Okoedzjava

Hoe Okoedzjava in het Vilkovo van de Oud-Gelovigen aan een gedenkteken kwam.

-------------

Het was mijn eerste middag in Vilkovo, het Oekraïense plaatsje in de Donaudelta waar ik al jaren naartoe wilde - en waar loop ik tegenaan? Een gedenkteken voor Boelat Okoedzjava.

Ik had veel verwacht, daar in dat verre, afgelegen oord, maar dat niet.

Oud-Gelovigen die zich verzetten tegen de kerkelijke hervormingen van 1667 en moesten vrezen voor hun leven, zochten en vonden in dit waterrijke gebied veilige afzondering. Vilkovo werd in 1746 gesticht en kreeg de bijnaam Venetië van de Oekraïne. Mij lijkt een vergelijking met Giethoorn meer op zijn plaats. In het kleine, oudste gedeelte zijn geen wegen, maar smalle slootjes, met plankieren ernaast als voetpaadjes. De slootjes komen uit op een bredere waterweg, waarover de inwoners met punters naar hun moestuinen (oogst: vooral druiven) varen.

Ik had me er heel wat van voorgesteld, maar het viel een beetje tegen, dat oude gedeelte. Het was aardig om over die plankieren te lopen, maar de slootjes stonden grotendeels droog. En hoewel de huisjes er alleszins verzorgd bijstonden, oogde het alles bij elkaar toch wat stoffig en verlopen. Des te aangenamer dat ik tegen Boelat Okoedzjava aanliep. 

Vilkovo Okoedzjava Oud-Gelovigen


Het gedenkteken, gemaakt door Ivan Boelavitski, werd in oktober 2013 onthuld, ter herinnering aan een verblijf van de dichter/zanger in Vilkovo in 1962. Oekadzjava kan bij de inwoners niet meer stuk, sinds hij in 1985 aan dat verblijf een gedicht wijdde, dat hij ook nog op muziek zette. Het is een minder bekend werkje, wat me niet verbaast. Het heeft niet de magie van zijn eerdere werk (daarover schreef ik toevallig recent), al mogen de laatste vier regels er zijn. 

De vrouw die in het lied wordt bezongen is Okoedzjava’s tweede vrouw, Olga Artsimovitsj. Duidelijk is, dat de verhouding tussen die twee op het moment van schrijven niet meer zo wolkenloos was als tijdens hun gezamenlijke verblijf in Vilkovo in 1962. Er bestaan geen beelden van Okoedzjava die het lied zelf zingt. De uitvoeringen van anderen die ik tegenkwam, zijn beneden de maat. Dan toch maar dit filmpje, waarop de stem van de dichter gepaard gaat met nogal knullige beelden.    

Дунайская фантазия (Ook: Вилковская фантазия)

Как бы мне сейчас хотелось в Вилкове вдруг очутиться!  
Там -- каналы, там -- гондолы, гондольеры.  
Очутиться, позабыться, от печалей отшутиться:  
ими жизнь моя отравлена без меры. 

Там на пристани танцуют жок, а может быть, сиртаки,  
сыновей своих в солдаты провожают,  
все надеются: сгодятся для победы, для атаки,  
а не хватит -- значит, новых нарожают. 

Там побеленные стены и фундаменты цветные, 
и по стенам плющ клубится для забавы, 
и лежат на солнцепеке безопасные, цепные, 
показные пожилые волкодавы.

Там опять для нас с тобою дебаркадер домом служит.  
Мы гуляем вдоль Дуная, рыбу удим.  
И объятья наши жарки, и над нами ангел кружит  
и клянется нам, что счастливы мы будем. 

Как бы мне сейчас хотелось очутиться в том, вчерашнем,  
быть влюбленным и не думать о спасенье,  
пить вино из черных кружек, хлебом заедать домашним,  
чтоб смеялась ты и плакала со всеми. 

Как бы мне сейчас хотелось очутиться у начала,  
и к душе твоей далекой приобщиться. 
И с тобою так расстаться у дунайского причала,  
чтоб была еще надежда воротиться.

24 января 1985

----------------

Ik vroeg mij af hoe Okoedzjava indertijd Vilkovo had bereikt. Dat is tegenwoordig vanuit Odessa (het enige logische vertrekpunt - tenzij u in Oostenrijk of Duitsland een Donaucruise boekt) een flinke rit met de auto. Vooral de laatste veertig kilometer vallen niet mee. (De stem is van de telefonerende chauffeur.)


Maar Okoedzjava maakte de reis vanuit Odessa met de boot. Dat had ik zelf ook graag gedaan, maar dat kan niet meer. De maatschappij die in de Sovjetunie die route beheerde, bestaat niet meer. 

Laten mijn wat zuinige opmerkingen over Vilkovo en over de reis daarheen u vooral niet afschrikken. Het stadje ligt prachtig, midden in een natuurreservaat. Er is een vogelexcursie en je kan naar het punt varen waar de Donau uitmondt in de Zwarte Zee - met onderweg op een eilandje een prima vismaaltijd. En als je geluk hebt is de zijtak van de Donau waar Vilkovo aan ligt in de vroege morgen in mist gehuld, en hoor je het geluid van kerkklokken wegdrijven richting hemel. (Even het geluid vol aanzetten!): 


En nog wat foto's ...

De gastvrouw bij de vismaaltijd

Tussen Odessa en Vilkovo

Dmitri Bykov en de trillende sleutel van Boelat Okoedzjava

----------------


Al eerder schreef ik over de rol die Boelat Okoedzjava in de tweede helft van de jaren zeventig speelde voor ons, ontluikende slavisten. Hij zong eenvoudige liedjes, die je verstond. En al begreep je misschien niet alles, en had je het vermoeden dat er meer achter zo’n liedje stak dan je kon vastpakken – hij gaf je zelfvertrouwen. Je kon een Russisch lied meezingen!

Gaandeweg, door de jaren heen, werd me duidelijk dat de statuur van Okoedzjava (1924-1997) veel groter was dan ik aanvankelijk, op grond van zijn wat ijle stem, beperkte gitaarspel en eenvoudige melodietjes, had vermoed. Ja, er stak inderdaad veel meer achter die liedjes van hem.

Dmitri Bykov

Ik kreeg dat nog eens bevestigd door een lezing over hem van schrijver/dichter Dmitri Bykov (hieronder te beluisteren.) Bykov kent de complete Russische literatuur van Poesjkin tot Pelevin uit zijn hoofd en is een groot liefhebber van het werk van Okoedzjava, over wie hij een boek schreef. In zijn lezing beperkt Bykov zich tot gedichten van Okoedzjava (die ook proza schreef). Want dat zijn het, die breekbare liedjes: gedichten.

Bykov noemt in zijn lezing twee procédés waarmee Okoedzjava’s zijn lezer/luisteraar bij de keel grijpt. Een voorbeeld van het eerste procédé vindt hij in Песенка о моей жизни:

А как первая любовь -- она сердце жжет.
А вторая любовь -- она к первой льнет.
А как третья любовь -- ключ дрожит в замке,
ключ дрожит в замке, чемодан в руке.

А как первая война -- да ничья вина.
А вторая война -- чья-нибудь вина.
А как третья война -- лишь моя вина,
а моя вина -- она всем видна.

А как первый обман -- да на заре туман.
А второй обман -- закачался пьян.
А как третий обман -- он ночи черней,
он ночи черней, он войны страшней.

 

Okoedzjava laat abstracte, algemene begrippen (in de eerste twee regels) volgen door bijna terloops genoemde, zeer concrete beelden: de sleutel die trilt, de koffer in de hand (regel drie en vier). Bykov: “Door dat spanningsveld ontstaat het wonder, dat de lezer plots dwingt om het op zijn eigen leven te betrekken.” De eerste liefde die zich in het hart brandt, dat is niet meer dan een algemene poëtische banaliteit, aldus Bykov, maar die trillende sleutel en die koffer in de hand maken dat iedereen kan zeggen: dit gaat over mij. Hetzelfde gebeurt in het tweede couplet, waar in de derde regel plots sprake is van “zelfveroordeling voortkomend uit onverwacht inzicht”.

Okoedzjava’s tweede procédé is het creëren van twee parallelle werelden. Bykov illustreert dit aan de hand van Голубой шарик (ik maak het nu ietsje makkelijker: een vertaling loopt mee in het filmpje).

Девочка плачет, шарик улетел,
Её утешают, а шарик летит.

Девушка плачет, жениха всё нет,
Её утешают, а шарик летит.

Женщина плачет, муж ушел к другой,
Её утешают, а шарик летит.

Плачет старуха, мало пожила,
А шарик вернулся, а он голубой.


Een meisje dat huilt omdat haar ballon is weggevlogen – veel eenduidiger en tastbaarder kan je het niet krijgen. Maar tegelijkertijd wordt een parallel beeld gecreëerd dat veel algemener is, waardoor elke lezer/luisteraar weer de ruimte krijgt om het gedicht op zichzelf te betrekken. Door de paar regels heen wordt de ballon het symbool van vervlogen dromen en van een onaangedane wereld die zich niets aantrekt van onze kleine drama’s en die er ook nog zal zijn wanneer wij allang zijn verdwenen.

Bykov vertelt nog veel meer, maar het bovenstaande was voor mij al ruim voldoende om even stil te staan bij de tijd die verstreek sinds ik Okoedzjava’s liedjes voor het eerst beluisterde – om even terug te denken aan de zinnen die zich samenvoegden uit zijn afzonderlijke Russische woordjes, aan de wereld die achter die woorden opdoemde, aan de ballonnen die wegvlogen. 

---------------------

Hier de lezing van Bykov over Okoedzjava (met dank aan jana Smirnova, die me op Bykovs lezing wees): 

Echt waar: Jacques Brel zat in 1965 met Galitsj en Okoedzajava bij Jevtoesjenko aan de keukentafel.

---------------


Ik probeer het me voor te stellen, maar dat lukt niet erg: Aleksandr Galitsj, Boelat Okoedzjava en Jacques Brel die, in het gezelschap van Jevgeni Jevtoesjenko, liedjes voor elkaar zingen. We schrijven oktober 1965 en Brel is in Moskou, de laatste stad die hij aandoet tijdens een tournee door de Sovjetunie. 

Brel treedt op in Leningrad, Bakoe, Jerewan, Tbilisi en Moskou. Van geen van zijn concerten heb ik opnames of zelfs maar foto’s kunnen vinden, wat bijzonder ergerlijk is. Want dat moet toch wat geweest zijn: de Belgische chansonnier, met zijn ongelooflijke présence, die zijn liederen de zalen injoeg, in een land waar zelfs vijftien jaar later Elton John nog het verzoek kreeg om bij zijn solo-concerten achter de vleugel niet al te wild te keer te gaan.

Er zijn wel een paar getuigenissen van de tournee, onder meer van de zanger zelf, zodat een (heel) bescheiden reconstructie toch mogelijk is.  

“Ze liggen niet wakker van het Franse chanson”, blikte Brel in een interview terug op zijn optreden in Bakoe. Tbilisi, dat was andere koek! “Over Tbilisi daarentegen raak ik niet uitgepraat. Georgiërs zijn mooie mensen. Ik was er helemaal niet op voorbereid om met zulke tegemoetkomende en tedere wezens te maken te krijgen. De Georgiërs mixen droom en realiteit tot een buitengewone cocktail. Die mensen worden niet opgejaagd door de tijd, zitten niet onder de knoet van het geld. Op zo’n cultuurschok zat ik al twintig jaar te wachten. Ik heb daar broers achtergelaten.”

Ook over de concerten in Moskou moet Brel tevreden zijn geweest, als we tenminste kunnen afgaan op de herinneringen van de in 1965 al bekende actrice Ljoedmila Goertsjenko en Jelena Kamboerova, die dan aan het begin van haar zangcarrière staat. Of beiden bij hetzelfde concert aanwezig waren (Brel gaf er in Moskou vijf), is lastig na te gaan, maar hun indrukken komen sterk overeen. Ondanks een wat knullige setting, met een vertaalsters die de liedjes inleidde (Goertsjenko: “Ze wierp Brel een betoverende glimlach toe, waarna ze luid stampend met haar hakken achter de coulissen verdween.”), weet Brel het publiek te pakken. “Na het derde, vierde lied heerste in de zaal ‘zijn atmosfeer’. Zijn persoonlijkheid heerste in het theater! Om bang van te worden … Hoe hij schreeuwde over de pijn in zijn ziel!” , schrijft Goertsjenko.

Ook Kamboerova, die “als door een wonder” (er was nauwelijks reclame gemaakt) bij het concert was beland, was na aanvankelijke verwondering snel om. “Ik begreep eerst niet wat er gaande was. Ik luisterde toen naar Edith Piaf, en dit was zo’n rare stem. Maar opeens, na het vijfde lied – toen was het gebeurd. Een pijl die mijn hart binnenvloog! Voor de rest van mijn leven.” Journalist/zanger Marc Robine schrijft in zijn boek Le roman de Jacques Brel dat de Belgische zanger bij zijn eerste concert in Moskou als toegift voor de tweede keer Amsterdam zong.  

Brel zal zich in Moskou verder niet verveeld hebben, als we mogen afgaan op twee andere herinneringen, die niet helemaal samenvallen, maar samen toch wel een zeer intrigerend tafereel oproepen. Dichter Jevgeni Jevtoesjenko nodigt Brel uit voor een avondje bij hem thuis in de keuken en vraagt ook Boelat Okoedzjava en Aleksandr Galitsj langs te komen. “Een fenomenaal drinker”, herinnert Brel zich over de gastheer. “Ik kan hem lekker raken, maar bij Jevtoesjenko vergeleken ben ik een drinkeboertje. Een alcoholische gehandicapte, zoiets.”

Galitsj

     Okoezhava

     Okoezhava

Uiteraard pakken de drie gasten een gitaar. In de herinnering van Jevtoesjenko zingen ze geen eigen repertoire. Galitsj zingt oude romances, Okoedzjava straatliedjes en Brel Vlaamse volksliedjes. Een medewerker van Radio Svoboda haalt later nog Galitsj aan, die gezegd zou hebben dat ook Vladimir Vysotksi bij dit gedenkwaardig samenzijn aanwezig was – maar laten we voorlopig alleen de minimumvariant voor waar aannemen. Brel, Galitsj en Okoedzajava – ik vind het al mooi genoeg.

Bijzonder ergerlijk, nogmaals, dat ik van Brels reis door de Sovjetunie zelfs geen foto heb kunnen vinden. Zijn grootste Russische fan kon me niet helpen, een mailtje aan het Brel-centrum in Brussel bleef vooralsnog onbeantwoord. Wel vond ik op de site van het Russische Staatsarchief van literatuur en kunst de vermelding van een programmaboekje van Brels tournee – maar geen afbeelding. (Update: Inmiddels ontving ik een mailtje van Editions Jacques Brel in Brussel; ook daar zijn geen beelden bekend van Brel in de USSR.)

Als mager goedmakertje hier Brels Amsterdam met Russische ondertitels.

---------------------

De herinneringen aan Brels bezoek aan Jevtoesjenko kwam ik tegen in het boek Aleksandr Galitsj. Polnaja Biografija, van Michail Aronov, waar ik vol verwachting aan begon. Uiteindelijk heeft het me zo’n twee maanden gekost om me door die gortdroge baksteen heen te worstelen. Nou ja, het heeft me in elk geval wel de weg gewezen naar Brel in de Sovjetunie.

Nederland in het werk van Okoedzjava. "Tot aan Texel is het niet ver."

Ik meende het werk van Boelat Okoedzjava redelijk te kennen, en was dan ook behoorlijk verrast toen ik een gedicht van zijn hand over Nederland tegenkwam: Berega Gollandii (Kusten van Holland). Het was mij onbekend. Ik informeerde eens in mijn omgeving, bij vrienden die aanzienlijk beter thuis zijn in de Russische poëzie dan ik, en ook zij hadden er nooit van gehoord.

Okoedzjava’s gedicht is een vertaling uit het Georgisch. Het origineel is van de dichteres Makvala Mrevlishvili (1909-1968), die in Georgië vooral geliefd is om haar kindergedichten. (Ik heb het, zoals gewoonlijk, vertaald zonder enige poëtische aspiraties of pretenties.)

Берега Голландии

Из Маквалы Мревлишвили
Грузины, читайте стихи по-грузински,
соленую влагу вдыхайте легко...
Здесь берег в тумане виднеется низкий.
До острова Тексель -- недалеко.

И как бы туманы его ни скрывали,
он старой бедой шевелится во мне.
О, как наши юноши здесь тосковали
по родине, по тишине, по весне!

А сколько пришлось им томиться и мучаться
и всматриваться в рассветный дым...
Я в горсть соберу свое слабое мужество --
спасения позднего выпрошу им.

...А волны бегут торопливо и весело,
и море из синего дыма встает,
и к острову Тексель, к острову Тексель все тянется скорбное сердце мое.

Kusten van Holland

Georgiërs, lees gedichten in het Georgisch.
Adem de zilte vochtigheid lichtjes in …
Hier tekent zich een lage kust af in de mist.
Tot aan het eiland Texel is het niet ver.

En hoe de nevelen het ook verborgen hielden,
Als een oud onheil beweegt het in mij.
O, hoe verlangden onze jongens hier
naar hun moederland, de stilte, de lente!

Hoeveel kwellingen en pijn moesten zij niet verdragen
En hoe vaak tuurden zij niet naar de rook van de dageraad …
Ik verzamel een handjevol zwakke moed –
ik probeer voor hen een late verlossing gedaan te krijgen.

… De golven rennen haastig en vrolijk,
En de zee rijst op uit de blauwe rook,
En naar het eiland Texel, naar het eiland Texel
Reikt steeds mijn diep droevig hart.

 

Het gedicht is niet te begrijpen zonder enige kennis van de gebeurtenissen op Texel in april-mei 1945. Georgische soldaten in dienst van de Wehrmacht kwamen in opstand tegen hun Duitse bazen. De opstand, die zo’n duizend slachtoffers eiste, mislukte. De status van de Georgische opstandelingen is niet eenduidig. Waren het dappere verzetsstrijders? Of waren het collaborateurs die op het allerlaatste moment nog hun hachje probeerden te redden? In Georgië overheerst de eerste opvatting en het gedicht van Mrevlishvili sluit daarbij aan.

De vertaling van Okoedzjava is uit 1982. Van wanneer is het origineel? Dat heb ik niet kunnen achterhalen, maar vermoedelijk uit 1958, of kort daarna. Mrevlishvili schreef een gedicht (ook vertaald door Okoedzjava) over de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958, waar ze – te oordelen naar dat gedicht – zelf heeft rondgelopen. Ze zal lid zijn geweest van een officiële Sovjetdelegatie. Is die daarna doorgereisd naar Nederland?

Makvala Mrevlishvili

Makvala Mrevlishvili

In de memoires van Mrevlishvili, zo heb ik me laten vertellen, is over een reis naar België of Nederland niets te vinden. Op Texel zelf zal ze niet geweest zijn, dan had ze een ander gedicht geschreven. Heeft ze in het noorden van Noord-Holland aan de kust gestaan? Dat zal in elk geval niet in Den Helder zijn geweest. Vanwege de marinehaven daar was die regio voor een Sovjet-delegatie niet toegankelijk. (Delegaties die in later jaren naar de Georgische begraafplaats op Texel gingen, reisden niet via Den Helder.) Heeft ze alleen in gedachten aan de ‘kusten van Holland’ gestaan? Dat zou dan dat meervoud (kusten) kunnen verklaren: of je in zo’n klein landje nou in Zandvoort aan de kust staat of in ’s Gravezande – Texel is nooit echt ver weg. 

Rest nog de eerste regel: Georgiërs, lees gedichten in het Georgisch. Wat daar de achterliggende betekenis van is, weet ik niet. 

De kleine, grote stem van Okoedzjava – dichter, bard, inspirator van slavisten.

 

“Je kan niet tegelijkertijd het communisme bouwen en liedjes van Okoedzjava zingen.” Deze moooie zin kwam ik tegen in het boek Красные бокалы. Булат Окуджава и другие (Rode bokalen. Boelat Okoedzjava en anderen) van de door mij zeer gewaardeerde Benedikt Sarnov.

Eerder schreef ik al dat Okoedzjava een apart plekje heeft in mijn slavistenhart. Naar zijn liedjes luisterden we, midden jaren zeventig, in onze dappere pogingen om onze Russische woordenschat uit te breiden. Naar dit liedje bijvoorbeeld, Verbond van vrienden (ook bekend als Oud studentenlied):

Hoeveel van de tekst verstond ik indertijd, in 1975-1976? Vijf procent? Tien procent? En hoeveel van de tekst begreep ik? Laat ik me even beperken tot deze regels:

Пока безумный наш султан / Cулит нам дальнюю дорогу 
(Variant: Сулит дорогу нам к острогу)
Terwijl onze dwaze sultan / Ons een verre weg voorspelt
(Ons een weg naar de gevangenis voorspelt)

Sarnov schrijft in zijn boek over de achtergrond van dit lied. Het was de tijd, in de jaren zestig, van de toenemende repressie onder partijleider Brezjnev. De overheid trad op tegen dissidenten, wat protesten opriep, waartegen weer harder werd opgetreden, wat nieuwe protesten uitlokte, enzovoort. Nadat Brezjnev tijdens een toespraak iets vaags had gezegd over de protesten, deed al snel het gerucht de ronde dat de ondertekenaars van protestbrieven verbannen zouden worden uit Moskou. Terwijl onze dwaze sultan ons een verre weg voorspelt…  

Van dat alles had ik geen idee. Ik wilde gewoon nieuwe woordjes leren.

De eerste zin van dit stukje, over het communisme en de liedjes van Okoedzjava, sloeg niet eens zo zeer op regels als die over de dwaze sultan. Het werk van Oekadzjava straalde een individuele ‘kleinheid’ uit, die niet goed verenigbaar was met de massale ‘grootsheid’ van het communisme. Zijn liedjes (over een rit in de laatste trolleybus, over een meisje dat haar ballon verliest) gingen niet over een volk dat achter rode banieren eensgezind opmarcheerde richting lichtende toekomst. Okoedzjava’s stem was de stem van de enkeling, die sprak uit zichzelf en over zichzelf. “Een vrouw huilt, haar man is naar een ander gegaan”, dat was heel wat anders dan “Wij kennen geen obstakels, niet ter zee en niet ter land!” De breekbaarheid van Okoedzjava’s teksten werd onmiddellijk herkend en maakte hem populair en – bij de overheid – verdacht.

De moeizame verhouding van Okoedzjava met de overheid, de strubbelingen in zijn privé-leven, het komt aan bod bij Sarnov, die hecht met hem bevriend was. Graag had ik nog veel meer over de dichter-zanger gelezen, over de achtergrond van zijn poëzie, over alles wat er speelde in Moskou terwijl ik op een tochtige kamer in Utrecht Russische zinnetjes zat te spellen. Maar Sarnovs boek heet Okoedzjava en de anderen

Die anderen zijn vooral de dissidenten, de kring waar Okoedzjava (en Sarnov) tegen wil en dank ook deel van uitmaakten, zonder tot de harde kern (de Boekovksi’s, de Sacharovs, de Solzjenitsyns) te behoren. De onverzettelijkheid waarmee sommigen hun stem verhieven, wekt nog altijd bewondering. Maar toch stemt dit deel van Sarnovs boek niet vrolijk. Wat weer eens duidelijk wordt, is dat die dissidenten niet alleen streden tegen de KGB, maar  ook tegen elkaar. En wat nog minder vrolijk stemt: Sarnov, die zulke mooie, gedragen literair-historische boeken op zijn naam heeft staan, heeft die onderlinge strijd tientallen jaren later nog steeds niet opgegeven. Zijn Okoedzjava en de anderen bevat afrekeningen met Vladimir Maksimov, Marja Sinjavskaja en Marietta Tsjoedakova. Hij zal best gelijk hebben in zijn boosheid, maar het oogt – vanuit Nederland - allemaal zo klein. Jouw handtekening onder een protestbrief, of juist het ontbreken daarvan, kon het einde betekenen van een jarenlange vriendschap en het begin van wederzijdse uitsluiting en verkettering. (Ik probeer equivalenten te bedenken in de Nederlandse polder. Loe de jong die Willem Aantjes aan de schandpaal nagelt, dat komt misschien in de buurt.)

Okoedzjava werd meegezogen in deze strijd. Ook hij werd, al was dat vele jaren later, door menigeen verketterd, toen hij ten tijde van de beschietingen van het parlement in 1993 de ‘verkeerde’ kant koos. Dat moet hem bijzonder veel pijn gedaan hebben. Dat kan niet anders, bij iemand die – jaren daarvoor – het gedicht en lied De laatste trolleybus schreef.

… Я с ними не раз уходил от беды, 
я к ним прикасался плечами… 
Как много, представьте себе, доброты 
в молчанье, 
в молчанье…   

 Ik heb mijn Russische woordjes niet voor niks geleerd.

Последний троллейбус

Когда мне невмочь пересилить беду, 
когда подступает отчаянье, 
я в синий троллейбус сажусь на ходу, 
в последний, 
в случайный. 

Последний троллейбус, по улице мчи, 
верши по бульварам круженье, 
чтоб всех подобрать, потерпевших в ночи 
крушенье, 
крушенье. 

Последний троллейбус, мне дверь отвори! 
Я знаю, как в зябкую полночь 
твои пассажиры — матросы твои  
приходят 
на помощь. 

Я с ними не раз уходил от беды, 
я к ним прикасался плечами… 
Как много, представьте себе, доброты 
в молчанье, 
в молчанье. 

Последний троллейбус плывет по Москве, 
Москва, как река, затухает, 
и боль, что скворчонком стучала в виске, 
стихает, 
стихает.

Okoedzjava, Vasja Oblomov en waarom ik jaloers ben op de studenten Russisch van tegenwoordig

-------------

Vasja Oblomov

Af en toe ben ik knap jaloers op de studenten Russisch van tegenwoordig. Het is voor hen zo simpel om echt, levend Russisch te horen!

Nee, dan wij, vroeger. Liep je door Amsterdam en hoorde je iemand Russisch praten, dan ging je er stiekem even naast lopen, de oren gespitst. Native speakers, ze waren er niet of nauwelijks. 

Ja, we hadden natuurlijk onze officiële conversatielessen. Daar kreeg je ook prima Russisch te horen, maar daar ontbrak iets: сочность, sappigheid, de straattaal. Ontdekte je een keer een wat kleurrijker Russisch woord, dan sloeg je dat op als een kleine trofee.

Muziek! Je woordenschat uitbreiden door naar liedjes te luisteren – zeer effectief. Maar ook hier gold: wat we konden vinden, was steeds zo braaf. Boelat Okoedzjava, prachtig hoor. Ik heb die ene elpee nog liggen. Мне в моем метро никогда не тесно ... en Пока земля еще вертится … Zulke zinnen verdwijnen al laatste uit mijn geheugen, maar om nou te zeggen dat ze handig waren in het dagelijks gebruik? Dat je er iemand aan een Russische keukentafel eens even stevig mee van repliek kon dienen? 

Nee, dan de studenten van tegenwoordig. Zo’n lied als hieronder, ik had er een moord voor gedaan. Nou ja, ik heb de Sovjetunie nog volop meegemaakt. Dáár kunnen die studenten van nu dan weer jaloers op zijn.

 Het lied is geschreven en wordt gezongen door Vasja Oblomov. Een klein beetje achtergrond: Jakoenin is de baas van de Spoorwegen, een vertrouweling van president Poetin. Een jaar geleden verscheen er een persbericht dat hij was ontslagen, maar dat bericht werd snel weer ingetrokken. Het lied is van vorige zomer, toen er druk werd gespeculeerd over een gigantisch buitenhuis in de buurt van Moskou. Was dat nou van Jakoenin of niet? 


Я хочу, чтобы Путин сел в поезд / Минуя бомжей и вокзал.
Ik wil dat Poetin op de trein stapt / Langs de zwervers en door het station

Купейное нижнее место / Заблаговременно взял.
Dat hij op tijd zijn plek inneemt / Tweede klas, onderste bank

Хочу, чтобы он был голодный / И чтобы хотелось пить,
Ik wil dat hij honger heeft / En wat wil drinken

Хочу, чтоб наивно рассчитывал / В дороге продуктов купить.
Ik wil dat hij naïef gedacht had / Dat hij onderweg wel etenswaar kon kopen

Хочу, чтоб курили в вагоне / И чтоб был закрыт туалет,
Ik wil dat er in de wagon gerookt wordt / En dat de toilet op slot zit

Чтоб белье постирали вроде – / А на самом же деле нет.
En dat het beddengoed min of meer gewassen is / Maar eigenlijk niet

И чтобы воняло куревом / Воняло на весь вагон,
En dat er een sigarettenwalm hangt / Hangt in heel de wagon

Чтоб Путин стоял у сортира / И ждал, что откроется он
En dat Poetin bij de plee staat / Te wachten tot ‘ie opengaat

И не было чтоб ресторана-вагона в поезде том,
En dat die trein geen restauratiewagon heeft

Чтоб Путин, узнав, удивился / И чтобы вдруг сел «айфон».
Dat Poetin dat ontdekt en verbaasd is / En dat zijn iPhone het plots niet meer doet

Хочу, чтобы было душно / И окна закрыты в купе.
Ik wil dat het benauwd is / En de ramen van de coupé dicht zitten

Чтоб Путину было грустно / Ехать в таком дерьме.
Dat Poetin er triest van wordt / Te reizen in zo’n teringzooi 

Хочу чтобы за окном поезда / Были косые дома,
Ik wil dat buiten het treinraam / Scheve huizen staan

Стояли подростки с пивом / Мелькнула разок тюрьма,
Dat er tieners staan met bier / Dat er even een gevangenis voorbijkomt

На станциях – нефть в цистернах… / Чтоб, скрючившись, словно дед,
Путин мечтал о продуктах / Которых в продаже нет.

Dat op de stations tankwagons staan met olie ... / En dat Poetin, krom als een oude man,
Droomt van etenswaren / Die er niet te koop zijn

Чтоб предлагали цыгане / Купить по-дешевке планшет.
Dat zigeuners hem / Een goedkope tas willen aansmeren

Чтобы хотелось к Якунину / На дачу, которой нет.
Dat hij naar Jakoenin wil / Naar de datsja die niet bestaat

Хочу, чтобы думал Путин / Что в поезде едет зря
Ik wil dat Poetin zou denken / Dat hij niet met de trein had moeten gaan

Что лучше бы вместо этого / С друзьями поел глухаря.
Dat hij beter met vrienden / Auerhoen had kunnen gaan eten

Хочу чтобы дрались по-пьяни / В четвертом купе дембеля,
Dat er een dronkemansgevecht uitbreekt / In coupé vier van een afgezwaaide soldaat

И чтоб ожидал Володя / Помощи от проводника.
En dat Volodja hulp verwacht / Van de conducteur

Хочу, чтобы ждал, волнуясь / Когда же придут менты,
Ik wil dat hij zenuwachtig zit te wachten / Of de smerissen eindelijk komen

Хочу, чтобы не дождался / Хочу, чтоб хотел он воды,
Ik wil dat hij tevergeefs heeft zitten wachten / Dat hij water wil drinken

Хочу, чтобы двери хлопали / Скрипело чтоб сильно в купе
Ik wil dat er de deuren steeds dichtslaan / Dat alles kraakt in zijn coupé

Хочу, чтобы плохо спалось ему / Потел чтобы путин во сне
Ik wil dat hij slecht slaapt / Dat Poetin moet zweten in z’n slaap

Чтобы приснился внезапно / Начальник железных дорог
Dat hij plots in zijn dromen / De baas van de spoorwegen ziet

Чтоб кто-то пытался уволить его / И чтобы в итоге не смог.
Dat iemand die probeerde te ontslaan / Maar dat hem dat uiteindelijk niet lukte

Начальник ЖД, улыбаясь / Во сне чтобы Путину пел
Dat de baas van de spoorwegen / Poetin in zijn dromen glimlachend toezingt

О том, как усердно работал / И как все невзгоды терпел.
Over hoe hard hij wel werkt / En over alle tegenslag die hij heeft

Но кто добивался отставки? / Кто же вмешался вдруг?
Maar wie wilde zijn ontslag? / Wie bemoeide zich er plotseling mee?

Может быть, это хакеры? / А может быть, близкий друг?
Waren het misschien hackers? / Of misschien een naaste vriend?

А может быть, это Америка / Сирийский припомнив вопрос?
Of was het misschien Amerika? / Dat ons de Syrische kwestie weer inprentte?

А может быть, «Почта России»? / Упоротый «единорос»?
Of misschien ‘PTT Rusland’? / Een geflipte ‘Jedinoros’?

А может, какой-то министр / Пытался поуправлять?
Of probeerde ergens een minister / De boel even te sturen?

В общем, чтоб эта история мутная / Мешала Путину спать
Kortom, dat heel die duistere geschiedenis / Poetin uit zijn slaap houdt

Хочу чтобы утром включилось / Как бы само собой
Радио страшных песен  / И чтоб вновь продолжился бой.

Ik wil dat ’s ochtends de Radio van / verschrikkelijke liedjes
Als vanzelf weer aangaat / En dat het gevecht weer verdergaat 

Хочу, чтоб хотел по большому / Чтобы хотел – и не мог
Ik wil dat hij een grote boodschap moet / Moet – maar niet kan

Потому что в сортире открыто / Но кто-то сломал замок.
Omdat de plee open is / Maar dat iemand het slot heeft gemold

Хочу, чтоб считал минуты / Когда же приедет уже
Нефирменный поезд на станцию.

Ik wil dat hij de minuten aftelt / Tot de economy-class-trein
Nou eindelijk eens aankomt op het station

Хочу чтобы внеглеже / Ходил по вагону ребенок
Вдыхая вонючий смрад / Ходил чтоб и всем улыбался,
И был даже Путину рад

Ik wil dat door de wagon / een kind in een pyjamaatje loopt
De stinkende walmen inademt / En naar iedereen lacht
En zelfs blij is met Poetin

Хочу, чтобы ехал Путин / В поезде том по стране.
Ik wil dat Poetin met die trein / Door het land reist

Хочу чтобы думал Путин / В каком он едет говне.
Ik wil dat Poetin nadenkt / Over de strontzooi waar hij doorheen rijdt