(Eerste publicatie: 4-11-2011)
Ooit werkte ik in het Russische staatscircus. Hoog tijd om daar eens wat meer over te vertellen.
Het was de vroege zomer van 1979. Ik liep over de Oude Gracht in Utrecht en zag in grote letters op de ruit van een uitzendbureau: HET CIRCUS IS IN DE STAD! En niet zo maar een circus, nee het Russische staatscircus! Nu ben ik geen groot circusvriend, maar ik studeerde in die tijd Russisch en dacht: daar moet ik wezen! Er werden jongens gevraagd die tijdens de voorstelling konden assisteren. Kennis van het Russisch was geen vereiste, maar kon natuurlijk geen kwaad.
En daar stond ik een dag later aan de rand van de piste, samen met studiegenoot Geert-Jan Mellink, in een groene overal met op de achterkant CCCP Tsyrk, stijf van de zenuwen. We kregen onze instructies met enige urgentie ingefluisterd door een Nederlandse ‘hoofdknecht’, die de voorstelling – in tegenstelling tot ons - al helemaal kende. ‘Knotsen aanpakken en achter het gordijn brengen, nu!’ ‘Piano uit de piste! Nee, wachten! Ja, nu!’ En daar liepen Geert-Jan en ik naar achteren met de piano in onze handen, een meter langs de beren die – niet al te enthousiast - klaarstonden voor het volgende nummer. Gelukkig was de piano van triplex en helemaal leeg, dat scheelde nogal in gewicht.
Na twee dagen kende ik de voorstelling redelijk goed. Je zag soms wat misgaan en er vielen ook andere dingen op. De opening werd verzorgd door een man en vrouw die zich rondslingerend aan een touw omhoog werkten. Kort voor hun opkomst kwam hij ergens van links aangelopen, zij van rechts. Ze negeerden elkaar volledig, totdat ze op moesten. Na het nummer kwamen ze met strakke gezichten weer naar achteren. De man verdween naar links, de vrouw naar rechts – ik heb ze in die week in Utrecht geen woord met elkaar zien wisselen. Hoe anders was dat met de man van de honden! Die was net zo vrolijk en enthousiast als de keffende beestjes die hij door de piste dirigeerde. Na de eerste voorstelling schudde hij ons lachend de hand: s natsjalom! Op het begin!
Voor veruit de meeste zenuwen zorgde het paardenummer, zeker toen we te maken kregen met een deserteur in ons midden.