schilderkunst

Aleksandr Borisov - schilder boven de poolcirkel. Deel 1: de ijsbreker Krasin.

--------------------

Foto: Vitold Moeratov

Het moest er maar eens van komen: een bezoek aan de ijsbreker Krasin, al jaren aangemeerd aan de Neva-kade in Sint-Petersburg. Er was elk uur een rondleiding en je deed er verstandig aan, zo had ik gelezen op de site, om je een kwartiertje voor aanvang te melden. Aan boord, bij de kassa, deed ik mijn ‘Ik-zie-er-misschien-wel-uit-als-een-buitenlander-maar-ben-gewoon-een-Rus-hoor-act’. In mijn beste Russisch vroeg ik om een kaartje. De bedoeling is dan dat ik word aangezien voor een Rus en het gewone tarief betaal. Maar dit keer had ik geen succes. “Bent u Russisch staatsburger?”, vroeg de dame van de kassa met een lichte frons. Dat moest ik ontkennen, waarop zij mij onverbiddelijk het speciale, honderd roebel hogere buitenlandertarief in rekening bracht.

Na mij kocht een man een kaartje die dezelfde vraag kreeg: of hij Russisch staatsburger was. “Wilt u mijn papieren soms zien?”, vroeg hij licht gepikeerd. De dame ging in de verdediging: “Deze man die voor u was, spreekt ook accentloos Russisch en die is toch geen Rus!” Dat compliment stak ik, samen met mijn kaartje, toch maar even mooi in mijn zak.


Ik had trouwens best wat later kunnen komen. Behalve die echte Rus zat er bij de kassa alleen nog een verliefd paartje op een bankje. Die hadden zo veel aandacht voor elkaar, dat ik me afvroeg of ze misschien gewoon toevallig dat bankje hadden gevonden en verder helemaal niet op de hoogte waren van wat voor rondleiding dan ook. Maar toen we door de kassadame het dek op werden gedirigeerd, gingen ook zij mee.

Nauwelijks stonden we op het dek, of daar kwam een streng ogende dame in een mooie, rode ijsbreker-Krasin-bodywarmer op ons af.

Ik dacht: met haar ga ik geen grapjes maken. Ik kreeg er niet eens de kans toe. Ze had slechts de functie van een administratieve tussenschakel en droeg ons meteen over aan een collega die de rondleiding ging verzorgen.


Even later vlogen de Nederlandse woorden (trap, trjoem, kajoet) me om de oren. Gedreven door taalkundig patriottisme wilde ik als een echte wijsneus iets opmerken over de herkomst van die maritieme termen (dat ik buitenlander was hoefde ik niet meer te verbergen), toen er een woord voorbijkwam dat ik niet verstond. Komins? Konings? Komings? Het ging over de hoge, glimmende drempel van een deur. De gids vertelde dat je daar, volgens de scheepvaart-etiquette, netjes overheen hoort te stappen. Dat deden we, toen er achter me nog twee verlate deelneemsters aan de rondleiding kwamen aangesneld. Ik wees ze op de drempel en zei: “Daar mag u niet op stappen, u moet er netjes overheen!” De twee hielden zich keurig aan de etiquette en gingen met ons mee het binnenste van het schip in.         

De deur met de hoge drempel

De deur met de hoge drempel

Terwijl we de vertrekken van de kapitein bewonderden (mooie meubels!), vroeg ik aan onze gids of het klopte dat er aan boord een tentoonstelling te zien was van de schilder Aleksandr Borisov. Want dáárvoor had ik me aan boord van de Krasin begeven – die hele ijsbreker interesseerde me verder weinig. Het klopte, van die tentoonstelling, maar die ging wel om 17.00 uur dicht. Het was inmiddels 16.20 uur … Na afloop van de rondleiding, zei de gids, zou ik nog tijd genoeg hebben. Dat betwijfelde ik, want hoe lang ging die nog duren, met dat verliefde stel dat op elke plek twintig foto’s van elkaar maakte? Maar zo waar, om 16.35 uur stonden we weer op het dek en ging een mevrouw - ook in zo’n rode Krasin-bodywarmer - me voor naar een kleine tentoonstellingsruimte. Omzichtig stapte ik over de coamings (zo schrijf je dat – komt uit het Engels) heen. Ik had mijn hoofddoel van die dag bereikt.


Met het werk van Aleksandr Borisov (1866-1934) had ik een paar dagen eerder kennisgemaakt in Archangelsk. Wat een verrassing was dat geweest! Archangelsk ligt er begin mei (kale bomen, natte sneeuw) niet op z’n voordeligst bij en plots stond ik daar in sfeervolle, mooi vormgegeven zalen tegenover prachtige schilderijen. Vreemd, dat ik nog nooit van Borisov had gehoord.

Meer over hem in deel 2.   

Aleksandr Borisov - Poolnacht in het voorjaar (1987)

Nicolaas II in Parijs, of: waar zijn de panorama’s van Pjasetski gebleven? - 3

--------------------


Ik geef me over, ik houd ermee op, met mijn pogingen om enige helderheid te krijgen in het oeuvre van de schilderende arts Pavel Pjasetski. Wat zo mooi begon op dit blog, met een verhaal over het indrukwekkende panorama van de Transsiberische Spoorlijn, waarmee Pjasetski alom lof oogstte op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs, is uitgelopen op een zoektocht waar ik bijna slecht van ben gaan slapen.

Want hoeveel panorama’s heeft Pavel nou gemaakt? En welke zijn er bewaard gebleven?? En waar zijn die dan??? Ik beperk me even tot de laatste bron van ergernis. In mijn vorige stukje (deel 2) meldde ik dat onze arts/schilder volgens Wikipedia negen omvangrijke panorama’s heeft gemaakt. En ik voegde er aan toe, bij wijze van grapje, dat het me gezien de eerder vastgestelde slordigheden bij Wikipedia niet zou verbazen als Pjasetski er in werkelijkheid maar zes, of misschien juist wel twintig zou hebben gemaakt. En wat lees ik nu in een korte biografische schets? Let op: “Pavel Jakovlevitsj Pjasetski werd in 1843 geboren Orjol. Hij was veelzijdig en getalenteerd, hij is de geschiedenis ingegaan als dokter, geograaf, etnograaf, reiziger, kunstenaar, auteur van twintig beroemde panorama’s …”

Ik ga afronden.

Wat u nog van me tegoed hebt, is een kort overzichtje van wat mijn zoektocht heeft opgeleverd betreffende panorama 5 tot en met 9. (De cijfers refereren aan het lijstje van Wikipedia, panorama 1 tot en met 4 besprak ik in deel 2.)

Panorama 5,  Moskou in de dagen van de heilige kroning van 1896 (94 meter):

Een magere oogst, slechts één losse afbeelding (boven aan dit stukje) en de vier taferelen te samen hier links in één file. Maar mogelijk vinden we hier wel de oorzaak – of één van de oorzaken – van alle onduidelijkheid. De site waar ik deze afbeeldingen vond, geeft als bijschrift: “Panorama’s van Moskou in de dagen van de kroning van keizer Nicolaas II.” Zou het kunnen zijn dat deze enkelvoudige panorama’s nooit zijn samengevoegd tot een afrolbaar panorama? Zoals dat wel is gebeurd met bijvoorbeeld het bewaard gebleven panorama van de Transsiberische Spoorlijn? En zou veel van de onduidelijkheid dan simpelweg terug te voeren zijn op een onhandig, of in elk geval: verschillend gebruik van het woordje panorama? Daar staat dan weer tegenover dat Wikipedia in het geval van dit kroningspanorama (nummer 6) expliciet de lengte vermeld. Maar ja, dat is dus Wikipedia … Hoe dan ook, de eventuele verblijfplaats van dit panorama is mij niet bekend.  


Panorama 6,  Het verblijf van Hunne Keizerlijke Hoogheden in Frankrijk (156 meter):

Dit betreft de reis van Nicolaas II en zijn echtgenote Alexandra naar Frankrijk in 1896. Het panorama bestaat nog. Het verhuisde in de jaren zestig van de Hermitage naar het Historisch Museum van Pskov. Waarom naar Pskov? Ik weet het niet. Het is in een te slechte staat om ten toon gesteld te worden. Ik vond een paar afbeeldingen, hier eentje in combinatie met een foto van, neem ik aan, ongeveer hetzelfde moment. (Het lijk erop dat Pjasetski een flink deel van de bebouwing heeft weggelaten.)    


Panorama 7.  Het tweede bezoek van Hunne Keizerlijke Hoogheden aan Frankrijk

Daar zijn in elk geval aardig wat afbeeldingen van bewaard gebleven, maar het lot van panorama als geheel is me niet bekend. Drie afbeeldingen liet ik al zien in deel 3, hier nog een paar:

Onderweg van Duinkerke naar Compiègne

Onderweg van Duinkerke naar Compiègne

Compiègne

Compiègne

Reims

Reims

Panorama 8.  De plechtigheden ter ere van de overwinning bij Sjipka.
Niks van gevonden. Verblijfplaats mij onbekend.

Panorama 9.  Herinneringen aan de Turkse oorlog.
Niks van gevonden. Verblijfplaats mij onbekend.

-------------------

Ondanks – of misschien wel dankzij – de vele onduidelijkheden is Pjasetski met zijn talloze panorama’s (en vergeet u ook zijn ideeën over de heilzame werking van kefir niet) natuurlijk een prachtig onderwerp voor een scriptie of een boek. Mocht dit u inderdaad aanspreken en inspireren, laat u even weten wanneer u het dan af hebt? Ik ben benieuwd naar het resultaat..

Nicolaas II in Parijs, of: waar zijn de panorama’s van Pjasetski gebleven? - 2

-----------------

Onderdeel van Pjasetski's Panorama van Perzië

Onderdeel van Pjasetski's Panorama van Perzië


Er heerst nogal wat verwarring – bij mij tenminste –  over de panorama’s van Pjasetski. Hoeveel heeft hij er gemaakt? En hoeveel zijn er nog over? En waar zijn die dan? (Zie ook deel 1.)

Pavel Pjasetski was arts en schilder. Of hij een kundige arts was, weet ik niet – schilderen ging hem in elk geval goed af. Zijn specialiteit was: panorama’s. Dat was een niet ongewone kunstvorm in zijn tijd (men denke aan het Panorama van Mesdag), waarmee men het publiek kon boeien en verbazen. Je had twee soorten panorama’s: bij het ene liep het publiek langs de afbeelding (Mesdag), bij het andere trok het panorama aan het publiek voorbij. Het doek zat opgerold op spoelen, die werden afgerold in een soort kijkkast. In beide gevallen hadden de doeken gigantische afmetingen. Bij de bewegende panorama’s ging het dan vooral om de lengte, de kijkkasten zelf waren niet bijzonder lang of hoog.

Beperk ik me even tot de panorama’s van Pjasetski. Volgens Wikipedia maakte hij er negen:

1.  Van het midden van China tot West-Siberië (72 meter)
2.  Panorama van de Trans-Kaspische Spoorlijn (120 meter)
3.  Panorama van Perzië (59,6 meter)
4.  De Grote Siberische Spoorlijn (914 meter)
5.  Moskou in de dagen van de heilige kroning van 1896 (94 meter)
6.  Het verblijf van Hunne Keizerlijke Hoogheden in Frankrijk (156 meter)
7.  Het tweede bezoek van Hunne Keizerlijke Hoogheden aan Frankrijk
8.  De plechtigheden ter ere van de overwinning bij Shipka.
9.  Herinneringen aan de Turkse oorlog.

Bij de laatste drie staat de lengte niet vermeld. Bij nummer 3 staat dat dit panorama getoond werd op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs, wat me onwaarschijnlijk lijkt. Nummer 4 werd daar in elk geval wel vertoond (ik schreef er een apart verhaal over), en dat Pjasetski met twee panorama’s in Parijs aanwezig was, ik geloof er niks van. Ik ben er bij mijn bescheiden onderzoekje voor dat aparte verhaal ook niets over tegengekomen. (In dat vehaal schreef ik al dat Wikipedia ook een zootje maakt van de beschrijving van dat ene panorama.)

Weinig vertrouwenwekkend dus, dat Wikipedia. Het zou me niets verbazen als er nooit meer dan zes panorama’s van Pjasetski zijn geweest. Of dat hij er in werkelijkheid wel twintig heeft gemaakt.

Hier (en in het aanstaande deel 3) een overzichtje van wat mijn bescheiden onderzoekje heeft opgeleverd:

Panorama 1 (van bovenstaand Wiki-lijstje):

- Wat heb ik hiervan gevonden? Deze ene afbeelding, vergezeld van de opmerking dat Pjasetski tijdens zijn reis door China ‘schetsen maakte voor een aquarel-panorama’. Maar is dat panorama er ook werkelijk gekomen? En zo ja, waar is het gebleven? (Wikipedia vermeldt specifiek de lengte, 72 meter, wat duidt op een voltooid werk - maar dat is dus Wikipedia ...)

 

Panorama 2:

- Hiervan vond ik deze ene afbeelding uit 1895, waarop Pjasetski volgens het onderschrift in Sint-Petersburg zijn panorama vertoont van de Trans-Kaspische spoorlijn. Dát panorama heeft dus zeker bestaan, maar waar het is gebleven?


Panorama 3:

- Hoera! Dit panorama heeft niet alleen bestaan, het is ook bewaard gebleven en we weten waar het zich bevindt. In de Hermitage in Sint-Petersburg, waar het in 2015 te zien was tijdens de tentoonstelling Cultuur en kunst van Iran.

Pjasetski's Panorama van Perzië in de Hermitage

Pjasetski's Panorama van Perzië in de Hermitage

Te oordelen naar de afbeeldingen die ik ervan heb gezien (eentje prijkt boven aan dit artikel) is dit panorama van Perzië zeker niet minder geslaagd dan dat van de Transsiberische Spoorlijn, maar ik ga het er verder niet over hebben. Ik schrijf over Rusland, niet over Perzië. 


Panorama 4:

Het panorama over de Transsiberische Spoorlijn kwam, zoals ik al zei, al eerder uitgebreid aan de orde in een apart verhaal. Hieronder als extraatje een kort filmpje over Pjasetski's bekendste werk: 


Wat panorama 5 betreft, over de kroning van Nicolaas II, nog een heugelijke mededeling: eerder schreef ik dat ik daar niks van had kunnen vinden, maar inmiddels heb ik toch een paar afbeeldingen boven water gekregen. Daarover meer in mijn volgende stukje (deel 3). Daarin gaan we onder meer naar Pskov.

Wordt vervolgd.

Nicolaas II in Parijs, of: waar zijn de panorama’s van Pjasetski gebleven? - 1

-------------------

Er is wat meer tijd verstreken dan gebruikelijk sinds mijn vorige stukje hier. Dat komt: ik was met een onderzoekje bezig. De uitkomst? Kleurrijk, maar ook licht teleurstellend.

Wie dit weblog regelmatig leest, zal zich misschien de naam Pjasetski herinneren. Pavel Pjasetski. Hij was de maker van het grote, 914 meter lange panorama waarmee de bezoekers van de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs een indruk kregen van de Transsiberische Spoorlijn. Pjasetski, zo had ik gelezen, had ook een panorama op zijn naam staan gewijd aan de kroning van tsaar Nicolaas II in 1896. Dát wilde ik weleens zien.   

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ik heb er niets van kunnen vinden, geen enkele afbeelding …

Er waren wel degelijk aquarellen van Pjasetski met afbeeldingen van Nicolaas II, zo ontdekte ik al snel, maar die maakten deel uit van een heel ander panorama. Dát panorama was gewijd aan het korte verblijf van de tsaar in Parijs in 1896 – dacht ik. Vooruit, besloot ik, dan schrijf ik daar maar een stukje over. De afbeeldingen die ik tegenkwam, waren immers best de moeite waard. Kijk maar:

Het koninklijke jacht Sjtandart arriveert te Duinkerke, zo stond erbij vermeld. Het leek me leuk om eens te kijken hoe de tsaar zelf die aankomst had ervaren en ik pakte zijn dagboek uit de kast. Ik bladerde naar 5-9 oktober 1896, de data van zijn Parijse verblijf, en vond … niks. Had Nicolaas dan net die paar dagen niets geschreven? Jazeker wel, hij was met zijn beminde Alexandra wezen wandelen in de Mathildenhöh-tuin. In Wiesbaden. Ik bladerde een paar dagen terug, en daar hadden ze de opera Hensel und Gretel bezocht. In Darmstadt.

Ik kwam akelig dicht in de buurt van mijn irritatiegrens, totdat ik – dom, dom, dom - plots besefte dat de bolsjewieken in 1918 de Russische kalender hadden aangepast, dat ik de data (5-9 oktober) in een Engelse bron had gevonden en dat tsaar Nicolaas, zich van nog geen nieuwlichterij bewust, in zijn dagboek gewoon de hem vertrouwde kalender had gevolgd. Om zijn aankomst met de Sjtandart in Duinkerke te vinden, moest ik gewoon nog wat verder terug in zijn dagboek.

En jawel hoor, op 22 september 1896 maken Nicolaas en Alexandra de oversteek vanuit Portsmouth naar Frankrijk. Op de Sjtandart? Nee, op de Poolster. En arriveren zij te Duinkerke? Nee, te Cherbourg. Dat is ook Frankrijk, maar het scheelt toch een paar zeemijlen.

Nu wordt er vaak getwijfeld aan de verstandelijke vermogens van Nicolaas II, maar dat hij zich in zijn dagboek vergist in de naam van zijn boot én in de Franse stad waar hij arriveerde, dat geloofde ik niet. Ik begon te twijfelen aan Pjasetski … Hij was behalve schilder ook arts en had ik niet ergens gelezen dat hij heilig geloofde in de helende werking van kefir? Had híj zich dan vergist? Of was de route van de tsaar plots veranderd, nadát Pjasetski al aan zijn panorama was begonnen, en had hij gedacht: bekijk het maar, bij mij gaat Nicolaas nog gewoon naar Duinkerke? In elk geval staat ‘Dunqerke’ duidelijk vermeld op de zuilen op onderstaand aquarel van Pjasetski, dat uit dezelfde reeks komt als de bovenstaande afbeelding met de Sjtandart in de haven van Sherbourg …

Laat ik meteen Pjasetski van alle blaam zuiveren. Nicolaas en Alexandra reisden twee keer naar Parijs, in 1896 en in 1901. Die kennis had ik even niet paraat en vandaar de verwarring. Overigens inspireerden beide reizen Pjasetski tot een panorama. Wat er van beide werken (en van Pjsasetsksi’s andere panorama’s) nog rest – daarover de volgende keer meer.

Hier deel 2.

De ideale binnenplaats van Igor Popov - 2

---------------------

U had van mij nog tegoed een nadere bespreking van het schilderij Onze binnenplaats van Igor Popov, uit 1964. (Zie deel 1). Uitgebreid ga ik dat niet doen, ik wijs bij de uitvergrotingen hieronder op een paar dingen die me, als relatieve buitenstaander, opvallen.

Rechts van de grijze auto gaat een bruidspaar naar binnen. Een paar meter achter hen wordt een vrachtwagen met huisraad uitgeladen; een verhuizing, waarbij ik me voorstel dat een jong gezin de kommoenalka achter zich heeft gelaten en voor het eerst een eigen flatje krijgt. Minder goed te zien is het tafereel achter de kale boom. Gezien het soort busje dat daar staat, denk ik dat daar een groepje mensen zich opmaakt voor een tocht naar het kerkhof. De kist met de overledene zal zich daar ergens in dat groepje bevinden of moet nog naar buiten worden gedragen.

Deze combinatie van taferelen is karakteristiek voor het schilderij. Popov heeft allerlei gebeurtenissen afgebeeld die elk voor zich reëel zijn, maar die het gehele beeld iets irreëels geven doordat hij ze tegelijkertijd laat plaatsvinden. Let bijvoorbeeld ook op de drie scholieren die rechtsboven de binnenplaats op komen lopen. Die lijken mij rechtstreeks uit school te komen, terwijl hun leeftijdgenootjes vrolijk aan het spelen zijn. (Al zou dit ook verklaard kunnen worden door de verschillende lestijden die gangbaar waren.) Mooi vind ik verder de moeder-met-kinderwagen links op het bankje. Die zit rustig te lezen, wat ik een Nederlandse moeder niet zo snel zie doen in de sneeuw.

Een gebakerde baby. Op zich niets bijzonders, maar ik kwam dat beeld tegen op meerdere schilderijen van Popov. Op Onze binnenplaats zelfs twee keer, ook rechts van de kale boom. Waar, zie ik nu (iets naar rechts), ook nog iemand wasgoed staat op te hangen. De mannen hieronder spelen een potje domino. Geen fles te zien, maar het zou me niet verbazen als er toch af en toe een glaasje rondgaat.      


Verder is dit natuurlijk vooral een schilderij voor Russen die zo’n binnenplaats zelf nog hebben meegemaakt. Die zien er ongetwijfeld veel meer op dan ik. Op internet roept het in elk geval een golf van nostalgische reacties op, met als grootste gemene deler (niet verrassend) dat ‘vroeger alles beter was’. Op een site van de Russisch-Orthodoxe kerk wijdt een geestelijke een lang artikel aan het schilderij. Hij ziet er een wereld in van oprechte eenheid, die verloren is gegaan door de ontwrichtingen van de jaren negentig en de opkomst van de moderne technologie, met name het internet. Dat wereldwijde net, aldus de geestelijke, biedt een platform aan mensen die een nieuw soort eenheid trachten te smeden, gebaseerd op kwaadaardigheid en agressie. Die nieuwe, vijandige krachten hebben Rusland overspoeld sinds de grenzen zijn opengegaan. Maar gelukkig, en dat is te danken aan de Kerk, zien we de laatste jaren een wedergeboorte van “een geestelijke en morele saamhorigheid en eensgezindheid, met als basis de liefde voor het Vaderland, voor Rusland […].” Steeds meer mensen, aldus nog steeds de geestelijke, hebben genoeg van de “complete tolerantie” (вседозволенность), en komen in verzet tegen de krachten die Rusland vreemd zijn, “omdat ze begrijpen dat wij een bijzondere basis hebben voor een eigen eenheid.”

Waarna ik me zou kunnen verliezen in tegenwerpingen over die “complete tolerantie”, me boos zou kunnen maken over dat niet uit te roeien Russische waanidee dat die “complete tolerantie” de basis vormt van een Westerse samenleving als de Nederlandse. Maar dat doe ik niet. Ik kijk liever nog even naar die aardige binnenplaats op het schilderij van Igor Popov.

De ideale binnenplaats van Igor Popov - 1

---------------


Het eerste waar bovenstaand schilderij mij aan deed denken, waren die overvolle legpuzzels van Jan van Haasteren; tekeningen van drukke straten en pleinen waarop van alles gebeurt, waar je lang naar kan kijken en dan steeds iets nieuws ontdekt. De titel van het schilderij is Onze binnenplaats, het is van Igor Aleksandrovitjs Popov en stamt uit 1964. Popov (1927-1999) woonde een groot deel van zijn leven in Moskou en ik neem aan dat de binnenplaats in kwestie zich daar ook bevond.

De schilder Popov kende ik niet. Ik vermoedde te maken te hebben met een kunstenaar die vooral (of in elk geval: ook) als illustrator werkzaam was geweest. Dat had ik helemaal mis, al duurde het even voordat ik daar zeker van was. Een bescheiden zoektocht bracht me aanvankelijk vooral in verwarring. Zo stuitte ik op onderstaande werken, gemaakt in dezelfde periode als Onze binnenplaats, ook van Igor Popov. Maar was dat wel dezelfde Igor Popov?

Igor Popov - Vissers uit Galitsj. (1969)

Igor Popov - Chomoetovaja voor het werk. (1966) [Chomoetovaja=vissershut?] 

Igor Popov - Hoogwater (1966)

Je hoeft geen geoefend oog te hebben om te zien dat deze drie schilderijen qua sfeer en ‘diepte’ sterk afwijken van het vrolijke Onze binnenplaats. Ze doen in elk geval niet denken aan de puzzels van Jan van Haasteren. De ‘sombere Popov’ deed zijn inspiratie op in de provincies Komi en Kostroma. Lagen hier werken van twee verschillende personen voor? Of had een en dezelfde Igor Popov gewoon af en toe behoefte om ook eens wat luchtigers op het doek te zetten? Om even uit te rusten van al die donkere kleuren?

Of dat laatste het geval was, weet ik niet. In elk geval kwam ik al snel nog een paar schilderijen tegen waar ook de naam Igor Popov onder stond, ook gemaakt ver buiten de grote stad, maar die een stuk dichter in de buurt komen van Onze binnenplaats.           

Igor Popov - Groot zonnig dorp in de sneeuw. (1968)

Igor Popov - Avond voor de feestdag. Bolsjaja Pyssa. (1967)

Igor Popov

Is Groot zonnig dorp in de sneeuw al een opgewekt schilderij (zien we daar een poezekopje op de baal hooi in het midden?), Avond voor de feestdag is dat helemaal. Ook hier zien we, net als op Onze binnenplaats, luchtige tafereeltjes, al zijn die veel minder talrijk en zorgen ook de houten huizen bovenin toch ook nog voor een wat sombere achtergrond. Het miniatuur-vrouwtje midden-links houdt een in een rood doek gewikkeld kind in haar armen, een terugkerend beeld in het werk van Popov. Eén en dezelfde Popov, want zo veel was me nu wel duidelijk: figuurlijk kan je misschien wel spreken van twee verschillende schilders, maar alles hierboven is het werk van één persoon.          

Waarna we overgaan tot de bespreking van Onze binnenplaats (met onder meer een bijdrage van de Russisch-Orthodoxe kerk) - maar dat gebeurt in deel 2. (Vanwege een verblijf van mij  elders, moet u daar misschien wat langer op wachten dan gebruikelijk.)

Deel 2.

Drie blote meisjes en een stoomlocomotief

--------------

Stel, je bent treinfanaat en je blik valt op bovenstaand schilderij van Aleksandr Denejka. Waar kijk je dan naar? Precies, naar dat treintje op de achtergrond. En ben je met meerdere treinfanaten bijeen, dan kan er een geanimeerd gesprek op gang komen – over dat treintje op de achtergrond.

De Russische blogger (en treinfanaat) Periskop, bij wie ik het schilderij aantrof, schrijft: “Als we even abstraheren van de objecten op de voorgrond, dan zien we een heel interessante locomotief in de verte.” Er zit namelijk, legt hij uit, een kolenwagen aan vast, terwijl zulke boemeltreintjes doorgaans zónder reden. De kolenwagen vormt ook nog eens één geheel met de locomotief, hij hangt er niet achter met een ketting of zo. En omdat er onder die kolenwagen bovendien vier assen zitten, is alle twijfel bij Periskop weg; de locomotief die we zo nadrukkelijk in beeld zien, is niets minder dan een modificatie van het type Eoe (Эу). 

Periskop snijdt hier een voor treinliefhebbers kennelijk nogal controversieel onderwerp aan. Zijn oordeel wordt in elk geval ernstig in twijfel getrokken door andere liefhebbers van mooie treinen, die er lustig op los reageren en elkaar daarbij met allerlei afbeeldingen (van locomotieven) om de oren slaan, zonder – treinliefhebbers onder elkaar, tenslotte – onbeleefd te worden.

Ik ga die discussie hier niet in detail weergeven, ik beperk me tot enkele opmerkingen met af en toe een verrassende wending. Er komen ook nog twee andere schilderijen voorbij – eentje met en eentje zonder trein, maar beide met bloot. Ik heb een en ander iets gehergroepeerd, omdat er anders helemáál geen touw aan vast te knopen valt.

- Een zogeheten tanklocomotief.
- Nee, op het schilderij heeft de kolenwagen een vaste verbinding, die vormt één geheel met het machinistenhokje. Bij een tanklocomotief is dat anders.
- Hoe gaat ‘ie dan de bocht door? Hier heb ik nog nooit van gehoord.
- Kijk maar naar de Eoe 684-37

- Ik zie het niet. Bij de klassieke serie E tot Er liep het dak van het hokje door over kolenwagenhokje. Dat was bij allemaal zo.
- Nee. Bij de Esjaka was de wielformule 0-5-0, op het schilderij is het duidelijk 1-1-0.  En in plaats van drie stolpen is er maar eentje te zien, vaag. De stoomdom is helemaal verdwenen.
-  Een schilder is niet verplicht om alles tot in de kleinste details uit te werken. De omtrek en uiterlijke kenmerken zijn aanwezig.

- Schoren dames in 1941 al echt hun geslachtsdelen?

- De locomotief bij Denejka is veel hoger dan de E, de schoorsteen is twee keer zo laag, het silhouet is anders en lijkt heel erg op een Mallet.
- Volgens mij heeft het schilderij net zoveel te maken met een Eoe als een vlek van de rorschachtest met wat een patiënt zegt.

- Dejneka heeft ook nog een schilderij ‘Jongens die uit het water rennen.’ Met een brug, maar zonder trein. Jammer.

Jongens rennen het water uit - 1930-1935


- En hier rijdt een andere locomotief het schilderij binnen!

Donbass, lunchpauze - 1935 


- Het was oorlog en hij was meisjes aan het schilderen.
- De oorlog was toen nog niet begonnen.

- Zeggen dat je moet abstraheren van zulke prachtige objecten vanwege wat lijntjes op de achtergrond, die elke middelste groep van de kleuterschool in iedere gewenste hoeveelheid voor je tekent.