Timothy Snyder geeft college: de rechte lijn van denker Ivan Ilin (1883-1954) naar Ruslands misdaden in Oekraïne.

--------------------

Het duurt een paar minuutjes voor hij op gang komt, maar dan heb je ook wat: een pakkend college van historicus Timothy Snyder,  een glashelder, beklemmend betoog over de invloed van de Russische denker Ivan Ilin (1883-1954) op de politiek van het Kremlin gedurende de afgelopen vijf jaar. "No matter what we are doing, we are innocent."  


Toevallig las ik zeer onlangs Snyders The Bloodlands. Ik dacht dat ik in grote lijnen wel wist wat zich zoal heeft afgespeeld in de jaren 1939-1935 in Polen, Wit-Rusland en Oekraïne ... Aanbevolen, met klem.

-------------

Zo heeft u voorlopig wat te doen. Zelf ben ik er even tussenuit - in Tbilisi en omstreken zoeken naar geïllustreerde Sovjet-uitgaven van Tsjechov uit de jaren vijftig. 

Sidney Jackon: Hoe een kleermaker uit de Bronx strandde in het Rusland van Nicolaas II en de grondlegger werd van de bokssport in de USSR - 2

-------------------


Sidney Jackson, leerling-kleermaker uit de Bronx en een van de beste Amerikaanse boksers in het vedergewicht, zit tijdens de Eerste Wereldoorlog klem in Tasjkent, de hoofdstad van Oezbekistan (zie deel 1). Terwijl de wereld in brand staat, verdient hij, vergeten door de Amerikaanse diplomaten, een grijpstuiver op een kledingfabriek. Geld voor de thuisreis heeft hij niet.

Stilletjes wachten op betere tijden ligt niet in de aard van de vechtersbaas. In 1918 sluit hij zich aan bij de Internationale Brigade, die aan de zijde van het Rode Leger in Centraal Azië vecht in de burgeroorlog. Drie jaar, twee verwondingen en meerdere onderscheidingen later, keert Jackson terug naar Tasjkent, waar hij sportinstructeur wordt bij Vsevoboetsj, de organisatie die burgers militaire vaardigheden moet bijbrengen en die alle sportfaciliteiten van de stad in beheer heeft gekregen. De Fortuna Sportclub wordt zijn thuisbasis.

De vedergewicht ziet zijn kans schoon om zijn geliefde boksport – nauwelijks bekend in Oezbekistan -  te promoten. Met paardenleer en zeewier fabriceert hij handschoenen en boksballen en in een park maakt hij een boksring. De eerste boksclub in de jonge Sovjetunie is een feit.

Jackson doet ook zijn best om tennis, zwemmen, atletiek en voetbal van de grond te krijgen. In 1921 is hij een van de drijvende krachten achter de Centraal-Aziatische Olympiade, die onder meer tot doel heeft om ook de moslimvrouwen tot sport te bewegen. Dat is bepaald geen vanzelfsprekendheid in Tasjkent, en één van de activisten die in het oude stadsdeel vrouwen probeert te interesseren, brengt het er niet levend vanaf.

Tasjkent, jaren twintid. (Foto: Max Penson)

Dan komt de Amerikaanse diplomaat Howard Rand op bezoek. Hij heeft de uitreispapieren voor Sydney bij zich, maar die hoeft ze niet meer. Te lang heeft hij zich vergeten gevoeld. “Het is een grote eer om een Amerikaans staatsburger te zijn, het is nu een nog grotere eer om hier werkzaam te zijn”, vertelt hij Rand. In 1922 krijgt Sydney Jackson een Sovjetpaspoort.

Eind jaren twintig trouwt Jackson met Berta Braginskaja, net als hij van joodse komaf. Ze krijgen een zoon en een dochter. Voor de zekerheid (midden jaren twintig was de bokssport in de USSR enkele jaren verboden) besluit Jackson ook aan een ‘gewone’ carrière te werken en met enige moeite – hij heeft geen studiehoofd – schopt hij het tot leraar Engels.

Rifkat Azihanov - Jackson met zijn boksers

Rifkat Azihanov - Jackson met zijn boksers

De bloedige jaren dertig komt hij ongeschonden door – voor een buitenlander, met joodse wortels bovendien, bepaald geen vanzelfsprekendheid. Al die tijd, en ook na de Tweede Wereldoorlog, blijft hij nauw betrokken bij de bokssport, vooral als trainer. Het levert hem de titel Verdienstelijk Trainer van de USSR op, waarmee zijn bijdrage aan de bokssport wordt onderstreept. Meerdere keren wordt een Oezbeeks team met zijn leerlingen kampioen van de Sovjetunie. Jackson heeft onder meer de jonge Roefat Riskijev onder zijn hoede, die in 1974 wereldkampioen wordt in het middengewicht.

Jackson maakt dat niet meer mee. Hij overlijdt in 1966, kort voor zijn 80ste verjaardag. Amerika zag hij nooit meer terug, verschillende aanvragen voor een uitreisvisum werden door de Sovjetautoriteiten afgewezen. Wel krijgt hij in Tasjkent twee keer bezoek van zijn zus Rosa. Wanneer hij uiteindelijk wel toestemming krijgt voor een reis naar zijn geboorteland, is het te laat. Jackson is dan al te zeer verzwakt door maagkanker. Rosa komt in 1970 nog een keer naar Tasjkent en legt bloemen op zijn graf. Dat doen ook de boksers die meedoen aan het jaarlijkse bokstoernooi in de Oezbeekse hoofdstad dat zijn naam draagt: Sydney Jackson, kleermaker uit de Bronx, grondlegger van de bokssport in de Sovjetunie.

Deel 1.

(Dit artikel is grotendeels gebaseerd op: Jim Riordan: Sidney Jackson: An American in Russia’s Boxing Hall of Fame (Journal of Sport History, Vol 20, No 1.) 

Sidney Jackon: Hoe een kleermaker uit de Bronx strandde in het Rusland van Nicolaas II en de grondlegger werd van de bokssport in de USSR - 1

------------------

Waarom over het leven van Sidney Jackson nog geen film is gemaakt, is mij een raadsel. Een joodse vechtersbaas uit de Bronx strandt tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Rusland van Nicolaas II. Hij probeert via het zuiden naar Amerika terug te keren, maar komt niet verder dan Tasjkent. Daar groeit hij uit tot de grondlegger van de boksport in de Sovjetunie, het land dat hij niet meer kan verlaten. Zijn pupillen winnen olympische medailles. Nog ieder jaar leggen boksers bloemen op zijn graf in Tasjkent.

Onlangs schreef ik een stukje over fotograaf Max Penson, vooral bekend door zijn foto’s die hij tussen de twee wereldoorlogen maakte in Oezbekistan. Het bijschrift bij bovenstaande foto intrigeerde me: ‘Team of Uzbekistan boxers. Chief coach S. Jackson on the right.’  

Chiefcoach S. Jackson? Ik vermoedde dat we hier te maken hadden met een Amerikaan. Eerder had ik al gelezen (en geschreven) over Amerikaanse arbeiders en ingenieurs die honkbal in de jonge Sovjetunie introduceerden. Maar die werkten in de pas opgerichte autofabriek van Gorki (nu Nizjni Novgorod). Dit was Oezbekistan. En … boksen?

Sidney Louis Jackson bleek al snel niet de obscure figuur waar ik hem voor hield. Een jaarlijks bokstoernooi in Tasjkent draagt zijn naam, een museum aldaar heeft een aan hem gewijde afdeling en er zijn twee Russische boeken over hem geschreven. Dat verbaast me inmiddels niet meer, want zijn levensverhaal lijkt me vrij uniek.

Sydney Jackson, 1912.

Sidney lijkt in de New Yorkse Bronx op te groeien voor kleermaker. Hij vindt echter zijn weg omhoog als vedergewicht-bokser en maakt deel uit van het Amerikaanse team dat in de zomer van 1914 op tournee is in Groot Brittannië. Tijdens een gevecht in Glasgow breekt hij zijn duim. Vechten zit er voorlopig niet meer in en Jackson besluit met een boksmaatje om dan maar wat meer van Europa te gaan zien. Via Scandinavië reizen ze naar Rusland en via Archangelsk en Sint-Petersburg belanden de twee in augustus in Moskou. Daar lezen ze in een Engelstalige krant dat de Eerste Wereldoorlog is uitgebroken.

Sidney en zijn makker (vermoedelijk Frank Gill, Russische bronnen noemen ook Ernie Flynn) telegraferen naar het Amerikaanse consulaat in de toenmalige hoofdstad Sint-Petersburg om advies. Een week later krijgen ze per brief te horen dat de westelijke route huiswaarts is afgesloten. Probeer via Tasjkent de grens met Afghanistan over te komen, luidt het advies.

Na aankomst in Tasjkent is de eerste gang naar het postkantoor. Nog in Moskou hebben Jackson en Flynn een telegram naar huis gestuurd met het dringende verzoek: stuur geld! Flynn heeft geluk, voor hem is geld overgemaakt en hij kan zijn reis vervolgen. Voor Jackson ligt er niks. Pas twee jaar later ontvangt hij een brief (geen geld) van zijn alleenstaande moeder. Die bleek te zijn verhuisd van New York naar Californië.

Jackson zit vast in een Centraal-Aziatische uithoek, waar – wat hij uiteraard niet weet - de nabije toekomst burgeroorlog en inlijving bij de USSR brengt. De vedergewicht is platzak en heeft weinig keus: hij scharrelt zijn centjes weer bij elkaar als kleermaker. Boksen? Daar hebben ze in Tasjkent nog nooit van gehoord. 

Deel 2.

Gevonden onderwerpen - 7

Gratis af te halen via onderstaande links

-------------------

- In mei en juni 1974 was de Mona Lisa te bewonderen in Moskou. Het liep storm. Link (Russisch).
 

- Oud-voetbalinternational Demy de Zeeuw vertelt over zijn tijd bij Spartak Moskou en over zijn succesvol modebedrijf. Hij verdient daarmee inmiddels meer mee dan de 2 miljoen per jaar indertijd bij Spartak. Link (Russisch).

 

- Wie een paar decennia terug wil in de tijd en ondertussen ook nog een maaltijd wil nuttigen of een feestje vieren: bezoek het Moskouse museum-restaurant, waar je kan verpozen in – naar keuze – in een jaren 60-, 80- of 90-omgeving. Link (Russisch).
 

- De Zweedse topmanager Bo Andersson wordt weggestuurd bij autogigant AvtoVAZ. Hij weigerde zich neer te leggen bij het oude, vertrouwde ‘productie-model’, waarbij de auto’s die de fabriek verlaten niet meer zijn dan een bijproduct van de belangrijkste activiteit: toeëigening van middelen (zeg maar; diefstal) door toeleveringsbedrijven en andere structuren, die als parasieten aan het bedrijf geplakt zitten. Link (Russisch). 
 

- Het onderwerp is treurig, maar toch doet het me goed: jeugdige Moskovieten die, tegen de heersende teneur in, bezield bezig zijn om de duistere plekken uit de lokale geschiedenis voor de vergetelheid te behoeden. Meer uitleg over hun activiteiten vindt u hier: link (Russisch). 
  

- In december 1974 voer Stamislav Koerilov mee op een Sovjet-cruiseschip. Er werd in geen enkele haven aangelegd. Op 13 december sprong hij in de Stille Oceaan van boord. Doel: zwemmend de Filipijnen bereiken. Dat lukte, na drie dagen en twee nachten. Link (Russisch).

- Hoe ‘lees’je naar een Russische icoon? Mooi artikel over het perspectief, compositie, de achtergrond, de kleuren en meer. Link (Engels).
 

- En het afscheidsartikel van Rayond van den Boogaard als redacteur van de NRC. Hij legt een angstaanjagend en deprimerend verband tussen de Russische berichtgeving over de kernramp van Tsjernobyl enover  de MH17 en noemt zichzelf vervolgens een Russofoob. Ook ik ben een Russofoob.
Ik hoop dat het artikel voor niet-abonnees van de NRC zonder meer toegankelijk is. Link (Nederlands).

Kunt u zingen, lees dan mee! Hoe Russische liedjes worden verheven tot bijna ware poëzie.

------------------

Pavel Majkov leest Joeri Loza

Het begon een week of twee geleden en al snel liep het storm. Een groepje acteurs riep een YouTube-kanaal in het leven en plaatste daar filmpjes waarin zij teksten van populaire Russische liedjes declameren. Vol overgave geven zij wat in de meeste gevallen het banale niet overstijgt, een aureool van ware poëzie. Het resultaat – oordeelt u hieronder zelf – mag er zijn.

Kijkers werden uitgenodigd om zelf een bijdrage op te sturen, met liedjes naar keuze. Dat, zo bleek al snel, was niet aan dovemansoren gericht! Het kanaal (met de titel: We lezen liedjes) werd overstelpt met ingezonden werk. De vaak prachtige staaltjes volksvlijt geven blijk van veel gevoel voor hartstochtelijk drama en vooral ook humor.  

Voor wat meer uitleg van initiator Roman Michailovski kunt u hier terecht. Bij de filmpjes hieronder heb ik steeds ook het origineel gezet. Ik weet eigenlijk niet wat een leuker effect sorteert: eerst het origineel bekijken en daarna de gelezen versie, of andersom. Probeert u dat zelf even uit.     

De trouwe lezers van dit blog zouden dit laatste liedje moeten herkennen; ik schreef onlangs over de zanger, Joeri Loza, die met enkele opmerkingen over onder meer de Rolling Stones nogal wat over zich afriep.

Een ‘Kowboy Koktail’ aan de Gorkistraat. De verdere avonturen van fotograaf Margaret Bourke-White in het Moskou van 1941.

-------------------

Drie weken geleden wijdde ik een stukje aan de Amerikaanse fotograaf Margaret Bourke-White, die in de vroege jaren dertig als eerste westerling officieel toestemming kreeg om in de USSR foto’s te maken. Ik wilde meteen een tweede stukje over Bourke-White schrijven, over haar verblijf in de Sovjetunie in 1941, toen ze toevallig de enige buitenlandse fotograaf was ten tijde van de Duitse invasie. Ik besloot te wachten tot ik haar volledige reisverslag (Shooting the Russian war, uitgegeven in 1942) in huis had.

Dat was een wijs besluit, want wat een aardig reisverslag is dat! Ik heb er nu veertig pagina’s in gelezen en zou daar al zo drie artikelen over kunnen schrijven.

Na een reis van een maand (onderweg wandelt Bourke-White onder meer op een strand met onze minister-in-ballingschap Van Kleffens en ontmoet ze in China drie vrouwelijke missionarissen uit Nederland die net Rusland hebben verlaten) arriveert ze in Moskou. De stad ziet er beter uit dan bij haar vorige bezoek – er is nu wat ruimte voor mondain vermaak. Ze bezoekt aan de Gorkistraat een cocktailbar. Daar maakte ze bovenstaande foto.

Uit haar uitgebreide bijschrift weten we van wie die handen zijn. Van Olga Alexievna Vakalina, die achter de bar staat en 500 roebel per maand verdient. Olga is bezig met de bereiding van een Kowboy Koktail, “which would frighten into a stampede the cowboys after whom it is named.” Het drankje bestaat uit lagen van verschillende soorten sterke drank, gecombineerd met gin en brandy bovenop, “seperated by the yolk of an egg into something that looks like a rainbow parfait and tastes like everything behind the counter.” Dient in één keer achterover te worden geslagen, omdat anders die dooier problemen geeft.


En in die eerste veertig pagina’s gaat ze ook nog naar een House of Fashion, naar een voetbalwedstrijd en, nou ja,  … en zo verder enzovoorts, maar daar kom ik nu niet aan toe want ik ben even weg.

Vermaakt u zich ondertussen met die Kowboy Koktail, “prepaired in the following sequence:

1. apricot liqueur
2. benedictine
3. egg yolk
4. gin
5. cognac (a special kind, with pepper).”

De flessen staan van links naar rechts in de juiste volgorde op de foto bovenaan. En het is natuurlijk niet zomaar gin, maar Голландский джин / Hollandse gin. Wat een vraag oproept waar ik geen antwoord op heb. 

Wordt vervolgd. 

“…. and never the twain shall meet.” De raadselachtige Russen – begrijpen we hen echt niet?

-----------------

U kent dat wel: je leest een buitenlands artikel over Nederland en denkt: aardig geschreven, feitelijk klopt het misschien wel, maar toch … de auteur heeft net niet helemaal begrepen hoe bij ons de hazen lopen. Zo zal het ook met dit weblog over Rusland zijn. Ik vul het naar eer en geweten, maar weet daarbij zeker dat lezers van Russische origine vaak zullen denken: hij heeft het net niet helemaal begrepen.

Ik moest daaraan denken toen ik een Russische reactie las op een Amerikaans commentaar op een Russisch schilderij. En – kunt u het nog volgen? - de Russische commentaren die dat weer opriep. Nou, hier eerst maar even dat schilderij, De Typiste van Geli Korzjev uit 1961:

Blogger Kykolnik, gespecialiseerd in Sovjet-schilderijen, schrijft op haar weblog: “Ik plaatste De Typiste op Facebook. Het werd gedeeld door een wat oudere, zeer sympathieke Amerikaan, die erbij schreef: ‘I like the down to earth feeling to this painting … very sincere … the best of the Soviet period … when the writer could contemplate.’ De lieverd. Hij moest eens weten wat voor soort overpeinzingen dat waren. Een Rus blijft altijd een raadsel voor een buitenlander.”

Ik bekeek het schilderij nog eens aandachtig en begreep niet waar Kykolnik op doelde. Wat was nou het misverstand? Wat had die sympathieke Amerikaan niet goed begrepen? Meerdere Russen reageerden op Kykolniks commentaar. Konden zij mij helderheid verschaffen? Hier een selectie uit die commentaren:

-  Wat voor overpeinzingen dan? Ik ben geen Amerikaanse, maar ik weet het ook niet.

-  Misschien zit ze na te denken of ze het strijkijzer heeft uitgezet voor ze naar haar werk ging.

-  Een oude typemachine, stroeve toetsen, je moet kracht zetten. Ze is gewoon moe en rust uit: kijk maar hoe haar handen op haar knieën liggen.

-  Volgens mij is dit het bewijs dat het een schilderij van een echte kunstenaar is – het staat open voor de meest uiteenlopende interpretaties.

-  Wat lijkt het meisje op de jonge [actrice] Goertsjenko.

-  Maar serieus, waar gaat het over? Ik heb zelfs gegoogeld. In het raam staat mimosa, het is dus maart. Rond die tijd in 1961 had je aan belangrijke gebeurtenissen alleen: “De Dalaj Lama heeft zich tot de VN gewend met een oproep om de onafhankelijkheid van Tibet te herstellen.” Maar dat zal toch niet het thema van het schilderij zijn?

-  Wat heeft ze daar voor bakbeest staan?

-  Dat lijkt op een Duitse machine, oorlogsbuit waar een Russisch alfabet op is gezet. Daar had je er toen veel van.

-  Ik denk dat u gelijk hebt. Het design is niet Sovjet en niet Amerikaans. Mijn ouders hadden een draagbare Erika, ook een oorlogstrofee. Was niet kapot te krijgen.

-  Zo eentje als deze had een lange naam. In het begin van de jaren zeventig heb ik ze nog gezien. Die waren zo gedegen, op het irritante af. 

-  Olympia? Continental-standard? Rheinmetall-borsig?

-  Je had ze in twee types: van die hoge zoals op het schilderij, en lage met een grote wagen. Meer herinner ik me niet.

-  Die op het schilderij lijkt erg op een Olympia Mod.8.

-  Uw Amerikaan haalt dingen door elkaar: het dametje rechts is niets meer of minder dan een typiste. Misschien ziet hij de figuur links aan voor een writer? 

-  De typemachine lijkt op een Moskva. Die heb ik nog meegemaakt. Die werden verdeeld over de afdelingen van ontwerpkantoren, zodat de jonge ontwerpers niet steeds met kleine dingetjes langs gingen bij die knappe dametjes.

En Kykolnik zelf reageert:

-  De secretaresse of typiste is een ondergeschikt iemand. Er is een enorm verschil met een schrijver waar de Amerikaan haar voor aanziet. Dat ten eerste.

Waarna ze citeert uit de roman Плач по красной суке (Tranen om een rode teef) van Inga Petkevitsj – die ik niet ken:

“Een droom werd in rang gelijkgesteld aan de belangrijkste Sovjetdeugden, zoals eerlijkheid, trots, waakzaamheid, onbaatzuchtigheid, principieel zijn en trouw zijn aan de voornaamste Sovjet-idealen. Een droom geeft vleugels, een droom inspireert, een droom geeft bezieling. Maar we werden niet gewaarschuwd dat een droom de gevaarlijke eigenschap heeft om ineen te storten en ons onder zijn brokstukken te begraven. Terwijl we onze droom najoegen, stootten we het reële tijdsmoment af en lieten de enige werkelijkheid waarin we konden leven voorbijgaan. Daarom waren wij ons hele leven gedoemd rond te spartelen in een zwart gat tussen verleden en toekomst. Terwijl we voor altijd het mislukte verleden doorstreepten, droomden we van een prachtige toekomst, die, als een sprookjesvogel, nooit in onze handen belandde. En wanneer we haar toevallig, per ongeluk, bij haar staart te pakken kregen, herkenden we haar niet, begrepen we niet dat we ons geluk in onze handen hielden, omdat ze totaal niet overeenstemde met onze vage voorstellingen van haar. We verminkten, verstootten en streepten ons lot door, en dat nam daarvoor wraak op ons met eeuwige teleurstelling.”

Ik zou Kykolnik kunnen antwoorden dat er ook in Nederland genoeg teleurgestelde mensen rondlopen van wie het leven iets anders is gelopen dan ooit in hun dromen. Dat doe ik niet, want ik acht de kans vrij groot dat zij dan antwoordt dat ook ik (“een wat oudere, zeer sympathieke Nederlander”) de raadselachtige Rus niet begrijp.

De overtuiging bij veel Russen dat ‘de buitenlander’ hen niet begrijpt, kan mij behoorlijk irriteren. Het riekt naar een superioriteitsgevoel, niet zelden wrokkig, waarbij je elk moment een verwijzing naar de Russische ziel – die eeuwige dooddoener - kunt verwachten. Een aardige dame in Siberië verzekerde mij ooit dat ik Tsjechov niet kón begrijpen. Het klonk bijna alsof ik Tsjechov niet mócht begrijpen.   

Dat gezegd hebbende, na het uitgebreide citaat van Kykolnik, kijk ik nu toch iets anders naar dat schilderij De Typiste.  

Hier nog een schilderij dat ik aantrof bij Kykolnik: Ochtend in Kiev, van Jevgeni Voloboejev uit 1957. Gewoon, zo maar. Ik heb er geen bijzondere gedachten bij, ik vind het gewoon aardig. Wat hopelijk geen brevet is van onbegrip.