(Eerste publicatie: 7-11-2011)
Het paardenummer! Daar deed maar één paard aan mee, maar dat was meer dan genoeg. Dat beest kwam de piste in en begon meteen als een bezetene te galopperen, in de rondte, met z’n hoeven bonkend tegen de rand. Wij, de pisteknechten, moesten het scharnierende deel van die rand (ter hoogte van het gordijn) openzetten om het paard binnen te laten en het achter hem als de sodeju weer sluiten. Dat was precisiewerk, het haakje van het scharnierende deel moest in het oogje vallen van het vaste deel, terwijl dat galopperende beest al met zijn eerste ronde bezig was. Tegen de tijd dat het paard met z’n hoeven tegen de pisterand langs kwam denderen, moest dat scharnierende deel echt wel vast op z’n plek zitten.
Op de foto ziet u mijn gespannen koppie, links van de schouder van de man met de zweep. M’n rechtervoet staat stevig tegen het scharnierende deel geplant. Dat was om het op z’n plek te houden, zodat het paard niet uit de bocht zou vliegen en in de orkestbak zou belanden.
Het ging een keer fout, maar dat was niet mijn schuld.
Tussen de twee voorstellingen van de zaterdag in maakte ik een praatje met Martin (ik geloof dat hij zo heette – het is vrij lang geleden). Martin was al sinds het begin van de tournee als pisteknecht mee. “Hoe kom je aan zo’n baantje?”, vroeg ik jaloers. “Hoe kom je er weer vanaf?”, mompelde Martin. De volgende dag was hij verdwenen. Een ervaren kracht minder, een onervaren uitzendkracht erbij, wat moest dat worden, met het paardenummer! Martin was de man geweest van het haakje en het oogje…
Het paard de piste in, dat ging nog goed. Het haakje in het oogje (het was gelukkig niet aan mij toevertrouwd) lukte ook nog op tijd, het nummer ging perfect. Maar toen moest het paard de piste weer uit! Daarbij bleef het haakje hangen achter het gordijn, dat zodoende voor de uitgang werd getrokken. Het paard, dat er niet uitkon, begon maar weer rondjes te lopen, gelukkig in een sukkeldrafje, want anders waren er onder de muzikanten (en pisteknechten) slachtoffers gevallen. Afijn, het gordijn werd losgehaakt en het beest kon naar buiten. Achter de schermen werd de Nederlandse hoofdknecht stijfgevloekt door de paardeman. De preciese bewoordingen ben ik helaas vergeten.
De beloning voor alle zenuwen kwam telkens tegen het einde van het programma: het trapezenummer!