schilderkunst

Hoe met de Franse Opéra en een kilometer aan aquarellen de Transsiberische Spoorlijn werd gepromoot - 2

---------------

Op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs waren maar liefst twee panorama’s te zien waarmee Rusland de Transsiberische Spoorlijn onder de aanbracht bracht. Voor de ontwikkeling van Siberië waren buitenlandse investeerders nodig en de tot de verbeelding sprekende spoorlijn (in 1900 nog niet voltooid) was een uitstekend uithangbord. Beide panorama’s waren ondergebracht in het Pavillion de l’Asie russe et de la Sibérie.

De bezoekers van het paviljoen konden plaatsnemen in een wagon, waarna voor de ramen met behulp van schuivende panelen de illusie werd gewekt van een voorbij glijdend Siberisch landschap. (Zie deel 1.) De beschilderde panelen zullen artistiek van weinig waarde zijn geweest, al valt dat niet meer met zekerheid te zeggen; ze zijn niet bewaard gebleven. Artistiek interessanter was in elk geval het tweede panorama, dat bijna een kilometer aan aquarellen besloeg, en dat wel bewaard is gebleven. Het bevindt zich in de Hermitage in Sint-Petersburg.

De aquarellen, die enigszins naïef aandoen, zijn het werk van Pavel Pjasetki (1843-1919). Bij elkaar vormden ze met 940 meter het langste schilderij ter wereld. De bezoekers hoefden al die meters niet zelf af te leggen. Ze konden plaatsnemen voor een kist van een halve meter hoog en enkele meters lang. Daarin werden de aquarellen, verdeeld over acht rollen, voor het publiek afgedraaid.

Pjasetski toont hier een eerder panorama, dat van de Trans-Kaspische Spoorlijn.

Het complete panorama telde negen rollen en toonde landschappen, bruggen en steden vanaf de Wolga tot aan de Stille Oceaan. De laatste, negende rol, met het traject vanaf het Bajkalmeer tot aan Vladivostok, was ten tijde van de Wereldtentoonstelling in Parijs nog niet klaar. Het werk aan het panorama was namelijk niet helemaal gladjes verlopen. Pjasetski, behalve schilder ook arts, kreeg de opdracht voor de aquarellen van de directie van de Transsiberische Spoorlijn. Er ontstond een conflict over het honorarium, waarna tsaar Nicolaas II de betaling van Pjasetski voor zijn rekening nam. Vanaf 1894 was de kunstenaar op verschillende plekken getuige van de aanleg van de spoorlijn. Hij had een fiets bij zich om in de omgeving schetsen te kunnen maken. Later kreeg hij dankzij de bemoeienissen van de tsaar een eigen atelierrijtuig.

Pavel Pjasetski op de fiets

Brug over de Ob

Omsk

Spoorbrug bij Omsk in aanbouw

De aanleg van het spoor

Luxe wagon 'opengeklapt'. 

Kapel aan boord


Psjasetski had eer van zijn werk. Het panorama, dat hij in Parijs zelf bediende, werd door de jury van de Wereldtentoonstelling beloond met een gouden medaille. Zelf ontving hij de Légion d'Honneur. De aquarellen, die ook nog getoond werden op de Wereldtentoonstelling van 1904 in het Amerikaanse St.Louis, belandden uiteindelijk in de Hermitage in Sint-Petersburg. Daar werden ze begin deze eeuw gerestaureerd en in 2007, ter ere van het 170-jarige bestaan van de Russische spoorwegen, tentoongesteld in het Vitebsk Station. Het is bijzonder ergerlijk dat ik die tentoonstelling, ook nog eens in het mooiste station van Sint-Petersburg, compleet heb gemist.   

Medewerksters van de Hermitage met de negen rollen van Pjasetski's panorama

Hier deel 1.

Bronnen:

- Фритьоф Беньямин Шенк - Поезд в современность (Moskou, 2016), een vertaling van: Frithjof Benjamin Schenk -  Russlands Fahrt in die Moderne (2014).
- Arjan den Boer – Panorama Transsibérien (2014).

(Wie, enthousiast geworden door bovenstaand artikel, meer wil weten over de twee genoemde panorama's: kijk uit voor de informatie op Wikipedia. Beide worden daar op wonderbaarlijke wijze samengevoegd tot één geheel. De schilder Pjasetski wordt aangezien voor de maker van het door Wagons-Lits geleverde panorama en de 'passagiers' zien volgens Wikipedia vanuit de trein zíjn aquarellen voorbijkomen. Dat klopt niet.)  

Hoe Stalin verscheen aan de melkmeisjes in het veld

-------------------

Je kan je bij dit schilderij afvragen: waarom hebben die vrouwen op de voorgrond, tussen de koeien op de wei, een herenfiets aan de hand? - maar de centrale vraag is natuurlijk: wat doen Stalin en Vorosjilov daar? Het lijkt alsof beide heren achter de bossen zo maar plots, uit het niets, omhoog zijn gekomen, samen met een toren van het Kremlin. De twee melksters in het midden – de rest heeft nog niks in de gaten – staren naar de lucht en zijn duidelijk met stomheid geslagen.

We kennen de beide heren in deze pose natuurlijk van het schilderij ‘I.V. Stalin en K.Je. Vorosjilov in het Kremlin’ van hofschilder Aleksandr Gerasimov. Die schilderde het in 1938 naar aanleiding van het twintigjarig bestaan van het Rode Leger. (Het heette aanvankelijk ‘Op de bres voor de vrede’, maar toen enkele jaren later die vrede niet helemaal goed beschermd bleek, werd de titel aangepast.)  


Van het schilderij met de melksters bestaat ook een ‘normale’ versie. Of beter gezegd: bestond. Gerasimov schilderde het in 1959 en gaf het de titel Kolchozkudde – zie hieronder. Zonder Stalin en Vorosjilov op de achtergrond gaat je blik al helemaal naar die herenfietsen. Zijn die melksters er net mee aan komen rijden om weer een volle emmer af te leveren bij de melkbussen? Met die lange rokken? Over die hobbelige wei? Ik geloof er niks van. 


Gerasimov overleed in 1963. In 1991 verkocht zijn familie het schilderij Kolchozkudde aan een buitenlandse koper. Het wisselde een aantal keren van eigenaar om tenslotte weer in Rusland te belanden. Daar bleek bij technisch onderzoek dat onder het weidetafereel een oudere afbeelding schuilging. De eigenaar (ik weet niet wie dat is, evenmin hoeveel hij voor Kolchozkudde betaald heeft) liet de bovenste verflaag verwijderen. En daar kwamen Stalin en Vorosjilov tevoorschijn.

Gerasimov (met pijp) en leden van de Kunstacademie

Gerasimov had zijn Kolchozkudde in 1959 over een kleinere variant van‘Stalin en Vorosjilov’ heen geschilderd. Ongewild illustreerde hij daarmee de politiek omwenteling die zich had voltrokken. Zo’n afbeelding van Stalin (of het in dit geval nu een voorstudie was of een kopie voor de verkoop), daar kon je na de in 1956 in gang gezette destalinisatie niet meer mee aankomen – en Gerasimov al helemaal niet. Als eerste voorzitter van de Kunstacademie was hij ooit een invloedrijk man, maar in 1959 was hij al volledig in ongenade geraakt.  

Vorig jaar werd in Moskou een tentoonstelling gehouden van het werk van Gerasimov. Daar waren Stalin, Vorosjilov en de melkmeisjes in weer een iets andere variant te zien. De nabestaanden van Gerasimov bleken een reep bewaard te hebben die de schilder ooit van het later overgeschilderde doek had afgesneden. Die werd er weer aan toegevoegd, er ging een nieuwe lijst omheen en zie …


Kolchozkudde werd, in zijn oorspronkelijke staat, in 2013 op een Londense veiling te koop aangeboden, met als richtprijs 80.000 – 120.000 pond. Het bleef onverkocht. Veilinggegevens van een latere datum ben ik niet tegengekomen. Zou het in de huidige staat meer waard zijn? Ik denk het wel.  

Wat dan nog rest is de vraag van die fietsen. Ach, het antwoord lijkt me uiteindelijk vrij simpel: die staan daar gewoon afgebeeld als bewijs van de toegenomen welvaart op het platteland. 

Witte lakens – één groot feest. Russische vrouwen op Sovjetschilderijen doen de was.

--------------------

De gang met wasgoed naar rivier, beek of meer was doorgaans een zware. Het klimaat in Rusland leent zich grote delen van het jaar nu eenmaal niet voor wassen in de buitenlucht. Blogger Kykolnik (ik neem regelmatig een kijkje bij haar) verzamelde op haar site schilderijen uit de Sovjetjaren met wastaferelen, maar, niet verrassend (het socialistisch-realisme was overwegend optimistisch van kleur) - op die doeken overheersen toch vooral licht en levensvreugd.

Neem bovenstaand schilderij. Geen weer om met gekromde rug je handen lang in ijskoud water te houden. Maar de vrouw links, zo te zien net klaar met de klus, lijkt haar goede humeur niet te hebben verloren. Ze geeft het tafereel een vrolijke draai (Kykolnik schrijft op haar blog dat ze schilder en titel van dit werk vergeten is op te schrijven en beide niet meer kan terugvinden.)  

De vrouw hieronder is meer dan vrolijk. Met een soort mitrailleurslint van wasknijpers om haar nek heeft ze de aanval op de lakens ingezet – een gevecht dat ze glansrijk gaat winnen. De opwaaiende zomerjurk en het profiel van bovenbeen en heup vormen een harmonisch geheel met al dat wapperende wit om haar heen. Ze staat met haar hoofd in de wolken. 

Maj Dantsig - Zonnige dag (1966)

De was gedaan in de Wolga, en dan op je blote voeten over een door de zon opgewarmde houten vlonder naar het zand of gras op de oever lopen… De ronde holte van het wasteiltje sluit bij nog precies om haar heup, bij de vrouwen achter haar al niet meer, denk ik. Het tapijt rechts, zou dat alleen uitgeklopt worden of ook gewassen? Bij de reacties op het blog van Kykolnik lees ik: “Mijn oma waste, blauwde (синила), stijfde en streek alles… Ik heb zelfs geen strijkijzer… En wat nou lakens – een wollen Moldavisch kleed van 3 bij 2 waste ze! Dat was droog al niet te tillen, laat staan nat!!! Ach, het kleed was van 1925, dikgeweven, met rozen. Ook verbonden met verdriet, begrijp ik nu. Het was geconfisceerd bij verbannen Roemenen, of die hadden het in de hongerjaren ‘46-’47 verkocht.” Het commentaar vermeldt niet of deze oma op het platteland woonde of in de stad.      

Aleksej Belych - Zomer aan de Wolga (1980-1988)

Boris Vaks - Doordeweekse lentedag (1977)

Sergej en Aleksej Tkatsjev - Op de vlonder (1957)

Een paar schilderijen in de collectie van Kykolnik vallen uit de toon. O ja, denk je dan, zo was het natuurlijk ook, of: zo was het toch vooral. Lijken veel wastaferelen onderdeel van één groot feest, bij het schilderij van Ptjotr Soelimenko (Bij het wak) vraag je je af: krijgt ze straks haar rug nog wel recht? “Доля ты! — русская долюшка женская! Вряд ли труднее сыскать”, zo citeert iemand op de site van Kykolnkik een gedicht van Nikolaj Nekrasov over het lot (“een zwaarder is nauwelijks te vinden”) van de Russische vrouw. 

Pjotr Soelimenko - Bij het wak (1973)

Helemáál los van de overige schilderijen staat dit trieste beeld:

Nikolaj Dormidontov - Leningrad tijdens het beleg (1943)

Hieronder nog een aantal schilderijen met wastaferelen, deels weer buiten op het land, maar ook een aantal binnenshuis, in de stad. Voor nog veel meer vrouwen aan de was: volg het linkje naar Kykolnik in de eerste alinea. 

De vrouw met de rode hoofddoek - een deel van het raadsel ontsluierd.

----------------------

Ze hangt al jaren bij mij aan de muur, met haar rode hoofddoek en haar blik die langs me heen gaat. Hoe ze heet, weet ik niet, maar ik weet sinds kort wel waar ze werkt. Of beter: wérkte, want ze is natuurlijk allang met pensioen, of, waarschijnlijker, overleden.

Ik kocht bovenstaand werk in 1995. Het lijkt een schets, op dun karton. Rechtsboven is een hoekje afgescheurd. Het is van de schilder Grigori Kravtsjenko (1930-2006). Vanwege de kwetsbaarheid zit het achter glas. Was de schets het voorwerk voor een schilderij? Ik heb aardig wat schilderijen van Kravtsjenko gezien, maar deze vrouw met rode hoofddoek ben ik verder niet meer tegengekomen. Wat ik ook niet weet, is uit welk jaar het werk dateert.     

Het hangt bij mij thuis op een vrij opvallende plaats. Niet iedereen is er enthousiast over. “Ik haat dat mens”, liet een goede vriendin met wortels in de USSR mij onlangs nog weten. Dat kan me mooi niks schelen. "Dat mens" intrigeert me. Wat zit er achter die licht vermoeide, in zichzelf gekeerde, misschien zelfs licht hautaine blik? Waar kijkt ze naar? Wat ziet ze, al dan niet in gedachten, voorbijkomen? Is het op haar werk? Dat lijkt me wel. Aan het einde van haar dienst, of juist aan het begin? Maar wat voor werk deed ze dan?

Dat laatste heb ik inmiddels ontdekt. Want ik kwam haar namelijk ook tegen op een heel ander schilderij, uit 1951, van Dmitri Minkov. Kijk, daar loopt ze, derde van links, een stevig stuk gereedschap op haar schouder, met verende tred op weg naar de mijnschacht. Het schilderij heet Угледобытчицы (Oeglodobytsjitsy) / Steenkolendelfsters:

D. Minkov - Steenkolendelfsters (1951)

Tussen beide schilderijen zitten wel een paar jaartjes. De vrouw bij mij aan de muur heeft inmiddels aardig wat kolen gedolven, haar tred zal niet meer zo verend zijn. Loopt ze nog steeds elke morgen met haar collega’s naar de mijnschacht? Heeft ze promotie gemaakt?  Heeft ze eindelijk een flatje gekregen van de mijn en hangen daar een paar mooie oorkondes aan de muur? Dan zou ze toch wel wat vrolijker mogen kijken. Heeft haar man, hoofd van de vakbondsafdeling op de mijn, haar net verlaten? Of is die alleen maar aan de drank? Ik weet het niet. Misschien kom ik de vrouw met de rode hoofddoek nog eens tegen op een ander schilderij en kan ik het raadsel van haar blik nog verder ontrafelen.
 

Bij mij thuis lijkt haar blik te rusten op een ander schilderij van Kravtsjenko dat hier aan de muur hangt. (Daarvan weet ik het jaartal wel, dat is uit 1966). Dat werk is ook al niet zo vrolijk; een studente heeft net te horen gekregen dat ze weer een laag cijfer heeft gehaald. Het heet: Weer een twee. Mijn oude docente Russisch – toevalligerwijs de moeder van bovengenoemde vriendin – reageerde nogal gevat, toen ze het schilderij zag en die titel hoorde: “Weer een twee? Weer een tweeling zeker.”

 

Minsk-Moskou: een muurschildering met prikkeldraad

--------------------

Afgelopen zomer kreeg Minsk een cadeautje van Moskou. Op de muren van twee flats verscheen een schildering van kunstenaar Artoer Kasjak die de vriendschap tussen de twee hoofdsteden moest verbeelden. Het jongetje met de rode pet stelt Minsk voor, het meisje met de zeepbellen Moskou. Voor erg veel ophef zorgde het allemaal niet. Omwonenden die naar hun oordeel werd gevraagd, vonden het wel een vrolijk tafereel, beter dan zo'n grijze muur.

Maar afgelopen zondag bleek toch dat niet iedereen zo te spreken was over het idyllische tafereel. Er was een nieuw element aan toegevoegd: de bloemenkrans op het hoofd van het meisje en het boeket in de handen van de jongen waren voorzien van prikkeldraad.

Het had niet veel moeite gekost, vertelt de niet bij naam genoemde graffiti-artiest in een kort interview. “De kraanlift heb ik gehuurd voor 80 roebel. Ik heb twee blikjes verf gekocht, de rest had ik nog. Het lastigste was nog het weer, het was koud en het regende.” Niemand had enige aandacht aan hem besteed. En zijn motief: ”De betrekkingen tussen onze landen zitten vol valkuilen en gevaarlijke momenten, die we proberen te verbergen achter korenbloemen en kamille.”   

Het origineel nadert zijn voltooiing. 

Het onbedorven origineel

De toevoeging van het prikkeldraad

Voor wie wil gaan kijken, het adres is: Mogilevskaja 32. 

Antwoord op de vraag: waar schilderde Konstantin Gorbatov zijn Hollandse gracht?

------------------

In welk buitenlands museum ik ook kom, altijd speur ik naar sporen van het vaderland. Zo ook in het geweldige Kunstmuseum van Odessa. En ik had beet, op de eerste etage, al bleef de vondst die ik daar deed omgeven door twijfels. Dit ondanks de hulp die ik bij mijn poging tot duiding kreeg van onder anderen Fokke en Sukke en Alexander Pechtold.

Ik bereikte die eerste etage via een prachtige trap, de een na mooiste trap binnenshuis die ik in de voormalige Sovjetunie zag. (De allermooiste is natuurlijk die in het Gorki museum in Moskou.) Er was wel iets mis met de trap, getuige een bordje dat de bezoeker in drie talen adviseerde om bij de weg naar boven rechts te houden. ‘Is het gevaarlijk?’, vroeg ik een vrouwelijke suppoost. ‘Nee hoor’, antwoordde ze, ‘alleen de leuning is niet veilig.’ Boven aan de trap hing ook een bordje, voor de bezoeker die ging afdalen, maar dat was alleen in het Russisch.

IMG_2224-2.jpg


In een van de zalen boven viel mijn oog op het schilderij Canal in Holland van K.I. Gorbatov (zie boven aan dit stukje), die volgens het titelbordje leefde van 1876 tot 1925. Hebbes, dacht ik, een Nederlands tafereeltje. Een vismarkt ergens, maar waar? Ik wilde dat graag weten en vroeg, eenmaal thuisgekomen, op Facebook en Twitter om hulp. Wie wist waar in Nederland dit was?

Mijn verzoekje om hulp werd 149 keer geretweet, onder anderen dus door Fokke en Sukke en Alexander Pechtold. Het leverde tal van suggesties op – en bijna ruzie tussen kenners van klederdrachten. Een bloemlezing:

- Hoek Prinsengracht, Noordermarkt, Brouwersgracht?
- De klederdracht van de vrouwen met de mand lijkt het meest op Urk
- Leiden, de Korenbeurs?
- Rotterdam voor het bombardement?
- De Oude kerk in Delft?
- Ik denk aan Vlissingen
- Leiden, Turfkade?
- Absoluut NIET Urk. De dames dragen de algemene cornetmuts
- Leiden, bij de Waag?
- Leiden aan het water waar café Annie’s nu zit?
- Misschien Veere, de Campveerse toren
- Oudegracht Utrecht?
- Zou weleens Dordrecht kunnen zijn

De aardigste suggestie kwam van Agent-00x (@toktokalweer1ei): ‘Het zou Nieuw Holland (Novaya Gollandiya) kunnen zijn in Sint-Petersburg. Daar zijn gele gebouwen te vinden.’ Dat lijkt me onwaarschijnlijk (bij mijn weten werd daar in de Sovjetjaren geen vis verkocht), maar mij waren inmiddels ook die gele gebouwen, op de achtergrond, dwars gaan zitten. Die oogden niet Nederlands. En naarmate ik, op zoek naar gegevens over dit specifieke schilderij, steeds meer werk van Konstantin Gorbatov voorbij had zien komen, drong de onontkoombare conclusie zich op: die Gorbatov heeft er qua locatie een zooitje van gemaakt. Hij reisde door Europa (vooral Italië), deed overal indrukken op en husselde die, eenmaal achter zijn ezel gezeten, uit de losse pols door elkaar.

Hier één werk van Gorbatov gesitueerd in Rusland en drie in Venetië (aanklikbaar):

Meer bewijsmateriaal lijkt me niet nodig.

Het lijkt er sterk op dat de huizen op het vierde doek ook op Gorbatovs ‘Hollandse’ schilderij zijn beland – in een iets aangepaste vorm. Zijn het Italiaanse huizen? Of zijn het huizen langs de Fontanka in Sint-Petersburg? En die ‘Hollandse’ bootjes (gek word je van de bootjes bij Gorbatov) – die duiken op zo’n beetje al zijn schilderijen op, of die nou een tafereel in Rusland, Italië of Nederland verbeelden. In Venetië heeft hij ze dan wel – heel oplettend – vervangen door gondels.

Het is uiteraard het recht van iedere schilder om de werkelijkheid naar zijn hand te zetten. Maar ik voel me toch – met mijn aanvankelijke tevredenheid over weer een Hollands tafereel in een buitenlands museum – een klein beetje voor gek gezet.

Tot slot nog even over het bordje op de lijst van het schilderij dat Canal in Holland als titel geeft. Dat bordje meldt ook dat K.I. Gorbatov is overleden in 1925. Dat is fout, en niet zo’n beetje ook. Gorbatov overleed, in Berlijn, in mei 1945. Nu had u uit mijn vorige twee stukjes al begrepen dat ik erg te spreken ben over het mooie museum in Odessa, met zijn krakend parket, matige verlichting en in bijna elke zaal op een stoel een lezende dame. Gek genoeg maakt die misser met dat jaartal mij alleen maar enthousiaster. De tijd is in het Kunstmuseum van Odessa ergens in de Sovjet-jaren stil blijven staan.

(De twee eerdere stukjes over het Kunstmuseum vindt u hier en hier.)

Wat te doen in Odessa? Hoog op het lijstje van verplichte bestemmingen: het Kunstmuseum – 2.

----------------

Het waren niet alleen de toegangskaartjes, met de prijs nog in kopeken (zie deel 1), die me in het Kunstmuseum van Odessa terugvoerden naar de Sovjetunie. Bijna álles ademde de sfeer van de jaren tachtig – of nog verder terug. De bewaker bij de kassa in de hal, de garderobe, het los-vaste parket (je denkt: nog een jaar en het is kapot, maar over vijftig jaar ligt het er nog), de warmte van de schilderijen die me in de matig verlichte zalen tegemoetkwam, en natuurlijk de oude dames op hun stoel – in bijna elke zaal één. Ik spreek niet zo snel vrouwen aan, maar door deze plotse onderdompeling in het verleden was ik meteen in zo’n opperbest humeur, dat ik aan de dame in de eerste zaal, die verdiept was in een boek, vroeg: wat leest u? ‘Een boek’, antwoordde ze, weinig toeschietelijk. 

Het maakte me niet uit, want al die schilderijen! 

Joeri Pimenov: Meisje in gedachten

Moskou vanuit die rijdende auto! Met die moderne jonge vrouw achter het stuur! Dat was mijn eerste gedachte toen ik bovenstaand schilderij zag hangen. En mijn humeur werd meteen nog een stuk beter. Want wat is er nou leuker dan rondlopen in een museum met schilderijen die allerlei herinneringen en associaties oproepen. Als maker stond op het goudkleurige plaatje vermeld: Joe. Pimenov. Die naam kon ik niet meteen plaatsen, maar die sfeer, die verticale vegen ...  Ik zocht het thuis op, en jawel!  Nieuw Moskou, van Joeri Pimenov, uit 1937, met die jongedame achter het stuur:

Joeri Pimenov: Nieuw Moskou


Twee zaaltjes verder viel mijn oog op vier kleine schilderijtjes. Ze hingen in een hoek, achter de stoel met alweer een lezende dame. Toen ik naderde, stond ze op om mij vrij zicht te geven. Ik kwam ogen tekort. Wat een breekbare tafereeltjes! Zoals dit hieronder, van een schilder, aan het werk midden op een breed strand. Ik wil me niet gelijkstellen aan die schilder, maar moest toch even denken aan het brede strand aan de noordkant van Texel, waar ik twee jaar geleden met mijn fototoestel op zoek was naar een mooi beeld. Ik vroeg de dame of ze misschien een pen had. Ze trok een kastje open, haalde haar handtas tevoorschijn en gaf me een pen. Op een van mijn toegangskaartjes schreef ik: I.P. Pochitonov. Die naam kende ik niet, maar die kust, dat zou nou best eens 's Gravesande kunnen zijn, dacht ik, het strand waar van mij de klassieke peuterfoto's zijn gemaakt, met een emmertje en een schepje. Thuis begreep ik dat het vermoedelijk de kust van België was. Pochitonov bracht daar een aantal jaren door en overleed in 1923 in Brussel.

Ivan Pochitonov: Schilder aan de kust

Was Pochitonov een nieuwe naam voor me, dat gold natuurlijk niet voor Isaak Levitan, een vriend van Tsjechov, de schilder van intens melancholieke Russische landschappen. Maar wat een verrassing was dit. Een schilderij van Levitan met een trein!: 

Isaak Levitan: Trein onderweg

We zien hier niet echt een toonbeeld van dynamiek, geen verheerlijking van de moderne wereld met zijn stoom en machines, maar toch, zo’n trein die Levitans melancholie (ook zeer aanwezig in dit schilderij) doorklieft, ik stond ervan te kijken.

Michail Nesterov: In het klooster

En daar hadden we natuurlijk Michail Nesterov, dat kon niet missen – al kom je op zijn schilderijen zelden zo'n lachend gezicht tegen als hier. Nog voordat ik de titel had gezien, moest ik denken aan dat prachtige lied Vjoen nad vodoi, waar ik eerder een aanstekelijk stukje aan wijdde (lees en luister hier). De titel van het schilderij: В скиту (In het klooster). In het lied staat de bezongen vrouw nog buiten het klooster, maar dat duurt niet lang meer.

En daarnaast (op deze pagina, niet in het museum): voetballertjes! Deze zijn volgens het kaartje in de vitrine gemaakt door Je. Danko, maar die informatie lijkt me op z’n minst onvolledig. Doorgaans was het haar zus Natalja die de beeldjes maakte, Jelena beschilderde ze. Hoe dan ook, wat had ik deze twee – en vooruit, ook die vrouw met de bal in haar hand – graag aan mijn nog veel te kleine verzameling Sovjet-voetballertjes toegevoegd.

In welk buitenlands museum ik ook ben, altijd speur ik naar sporen van het vaderland. Zo hoop ik bij mijn eerstvolgende bezoek aan de Hermitage in Sint-Petersburg (waar ik al vele jaren niet meer ben geweest) het schilderijtje met het Limburgse Thorn weer aan te treffen. In Odessa stuitte ik pas op de eerste etage op iets uit Nederland – althans volgens de titel van het schilderij: Gracht in Holland, een werk van Konstantin Gorbatov. Maar waar was die gracht dan? Over de speurtocht naar de precieze locatie meer in mijn volgende stukje.

De eerste etage bereikte ik overigens via een trap, waarvan het gebruik volgens een bordje aan de muur niet zonder gevaar was. Ook daarover meer in mijn volgende stukje.   

Wordt vervolgd. Hier deel 1 en deel 3.