----------------
Het waren niet alleen de toegangskaartjes, met de prijs nog in kopeken (zie deel 1), die me in het Kunstmuseum van Odessa terugvoerden naar de Sovjetunie. Bijna álles ademde de sfeer van de jaren tachtig – of nog verder terug. De bewaker bij de kassa in de hal, de garderobe, het los-vaste parket (je denkt: nog een jaar en het is kapot, maar over vijftig jaar ligt het er nog), de warmte van de schilderijen die me in de matig verlichte zalen tegemoetkwam, en natuurlijk de oude dames op hun stoel – in bijna elke zaal één. Ik spreek niet zo snel vrouwen aan, maar door deze plotse onderdompeling in het verleden was ik meteen in zo’n opperbest humeur, dat ik aan de dame in de eerste zaal, die verdiept was in een boek, vroeg: wat leest u? ‘Een boek’, antwoordde ze, weinig toeschietelijk.
Het maakte me niet uit, want al die schilderijen!
Moskou vanuit die rijdende auto! Met die moderne jonge vrouw achter het stuur! Dat was mijn eerste gedachte toen ik bovenstaand schilderij zag hangen. En mijn humeur werd meteen nog een stuk beter. Want wat is er nou leuker dan rondlopen in een museum met schilderijen die allerlei herinneringen en associaties oproepen. Als maker stond op het goudkleurige plaatje vermeld: Joe. Pimenov. Die naam kon ik niet meteen plaatsen, maar die sfeer, die verticale vegen ... Ik zocht het thuis op, en jawel! Nieuw Moskou, van Joeri Pimenov, uit 1937, met die jongedame achter het stuur:
Twee zaaltjes verder viel mijn oog op vier kleine schilderijtjes. Ze hingen in een hoek, achter de stoel met alweer een lezende dame. Toen ik naderde, stond ze op om mij vrij zicht te geven. Ik kwam ogen tekort. Wat een breekbare tafereeltjes! Zoals dit hieronder, van een schilder, aan het werk midden op een breed strand. Ik wil me niet gelijkstellen aan die schilder, maar moest toch even denken aan het brede strand aan de noordkant van Texel, waar ik twee jaar geleden met mijn fototoestel op zoek was naar een mooi beeld. Ik vroeg de dame of ze misschien een pen had. Ze trok een kastje open, haalde haar handtas tevoorschijn en gaf me een pen. Op een van mijn toegangskaartjes schreef ik: I.P. Pochitonov. Die naam kende ik niet, maar die kust, dat zou nou best eens 's Gravesande kunnen zijn, dacht ik, het strand waar van mij de klassieke peuterfoto's zijn gemaakt, met een emmertje en een schepje. Thuis begreep ik dat het vermoedelijk de kust van België was. Pochitonov bracht daar een aantal jaren door en overleed in 1923 in Brussel.
Was Pochitonov een nieuwe naam voor me, dat gold natuurlijk niet voor Isaak Levitan, een vriend van Tsjechov, de schilder van intens melancholieke Russische landschappen. Maar wat een verrassing was dit. Een schilderij van Levitan met een trein!:
We zien hier niet echt een toonbeeld van dynamiek, geen verheerlijking van de moderne wereld met zijn stoom en machines, maar toch, zo’n trein die Levitans melancholie (ook zeer aanwezig in dit schilderij) doorklieft, ik stond ervan te kijken.
En daar hadden we natuurlijk Michail Nesterov, dat kon niet missen – al kom je op zijn schilderijen zelden zo'n lachend gezicht tegen als hier. Nog voordat ik de titel had gezien, moest ik denken aan dat prachtige lied Vjoen nad vodoi, waar ik eerder een aanstekelijk stukje aan wijdde (lees en luister hier). De titel van het schilderij: В скиту (In het klooster). In het lied staat de bezongen vrouw nog buiten het klooster, maar dat duurt niet lang meer.
En daarnaast (op deze pagina, niet in het museum): voetballertjes! Deze zijn volgens het kaartje in de vitrine gemaakt door Je. Danko, maar die informatie lijkt me op z’n minst onvolledig. Doorgaans was het haar zus Natalja die de beeldjes maakte, Jelena beschilderde ze. Hoe dan ook, wat had ik deze twee – en vooruit, ook die vrouw met de bal in haar hand – graag aan mijn nog veel te kleine verzameling Sovjet-voetballertjes toegevoegd.
In welk buitenlands museum ik ook ben, altijd speur ik naar sporen van het vaderland. Zo hoop ik bij mijn eerstvolgende bezoek aan de Hermitage in Sint-Petersburg (waar ik al vele jaren niet meer ben geweest) het schilderijtje met het Limburgse Thorn weer aan te treffen. In Odessa stuitte ik pas op de eerste etage op iets uit Nederland – althans volgens de titel van het schilderij: Gracht in Holland, een werk van Konstantin Gorbatov. Maar waar was die gracht dan? Over de speurtocht naar de precieze locatie meer in mijn volgende stukje.
De eerste etage bereikte ik overigens via een trap, waarvan het gebruik volgens een bordje aan de muur niet zonder gevaar was. Ook daarover meer in mijn volgende stukje.