldhouwer Tsjajkov kwam recent op dit weblog nog voorbij in een stukje over socialistisch realisme. Een kleine kopie van zijn werk De voetballers staat bovenop de beker die de landskampioen van Rusland krijgt uitgereikt. Want hoe je het ook wendt of keert, vroeg of laat gaat het toch altijd weer over voetbal.

Is het alweer zo lang geleden? De Socialistische Oktoberrevolutie.

Het is vandaag 7 november, de 93ste verjaardag alweer van de Grootse Socialistische Oktoberrevolutie. Voor Gennadi Zjoeganov, leider van de communisten van nu, reden genoeg om de kameraden weer eens een hart onder de riem te steken. Bij mij komt hij niet ver, ik heb – ongelovige dat ik er ben – na 0.41 op stop gedrukt:

Ik kwam een ander filmpje tegen van dertig jaar geleden. Een gezellig samenzijn uit 1977, toen het 60 jaar geleden was dat de communisten hun staatsgreep pleegden. Dat filmpje heb ik wel helemaal uitgekeken, al draait je maag ervan om. De holle stompzinnigheid! De walging die elke enigszins ontwikkelde Sovjet-burger moet hebben gevoeld bij het aanschouwen van zoiets.

Ik kon me er altijd los van maken, keek ernaar als buitenstaander. Wat een luxe.

Onweerstaanbaar doen deze beelden mij denken aan een Russische toost uit die jaren: Бог с нами и хуй с ними. Vrij vertaald: God zij met ons en laat hun de tering krijgen. Daar was geen woord Chinees bij, iedereen begreep wie er bedoeld werd met hun: de machthebbers, de knechten, de uitvoerders van het systeem. De kloof tussen ons en hun was diep en bepaalde ieders manier van denken en doen. De enigszins ontwikkelde Rus was ook allang een buitenstaander, maar wel in eigen land. Dat was geen luxe.

De enige die ik benijd zijn die meisjes met hun trommels. Ik wilde vroeger ook trommelaar worden. Dat is me uiteindelijk ook gelukt. Op Russische bruiloften in de provincie heb ik furore gemaakt. Daarover later nog eens meer.

De woede van de 'veteranen' - waarom journalist Podrabinek is ondergedoken

(Eerste publicatie: 30-9-2009)


De Russische journalist Aleksandr Podrabinek is ondergedoken. Hij is bedreigd nadat hij in een artikel nogal vinnige woorden had gewijd aan ‘Sovjet-veteranen’. Hier een aantal citaten, zodat duidelijk wordt waardoor je in het huidige Rusland zoal in problemen kan komen. Maar eerst even wat achtergrond.

De aanleiding voor het artikel van Podrabinek is bijna tragi-komisch. In de Sovjet-tijd bevond zich tegenover het Moskouse Sovjet Hotel een café, populair onder de lokale beau monde. Die gaven het, vanwege de ligging tegenover dat hotel, de bijnaam Anti-Sovjet. Deze zomer vestigde zich op dezelfde locatie een eethuisje, dat de oude bijnaam nu als echte naam op de gevel aanbracht: Anti-Sovjet. De Moskouse Raad van Veteranen (onder aanvoering van Vladimir Dolgich, ooit kandidaat-lid van het Politburo) eiste bij de lokale overheid dat het bord zou worden verwijderd. De overheid kwam in actie, de eigenaar koos eieren voor zijn geld, het woord Anti- werd van de gevel gehaald.

Voor Podrabinek (als dissident zat hij begin jaren tachtig een kampstraf uit) reden om in de pen te klimmen. Hij schrijft de veteranen onder meer:


“U dénkt alleen maar dat u het privé-recht bezit op patriottisme, op liefde voor Rusland en de zorg om haar toekomst. U dénkt alleen maar dat uw pensioen verdiend en eervol is. U dénkt alleen maar dat u alom wordt geacht. Dat hebben ze u lang geleden ingeprent, maar uw tijd is geweest. Uw vaderland is niet Rusland. Uw vaderland is de Sovjetunie. U bent Sovjet-veteranen en uw land bestaat, Godzijdank, al achttien jaar niet meer.

De Sovjetunie is helemaal niet dat land wat u hebt afgebeeld in schoolboeken en in uw leugenachtige pers. (…) De Sovjetunie – dat is ook boerenopstanden, slachtoffers van de collectivisatie en de Golodomor [de hongersnood in de Oekraïne], honderdduizenden onschuldig geëxecuteerden in de Tsjekisten-kelders en miljoenen afgebeulden in de Goelag onder de klanken van het vuige volkslied van Michalkov. De Sovjetunie – dat is eindeloze opsluiting van dissidenten in gestichten, slinkse moorden – en op de ontelbare kampkerkhoven de naamloze graven van mijn vrienden, politieke gevangenen die onze vrijheid niet hebben gehaald.

Jullie zijn zo boos om die naam Anti-Sovjet, omdat jullie, vast, ook bewakers waren in die kampen en gevangenissen, commissarissen in de zagradotrjady [speciale troepen die de eigen terugtrekkende troepen moesten neerschieten], beulen op de executievelden. Jullie zijn het, Sovjet-veteranen, die de Sovjet-macht hebben verdedigd en daarna door haar werden vertroeteld, maar nu zijn jullie bang voor de waarheid en klampen jullie je vast aan je eigen Sovjet-verleden.

U, Vladimir Ivanovitsj [Dolgich], komt uit die bende van communistische misdadigers, die geprobeerd hebben om ons land te gronde te richten, en daarna de dans van gerecht en straf wisten te ontspringen. Nu komt u weer aan de oppervlakte om uw verleden te rechtvaardigen. Het bloedige, leugenachtige en schandelijke Sovjet-verleden.

Ik kom uit het anti-Sovjet-verleden van ons land, en ik zeg jullie dit: in de Sovjetunie waren er behalve jullie nog andere veteranen, waar jullie liever niets over zouden willen weten en horen – veteranen van de strijd tegen de Sovjet-macht. Tegen jullie macht. Zij vochten, net als enkelen van u – tegen de nazi’s, maar daarna vochten ze tegen de communisten in de bossen van Litouwen en West-Oekraïne, in de bergen van Tsjetsjenië, in de woestijnen van Centraal-Azië. Zij kwamen in opstand in de kampen van Kengir in 1954 en liepen mee in de neergeschoten betoging in Novotsjerkassk in 1962. Zij kwamen bijna allemaal om en hun nagedachtenis wordt door bijna niemand beschermd, in hun eer worden geen pleinen en straten genoemd. De weinigen van hen die in leven zijn gebleven krijgen geen uitkering van de staat, geen bijzondere pensioenen, ze leven in armoede en in de anonimiteit. Maar niet jullie, bewakers en bewonderaars van de Sovjet-macht, maar juist zíj zijn de echte helden van ons land.

Ja, zij die streden tegen de nazi’s dienen te worden geëerd. Maar niet de beschermers van de Sovjet-macht. De nagedachtenis moet worden geëerd van degenen die zich verzetten tegen het communisme in de USSR. Zij verdedigden de vrijheid in een onvrij land. (…)

Het huichelachtig gejeremieer over de gevoelens van de veteranen, die zich beledigd voelen door aanvallen op de Sovjet-macht, moet ophouden. Het kwaad moet worden gestraft. Zijn dienaars ook. De minachting van het nageslacht – dat is nog het minste wat de bouwers en verdedigers van het Sovjet-regime hebben verdiend."


Krachtig gesproken. Te krachtig, kennelijk, naar de zin van velen. Aleksandr Podrabinek is ondergedoken. Voor zijn flat in Moskou staan ‘boze’ leden van de door het Kremlin aangestuurde jongerenbeweging Nasji, die inmiddels een rechtszaak tegen de journalist heeft aangespannen. Rabinek schrijft op zijn blog dat hij voor Nasji zelf niet bevreesd is, wel voor de krachten achter Nasji. Die krachten willen “op wat voor manier dan ook met mij afrekenen“.

Ruslands status op het wereldtoneel: "...a severe psychological hangover from the loss of empire."

(Eerste publicatie: 23-8-2009)

“These vainglorious photo-shoots are more a measure of weakness. Sad really – a middle-aged man desperate to show the world he still has his physique. The Russian prime minister would do better to buy himself a sports car. More seriously, Mr Putin’s apparent compulsion to flaunt his torso offers an unfortunate metaphor for Russia itself: a great, but waning power deluding itself that a show of muscle is the way to cling on to past glory.”
Philip Stephens in de Financial Times over de status van Rusland op het wereldtoneel.

Eigenlijk wilde ik bovenstaand citaat bewaren voor de rubriek Gevonden Onderwerpen, maar dan zou ik er op zijn vroegst pas over een paar dagen naar kunnen verwijzen. Inmiddels ben ik de column al op zo veel plekken tegengekomen, dat verder wachten weinig zin heeft.

“… a falling population, a withering economy and severe psychological hangover from the loss of empire.”

Geen stuk waar je vrolijk of optimistisch van wordt, maar ik kan er weinig tegenin brengen. Terecht ook dat Stephens wijst op de kater waar de Russen na het ‘verlies’ van de Sovjet-Unie nog altijd mee zitten. Voor de meeste Europeanen (zeker uit kleine landen) is zoiets moeilijk na te voelen, terwijl die kater toch een politiek factor is van jewelste. Ze vormt de basis van Poetins populariteit. Hij heeft er - in de ogen van de Russen - voor gezorgd dat Rusland op het wereldtoneel niet meer geknield zit, maar weer overeind is gekomen.

(Op de site van de Financial Times is het stuk twee keer te bekijken zonder dat u zich hoeft te registreren. De column is ook - zonder registreren - te vinden bij onze immer genuanceerde vrienden van La Russophobe.)

De seksuele mores der Bolsjewieken - op papier

(Eerste publicatie: 6-12-2008)

Mijn vroegere lerares in Voronezj stuurde me onderstaand knipsel uit een oude krant. Ze kent mijn voorliefde voor Sovjet-buitenissigheden.

TWAALF GEBODEN VOOR HET GESLACHTSLEVEN VAN HET REVOLUTIONAIRE PROLETARIAAT

(Uit de brochure “Revolutie en Jeugd” , uitgegeven door de Communistische Sverdlov Universiteit, 1924)

1. Het geslachtsleven in het proletarisch milieu mag niet te vroeg tot ontwikkeling komen.

2. Geslachtelijke terughoudendheid is vereist tot aan het huwelijk, huwen pas in een situatie van volledige sociale en biologische rijpheid (20-25 jaar).

3. Geslachtsverkeer – slechts als uiteindelijke volbrenging van een diepe, alzijdige sympathie voor en gehechtheid aan het object van de geslachtelijke liefde.

4. De geslachtsdaad dient slechts de laatste schakel te zijn in een keten van diepe en complexe emoties, die de liefhebbenden op een gegeven moment verbindt.

5. De geslachtsdaad moet niet vaak herhaald worden.

6. Het geslachtelijke object moet niet vaak gewisseld worden. Minder geslachtelijke afwisseling.

7. De liefde moet monogaam zijn, monoandrisch (één vrouw, één man).

8. Bij iedere geslachtsdaad moet gedacht worden aan de mogelijkheid van de verwekking van een kind – men dient sowieso te denken aan nageslacht.

9. De geslachtelijke selectie dient te geschieden volgens de lijn van revolutionair-proletarische klasse-doelmatigheid. In liefdesrelaties dienen elementen van flirt, hofmakerij, koketterie en overige methoden van speciale geslachtelijke verovering afwezig te zijn.

10. Jaloezie dient afwezig te zijn.

11. Geslachtelijke perversiteiten dienen afwezig te zijn.

12. In het belang van de revolutionaire doelmatigheid heeft een klasse het recht om in te grijpen in het geslachtsleven van zijn medeleden; het geslachtelijke dient in alles ondergeschikt te zijn aan het klassebelang, mag het laatste niet in de weg zitten, dient het in alles ter dienste te zijn.