Kremlin

Rondvlucht boven het Moskou van 1959. Met een plechtige rij voor het Mausoleum en het Loezjniki zonder dak.

Alleen die stem al! Die intonatie, hoe zou je die omschrijven? Ik geloof niet dat daar één woord voor is. De stem zegt: “Hoe vaak heeft het scherm ons niet meegevoerd naar de weidse ruimten van de hoofdstad. En we maakten wandelingen, zoals deze.” Maar nu … nu gaan we de lucht in, voor een rondvlucht boven het Moskou van 1959.

En daar zien we  (op 1.05) de helikopter opstijgen vanaf het Ivanovski plein van het Kremlin. Het is een Mi-4. (Hoe ik dat weet? Dat staat bij de aftiteling.) Hij vliegt over het Rode Plein en kijk nou (2.00), die rij, voor het Mausoleum. Het is een plechtige rij, dat zie je meteen. Met die mooie knik van 90 graden, en hoe hij, lang en dun, netjes verdergaat, langs het Historisch Museum en met een bocht de Alexandrov tuin in.  

De stem bij de aanblik van het Kremlin: “Er zijn maar weinig plekken in de wereld die je zo in vervoering brengen als deze.” Ik moet bekennen, wanneer ik in de jaren tachtig dit soort zinnen op de Sovjet-tv hoorde, dan stak ik nog weleens een middelvinger op naar het scherm. Dat toe ik tegenwoordig niet meer.

Ik pluk er nog wat krenten uit. Op 3.05, daar wordt de nieuwe wijk Joego-Zapad met trots getoond. Dat soort nieuwbouw werd gezien – niet geheel ten onrechte – als een van de verworvenheden van de naoorlogse USSR. 25 jaar later was dat nog steeds zo, toen in het Westen dit soort rechthoekige hoogbouw al min of meer als stedenbouwkundige misser werd afgeschreven. Dat leidde dan tot moeizame conversaties, wanneer er weer eens Sovjet-gids hoog opgaf van een wijk als Joego-Zapad.

Op 4.00 komt het Loezjniki stadion voorbij – nog zonder dak. Opvallend: van bovenaf is het best een elegant geheel, zoals die tribunes in de rondte gaan. Sta je op de grond, dan is het een bijna intimiderende bak.

92446427.jpg

Op 5.45 zien we het Belorusski station. En kijk nou, zegt de stem, hoeveel auto’s daar op het kruispunt staan! Ach, wist hij veel …

En dan komen we weer bij het Rode Plein en dan lijkt het er toch wel heel erg op dat we lelijk bij de neus zijn genomen. Opeens is die rij weg! Zou die helikopter, die Mi-4, een paar uur in de lucht hebben gehangen? Ik geloof er niks van. De indruk wordt gewekt dat er één vlucht is gemaakt, maar dat zijn er toch minstens twee geweest? En daarna hebben ze bij de montage niet goed opgelet. Of het kon ze niet schelen.

Aan het eind landt de helikopter. Aardig om te zien is nog dat er een paar ramen opengaan. Een helikopter toen, dat was wat. Tegenwoordig zullen ze denken: o, daar heb je Poetin weer.

(Ik werd op het filmpje gewezen door een tweet van Aleid Steenman, @aleidsteenman.) 

Het Kremlin als symbool van schijnbare continuïteit – Catherine Merridale over de geschiedenis van Ruslands belangrijkste vesting.

Vasili Soerikov - Zicht op het Kremlin in de winter (1876)

Op 30 januari 1696 wordt in het Kremlin van Moskou mede-tsaar Ivan Aleksejevitsj begraven. Op een koninklijke slede wordt hij, in goudlaken gewikkeld, over enkele tientallen meters naar de Kathedraal van de Aartsengel Michaël vervoerd. De patriarch gaat voor, vergezeld van priesters met iconen. Nonnen van het Kremlin zingen begrafenisliederen (en dienen naderhand een gespecificeerde rekening in). Onder de aanwezigen is uiteraard ook de andere mede-tsaar, Peter. Die Peter, die zal uitgroeien tot Peter de Grote, haat het Kremlin.

Uit Het Kremlin, een politieke en culturele geschiedenis, het onlangs verschenen boek van de Engelse historica Catherine Merridale, wordt nog eens duidelijk (en begrijpelijk) hoe groot die haat was van de jonge, energieke tsaar en hoe ingrijpend de breuk die hij tijdens zijn bewind zeer bewust veroorzaakte. Wanneer hij wordt begraven, gebeurt dat in de nieuwe hoofdstad Sint-Petersburg, zonder patriarch, zonder nonnen en zonder streltsy, het keurkorps dat altijd zo’n grote rol had gespeeld bij de verstikkende intriges achter de dikke Moskouse Kremlinmuren.

 

Toch is de breuk die Peter de Grote teweegbrengt, niet definitief. De rol van het Kremlin is na zijn dood geenszins uitgespeeld. De middeleeuwse vesting bleef het decor van veel historische gebeurtenissen en bleef voor de Russen “een waardevol symbool van schijnbare continuïteit”, schrijft Merridale. “Een betere plek om een nieuwe tsaar te kronen zou er de komende decennia niet zijn, vooral wanneer de kandidaat gestoord, van het vrouwelijk geslacht, onrechtmatig of een vermeende koningsmoordenaar was”. 

Pjotr Veresjtsjagin - Het Moskouse Kremlin (1879)

Merridale schijft gedetailleerd over de bouw van de vesting met haar torens, muren, kerken, kloosters, vorstenverblijven en woningen van kooplui. Daarnaast voert ze de lezer mee door de vele kronkels van de Russische geschiedenis. Dat maakt haar boek tot meer dan een kroniek van het Kremlin. Daarbij gaat ze af en toe vrij ver, al kan het geen kwaad om weer eens te lezen wie in de Tijd der Troebelen ook weer achter wie aanzat.

Het Kremlin, een politieke en culturele geschiedenis is ook een boek over wat er niet meer is. Het aantal gebouwen dat binnen de Kremlinmuren door de eeuwen heen is afgebrand, afgebroken, onherstelbaar verbouwd of gewoon verwaarloosd en ingestort, is ontzagwekkend.

Wie probeert om de geschiedenis van deze plek te reconstrueren, stuit – naast de eeuwenoude  Russische gewoonte om het verleden aan te passen aan de wensen van het heden – op een flinke handicap: afbeeldingen en kaarten blijken notoir onbetrouwbaar, zelfs wanneer die van relatief recente datum zijn. Zo ook de kaart van Sergej Bartenev uit het begin van de vorige eeuw. Bartenevs kaart - Merridale schrijft er bijna lyrisch over - met de contouren van alle gebouwen die er stonden of ooit gestaan hadden, is indrukwekkend, maar presenteert alle historische onzekerheden als zekerheden. Merridale: “In werkelijkheid zijn de strakke lijnen onzekere stippellijnen. Ernstiger is het feit dat op de kaart geen spoor te vinden is van het opdringerige moderne leven.”

Catherine Merridale

Catherine Merridale

Merridale doelt onder meer  op de kolencentrale die speciaal was gebouwd voor de verlichting tijdens de kroning van Nicolaas II in 1896. De nieuwe centrale zorgde binnen de Kremlinmuren voor zo veel verwarring, dat de paleisfunctionarissen maar niet konden beslissen welk uniform het technisch personeel moest dragen. “Toen de monarchie in februari 1917 ten val kwam, speelde deze kwestie nog steeds.”

Dit soort details maakt Merridale’s studie zeer lezenswaard, ook voor wie bij een boek over het Kremlin niet zo zit te wachten op historische panorama’s die je tot ver buiten de tastbare muren van de vesting voeren. En ik weet nu ook dat de eerste twee lettergrepen van de oude Moskouse wijk Kitajgorod niets met China (Kitaj) te maken hebben. Kitaj is afgeleid van kity – houten staken.   

Van Catherine Merridale verschenen eerder onder meer Night of Stone: Death and Memory in Russia en (ook in een Nederlandse vertaling) Ivan’s War: The Red Army, 1939-1945.