ideologie

Russische 1 mei-vieringen, met of zonder Anna Karenina en David Rockefeller.

———————

De 1 mei-vieringen in Rusland zijn – ik schrijf het zonder vreugde, wrok of spijt – niet meer wat ze geweest zijn. Ik zette wat foto’s uit het verleden bij elkaar en wanneer u die bekijkt, zult het met mij eens zijn. Duiken van de hoge op het Rode Plein, om maar eens wat te noemen, of een ware processie over het spoor - ik zie het niet meer terugkomen allemaal. Overigens vergaloppeerde ik me nog bijna lelijk met David Rockefeller en Anna Karenina.

De gekleurspoelde dame hierboven werd in 1969 in Moskou gefotografeerd door een ‘goedgekeurde’ fotograaf (waarvan ik de naam niet paraat heb). Veertien jaar later maakten Vladimir Sokolajev en Vladimir Vorobjov onderstaande foto’s. Sokolajev (links) en Vorobjov (rechts) behoorden tot een klein groepje fotografen in Novokoeznetsk die niet waren goedgekeurd. Zonder dat ze de zelfkant van de Sovjet-maatschappij lieten zien, verre van dat zelfs, plaatsten ze de werkelijkheid in een licht dat de autoriteiten niet zinde. Bij deze twee foto’s is het net geen ‘spotten met’, maar het scheelt niet veel. (Over die fotografen in Novokoeznetsk moet ik nog eens apart stukje schrijven.)

———————

Minsk, 1952. Die trekkers hieronder liet ik al eens eerder zien. Ik vind ze aandoenlijk. Ze stralen, zeven jaar na de oorlog, optimisme uit en geloof in de toekomst.

——————————

Ik struinde het internet af, zoekend naar foto’s van 1 mei parades, en deze kostte mij bijna mijn reputatie als zelfverklaard Ruslandkenner. Ik zag meteen: die vent in het midden, dat is geen Rus, en dat had ik nog goed. Ik vond het bijbehorende artikel en dat ging over… David Rockefeller. Jeetje zeg, dacht ik, nooit geweten dat die Rockefeller, toch een Amerikaanse kapitalist van heb ik jou daar, ooit op ogenschijnlijk eerbiedwaardige wijze op 1 mei meedraaide in een parade over het Rode Plein. Ik ging op onderzoek uit en had meteen beet: in 1964 had een ontmoeting plaatsgevonden tussen partijleider Chroesjtsjov en Rockefeller. Was dit dan een soort blijk van goede wil? Wel meteen gevolgd door een praalwagen met een stevige veroordeling van de VS als agressieve vijand van de vrede, om de boel  een beetje in evenwicht te houden? Ik ging op zoek naar meer foto’s van Rockefeller tijdens die optocht, maar vond er niet één. Wat niet hoeft te verbazen, want – en dat drong gelukkig op tijd tot me door – we hebben hier van doen met ordinair gefotoshop.     

—————————

Moskou, 1963 of 1964. Het moet mogelijk zijn om uitsluitend aan de hand van (niet gefotoshopte) foto’s van 1 mei-parades te achterhalen met welke landen de USSR door de jaren heen uitstekende relaties onderhield.

———————

Tsjernenko, Tichonov, Brezjnev. Zouden ze het nog leuk gevonden hebben, daar boven op dat winderige mausoleum? Ze vertegenwoordigden een land en systeem dat door de man hieronder, Boris Jeltsin (vierde van links, in 1965, nog in zijn hoedanigheid van vooraanstaand fabrieksfunctionaris te Sverdlovsk), uiteindelijk ten grave werd gedragen.

————————-

Wat de foto linksboven (Moermansk, 1958) leuk maakt, is niet die pinguïn op de vrachtwagen, ook niet die prachtige productiecijfers op de zijkant, maar natuurlijk al die kinderen die in de auto zitten gepropt. Rechts, in hetzelfde jaar in Moskou, wordt gedoken van de hoge. En links, wat een geweldige foto is dat! In het stadje Liski, provincie Voronezj (1973), wordt Lenin over het spoor heen gedragen. Van deze processie zal toch ook wel een keer een schilderij zijn gemaakt? Met her in der in die lange optocht rode vaandels en transparanten? Ik maak me wel een beetje zorgen over hoe ze met Lenin aan de andere kant van het spoor de trap af zijn gelopen.

—————————————

Zomaar een foto uit 1958, uit Kostroma, waar het die 1ste mei fris moet zijn geweest. En graag had ik vermeld waar die 50 procent op de rechterfoto op slaat, bij het Moskouse Rode Plein, maar dat heb ik niet kunnen achterhalen. Op het banier dat zo fier schuin omhoog gaat en zo het stijgingspercentage verbeeldt, staat het in elk geval niet.

————————

En daar hebben we dus Anna Karenina, niet in persoon, maar in letters, helemaal in Joezjno-Sachalinsk, in het jaar 1968 of 1969. Ik dacht aanvankelijk: dat is de plaatselijke bibliotheek of een school, die de parade aangrijpt om volk en vaderland nog eens te wijzen op het nut van lezen en literatuur. Een beetje zoals het bouwsel op wielen hier links, gefotografeerd bij een 1 mei-parade in Saratov. Op dat boek staat een citaat van Lenin: ‘Boek is enorme kracht’. (Dat is letterlijk vertaald, en erg lelijk. Wat eigenlijk raar is, want iets als ‘kennis is macht’ klinkt wel goed.)

Maar even terug naar Anna Karenina. Ik zag haar al door de hoofdstraat van Joezjno-Sachalinsk gereden worden, langs de plaatselijke partijtop, maar vroeg me nog wel af wat er dan boven haar naam stond. Lev Tolstoj, zou je verwachten, maar dat past niet qua letters. En wie was trouwens die zuur kijkende man, links? Die hoorde toch niet bij die meegedragen Karenina-stellage? Stond die misschien op een façade, prijkte die op een zuil, als een soort reclame? En toen viel het kwartje… Was er misschien rond die tijd een Anna Karenina-film verschenen? En jawel hoor, in 1967, en het bijbehorende affiche was snel gevonden…  

Raymonde Dien – van activiste in Frankrijk tot onbekend standbeeld in Sint-Petersburg

-----------

De kans dat u weet wie Raymonde Dien is, acht ik vrij klein. Ook niet wanneer u regelmatig rondloopt in het Overwinningspark in Sint-Petersburg en in dat park bovenstaand beeld van haar hebt zien staan.

Want bij de aanblik van dat meisje, met die koene blik en krachtige armzwaai, half gedrapeerd over een treinrail, hebt u vermoedelijk gedacht: dat is een uit de kluiten gewassen Sovjet-pionier die langs de spoorlijn groot gevaar heeft bespeurd en zwaaiend met haar rode halsdoek een aanstormende trein tot stoppen heeft gebracht. Dan zat u er helemaal naast, maar dat is geen schande; nagenoeg alle Russen denken bij dat standbeeld hetzelfde als u.

En ik dacht het ook, toen ik een foto van het beeld zag in het boek Het geheime leven van Petersburgse standbeelden – deel 2, van Sergej Nosov. Sterker nog, ik moest meteen denken aan een Russisch mopje. Over het verschil tussen de dappere pioniertjes uit de USSR en de padvinders uit het verdorven Westen. Want wat doen een pioniertje en een padvinder bij onraad op het spoor? Beiden zwaaien natuurlijk oprecht met hun halsdoek, maar die van de domme padvinder is groen … En dus rijdt de machinist hem vrolijk groetend voorbij, het onheil tegemoet.

Je moet er een beetje moeite voor doen om de kleine lettertjes van het verklarende opschrift op het standbeeld te ontcijferen, schrijft Nosov in zijn boek. En dan blijkt dat we hier te maken hebben met – u vermoedde het inmiddels al – Raymonde Dien. Uit Frankrijk. En op dat standbeeld slaat zij helemaal geen alarm nadat ze gevaar heeft geconstateerd, nee, zij zorgt juist zelf voor gevaar! 

Dat zit zo. Op 23 april 1950 vertrok van het station van Tours een trein met tanks voor het Franse leger in Indochina. Raymonde, militant communiste, brak door de beveiliging heen, ging op de rails liggen en dwong de goederentrein tot stilstand. Haar kameraden maakten van de gelegenheid gebruik om de trein onklaar te maken. Het leverde een vertraging op van negen uur. Raymonde werd gearresteerd, kreeg een jaar celstraf en werd na vijf maanden vrijgelaten.

Uiteraard was haar naam daarmee in de Sovjetunie en aanverwante landen gevestigd. Ze werd een symbool van de strijd tegen de koloniale oorlog in Indochina. Ze figureert in het oratorium Op vredeswacht van Prokofjev en in Ho Chiminhstad is een straat naar haar genoemd. En in Sint-Petersburg staat dus dat standbeeld, onthuld in 1953. Sterker nog, er staan er zelfs twee, want vier jaar later werd er in Zelenogorsk, een voorstadje van Sint-Petersburg, voor de zekerheid nog een kopie neergezet.


Raymonde Dien, geboren in 1929, leeft nog. Hier is ze te zien op een filmpje uit 2007:

---------------

Sergej Nosov

Ik kwam het verhaal over Raymonde, zoals gezegd, tegen in het prachtige boekje Тайная жизнь петербургских памятников – 2 (Het geheime leven van Petersburgse standbeelden – deel 2) van Sergej Nosov. (Deel 1 was ook al zo’n genot om te lezen, raar dat ik daar nooit een stukje over heb geschreven.) Vorig jaar kreeg Nosov de literatuurprijs ‘Nationale Bestseller’ voor zijn roman Фигурные скобки, die ik hoognodig moet gaan lezen. Wanneer ik dat heb gedaan, schrijf ik er een stukje over.  

Mir! Droezjba! Nederlandse atleten en progressieve Duitsers op een vrachtwagen in Moskou. Het Wereldjeugdfestival van 1957.

Een beetje verveeld bekeek ik ze maar weer eens, foto’s die ik tegenkwam, uit 1957, van het Zesde Wereldjeugdfestival in Moskou. Die optocht door de straten, de enthousiaste mensenmassa, het ‘Mir! Droezjba!’ uit duizenden kelen – ik had die plaatjes al zo vaak gezien …

Maar toen zag ik deze foto:

Nederlanders, en díe zag ik voor het eerst. Ondanks het wapperend rood-wit-blauw twijfelde ik nog even, maar de meisjes met hun Volendamse kapjes… nee, hier reden landgenoten door de hoofdstad van de Sovjetunie. Een beetje ongepast leek het me wel, ten tijde van de Koude oorlog bij zo’n politiek zwaar beladen festijn op komen draven in klederdracht, maar, dacht ik, die faux pas werd ruimschoots goedgemaakt door die twee knullen links met hun AA-embleem op de borst. Eén van die twee letters stond natuurlijk voor Arbeiders. Dat vermoeden werd sterker toen ik na wat googelen in het jaarverslag van 1957 van de BVD het volgende zinnetje aantrof: “Geen bijzondere AA-activiteit in Nederland waargenomen, sterk verminderde invloed op de massa”.

Ik besloot verder te zoeken en zette de foto op Facebook. Had iemand enig idee waar die letters AA voor stonden? Binnen vijf minuten kreeg ik van Luuc Kooijmans deze foto toegestuurd:

De onvolledige cirkel rond de twee A’s bleek een C, en AAC staat voor Amsterdamsche Athletiek Club (zie de hardloper met nummer 252).   

Klederdracht geflankeerd door atletiekshirtjes – een dubbele faux pas, zo dacht ik met lichte schaamte. Enig nader onderzoek leerde me gelukkig dat dat best meeviel. Lang niet alles daar op dat festival was van politiek doordrenkt. Sowieso stond van de zevenhonderd Nederlandse aanwezigen 20 procent – ik put uit genoemd BVD-jaarverslag – te boek als niet-communist. De aanwezigheid van die 20 procent was volgens de veiligheidsdienst niet louter het gevolg van succesvolle Sovjet-propaganda: “In de eerste plaats zal de aantrekkelijkheid voor velen daarin hebben gelegen, dat zij een bezoek aan een ver en vreemd land konden brengen voor slechts ƒ 250.- per persoon, een bedrag dat slechts een fractie van de normale kosten voor een dergelijke vacantiereis moet zijn geweest.”

Het was voor velen gewoon een boeiend avontuur. Men maakte deel uit van een vrolijke draaikolk, met tal van activiteiten op het gebied van – jawel – sport, dans en muziek. Zo las ik in een artikel van Paul Arnoldussen dat Carel Porcelijn op het festival “de finale haalde in het blokfuitconcours”.   

De foto van de Nederlanders werd gemaakt op 28 juli, de dag van de opening van het festival. Hier een filmpje waar de vrachtwagens (vanaf 0.40) duidelijk te zien zijn, maar helaas niet die met de Nederlanders. Ze komen ook niet in beeld bij de optocht in het stadion (vanaf 4.11). Die eer valt wel de Duitsers te beurt, en de commentator zegt dan (op 5.40): "Het progressieve deel van de Duitse jeugd strijdt onvermoeibaar voor de eenheid van alle Duitsers."

 

Een nog betere indruk geeft onderstaande fotocompilatie van een van de Amerikaanse aanwezigen. Duidelijk wordt hoe oprecht enthousiast de Moskovieten waren. Het optimisme en het vertrouwen in de toekomst zijn bijna voelbaar. Het moet ook indrukwekkend en opwindend zijn geweest. Tientallen jaren was er – los van de Duitse Wehrmacht – in Rusland nauwelijks een buitenlander te zien geweest, en opeens waren ze daar, dertigduizend tegelijk! Wel maakt een enkel Nederlands verslag melding van enige irritatie over het aanhoudende 'Mir! Droezjba!' (Vrede! Vriendschap!) dat altijd en overal maar klonk. En daar kan ik me wel wat bij voorstellen. Als je die beelden zo ziet, begrijp je werkelijk niet dat toen in 1957 daar in Moskou de eeuwige wereldvrede niet is uitgebroken.

Het spandoek waarmee de Amerikaanse delegatie het stadion betrad, was nog de inzet van een ideologisch geschil, dat op het allerlaatste moment kon worden opgelost: “A small Group of the 180 Americans, declaring they are ‘neither delegates nor supporters’ of the event, refuse to participate in the opening ceremony under the Russian-made banner ‘US Delegates Salute VIth World Festival’. To avoid conflict the entire group votes to reword the banner, but the Russians  say there is not enough time to do it, so the Americans improvise, using strips of bed sheet and shoepolish to change it to: ‘USA Participants Salute World Youth’. Het bijgewerkte doek is te zien vanaf 8.46:

[filmpje is helaas van YouTube verdwenen]

In het BVD-verslag wordt trouwens nog melding gemaakt van een “Surinaams comité te Amsterdam ter bevordering van het deelnemen aan het Moskouse jeugdfestival”. Dat comité heeft zijn werk goed gedaan, in een aantal filmpjes is heel even een groepje Surinamers te zien. Die hadden het geluk dat ze vlak achter de meer aandacht trekkende Amerikanen liepen en zo kwamen ook zij in beeld.  

Ten slotte 1: Via Cees Groenland, secretaris van atletiekvereniging AAC, heb ik geprobeerd om de namen te achterhalen van de beide Nederlanders op de vrachtwagen. Dat is (nog) niet gelukt.

Ten slotte 2: Eerder schreef ik hoe twee Russen vele jaren later met hulp van de KRO twee Nederlanders terugvonden die zij in Moskou op het festival hadden ontmoet.

Ten slotte 3:  Beide filmpjes hierboven beginnen met de Hymne van de democratische jeugd. Het lied beleefde zijn première op het jeugdfestival van 1947 in Praag. De muziek is van Anatoli Novikov. Wij herkennen hier natuurlijk meteen “En van je hoempa, hoempa, hoempa” van volkscomponist J. Hoes. Ik weet niet wie hier het refrein van wie heeft gejat, maar ik heb wel een vermoeden.

Leonid Gozman: “Deze wet moet iedereen de mond snoeren die Stalin een vampier vindt. Allemaal verdedigen we de SMERSJ!"

Oppositie-politicus Leonid Gozman vergeleek een jaar geleden de SMERSJ (contraspionagedienst opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog) met de SS. Toen waren de rapen gaar. In het huidige Rusland, waar de president het uiteenvallen van de USSR met instemming van velen omschrijft als “de grootste politieke catastrofe van de twintigste eeuw”, maakte Gozman zich met zijn uitspraak tot een logisch doelwit. “Jammer dat de Nazi’s geen lampekap van jouw grootmoeder hebben gemaakt", schreef een columniste in de Komsomolskaja Pravda.

Inmiddels zijn uitspraken als die van Gozman bij wet verboden. Wie de rol van de USSR tijdens de oorlog ‘verdraait’ of kanttekeningen plaatst bij de af en toe oorverdovende heroïek rond de oorlogsjaren, kan vijf jaar aan z’n broek krijgen.

Gozman ziet zich als een van de ‘aanstichters’ van de wet. Dat lijkt me wat veel eer (die wet was er toch wel gekomen), maar hij ziet het als zijn plicht om die wet meteen maar te overtreden. Dat doet hij in onderstaande column, die vorige week verscheen. Het Russisch origineel vindt u hier.

 

Allemaal verdedigen we de SMERSJ!

De prioriteiten zijn op een rijtje gezet. “Beschermd en verdedigd dienen te worden” de traditionele waarden, in het bijzonder de TsjK, NKVD, KGB, kameraad Dzerzjinski persoonlijk en, uiteraard, de SMERSJ. De blokkeer-eenheden (1) horen er ook bij, zonder hen ben je nergens. Het Molotov-Ribbentrop Pact als hoogtepunt van de vaderlandse diplomatie en voorbeeld van de verheven gedragsnormen in internationale betrekkingen. Katyn, in die zin dat opnieuw wíj dat niet geweest zijn. En het belangrijkste: onze vader, J.V. Stalin. Die blijkt dus eeuwig levend te zijn, Lenin helemaal niet. Van toespelingen gaan we over op directe acties. In aanwezigheid van de president wordt het lied “Artilleristen, Stalin heeft het bevel geven” uitgevoerd – Astafjev  had wel raad met jullie geweten! (2) In Sint-Petersburg, waarvan hij de inwoners aan honger en onnoembaar leed overleverde, draagt een functionaris van het stadsbestuur een portret van hem rond.

Wij verdedigen onze orde op alle gebieden. Wij slaan homoseksuelen en vrouwen met baarden van ons af (vroeger werden die trouwens getoond op jaarmarkten en het volk keek zonder enige morele schade  - maar dat was vroeger). Wij verenigen de Russische wereld en spoedig zullen we met de gebeden van Rogozin een basis bouwen op de maan, zodat we niet alleen de Zweed bedreigen (3). We voeren Tsjeboerasjka (4) in in plaats van het internet en Medinski in plaats van cultuur.

En daar nemen we allerlei wetten voor aan – de ene nog briljanter dan de andere. Een deel is openlijk kannibalistisch, een deel gewoon belachelijk. Eerst was het verboden om iets te doen, nu ook al om iets te zeggen.

De laatste in die reeks is de wet die eerherstel van het nazisme strafbaar stelt. Die moet niet tegengaan dat Hitler wordt geprezen, dat ze met een hakenkruis gaan lopen en het sieg-heil-teken maken. Precies het tegenovergestelde. De wet verbiedt om beulen beulen te noemen, genocide genocide. Nee, over Duitsland mag dat nog wel, over de USSR niet. Je mag niet praten over de misdaden van de NKVD en de verantwoordelijkheid van Stalin voor het ontketenen van de oorlog, over de standrechtelijke executies en over de verradersvolken (5). Dat alles heet nu – ik citeer – “de verspreiding van leugenachtige gegevens over de handelingen van de USSR in de jaren van de Tweede Wereldoorlog “ - en daar kan je vijf jaar voor krijgen.

SMERSJ

SMERSJ

De wet is bedoeld om diegenen (onder wie ik) de mond te snoeren die kameraad Stalin een vampier vinden, en een concentratiekamp een concentratiekamp, onafhankelijk van het uniform dat de bewakers dragen en welke taal zij spreken. Maar het is niet alleen de verdediging van het plaatje van het verleden dat Jarovaja en haar Doema-collega’s willen invoeren – het is een aanval op het heden. Vooral die mensen moet de mond worden gesnoerd die niet alleen Stalin afwijzen – daar zouden de schrijvers van de wet zich nog knarsetandend bij neerleggen – maar ook de permanente ideologische en propagandistische nachtmerrie waarin wij nu leven.

Ik kan niet anders dan mij persoonlijk verantwoordelijk voelen voor deze wet. Een jaar geleden vergeleek ik de SS met de SMERSJ – toen brak er in de Doema – en niet alleen daar – hysterie uit, en dit is een van de resultaten. Daarom kan ik niet alleen gewoon mijn oordeel geven – ik ben verplicht iets te doen.

Mij schoot niets beters te binnen dan de wet openlijk te overtreden, oftewel juist datgene te verklaren wat na het van kracht worden van de wet verboden is te verklaren. Dat doe ik opdat de gerechtelijke instanties een strafzaak beginnen – dan komt er een openbaar proces. Volgens het vonnis zal ik natuurlijk, daar twijfel ik niet aan, schuldig zijn, maar in feite zal dat het eerste proces zijn over de Stalinpraktijken tijdens de oorlog. En als ze geen zaak beginnen, dan erkennen ze daarmee dat ook deze wet, net als vele anderen die de laatste tijd zijn aangenomen, niet meer is dan politieke chantage.

Dus ik verklaar:

De straforganen van Stalin, in het bijzonder de NKVD en de SMERSJ NKVD, hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog (ik heb het bewust uitsluitend over de periode waarop de nieuwe wet van toepassing is) misdaden gepleegd, analoog aan de wetten op grond waarvan de SS en de Gestapo door het Neurenberg Tribunaal als misdadige organisaties werden beschouwd. In het bijzonder onderwierpen zij volken van de USSR aan genocide, pasten ze folteringen toe, vermoorden en onderdrukten ze massaal onschuldigen zonder vorm van proces. De uitvoerders van die misdaden zijn niet alleen niet gestraft, integendeel, ze werden beloond. Daaruit volgt dat die handelingen niet beschouwd kunnen worden als oorlogsexcessen, maar dat de verantwoordelijkheid gelegd moet worden niet alleen bij de beulen zelf, maar ook bij hun commandanten, tot aan de Hoogste Opperbevelhebber, en ook bij de toen in ons land bestaande regering in haar geheel. Ik ben van mening dat bovengenoemde structuren, naar het geheel aan de door hen gepleegde feiten, beschouwd dienen te worden als misdadige organisaties.

Ze zullen natuurlijk zeggen dat ik de Overwinning ontken, dat ik Hitler verheerlijk, dat ik de strijders van de NKVD zwartmaak, de gesneuvelden op het slagveld, enzovoort. Ieder weldenkend mens begrijpt dat niets van dat alles uit mijn woorden valt op te maken. Wat er wel uit op te maken valt is het niet accepteren van schijnheiligheid en leugens, zowel in het verleden als in het heden.

Zij zijn aan zet.

-------------------------------------------------------------------

Leonid Gozman – president van de Nationale Russische maatschappelijke beweging Sojoez Pravych Sil. (Deze naam laat zich lastig vertalen. Sojoez betekent verbond of unie, Sil betekent van krachten - tot zover geen probleem. Maar Pravych betekent zowel rechtse, juiste als rechtvaardige. Kiest u maar.) 

----------------------------------------

(1) Заградотряды / zagradotryady: moesten achter de frontlinie vluchtende soldaten tegenhouden.

(2) Schrijver Viktor Astajev (1924-2001). Verzette zich krachtig tegen de mythevorming rond de oorlog. (Zie hier.) Een recensie van zijn verzamelde brieven schreef ik op mijn oude weblog, in het deel dat nog niet opvraagbaar is. Zeer aanbevolen!  Виктор Астафьев : Нет мне ответа. Irkoetsk, 2009.

(3) Verwijzing naar een regel uit De Bronzen Ruiter van Alexander Poesjkin. И думал он: Отсель грозить мы будем шведу (En dacht hij: Vanhier zullen wij de Zweed bedreigen).

(4) Politicus Maksim Chadzjaradze stelde vorige maand voor om een eigen, Russisch internet in te voeren en het de naam Tsjeboerasjka te geven, naar een tekenfilmfiguur. 

(5) Volken – onder meer de Tsjetsjenen en de Krimtataren – die tijdens de Tweede Wereldoorlog en masse werden geporteerd op beschuldiging van collaboratie. 

Doe mee aan de Komsomol-kwis: hield Julio Iglesias zich bezig met geweld en erotiek? Of was hij gewoon een neofascist die de buitenlandse politiek van de USSR verdraaide?

U moet even doorbijten, want we gaan het hebben over Julio Iglesias en de Village People. In de vorm van een kwis.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw stonden de discotheken in de USSR onder controle van de jongerenbeweging Komsomol. Die hield in de gaten wat daar zoal voor plaatjes werden gedraaid. De lokale afdelingen van de Komsomol voeren daarbij niet op eigen kompas, nee, die kregen richtlijnen van boven. De toestroom van Westerse muziek was in die tijd al zó omvangrijk, dat was niet bij te houden voor een brave Komsomol-functionaris in, pak ‘m beet, Voronezj, Tomsk of Krivoi Rog.

Hoe die richtlijnen werkten – of juist niet werkten – wordt duidelijk uit een brief die op 10 januari 1985 werd verstuurd aan de Komsomol-afdelingen van de Sovjet-republiek Oekraïne. Daarin werd het repertoire van diverse Westerse acts voorzien van een handzaam label: fascisme, erotiek, anti-Sovjetpropaganda, geweld, vandalisme, racisme, enzovoort.  

Kreeg je door de Komsomol zo’n label opgeplakt, dan kon je het als Westerse band in de discotheken van de Oekraïne verder wel vergeten.

Waarmee we zijn aanbeland bij Julio Iglesijas en de Village People. Ook zij werden voorzien van zo’n dodelijk label. Aan u de vraag: welk label kregen zij opgeplakt?  

Julio Iglesias.: A – neofascisme / B – racisme / C - homoseksualiteit / D – verdraaiing van de buitenlandse politiek van de USSR.

Village People: A – geweld / B – verheerlijking van een sterke persoonlijkheid / C – vandalisme / D – homoseksualiteit.

Voor mijn jonge lezers hier een filmpje van Julio en de Village People, daaronder staan de antwoorden.

 

Volgens de Komsomol stond Iglesias voor neofascisme en de Village People voor geweld. Beide vragen had u fout. Iglesias en fascisme? Heeft hij zich misschien ooit lovend  uitgelaten over Franco? En de Village People … Het is bijna aandoenlijk, hoe de Komsomol hier de plank missloeg. De homofactor totaal gemist! Het label homoseksualiteit werd door de alerte jeugdbeweging toegekend aan – ik verzin het niet – Canned Heat.

 

Hier het lijstje met acts en labels:

Ik pik er nog een paar uit: KISS – neofascisme, geweld, punk; Donna Summer: erotiek (helemaal goed); Nazareth – geweld, religieuze mystiek, sadisme; Talking Heads – mythe over militaire Sovjet-dreiging; Tina Turner – seks (ook helemaal goed).

Als dit lijstje één ding duidelijk maakt, dan is het dat de Komsomol de strijd om de jeugd allang had verloren. En die jeugd had trouwens steeds minder buitenlandse voorbeelden nodig. Er stonden helden op als Viktor Tsoj.

De wrange ironie wil dat Tsoj (in 1990 verongelukt) nu weer onder vuur ligt. Een Doemalid (zijn naam ben ik even kwijt) kwam vorige week met de mededeling dat bovenstaand nummer, dat oproept tot veranderingen, geschreven werd door de CIA. Back to the USSR. 

БУДЬ ГОТОВЪ! en БУДЬ ГОТОВ! Oefen je Russisch met het lied van de padvinders en pioniers.

Vorige week schreef ik een stukje over de grootste Russische begraafplaats in Amerika, niet ver van Manhattan. Tussen de fascinerende foto’s van (vooral) emigrantengraven, was er eentje die me nogal verbaasde:

Hier liggen Tamara Ilinskaja en haar (neem ik aan) echtgenoot Andrej Ilinski. Beiden waren, getuige het opschrift op het graf, actief in de Russisch-Amerikaanse padvindersbeweging. In één oogopslag is duidelijk dat die beweging haar wortels heeft in het Tsaristisch Rusland: ‘Gotov’ (het tweede woord onder de middelste afbeelding) staat geschreven volgens de regels van voor 1917, met een ‘hard teken’ aan het eind: ГОТОВЪ. ( Sinds de schrijfhervormingen onder de Bolsjewieken schrijf je dat woord met vijf letters, zonder dat hard teken.)

Za Rossijoe bud’ gotov, staat er. ‘Sta klaar voor Rusland’. Dat vond ik vreemd. Bud’ gotov was het devies van de Sovjet-pioniertjes, de opvolgers van de padvinders (of de scouts of de verkenners, zo u wilt) in de USSR. De oude padvindersbeweging van voor 1917 werd verboden en nogal wat leiders verdwenen in de kampen. Als je dan die oude beweging buiten Rusland opnieuw opricht, dan kies je toch niet dat devies van de pioniertjes, Bud gotov, al schrijf je het dan op de oude manier?

Dat raadsel was snel opgelost. De Sovjet-pioniertjes hebben het devies van de oude padvindersbeweging gejat, en niet andersom. Kijk (en luister) maar naar het Russische padvinderslied van voor 1917, onderaan dit stukje. De eerste twee woorden daarvan zijn Bud' gotov / Sta klaar. Het moet voor de originele padvinders van voor 1917 bitter zijn geweest om te zien hoe hun prachtige devies door die verdomde communisten werd overgenomen.

De officiële, lange versie van het devies luidde: Vsegda bud' gotov! (Sta altijd klaar!). De twee kortere varianten luidden Vsegda gotov! (zoals hierboven) en Bud' gotov!  

Maar wie het laatst lacht …. De pioniertjes bestaan niet meer, de Russische padvinders (scouts/verkenners) nog wel! In de jaren negentig brachten de Russische padvinders in het buitenland een bezoek aan Rusland. Daar hielpen ze bij de heroprichting van de beweging, die tot op heden bestaat.   

Hier het lied van de Russische padvinders van voor 1917, met de tekst - in moderne spelling - op het scherm. De vertaling staat hieronder. (De muziek houdt kort voor het einde op.)

 

Muziek V. Popov,  tekst N. Adoejeva (1915)

Sta klaar, verkenner, voor de eerlijke zaak / Een moeilijke weg ligt voor je,
Werp een dappere blik op het onbekende / Flink van lichaam, brein en geest
Sta klaar, sta klaar, / Sta klaar, sta klaar

Sta klaar, verkenner, / Sta klaar
De wereld kent veel verdriet en ellende / De tijd om aan te pakken is gekomen
Vergeet niet je heilige bestemming / Sta op de bres voor het ware en het goede

Schande, wie met weinig betrokkenheid / Onverschillig het gekreun hoort van een broeder.
Vrees geen arbeid  en gevaar / Geloof vast dat je sterk staat met God
Help de zieke en de ongelukkige / Snel af op de roep van een stervende
Voor al het grote en prachtige / Sta klaar, verkenner, sta klaar.

En dan hier het pionierslied. Met een enigszins wrang detail: de componist  bracht jaren door in de Goelag, terwijl overal in het land zijn prachtige melodie ten gehore werd gebracht – want zo ging dat in die jaren. Wat de vertaling betreft: over de titel en de eerste regel heb ik mijn twijfels, ik word graag verbeterd door de oud-pioniertjes onder mijn lezers. (Het tweede couplet - twee regels - ontbreekt in onderstaande tekst en vertaling.) 

 

Взвейтесь кострами / Музыка: С. Дёшкин Слова: А. Жаров (1922)

Взвейтесь кострами, синие ночи! / Мы, пионеры, дети рабочих.

Припев (после каждого куплета):
Близится время 
эра Светлых годов,
Клич пионера -
"Всегда будь готов!"

Радостным шагом, с песней весёлой  / Мы выступаем за комсомолом.
Грянем мы дружно песнь удалую / За пионеров семью мировую
Мы поднимаем алое знамя / Дети рабочих, смело за нами!

Laat de kampvuren oplaaien. Muziek S. Djosjkin, tekst A. Zjarov (1922)

 Laat de kampvuren oplaaien, donkere nachten!  / Wij, pioniers, kinderen van de arbeiders
Het tijdperk nadert / Van de lichtende jaren,
De leuze van de pionier – ‘Sta altijd klaar!’

Met een blijde tred, een vrolijk lied / Treden wij aan achter de Komsomol.
Wij laten saamhorig een monter lied klinken / Voor de internationale pioniersfamilie
Wij hijsen het rode vaandel / Kinderen van arbeiders, volg ons dapper!

Een padvinder/verkenner/scout van voor 1917 - zie het hard teken bij het devies rechtsonder

Een padvinder/verkenner/scout van voor 1917 - zie het hard teken bij het devies rechtsonder