moskou

De Olympische Spelen van 1980: een spiegel van Sotsji? Hoe het grootste sportevenement ter wereld de stad Moskou onherstelbare schade toebracht.

1_выползов_.jpg

De Olympische Winterspelen in Sotsji zijn een paar dagen bezig, de controverse over de keuze van juist dit vakantieoord aan de Zwarte Zee als locatie is naar de achtergrond verdwenen, maar komt na afloop ongetwijfeld weer opduiken. Hoeveel schade ondervindt de regio van het festijn? Blijft de lokale bevolking achter met een kater? Of blijken de investeringen uiteindelijk een zegen?

34 jaar geleden vormde Moskou het decor voor de Zomerspelen. Wat is daar de conclusie? Veel van de faciliteiten die toen werden gebouwd, zijn nog steeds in gebruik. Daar staat tegenover dat de stad onherstelbare en deels zinloze schade is toegebracht. De site Progulki po Moskve (Wandelingen door Moskou) zette de winst en het verlies naast elkaar.

map_1.jpg

Verreweg de grootste schade werd veroorzaakt door de bouw van het Olympisch sportcomplex (спортивный комплекс Олимпийский). Complete straten, deels met houten huizen, werden met de grond gelijkgemaakt. Links een plattegrond uit 1952 (de houten huizen zijn oranje). De twee lichte, ronde gebouwen vormen het sportcomplex. Een voorbeeld van een verdwenen straat is de Vypolzov Pereoelok, te zien op de foto boven aan dit stukje. Hieronder dezelfde locatie met rechts het sportcomplex:

1_1.jpg

En de Oellitsa Sjtsjepkina (voorheen de 3-aja Mesjtsjanskaja), voor en na:

6_щепкина2.jpg
6_1.jpg

De Seredinski Pereoelok. Het is een klein wonder dat die kerk het sloopgeweld heeft overleefd. De lege ruimtes die door de sloop van huizen ontstonden, werden lang niet alle opgevuld. Links tussen de bomen door is het stadion te zien:

9_серединка.jpg
9_1.jpg

In de zomer van 1978 was ik een paar dagen in Moskou. Zouden die houten gebouwen er toen nog hebben gestaan? Of waren ze al afgebroken voor de Spelen van 1980? Ik kan me ze niet herinneren, maar dat zegt niet zo veel. Hieronder, rechts op de foto, een houten huis aan de Trojtskaja Oelitsa dat bewaard is gebleven:

16_троицкие3.jpg
16_1.jpg

Het is goed mogelijk dat bovenstaande straten er ook zonder de Spelen van 1980 een keertje aan hadden moeten geloven. Stadsvernieuwing kan zinnig zijn, blijven hangen in nostalgie is ook niet goed. Dat men subtieler te werk had kunnen gaan, lijdt echter geen twijfel. Dat geldt al helemaal wanneer het gaat over de vele houten huizen en datsja's die in het park Sokolniki en het dorp Kolomonskoje met de grond gelijk werden gemaakt. Er kwam niks voor in de plaats, nog steeds zijn daar lege plekken. De enige reden voor de sloop: zulke ouderwetse huizen zouden een slechte indruk maken op de Westerse bezoekers, die tijdens de Spelen in groten getale naar Moskou zouden komen.  Je moet maar niet te lang denken aan wat daar allemaal ooit heeft gestaan. 

Sokolniki voor een na de Olympische Spelen van 1980

Sokolniki voor een na de Olympische Spelen van 1980

Afgebroken en voorgoed verdwenen (Sokolniki):

27_тимир.jpg
31_сок_5.jpg

De site Progoelki po Moskve laat in een apart artikel ook de positieve kanten zien van de Spelen van 1980. Er werden tal van nieuwe sportcomplexen neergezet, die nog steeds in gebruik zijn, maar waarvan ik me afvraag hoe groot de historische waarde daarvan ooit zal worden. Ook vliegveld Sjeremetjevo-2 en hotel Kosmos worden als pluspunten genoemd. Nu heb ik door de jaren heen zo'n enorme aversie tegen juist die twee plekken ontwikkeld, dat ik die eerlijkheidshalve maar beter buiten de vergelijking kan houden. Maar ook zonder Sjeremetjevo-2 en Kosmos lijkt het me dat de Spelen van 1980 een excuus zijn geweest voor een stap naar de moderne tijd, die uiteindelijk te groot is gebleken. 

Hoe KRO’s Hans van Willigenburg Lev Stepanov uit Leningrad hielp bij het opsporen van zijn Nederlandse vrienden.

06.jpg

Op een vroege morgen in september 1989 zat ik in de radiostudio van de KRO aan de Emmastraat in Hilversum tegenover Hans van Willigenburg. Hij presenteerde Adres onbekend, zeg maar: de radiovariant van Spoorloos. Namens Lev en Nelli Stepanov uit Leningrad, was ik op zoek naar … ja, naar wie eigenlijk?

Ik werkte in die tijd al bij de NOS en daar was een Russische brief bezorgd. Wist ik daar misschien raad mee? De brief bevatte het aandoenlijke verhaal van Lev Stepanov, die in 1957 tijdens het legendarische Zesde Internationale Jeugdfestival in Moskou samen met zijn zus Nelli een Nederlands stel had leren kennen. Hij zou zo graag nog eens van ze willen horen en of de Nederlandse TV daarbij misschien kon helpen. 

Ik had de brief van Lev meegenomen naar de radiostudio en las er een stukje uit voor: “Ik weet niet waarom, maar toen we in de Tretjakovgalerij waren, vielen ons twee buitenlanders op, een jongeman en een vrouw. Ze kwamen, zo bleek later, uit Nederland. Hoe weet ik niet meer, maar we raakten aan de praat en brachten de hele dag met ons vieren door. We bezichtigden Moskou vanuit het raam van een taxi, we stopten vaak om foto’s te maken, ’s avonds aten we in restaurant Praag en daarna gingen we naar het Kremlin, waar we feestelijk vuurwerk aanschouwden en dansten. Die dag is ons ons hele leven bijgebleven. Een jaar later kregen we een uitnodiging voor de bruiloft van Armin Fokkema en Sjarla Lagedjoeka … “

05.jpg

Lev schreef dat hij beide namen uit zijn herinnering reproduceerde en ik vermoedde dat we op zoek moesten naar Herman Fokkema en Charla/Sjarla Lagendijk … Hans van Willigenburg deed een oproep aan de luisteraars: kent u Herman Fokkema of Charla Lagendijk die in 1957 in Moskou waren op het Jeugdfestival, belt u dan alstublieft! En er werd gebeld, al heel snel. Een mevrouw vertelde dat ze een Armien Fokkema kende die ooit had gewoond aan de Charloisse Lagedijk in Rotterdam …

De broer van Armien belde ook nog en binnen tien minuten had Hans van Willigenburg Armien Fokkema aan de lijn, aan de andere kant van de wereld. En hij vroeg:

- Wilt u even zeggen wie u bent?

- Ik ben Armien Visser. En wij wonen nu in Malang, in Indonesië.

- Wij hebben het sterke vermoeden dat u de Armiene Fokkinga bent die ..

- Fokkema.

- Fokkema, ja, die in 1957 op een internationaal jeugdfestival in Rusland was.

- Ja, dat klopt.

Armien vertelde dat ze in 1959 inderdaad nog een uitnodiging naar Lev en Nelli had gestuurd voor de bruiloft met haar toenmalige reisgenoot (vandaar haar ‘nieuwe’ achternaam Visser). Maar, zoals Lev ook schreef in zijn brief, een reis naar het Westen was in die tijd volledig uitgesloten.

Ik schreef Lev en Nelli dat hun Nederlandse vrienden waren gevonden. Een paar maanden later bracht ik ze een cassette met de uitzending. De zomer daarop vond de hereniging plaats met hun Nederlandse vrienden op het stationnetje van Bilthoven.

Ik moest aan het verhaal van Lev en Nelli denken toen ik weer eens op de foto’s stuitte die de Zwitser Leonard Giannada op het Moskouse festival maakte. Bij een complete Russische generatie staan die twee weken in juli/augusuts 1957, de eerste keer dat de poorten in het IJzeren Gordijn voor even waren opengezet, in het geheugen gegrift. (De jonge clown op een van de foto's is Oleg Popov.)   

Rondvlucht boven het Moskou van 1959. Met een plechtige rij voor het Mausoleum en het Loezjniki zonder dak.

Alleen die stem al! Die intonatie, hoe zou je die omschrijven? Ik geloof niet dat daar één woord voor is. De stem zegt: “Hoe vaak heeft het scherm ons niet meegevoerd naar de weidse ruimten van de hoofdstad. En we maakten wandelingen, zoals deze.” Maar nu … nu gaan we de lucht in, voor een rondvlucht boven het Moskou van 1959.

En daar zien we  (op 1.05) de helikopter opstijgen vanaf het Ivanovski plein van het Kremlin. Het is een Mi-4. (Hoe ik dat weet? Dat staat bij de aftiteling.) Hij vliegt over het Rode Plein en kijk nou (2.00), die rij, voor het Mausoleum. Het is een plechtige rij, dat zie je meteen. Met die mooie knik van 90 graden, en hoe hij, lang en dun, netjes verdergaat, langs het Historisch Museum en met een bocht de Alexandrov tuin in.  

De stem bij de aanblik van het Kremlin: “Er zijn maar weinig plekken in de wereld die je zo in vervoering brengen als deze.” Ik moet bekennen, wanneer ik in de jaren tachtig dit soort zinnen op de Sovjet-tv hoorde, dan stak ik nog weleens een middelvinger op naar het scherm. Dat toe ik tegenwoordig niet meer.

Ik pluk er nog wat krenten uit. Op 3.05, daar wordt de nieuwe wijk Joego-Zapad met trots getoond. Dat soort nieuwbouw werd gezien – niet geheel ten onrechte – als een van de verworvenheden van de naoorlogse USSR. 25 jaar later was dat nog steeds zo, toen in het Westen dit soort rechthoekige hoogbouw al min of meer als stedenbouwkundige misser werd afgeschreven. Dat leidde dan tot moeizame conversaties, wanneer er weer eens Sovjet-gids hoog opgaf van een wijk als Joego-Zapad.

Op 4.00 komt het Loezjniki stadion voorbij – nog zonder dak. Opvallend: van bovenaf is het best een elegant geheel, zoals die tribunes in de rondte gaan. Sta je op de grond, dan is het een bijna intimiderende bak.

92446427.jpg

Op 5.45 zien we het Belorusski station. En kijk nou, zegt de stem, hoeveel auto’s daar op het kruispunt staan! Ach, wist hij veel …

En dan komen we weer bij het Rode Plein en dan lijkt het er toch wel heel erg op dat we lelijk bij de neus zijn genomen. Opeens is die rij weg! Zou die helikopter, die Mi-4, een paar uur in de lucht hebben gehangen? Ik geloof er niks van. De indruk wordt gewekt dat er één vlucht is gemaakt, maar dat zijn er toch minstens twee geweest? En daarna hebben ze bij de montage niet goed opgelet. Of het kon ze niet schelen.

Aan het eind landt de helikopter. Aardig om te zien is nog dat er een paar ramen opengaan. Een helikopter toen, dat was wat. Tegenwoordig zullen ze denken: o, daar heb je Poetin weer.

(Ik werd op het filmpje gewezen door een tweet van Aleid Steenman, @aleidsteenman.) 

Het Kremlin als symbool van schijnbare continuïteit – Catherine Merridale over de geschiedenis van Ruslands belangrijkste vesting.

Vasili Soerikov - Zicht op het Kremlin in de winter (1876)

Op 30 januari 1696 wordt in het Kremlin van Moskou mede-tsaar Ivan Aleksejevitsj begraven. Op een koninklijke slede wordt hij, in goudlaken gewikkeld, over enkele tientallen meters naar de Kathedraal van de Aartsengel Michaël vervoerd. De patriarch gaat voor, vergezeld van priesters met iconen. Nonnen van het Kremlin zingen begrafenisliederen (en dienen naderhand een gespecificeerde rekening in). Onder de aanwezigen is uiteraard ook de andere mede-tsaar, Peter. Die Peter, die zal uitgroeien tot Peter de Grote, haat het Kremlin.

Uit Het Kremlin, een politieke en culturele geschiedenis, het onlangs verschenen boek van de Engelse historica Catherine Merridale, wordt nog eens duidelijk (en begrijpelijk) hoe groot die haat was van de jonge, energieke tsaar en hoe ingrijpend de breuk die hij tijdens zijn bewind zeer bewust veroorzaakte. Wanneer hij wordt begraven, gebeurt dat in de nieuwe hoofdstad Sint-Petersburg, zonder patriarch, zonder nonnen en zonder streltsy, het keurkorps dat altijd zo’n grote rol had gespeeld bij de verstikkende intriges achter de dikke Moskouse Kremlinmuren.

 

Toch is de breuk die Peter de Grote teweegbrengt, niet definitief. De rol van het Kremlin is na zijn dood geenszins uitgespeeld. De middeleeuwse vesting bleef het decor van veel historische gebeurtenissen en bleef voor de Russen “een waardevol symbool van schijnbare continuïteit”, schrijft Merridale. “Een betere plek om een nieuwe tsaar te kronen zou er de komende decennia niet zijn, vooral wanneer de kandidaat gestoord, van het vrouwelijk geslacht, onrechtmatig of een vermeende koningsmoordenaar was”. 

Pjotr Veresjtsjagin - Het Moskouse Kremlin (1879)

Merridale schijft gedetailleerd over de bouw van de vesting met haar torens, muren, kerken, kloosters, vorstenverblijven en woningen van kooplui. Daarnaast voert ze de lezer mee door de vele kronkels van de Russische geschiedenis. Dat maakt haar boek tot meer dan een kroniek van het Kremlin. Daarbij gaat ze af en toe vrij ver, al kan het geen kwaad om weer eens te lezen wie in de Tijd der Troebelen ook weer achter wie aanzat.

Het Kremlin, een politieke en culturele geschiedenis is ook een boek over wat er niet meer is. Het aantal gebouwen dat binnen de Kremlinmuren door de eeuwen heen is afgebrand, afgebroken, onherstelbaar verbouwd of gewoon verwaarloosd en ingestort, is ontzagwekkend.

Wie probeert om de geschiedenis van deze plek te reconstrueren, stuit – naast de eeuwenoude  Russische gewoonte om het verleden aan te passen aan de wensen van het heden – op een flinke handicap: afbeeldingen en kaarten blijken notoir onbetrouwbaar, zelfs wanneer die van relatief recente datum zijn. Zo ook de kaart van Sergej Bartenev uit het begin van de vorige eeuw. Bartenevs kaart - Merridale schrijft er bijna lyrisch over - met de contouren van alle gebouwen die er stonden of ooit gestaan hadden, is indrukwekkend, maar presenteert alle historische onzekerheden als zekerheden. Merridale: “In werkelijkheid zijn de strakke lijnen onzekere stippellijnen. Ernstiger is het feit dat op de kaart geen spoor te vinden is van het opdringerige moderne leven.”

Catherine Merridale

Catherine Merridale

Merridale doelt onder meer  op de kolencentrale die speciaal was gebouwd voor de verlichting tijdens de kroning van Nicolaas II in 1896. De nieuwe centrale zorgde binnen de Kremlinmuren voor zo veel verwarring, dat de paleisfunctionarissen maar niet konden beslissen welk uniform het technisch personeel moest dragen. “Toen de monarchie in februari 1917 ten val kwam, speelde deze kwestie nog steeds.”

Dit soort details maakt Merridale’s studie zeer lezenswaard, ook voor wie bij een boek over het Kremlin niet zo zit te wachten op historische panorama’s die je tot ver buiten de tastbare muren van de vesting voeren. En ik weet nu ook dat de eerste twee lettergrepen van de oude Moskouse wijk Kitajgorod niets met China (Kitaj) te maken hebben. Kitaj is afgeleid van kity – houten staken.   

Van Catherine Merridale verschenen eerder onder meer Night of Stone: Death and Memory in Russia en (ook in een Nederlandse vertaling) Ivan’s War: The Red Army, 1939-1945.