Leonid Gozman: “Deze wet moet iedereen de mond snoeren die Stalin een vampier vindt. Allemaal verdedigen we de SMERSJ!"

Oppositie-politicus Leonid Gozman vergeleek een jaar geleden de SMERSJ (contraspionagedienst opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog) met de SS. Toen waren de rapen gaar. In het huidige Rusland, waar de president het uiteenvallen van de USSR met instemming van velen omschrijft als “de grootste politieke catastrofe van de twintigste eeuw”, maakte Gozman zich met zijn uitspraak tot een logisch doelwit. “Jammer dat de Nazi’s geen lampekap van jouw grootmoeder hebben gemaakt", schreef een columniste in de Komsomolskaja Pravda.

Inmiddels zijn uitspraken als die van Gozman bij wet verboden. Wie de rol van de USSR tijdens de oorlog ‘verdraait’ of kanttekeningen plaatst bij de af en toe oorverdovende heroïek rond de oorlogsjaren, kan vijf jaar aan z’n broek krijgen.

Gozman ziet zich als een van de ‘aanstichters’ van de wet. Dat lijkt me wat veel eer (die wet was er toch wel gekomen), maar hij ziet het als zijn plicht om die wet meteen maar te overtreden. Dat doet hij in onderstaande column, die vorige week verscheen. Het Russisch origineel vindt u hier.

 

Allemaal verdedigen we de SMERSJ!

De prioriteiten zijn op een rijtje gezet. “Beschermd en verdedigd dienen te worden” de traditionele waarden, in het bijzonder de TsjK, NKVD, KGB, kameraad Dzerzjinski persoonlijk en, uiteraard, de SMERSJ. De blokkeer-eenheden (1) horen er ook bij, zonder hen ben je nergens. Het Molotov-Ribbentrop Pact als hoogtepunt van de vaderlandse diplomatie en voorbeeld van de verheven gedragsnormen in internationale betrekkingen. Katyn, in die zin dat opnieuw wíj dat niet geweest zijn. En het belangrijkste: onze vader, J.V. Stalin. Die blijkt dus eeuwig levend te zijn, Lenin helemaal niet. Van toespelingen gaan we over op directe acties. In aanwezigheid van de president wordt het lied “Artilleristen, Stalin heeft het bevel geven” uitgevoerd – Astafjev  had wel raad met jullie geweten! (2) In Sint-Petersburg, waarvan hij de inwoners aan honger en onnoembaar leed overleverde, draagt een functionaris van het stadsbestuur een portret van hem rond.

Wij verdedigen onze orde op alle gebieden. Wij slaan homoseksuelen en vrouwen met baarden van ons af (vroeger werden die trouwens getoond op jaarmarkten en het volk keek zonder enige morele schade  - maar dat was vroeger). Wij verenigen de Russische wereld en spoedig zullen we met de gebeden van Rogozin een basis bouwen op de maan, zodat we niet alleen de Zweed bedreigen (3). We voeren Tsjeboerasjka (4) in in plaats van het internet en Medinski in plaats van cultuur.

En daar nemen we allerlei wetten voor aan – de ene nog briljanter dan de andere. Een deel is openlijk kannibalistisch, een deel gewoon belachelijk. Eerst was het verboden om iets te doen, nu ook al om iets te zeggen.

De laatste in die reeks is de wet die eerherstel van het nazisme strafbaar stelt. Die moet niet tegengaan dat Hitler wordt geprezen, dat ze met een hakenkruis gaan lopen en het sieg-heil-teken maken. Precies het tegenovergestelde. De wet verbiedt om beulen beulen te noemen, genocide genocide. Nee, over Duitsland mag dat nog wel, over de USSR niet. Je mag niet praten over de misdaden van de NKVD en de verantwoordelijkheid van Stalin voor het ontketenen van de oorlog, over de standrechtelijke executies en over de verradersvolken (5). Dat alles heet nu – ik citeer – “de verspreiding van leugenachtige gegevens over de handelingen van de USSR in de jaren van de Tweede Wereldoorlog “ - en daar kan je vijf jaar voor krijgen.

SMERSJ

SMERSJ

De wet is bedoeld om diegenen (onder wie ik) de mond te snoeren die kameraad Stalin een vampier vinden, en een concentratiekamp een concentratiekamp, onafhankelijk van het uniform dat de bewakers dragen en welke taal zij spreken. Maar het is niet alleen de verdediging van het plaatje van het verleden dat Jarovaja en haar Doema-collega’s willen invoeren – het is een aanval op het heden. Vooral die mensen moet de mond worden gesnoerd die niet alleen Stalin afwijzen – daar zouden de schrijvers van de wet zich nog knarsetandend bij neerleggen – maar ook de permanente ideologische en propagandistische nachtmerrie waarin wij nu leven.

Ik kan niet anders dan mij persoonlijk verantwoordelijk voelen voor deze wet. Een jaar geleden vergeleek ik de SS met de SMERSJ – toen brak er in de Doema – en niet alleen daar – hysterie uit, en dit is een van de resultaten. Daarom kan ik niet alleen gewoon mijn oordeel geven – ik ben verplicht iets te doen.

Mij schoot niets beters te binnen dan de wet openlijk te overtreden, oftewel juist datgene te verklaren wat na het van kracht worden van de wet verboden is te verklaren. Dat doe ik opdat de gerechtelijke instanties een strafzaak beginnen – dan komt er een openbaar proces. Volgens het vonnis zal ik natuurlijk, daar twijfel ik niet aan, schuldig zijn, maar in feite zal dat het eerste proces zijn over de Stalinpraktijken tijdens de oorlog. En als ze geen zaak beginnen, dan erkennen ze daarmee dat ook deze wet, net als vele anderen die de laatste tijd zijn aangenomen, niet meer is dan politieke chantage.

Dus ik verklaar:

De straforganen van Stalin, in het bijzonder de NKVD en de SMERSJ NKVD, hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog (ik heb het bewust uitsluitend over de periode waarop de nieuwe wet van toepassing is) misdaden gepleegd, analoog aan de wetten op grond waarvan de SS en de Gestapo door het Neurenberg Tribunaal als misdadige organisaties werden beschouwd. In het bijzonder onderwierpen zij volken van de USSR aan genocide, pasten ze folteringen toe, vermoorden en onderdrukten ze massaal onschuldigen zonder vorm van proces. De uitvoerders van die misdaden zijn niet alleen niet gestraft, integendeel, ze werden beloond. Daaruit volgt dat die handelingen niet beschouwd kunnen worden als oorlogsexcessen, maar dat de verantwoordelijkheid gelegd moet worden niet alleen bij de beulen zelf, maar ook bij hun commandanten, tot aan de Hoogste Opperbevelhebber, en ook bij de toen in ons land bestaande regering in haar geheel. Ik ben van mening dat bovengenoemde structuren, naar het geheel aan de door hen gepleegde feiten, beschouwd dienen te worden als misdadige organisaties.

Ze zullen natuurlijk zeggen dat ik de Overwinning ontken, dat ik Hitler verheerlijk, dat ik de strijders van de NKVD zwartmaak, de gesneuvelden op het slagveld, enzovoort. Ieder weldenkend mens begrijpt dat niets van dat alles uit mijn woorden valt op te maken. Wat er wel uit op te maken valt is het niet accepteren van schijnheiligheid en leugens, zowel in het verleden als in het heden.

Zij zijn aan zet.

-------------------------------------------------------------------

Leonid Gozman – president van de Nationale Russische maatschappelijke beweging Sojoez Pravych Sil. (Deze naam laat zich lastig vertalen. Sojoez betekent verbond of unie, Sil betekent van krachten - tot zover geen probleem. Maar Pravych betekent zowel rechtse, juiste als rechtvaardige. Kiest u maar.) 

----------------------------------------

(1) Заградотряды / zagradotryady: moesten achter de frontlinie vluchtende soldaten tegenhouden.

(2) Schrijver Viktor Astajev (1924-2001). Verzette zich krachtig tegen de mythevorming rond de oorlog. (Zie hier.) Een recensie van zijn verzamelde brieven schreef ik op mijn oude weblog, in het deel dat nog niet opvraagbaar is. Zeer aanbevolen!  Виктор Астафьев : Нет мне ответа. Irkoetsk, 2009.

(3) Verwijzing naar een regel uit De Bronzen Ruiter van Alexander Poesjkin. И думал он: Отсель грозить мы будем шведу (En dacht hij: Vanhier zullen wij de Zweed bedreigen).

(4) Politicus Maksim Chadzjaradze stelde vorige maand voor om een eigen, Russisch internet in te voeren en het de naam Tsjeboerasjka te geven, naar een tekenfilmfiguur. 

(5) Volken – onder meer de Tsjetsjenen en de Krimtataren – die tijdens de Tweede Wereldoorlog en masse werden geporteerd op beschuldiging van collaboratie. 

Zingende voetbalsupporters op de tribune begeleid door een accordeon? Het gebeurt in Voronezj. Met dank aan Grigori Leps.

De verrichtingen van voetbalvereniging Fakel Voronezj spelen zich grotendeels af buiten mijn gezichtsveld. Vreemd eigenlijk, want ik ben een voetballiefhebber en heb daarnaast nogal een zwak voor Voronezj, sinds ik daar in de heel vroege jaren tachtig zeven maanden woonde aan de Oelitsa Friedricha Engelsa 10A.

Ik heb indertijd ook nooit een wedstrijd bezocht. Omdat mijn verblijf grotendeels in de winter viel – dan ligt de competitie stil - en ook, vermoed ik, omdat de studentenflat qua zang, dans en ander vermaak vrijwel volledig zelfvoorzienend was. We hoefden niet zo nodig de stad in.

Fakel Voronezj speelt tegenwoordig -  ik moest het even opzoeken – in de Tweede Divisie, twee afdelingen lager dan de Premjer Liga. Ik kwam de club, en dan vooral de supporters, weer eens tegen dankzij zanger Grigori Leps. Die is nogal populair en onlangs schreef hij een wedstrijd uit. Maak een eigen uitvoering van zijn onvolprezen lied Een glas vodka op tafel, maak er een filmpje van en stuur het op. Van de beste inzendingen wordt een compilatie gemaakt, de winnaars ontmoeten Leps ook nog in eigen persoon. 

Dat lieten de supporters van Fakel (Fakel betekent gewoon fakkel) Voronezj zich geen twee keer zeggen.

 

Mij lijkt dit vrij uniek. Niet eerder zag ik de harde kern van een voetbalclub een lied zingen op de tribune met begeleiding van een accordeon. De jongen die de supporters qua toonsoort nog een beetje in het gareel probeert te houden, zit rechtsonder (op het filmpje, niet op de foto boven).

Hoe aandoenlijk kan een supportersvak zijn. Kijk ook  naar de zangers die van een blaadje of hun telefoon de tekst meezingen. En het wordt nog aandoenlijker wanneer de camera 180 graden draait. Er zit verder geen hond in dat hele stadion!

De regels van de Leps-zangwedstrijd (inzenden kan niet meer) waren vrij ruim. Je mocht zelfs playbacken. Maar dat was de eer van de harde kern in mijn Voronezj natuurlijk te na. Sta je op de tribune te playbacken, dan wordt je als fanatiek supporter van Fakel Voronezj natuurlijk never nooit meer serieus genomen. (Wat een aardig spandoek hangt er trouwens ook: VUURGEVAARLIJK).

Hier Grigori Leps met het origineel van Een glas vodka op tafel. Afluisteren is niet verplicht. En trouwens, heb je de versie van de supporters eenmaal in je hoofd zitten, dan wil geen andere meer. Overige inzendingen heb ik niet bekeken, de harde kern van Fakel Voronezj is voor mij zo al de kampioen. Wanneer de uitslag bekend wordt gemaakt, weet ik niet, maar ik houd u op de hoogte.

 

Het supportersfilmpje werd gemaakt tijdens de wedstrijd eerder deze maand tegen Sokol Saratov. Wij wonnen met 2-0.

Okoedzjava, Vasja Oblomov en waarom ik jaloers ben op de studenten Russisch van tegenwoordig

-------------

Vasja Oblomov

Af en toe ben ik knap jaloers op de studenten Russisch van tegenwoordig. Het is voor hen zo simpel om echt, levend Russisch te horen!

Nee, dan wij, vroeger. Liep je door Amsterdam en hoorde je iemand Russisch praten, dan ging je er stiekem even naast lopen, de oren gespitst. Native speakers, ze waren er niet of nauwelijks. 

Ja, we hadden natuurlijk onze officiële conversatielessen. Daar kreeg je ook prima Russisch te horen, maar daar ontbrak iets: сочность, sappigheid, de straattaal. Ontdekte je een keer een wat kleurrijker Russisch woord, dan sloeg je dat op als een kleine trofee.

Muziek! Je woordenschat uitbreiden door naar liedjes te luisteren – zeer effectief. Maar ook hier gold: wat we konden vinden, was steeds zo braaf. Boelat Okoedzjava, prachtig hoor. Ik heb die ene elpee nog liggen. Мне в моем метро никогда не тесно ... en Пока земля еще вертится … Zulke zinnen verdwijnen al laatste uit mijn geheugen, maar om nou te zeggen dat ze handig waren in het dagelijks gebruik? Dat je er iemand aan een Russische keukentafel eens even stevig mee van repliek kon dienen? 

Nee, dan de studenten van tegenwoordig. Zo’n lied als hieronder, ik had er een moord voor gedaan. Nou ja, ik heb de Sovjetunie nog volop meegemaakt. Dáár kunnen die studenten van nu dan weer jaloers op zijn.

 Het lied is geschreven en wordt gezongen door Vasja Oblomov. Een klein beetje achtergrond: Jakoenin is de baas van de Spoorwegen, een vertrouweling van president Poetin. Een jaar geleden verscheen er een persbericht dat hij was ontslagen, maar dat bericht werd snel weer ingetrokken. Het lied is van vorige zomer, toen er druk werd gespeculeerd over een gigantisch buitenhuis in de buurt van Moskou. Was dat nou van Jakoenin of niet? 


Я хочу, чтобы Путин сел в поезд / Минуя бомжей и вокзал.
Ik wil dat Poetin op de trein stapt / Langs de zwervers en door het station

Купейное нижнее место / Заблаговременно взял.
Dat hij op tijd zijn plek inneemt / Tweede klas, onderste bank

Хочу, чтобы он был голодный / И чтобы хотелось пить,
Ik wil dat hij honger heeft / En wat wil drinken

Хочу, чтоб наивно рассчитывал / В дороге продуктов купить.
Ik wil dat hij naïef gedacht had / Dat hij onderweg wel etenswaar kon kopen

Хочу, чтоб курили в вагоне / И чтоб был закрыт туалет,
Ik wil dat er in de wagon gerookt wordt / En dat de toilet op slot zit

Чтоб белье постирали вроде – / А на самом же деле нет.
En dat het beddengoed min of meer gewassen is / Maar eigenlijk niet

И чтобы воняло куревом / Воняло на весь вагон,
En dat er een sigarettenwalm hangt / Hangt in heel de wagon

Чтоб Путин стоял у сортира / И ждал, что откроется он
En dat Poetin bij de plee staat / Te wachten tot ‘ie opengaat

И не было чтоб ресторана-вагона в поезде том,
En dat die trein geen restauratiewagon heeft

Чтоб Путин, узнав, удивился / И чтобы вдруг сел «айфон».
Dat Poetin dat ontdekt en verbaasd is / En dat zijn iPhone het plots niet meer doet

Хочу, чтобы было душно / И окна закрыты в купе.
Ik wil dat het benauwd is / En de ramen van de coupé dicht zitten

Чтоб Путину было грустно / Ехать в таком дерьме.
Dat Poetin er triest van wordt / Te reizen in zo’n teringzooi 

Хочу чтобы за окном поезда / Были косые дома,
Ik wil dat buiten het treinraam / Scheve huizen staan

Стояли подростки с пивом / Мелькнула разок тюрьма,
Dat er tieners staan met bier / Dat er even een gevangenis voorbijkomt

На станциях – нефть в цистернах… / Чтоб, скрючившись, словно дед,
Путин мечтал о продуктах / Которых в продаже нет.

Dat op de stations tankwagons staan met olie ... / En dat Poetin, krom als een oude man,
Droomt van etenswaren / Die er niet te koop zijn

Чтоб предлагали цыгане / Купить по-дешевке планшет.
Dat zigeuners hem / Een goedkope tas willen aansmeren

Чтобы хотелось к Якунину / На дачу, которой нет.
Dat hij naar Jakoenin wil / Naar de datsja die niet bestaat

Хочу, чтобы думал Путин / Что в поезде едет зря
Ik wil dat Poetin zou denken / Dat hij niet met de trein had moeten gaan

Что лучше бы вместо этого / С друзьями поел глухаря.
Dat hij beter met vrienden / Auerhoen had kunnen gaan eten

Хочу чтобы дрались по-пьяни / В четвертом купе дембеля,
Dat er een dronkemansgevecht uitbreekt / In coupé vier van een afgezwaaide soldaat

И чтоб ожидал Володя / Помощи от проводника.
En dat Volodja hulp verwacht / Van de conducteur

Хочу, чтобы ждал, волнуясь / Когда же придут менты,
Ik wil dat hij zenuwachtig zit te wachten / Of de smerissen eindelijk komen

Хочу, чтобы не дождался / Хочу, чтоб хотел он воды,
Ik wil dat hij tevergeefs heeft zitten wachten / Dat hij water wil drinken

Хочу, чтобы двери хлопали / Скрипело чтоб сильно в купе
Ik wil dat er de deuren steeds dichtslaan / Dat alles kraakt in zijn coupé

Хочу, чтобы плохо спалось ему / Потел чтобы путин во сне
Ik wil dat hij slecht slaapt / Dat Poetin moet zweten in z’n slaap

Чтобы приснился внезапно / Начальник железных дорог
Dat hij plots in zijn dromen / De baas van de spoorwegen ziet

Чтоб кто-то пытался уволить его / И чтобы в итоге не смог.
Dat iemand die probeerde te ontslaan / Maar dat hem dat uiteindelijk niet lukte

Начальник ЖД, улыбаясь / Во сне чтобы Путину пел
Dat de baas van de spoorwegen / Poetin in zijn dromen glimlachend toezingt

О том, как усердно работал / И как все невзгоды терпел.
Over hoe hard hij wel werkt / En over alle tegenslag die hij heeft

Но кто добивался отставки? / Кто же вмешался вдруг?
Maar wie wilde zijn ontslag? / Wie bemoeide zich er plotseling mee?

Может быть, это хакеры? / А может быть, близкий друг?
Waren het misschien hackers? / Of misschien een naaste vriend?

А может быть, это Америка / Сирийский припомнив вопрос?
Of was het misschien Amerika? / Dat ons de Syrische kwestie weer inprentte?

А может быть, «Почта России»? / Упоротый «единорос»?
Of misschien ‘PTT Rusland’? / Een geflipte ‘Jedinoros’?

А может, какой-то министр / Пытался поуправлять?
Of probeerde ergens een minister / De boel even te sturen?

В общем, чтоб эта история мутная / Мешала Путину спать
Kortom, dat heel die duistere geschiedenis / Poetin uit zijn slaap houdt

Хочу чтобы утром включилось / Как бы само собой
Радио страшных песен  / И чтоб вновь продолжился бой.

Ik wil dat ’s ochtends de Radio van / verschrikkelijke liedjes
Als vanzelf weer aangaat / En dat het gevecht weer verdergaat 

Хочу, чтоб хотел по большому / Чтобы хотел – и не мог
Ik wil dat hij een grote boodschap moet / Moet – maar niet kan

Потому что в сортире открыто / Но кто-то сломал замок.
Omdat de plee open is / Maar dat iemand het slot heeft gemold

Хочу, чтоб считал минуты / Когда же приедет уже
Нефирменный поезд на станцию.

Ik wil dat hij de minuten aftelt / Tot de economy-class-trein
Nou eindelijk eens aankomt op het station

Хочу чтобы внеглеже / Ходил по вагону ребенок
Вдыхая вонючий смрад / Ходил чтоб и всем улыбался,
И был даже Путину рад

Ik wil dat door de wagon / een kind in een pyjamaatje loopt
De stinkende walmen inademt / En naar iedereen lacht
En zelfs blij is met Poetin

Хочу, чтобы ехал Путин / В поезде том по стране.
Ik wil dat Poetin met die trein / Door het land reist

Хочу чтобы думал Путин / В каком он едет говне.
Ik wil dat Poetin nadenkt / Over de strontzooi waar hij doorheen rijdt 

Aleksandr Petrosjan - hoffotograaf van Sint-Petersburg

Fotograaf Aleksandr Petrosjan kent u misschien niet van naam, maar de kans is groot dat u, wanneer u een beetje geïnteresseerd bent in Sint-Petersburg, meerdere keren foto’s van hem bent tegengekomen.

Sint-Petersburg is Petrosjans voornaamste thema, al maakt hij ook reportages in Moskou, de provincie en in het buitenland. De stad aan de Neva is voor elke fotograaf een schatkamer, niet alleen door de gebouwen, de statige rivier, de grachten en de bruggen – de natuur helpt ook een handje mee: met licht, luchten en sneeuw. Af en toe maakt Petrosjan daar iets te gretig gebruik van en worden zijn plaatjes te zoetig. Maar bijna steeds denk ik: die foto had ík willen maken. Wat mij betreft is hij de hoffotograaf van Sint-Petersburg.

 

 

Een serie met een andere ‘kleur’, door Petrosjan op zijn site De Achterkant genoemd:

Het Djatlov-mysterie – na 55 jaar nog onopgelost. Hoe kwamen negen jonge expeditieleden in de Oeral aan hun einde? Was het een lawine, waren het de Mansi, of toch de CIA? – Deel 4 (slot).

Links Ljoeda Doebinina

Aleksjej Rakitin schreef een uitputtende studie over de nooit opgehelderde dood op 1 februari 1959 van negen jonge expeditieleden in de Oeral.  Zijn versie van het drama, uiteengezet in het boek Pereval Djatlova (De Djatlov Bergpas): het betrof een mislukte ‘dubbelspel-operatie’ van de KGB, waarbij de negen leden van de Djatlov-groep om het leven werden gebracht door gedropte Amerikaanse agenten.

Heeft Rakitin het bij het rechte eind? De puzzelstukjes, uitgestrooid over de 670 pagina’s, passen in elk geval, verzinsels of niet, mooi in elkaar. De Djatlov Bergpas is fascinerend, al doet de af en toe drammerige stijl afbreuk aan het boek. Een eerder op internet verschenen, beknopte versie riep veel reacties op. In het veel uitgebreidere boek dient Rakitin zijn tegenstanders helder, maar niet overal even subtiel, van repliek. Hieronder nog enkele punten uit de omvangrijke ontrafeling van het mysterie volgens de versie van Rakitin (zie ook aflevering 1, 2 en 3).

De Verenigde Staten waren in de jaren vijftig zeer geïnteresseerd in verschillende plutoniumfabrieken in de Oeral. Op jacht naar grond- en watermonsters, waaruit stralingsgegevens konden worden gedistilleerd, werden agenten gedropt. Het Sovjet-luchtruim – hier schopt Rakitin hard tegen de schenen van Sovjet-adepten – was in die jaren zo lek als een mandje. In de jaren vijftig (Rakitin baseert zich op Amerikaanse bronnen) vonden duizenden spionagevluchten plaats.   

Droppings van een of meerdere agenten waren in de jaren vijftig evenmin een uitzondering. Openbare bronnen maken melding van “tientallen ontmaskerde spionnen”, van wie een aantal via de lucht de USSR was binnengekomen. Hoeveel spionnen veilig zijn ontkomen, dat kan Rakitin natuurlijk niet met zekerheid zeggen. Hij houdt het op honderden. Maar – die vraag dringt zich meteen op – hoe konden die dan ontkomen?   

Daar heeft Rakitin een antwoord op. De Amerikanen gebruikten een systeem, ontworpen door ene Robert Fulton. Kort samengevat: de agent neemt plaats in een gedropte capsule, laat een heliumballon met snoer op, vastgemaakt aan de capsule, een evacuatievliegtuig-met-haak tilt de capsule van de grond en haalt haar binnen. Dergelijke evacuatievliegtuigen, met een bereik van 7.000 kilometer, waren gestationeerd in onder meer Turkije en Noorwegen. Rakitin baseert zich hierbij op de Amerikaanse historicus Curtis Peebles, wiens status ik niet ken. Volgens Peebles vonden de laatste evacuaties uit Sovjet-grondgebied plaats in de zomer van 1963.

De groep expeditieleden, onder wie in elk geval één en vermoedelijk drie KGB-medewerkers, had kleding bij zich die licht besmet was met straling (zie aflevering 3). Deze moest overhandigd worden aan de gedropte, onder emigranten gerekruteerde agenten. De Amerikaanse geheime dienst moest het idee krijgen dat zij in de Oeral een betrouwbaar contact had, dat vervolgens door de Russische zijde als doorgeefluik voor desinformatie kon dienen.

De ontmoeting liep uit op een drama, waarschijnlijk, volgens Rakitins uitleg, doordat de buitenlandse  agenten het bedrog in de gaten kregen. De complete groep (waarvan de meerderheid geen idee had in wat voor ‘spel’ ze waren beland) werd vermoord. Aan de hand van de forensische gegevens, beschikbare foto’s, het onderzoeksrapport van het Openbaar Ministerie en verklaringen die buiten dat rapport zijn gebleven, beschrijft hij de laatste paar uur uit het leven van de negen jonge expeditieleden.

Reddingsploeg op zoek naar sporen van de Djatlov-groep

Om geen overduidelijke sporen na te laten, gebruikten de aanvallers geen wapens. De Djatlov-groep, onder dwang gedeeltelijk ontkleed, werd de sneeuw ingejaagd, in de ogen van de agenten een zekere dood tegemoet. Daarbij vielen rake klappen, waarbij enkele expeditieleden aan de controle van de aanvallers wisten te ontkomen. Enige tijd later maakte het schijnsel van een klein vuur een eind verderop duidelijk dat de ontkomen expeditieleden zich niet zo maar aan de dodelijke kou wilden overgeven. De aanvallers gingen op het vuur af, waar zij slechts drie van hun slachtoffers aantroffen. Onder hen Ljoeda Doebina. Om haar aan het praten te krijgen (waar zaten de anderen die waren ontkomen?), werden haar ogen uitgedrukt en haar tong uitgerukt. Zonder vuur en onvoldoende gekleed waren de leden van de Djatlov-groep, voor zover op dat moment nog in leven, kansloos.


De begrafenis van vier expeditieleden van de Djatlov-groep. Sverdlovsk, 9 maart 1959.

En tenslotte: wie is Aleksej Rakitin, de schrijver van de omvangrijkste studie over de Djatlov-groep? Hier begint een nieuw mysterie, waarbij ik niet al te lang – ik moet ook verder met m’n leven - stil wil staan. Ik heb uiteraard gezocht, maar niks over hem kunnen vinden. Als ik het goed begrijp, ontbrak hij zelfs bij de presentatie van het boek. Op internetforums wordt – tevergeefs - gevraagd om informatie over hem en natuurlijk wordt er ook meteen – naar goed Russische gebruik - druk gespeculeerd. Zoveel kennis over zulke uiteenlopende onderwerpen, en dat allemaal in zo’n dik boek … Dat kan nooit door één persoon geschreven zijn!  

(Aflevering 1, 2 en 3)

Het Djatlov-mysterie – na 55 jaar nog onopgelost. Hoe kwamen negen jonge expeditieleden in de Oeral aan hun einde? Was het een lawine, waren het de Mansi, of toch de CIA? – Deel 3.

Wie zich een beetje wil verdiepen in het Djatlov-mysterie (en Russisch leest), kan beter maar meteen flink doorpakken en het vorig jaar verschenen boek Pereval Djatlov (De Djatlov Bergpas) van Aleksej Rakitin ter hand nemen. Uiterst gedetailleerd gaat hij in op de omstandigheden waaronder negen jonge expeditieleden op 1 februari 1959 in de Oeral de dood vonden. (Zie hierover deel 1 en deel 2.)

Een belangrijk onderdeel van Rakitins studie zijn de forensische rapporten die kort na de vondst van de negen lijken zijn opgesteld. Daarbij blijft de lezer weinig bespaard. Los van citaten uit de rapporten, bevat het boek talrijke, nogal lugubere foto’s van de lijken. Tekeningen van skeletten, mét de precieze locaties van de verwondingen, maken het beeld compleet.

Hoewel nergens iets over Rakitins achtergrond wordt vermeld (over dit punt later meer), wekken zijn beschrijvingen de stellige indruk dat hij, waar het forensisch onderzoek en lijkschouwingen betreft, weet van de hoed en de rand. Zijn conclusie is eenduidig: de verwondingen, variërend van gebroken ribben, een kapotte neus, een beschadigde schedel (“door een stomp voorwerp”) en een ontbrekende tong, kunnen uitsluitend door mensenhanden zijn toegebracht.

Wat die ene tong betreft (een van de meest besproken details in alle theorieën) maakt hij wel een voorbehoud: uit het rapport betreffende de stoffelijke resten van de ongelukkige Ljoeda Doebina valt niet op te maken wat daarmee is gebeurd. Muizen eten niet van bevroren lijken en treffen ze een nog niet bevroren lichaam, dan doen ze zich – net als ratten – veel eerder tegoed aan uitstekende delen, zoals de neus en de oren, aldus Rakitin. En bovendien: waarom ontbrak alleen bij Doebina de tong? Doebina miste overigens ook beide ogen. Wat daarmee is gebeurd, is volgens Rakitin wel duidelijk: die zijn uit de kassen gedrukt.

De meest genoemde verklaring voor de dood van de expeditieleden is een lawine. Rakitin komt met negen punten die deze versie volgens hem onderuithalen. Ik noem er een paar. De simpelste: niemand die in februari en maart 1959 – als redder of onderzoeker – op de plaats des onheils was, heeft sporen van een lawine gemeld. Naast de tent stonden skistokken gewoon nog overeind, onbeschadigd. Maar ook zijn het de verwondingen, aldus Rakitin. Die van Ljoeda, bijvoorbeeld. Haar gebroken ribben zijn het gevolg van “tenminste tweemalige uitoefening van een flinke kracht bij verschillende posities van het lichaam”. Een lawine, die twee keer over iemand heen raast?

 

Rakitin schrijft niet alleen als een expert over forensische zaken, ook in de geschiedenis van de KGB is hij thuis. Op dat terrein komt hij met gegevens die – naar mijn idee ook weer zeer overtuigend - duidelijk maken dat een van de drie van de omgekomen leden van de Djatlov-groep hechte banden had met de geheime dienst: Semjon Zolotarjov. Van hem weet Rakitin het zeker, bij twee anderen (Aleksandr Kolevatov en Georgi Krivonisjtsjenko) houdt hij nog een kleine slag om de arm.

Semjon Zolotarjov

Rakitin ziet in de levensloop van Zolotarjov een hoop eigenaardigheden. Hij wijdt er een compleet hoofdstuk aan. In één alinea samengevat: tijdens de Tweede Wereldoorlog wisselde Zolotarjov als ‘eenvoudige’ sergeant aan het tweede Wit-Russische front opvallend vaak van eenheid. Een dergelijke beweeglijkheid (in combinatie met tal van andere eigenaardigheden die Rakitin noemt) kan maar één ding betekenen: Zolotarjov voerde opdrachten uit voor de contraspionagedienst SMERSJ. Na de oorlog volgen meer eigenaardigheden. Hij belandt op het hoog in aanzien staande Instituut voor Lichamelijke Opvoeding in Minsk, een opleiding die voor hem – was hij een gewone student geweest – onbereikbaar zou zijn geweest. Hij studeert er ook nog eens af aan de ‘spetsialnyi fakoeltet’. Op dergelijke faculteiten kreeg men vaardigheden bijgebracht voor speciale, geheime operaties. Als ‘sportinstructeur’ reist Zolotarjov vervolgens in de jaren vijftig duizenden kilometers door het land – onbestaanbaar in die tijd voor een eenvoudige Sovjet-werknemer.

Officier van justitie Ivanov

Officier van justitie Ivanov

De lezer van Pereval Djatova weet op dit punt al van een andere eigenaardigheid. In mei 1959, kort nadat de laatste lijken zijn geborgen, worden de lichamen en de kleding van de Djatlovgroep onderzocht op straling. Hoogst ongebruikelijk, en iets wat officier van justitie Ivanov alleen maar kan hebben laten doen op bevel van hogerhand. Op de kleding (en níet in de grond- en watermonsters van de plekken waar de lijken zijn aangetroffen) worden sporen van radio-activiteit gevonden …

Kort daarna wordt het onderzoek, bijna inderhaast, afgesloten. De vage conclusie luidt (zie aflevering 2) dat de negen leden van de Djatlovgroep zijn omgekomen door een “oncontroleerbare kracht die zij niet de baas konden worden”.

 

Wordt vervolgd

(Hier aflevering 1, 2 en 4.)

Het Djatlov-mysterie – na 55 jaar nog onopgelost. Hoe kwamen negen jonge expeditieleden in de Oeral aan hun einde? Was het een lawine, waren het de Mansi, of toch de CIA? – Deel 2.

Op 1 februari 1959 vonden negen jonge expeditieleden de dood in de Oeral, onder omstandigheden die de gemoederen in Rusland 55 jaar laten nog altijd bezighouden (zie aflevering 1). Twee vorig jaar verschenen boeken proberen een nieuw licht te werpen op het lot van de groep, die onder leiding stond van Igor Djatlov: Перевал Дятлова (Pereval Djatlova / De Djatlov Bergpas) van Aleksej Rakitin en Dead Mountain van de Amerikaan Donnie Eichar.  

De trailer van Eichars boek mag er zijn:

Een prachtige trailer, die een beter boek verdient.

Eichar heeft nogal wat pretenties. Een jonge Amerikaan die geen Russisch spreekt en nog nooit in Rusland is geweest, reist twee keer naar de Oeral en lost vervolgens thuis, in de VS, het mysterie op. Waarom lukt hem wel, wat tientallen anderen voor hem, in Rusland, niet is gelukt? Omdat hij hulp krijgt van “modern science”. Wat de Amerikaan (mooie pet!) doet, is echter niet meer dan een zoveelste versie op tafel leggen, die op mij (toegegeven: een leek) niet veel indruk maakt.

Voorbereidingen op de expeditie. Midden: Igor Djatlov

Op weg naar het startpunt

Voor wie ongeduldig lezend op zoek is naar de verlossende verklaring voor wat de Djatlov-groep overkwam, is Dead Moutain een nogal irritant boek. Ongeveer een derde bevat een beschrijving van Eichars reis naar Jekaterinburg, indertijd (de stad heette toen nog Sverdlovsk) de thuisbasis van de expeditieleden. En ja, als je nog nooit in Rusland bent geweest, dan is er van alles waar je je over verbaast. Dat kan je opschrijven, maar veel verband met het mysterie van 55 jaar geleden heeft het niet.

Nou, vooruit. Wie niks van Rusland weet, krijgt in Dead Moutain wel een aardige introductie. Ook de geschiedenis van Igor Djatlov en zijn vrienden wordt bondig en helder neergezet, tot aan – uiteraard – de laatste dagboekaantekeningen van de groepsleden en de laatste foto’s die naderhand werden ontwikkeld. En Eichar gaat zelf naar de plek van het mysterie. Hij komt ook met een aardige troef: hij ontmoet Joeri Joedin, de enige overlevende, die wegens rugpijn vlak voor de start van de expeditie moest afhaken.

Zina Kolmogorova

Wat denkt Joedin? Waarom verlieten de zeven mannen en twee vrouwen in het duister hun veilige tent, bij -25 graden, zonder schoenen en op één na zonder iets op hun hoofd? Volgens Joedin was het geen lawine of een ander natuurverschijnsel. ”The number one possibility in my mind is that it was people who came with guns because they were in an area they shouldn’t have been in or they saw something they shouldn’t have seen.” Joedin denkt vooral aan menselijk geweld, omdat het lijk van Ljoeda Doebina werd gevonden zonder tong. 

Joedin vermoedt dat de Sovjet-overheid een rol in het mysterie speelt. Dit tot teleurstelling van Eichar, die de oude man wegzet als wéér iemand die geloof in een complot. Nee, Eichar komt met een eigen oplossing, gebaseerd op de moderne wetenschap.

Als uitgangspunt neemt hij de conclusie uit het eindrapport van officier van jusitie Lev Ivanov. Die schrijft in 1959, enkele weken nadat de laatste lijken zijn geborgen, dat de dood van de expeditieleden is veroorzaakt door een “oncontroleebare kracht [стихийная сила] die zij niet de baas konden”. (Waarbij het bijvoeglijk naamwoord стихийная voor verwarring kan zorgen, omdat dit vaak wordt gebruikt om natuurgeweld aan te duiden. Dat wordt  hier echter niet bedoeld.)

Eichar spreekt van een “compelling force” en probeert die vage omschrijving een concrete inhoud te geven. Hij praat met Amerikaanse geleerden en komt tot de conclusie dat de Djatlov-groep het slachtoffer is geworden van een Kármán vortex street, een verschijnsel dat optreedt bij een bepaalde combinatie van landschap en weersomstandigheden, harde wind in het bijzonder. Een donderend geluid met sterke vibraties leidt daarbij tot angst en paniek. Ziehier de “oncontroleerbare kracht” die de negen leden uit de tent heeft gedreven.

Tweede van links: Ljoeda Doebina

En de deels zware verwondingen? De ontbrekende tong bij Ljoeda? Daar doet Eichar niet moeilijk over. De verwondingen komen door een val in een ravijn en die tong is het werk van knaagdieren. 

Eichars Dead Mountain valt in het niet bij Pereval Djatlova (De Djatlov Bergpas) van Aleksej Rakitin, in elk geval qua omvang en gedetailleerdheid. In 670 pagina’s analyseert Rakitin de gegevens die al beschikbaar waren en voegt daar de resultaten van eigen speurwerk aan toe. Twee conclusies lijken mij na lezing van zijn boek onweerlegbaar: de verwondingen van de expeditieleden zijn het werk van mensenhanden en drie van de negen leden hadden banden met de KGB.   

Wordt vervolgd

(Hier deel 1deel 3 en deel 4.)