muziek

Eduard Khil bezingt de Ten Hags, de Sloetski's, de Sluiters en Wiegmannen uit zijn tijd

———————

1573305435294390259.jpg

———————

Toen Leonid Sloetski trainer werd van voetbalclub Vitesse, begon hij vol goede moed aan lessen Nederlands. Lang hield de aardige Rus het niet vol. Tegenover dagblad De Gelderlander verklaarde hij: “Als je 56 bent, hè, dan zeg je in het Nederlands eerst de zes en dan de vijf. Dat konden mijn hersenen niet aan.” En ach, zo voegde hij eraan toe, de twee belangrijkste woorden kende hij inmiddels al: ‘waarom’ en ‘maar’. Die woordjes, had hij gemerkt, typeerden de Nederlanders. Die vroegen om uitleg wanneer ze niet werden opgesteld. Dat was hem in Rusland en Engeland nog nooit overkomen.

Ik moest aan Sloetkis’s verbazing denken toen ik onderstaand lied hoorde, uit 1979, waarin zijn (inmiddels overleden) landgenoot Eduard Khil een ode brengt aan de trainers, de mannen en vrouwen achter de kampioenen. Het lied weerspiegelt de autoritaire verhoudingen in de Russische sportwereld. De trainer staat op een voetstuk, hij is het leidend voorbeeld, de inspirator die je gehoorzaam en dankbaar dient te volgen. En al zullen Russische sporters tegenwoordig minder slaafs zijn dan in 1979, ten tijde van de USSR, het moge duidelijk zijn dat Sloetski uit een andere (sport)cultuur komt dan de onze.       

Onder het filmpje volgen de tekst en de vertaling. (Het filmpje is uit 1982, het lied zelf dus van drie jaar eerder. Eduard Khil (Эдуард Хиль) kreeg op het einde van een al succesvolle carrière nog extra bekendheid door het liedje Trololo, waardoor hij plots ook nog een soort cult-held werd.)

Да разве сердце позабудет

Над спортивной ареной капризное солнце / Boven de sport-arena is de zon wispelturig
И удача не каждому будет светить / En succes zal niet voor iedereen weggelegd zijn
Вы на бой провожаете ваших питомцев / U begeleidt uw pupillen naar het gevecht
Этот взгляд никогда мы не сможем забыть / Die blik zullen wij nooit kunnen vergeten

Да разве сердце позабудет / Zal ons hart ooit vergeten
Того, кто хочет нам добра / Degene die het beste met ons voorheeft
Того, кто нас выводит в люди / Die ons vooruithelpt
Кто нас выводит в мастера / Die meesters van ons maakt

В этом зале вы нам не читали морали / In deze zaal las u ons niet de les
Просто место нам всем в вашем сердце нашлось / Er was gewoon voor ons allen een plek in uw hart Просто в ваших глазах мы порою читали / We lazen soms gewoon in uw ogen
И улыбку, и гнев, и безвыходность слёз /Een glimlach, en woede en het uitzichtloze van tranen

Да разве сердце позабудет …

Всё, отдав до конца, трудный день отработав / Had u alles gegeven, zat de zware werkdag erop
Вы о завтрашнем дне начинали мечтать / Dan begon u over de dag van morgen te dromen
Вы конструктор побед, Королёв наших взлётов / U bent de constructeur van onze zeges, de Koroljov van onze hoogtepunten *)
Мы вам верим, и значит, должны побеждать / Wij geloven u en moeten dus zegevieren

Да разве сердце позабудет….

Мы уйдём, чемпионы и просто спортсмены / Wij stoppen, kampioenen en gewoon sporters
Вам с другими придётся с нуля начинать / En met anderen moet u vanaf nul beginnen
Вы таланту и мужеству знаете цену / U weet wat talent en moed waard zijn
Пусть другие научатся вас понимать / Laat anderen leren om u te begrijpen

Да разве сердце позабудет…

*) Sergej Korolojov (1907-1966), de vader van het Sovjetruimtevaartprogramma. Het woordje взлёт is verwant aan het werkwoord взлететь: omhoog vliegen, snel opstijgen, het luchtruim kiezen. Gelijk kosmonauten stegen de Sovjet-sporters naar grote hoogten – dat is de gedachte achter deze regel.

———————

Het filmpje is opgenomen in Leningrad in het inmiddels afgebroken Kirov stadion. Dat moet gebeurd zijn vlak voordat er bij de renovatie van eind jaren zeventig lichtmasten werden geplaatst. Het lied komt uit  de film Баллада о спорте (Ballade over sport) uit 1979. Een draak van een film, al zitten er mooie beelden in van het Moskou in die jaren. U kunt ‘m in zijn geheel bekijken onder aan dit stukje. Hier het lied van Khil met het bijbehorende fragment uit de film.      


Het lied is geschreven door componiste Aleksandra Pachmoetova (1929) en haar echtgenoot, tekstdichter Nikolaj Dobronravov (1928), het veel geëerde duo dat een enorme bijdrage heeft geleverd aan het collectieve muziekgeheugen van zij die opgroeiden in de naoorlogse Sovjetunie. Op deze foto ziet u Pachmatova te midden van Sovjet-sportlui tijdens de Olympische Spelen van 1968 in Mexico.


De film Ballade over sport gaat over de Spartakiade van 1979, het sportevenement dat diende als generale repetitie voor de Spelen van 1980 in Moskou. De liedjes uit de film, die in 1980 op een elpee werden uitgebracht, staan hier op een rijtje. En hieronder de complete film. (Daar is nog een apart stukje over te schrijven, bijvoorbeeld over de drie gebroeders Starostin die erin voorkomen, maar dat ga ik niet doen.)

——————-

Zangeres Trea Dobbs - de Nederlandse link in Moskva-Petoesjki

—————-

De stap van Venedikt Jerefojev, de grootste drinkebroer uit de Russische literatuur, naar Trea Dobbs, is minder groot dan u vermoedelijk denkt. Trea Dobbs? Voor mijn wat jongere lezers: zij was een gewaardeerd zangeres, had een redelijk gevarieerd repertoire, maar wordt, tot haar eigen ergernis, vooral herinnerd door dat ene nummer uit 1965: Ploem ploem jenka. Sorry, Trea, maar ook ik begin er hier weer over.

Recent mocht ik op uitnodiging van Judith Janssen een lezing geven tijdens een studiedag van HOVO (Hoger Onderwijs Voor Ouderen). Thema van de dag was: De Rus en zijn roes. Vragen die aan bod kwamen, waren onder meer: Waarom drinken Russen zo veel wodka? Hóe drinken ze dat precies en met wat voor rituelen gaat dat gepaard? Veel van die vragen werden beantwoord door de twee andere sprekers, Judith en Edwin Trommelen (van hem verschijnt binnen afzienbare tijd een boek over wodkafles-etiketten). Ik was gevraagd om een uurtje te praten over het boek Moskva-Petoesjki van Venedikt Jerofejev, het meest van alcohol doordrenkte boek uit de Russische literatuur. In Nederland verscheen het onder de titel Moskou op sterk water.

Ik had aanvankelijk enige bedenkingen bij mijn onderwerp. Het was lang geleden dat ik Moskva-Petoesjki had gelezen en ik herinnerde me er niet bijzonder veel van – wel dat ik er indertijd niet enorm van onder de indruk was. Ik herlas het en opnieuw was ik niet laaiend enthousiast. Maar ik moest er wel een uur over komen praten…  Gelukkig bood het boek genoeg aanknopingspunten voor een mooi verhaal en ik werd zelfs enthousiast, toen ik iets ontdekte wat nog door niemand anders was ontdekt: een Nederlandse link. De toehoorders op de HOVO-dag kregen de primeur.

Ik ga de avonturen van Venitsjka, de hoofdpersoon in Moskva-Petoesjki, niet navertellen, ook niet in het kort. U leest het boek zelf maar. Ik beperk met tot het gesprekje dat hij in gedachten voert met zijn zoontje, waarbij hij belooft een liedje voor hem te zingen. Voor mijn lezing verrichtte ik enig onderzoek en ik begreep dat het ging om het volgende stukje muziek, gezongen, in het Russisch, door Kalmer Tennosaar uit de toenmalige Sovjet-republiek Estland. Het kwam me bekend voor…

Ja, het kwam me bekend voor, maar hoe dan? Waar deed me dit aan denken? Het duurde een half minuutje en toen steeg er uit het langetermijngeheugen een Nederlands liedje op: Ploem ploem jenka van Trea Dobbs. Daar was ik misschien sneller op gekomen, als ik even op de titel van de Russische versie had gelet: Letka jenka.

Letka jenka komt oorspronkelijk uit Finland, de muziek is geschreven door Rauno Lehtinen (1932-2006), die zich baseerde op de letkajenkka, een Finse volksdans. Van het vrolijke nummer verschenen tientallen buitenlandse covers. Ik zocht nog wat verder, met Trea Dobbs in het achterhoofd, en stuitte op iets raars. In Nederland haakte Pieter Goemans (componist en tekstschrijver van Aan de Amsterdamse grachten) gretig in op de Finse jenka-rage. Met alleen zíjn naam (dus als tekstschrijver én componist) op het label, verscheen bij ons bovengenoemd singeltje Ploem ploem jenka. Dat Goemans de tekst heeft geschreven wil ik geloven, maar ook de muziek? Het lijkt erop dat hij een stevige draai heeft gegeven aan het Finse origineel, net stevig genoeg om Lehtinen van het label te kunnen weren. Eigenaardig genoeg wordt op Wikipedia (en ook hier) Lehtinen wel als componist van Ploem ploem jenka genoemd.

Hoe dan ook, Trea Dobbs deed met Ploem ploem jenka in 1965 mee aan de finale van het Nederlandse Songfestival, met als inzet deelname aan het Eurovisie Songfestival. Ze eindigde als derde, achter Ronnie Tober en Connie van den Bos. Die laatste kwam vervolgens in Napels met Het is genoeg niet verder dan de negende plaats. Tja, hadden ze Trea maar moeten sturen. Al moet ik zeggen dat ook zij, met Ploem ploem jenka, volledig kansloos zou zijn geweest tegen France Gall, die namens Luxemburg de eerste plaats voor zich opeiste met Poupée de cire, poupée de son.           

Ploem ploem jenka … Ik vind het een mooie gedachte dat Venitsjka, die sympathieke zuipschuit uit Moskva-Petoesjki, voor zijn zoontje in het Russisch een liedje wil gaan zingen dat teruggaat op een Finse dans, die in een wat andere versie, met een Nederlandse tekst, tot het collectieve geheugen behoort van mijn generatie.

 ————————-

Wie verder in de auteursrechtelijke materie wil duiken: Er is nóg een Nederlands jenka-liedje, opgenomen door Het Cocktail Trio, getiteld: Pretka-Jenka (Origineel Fins ondergoed voor dames en heren). Ik bespaar u deze versie, hij is te vinden op YouTube. Dit nummer schurkt heel dicht aan tegen Ploem ploem jenka, maar als componist en tekstschrijver staan hier dan weer vermeld de heren Tonny Eyk en Johannes Moering. De titelcatalogus van Buma-Stemra bevat ook nog een werkje genaamdTuthorn Jenka, maar dat geloof ik verder wel. Wat Pieter Goemans betreft (ook in genoemde titelcatalogus staat hij als componist én tekstschrijver van Ploem ploem jenka vermeld), merk ik nog op dat er enige onzekerheid bestaat over de vraag of hij de muziek van Aan de Amsterdamse grachten wel helemaal zelf heeft geschreven. En tenslotte: u kunt bij Buma-Stemra ook zoeken op mijn naam (Egbert Hartman en Egbert M Hartman) als tekstdichter – het resultaat zal u verrassen.

———————-

Aanvulling: Er zijn meerdere reacties binnengekomen op dit stukje en talloze jenka-versies zijn me om de oren gevlogen. Zoekt u bijvoorbeeld even op Katrina Helena Letkis … Ik ga me hier verder niet in verdiepen, zo’n Fins-Nederlands dansmoeras gaat me iets te veel tijd kosten. Dat Pieter Goemans een slimme vent was, qua auteursrechten, lijkt me in elk geval niet te veel gezegd.

Lermontov zingen met een bijl op schoot - niet doen

———————

————————-

Prachtig!, was het eerste wat ik dacht toen ik bovenstaande mannen hun lied hoorde inzetten. Prachtig!, dacht ik bij de eerste maten. Maar gaandeweg, naarmate zij zich daar op hun stoeltjes door hun tekst heen werkten, begon er iets te knagen…

Gezongen wordt hier het gedicht Vychozjoe odin ja na dorogoe , van Michail Lermontov, een van de bekendste werken uit de Russische literatuur. Het zijn regels vol vertwijfeling, over een voorvoelde, bijna gewenste dood. De tekst en de Nederlandse vertaling van Marko Fondse staan onder aan dit stukje.

Is dit een gedicht (over de vertwijfeling van een enkeling) dat je moet laten zingen door een groep van tien mannen, meerstemmig, die erbij zitten alsof ze, op het nonchalante af, even pauzeren tussen de alledaagse bezigheden door? Met een bijl – links – op je schoot? Het oogt alles bij elkaar als een pose. Duidelijk is bovendien te horen dat er een galm aan het geluid is toegevoegd. Akoestisch gezien zitten ze niet onder de douche, maar het scheelt niet veel. Het klopt niet. De opname komt van een YouTube-kanaal. Ik heb daar even rondgekeken en steeds, bij elk lied, is er die toegevoegde, lichte galm.  

Ja, de stemmen zijn echt mooi, de harmonieën fraai, ze komen snijdend bij je binnen. Maar het is een soort vocale krachtpatserij die je wegvoert van de tekst. Lermontov wordt hier weggeblazen. Ik moest denken aan het tegenovergestelde, aan een van mijn favoriete Russische zangers, Oleg Pogoedin. Dit leek me nu precies het soort tekst voor hem. En zie, hij heeft het op zijn repertoire staan (even doorklikken naar YouTube):

Oordeelt u zelf. Kiezen we voor Pogoedin of voor de jongelui buiten op hun stoeltjes? Voor mij is de keuze niet moeilijk.

Er zijn meer uitvoeringen. (De muziek is overigens van Elizaveta Sjasjina, 1805-1903). Nog iemand die het gedicht met gepaste ingetogenheid brengt, is Anna German. Ook mooi, maar is het storend dat een gedicht dat zo nauw verweven is met de zieleroerselen van een jongeman, gezongen wordt door een vrouw? Of maakt dat niet uit? Wringt dat alleen wanneer je het gedicht en Lermontovs geschiedenis kent? 

————————-

Hebben we het over op muziek gezette gedichten, dan kan ik het zeer door mij geliefde Letnii sad van Anna Achmatova niet ongenoemd laten. Ze kijkt erin terug op een leven, zoals alleen zij dat kan. Ik ken er maar één muziekversie van, gezongen door Valentina Ponomarjova (muziek: Joelija Silajeva, 1964). Het begint goed (al vraag ik me wel af waarom er zo veel lucht moet worden meegeblazen bij die eerste woorden), maar dan gaat het toch nog mis. Waarom wordt er niet een simpele gitaar of viool aan toegevoegd, in plaats van die kille, kunstmatige, elektronische klanken? En die idiote uithalen aan het eind … Alsjeblieft zeg. Dat kan je de arme aanwezigen bij je crematie (ik heb geen plannen, maar ik vind draaibaarheid bij die gelegenheid wel een passend criterium voor smaak) toch niet aandoen?

Hier Anna Achmatova die het gedicht zelf voorleest.

———————-

Hieronder eerst het gedicht van Lermontov, gevolgd door dat van Achmatova

Heel alleen ben ik op weg getogen;
't Stenig pad blinkt door de nevelglans.
't Niets speurt God. De nacht is onbewogen.
Ster met ster spreekt aan de hemeltrans.

Heel de hemel een plechtstatig wonder!
Hoe de aarde slaapt in 't klaarste blauw...
Maar wat drukt mij dan, waar lijd ik onder?
Wat toch maakt dat ik zo smacht en rouw?

Ik verwacht toch niets meer van het leven;
noch voel ik om het verleden spijt.
Werd mij vrijheid nu en rust gegeven
in te slapen in vergetelheid!

 Nee, niet met de slaap van graf en koude...
Maar zo in te slapen en voorgoed,
dat de borst nog zachtjes rijzen zoude
en de leefkracht sluimert in 't gemoed;

dat een zoete stem, mijn oor betoovrend,
mij bij nacht en dag van liefde deunt;
en een eik, met altijd groenend lover,
donker, ruisend naar mij overleunt.

Vertaling: Marko Fondse

Выхожу один я на дорогу;
Сквозь туман кремнистый путь блестит;
Ночь тиха. Пустыня внемлет богу,
И звезда с звездою говорит.

В небесах торжественно и чудно!
Спит земля в сиянье голубом...
Что же мне так больно и гак трудно?
Жду ль чего? жалею ли о чем?

Уж не жду от жизни ничего я,
И не жаль мне прошлого ничуть;
Я ищу свободы и покоя!
Я б хотел забыться и заснуть!

Но не тем холодным сном могилы...
Я б желал навеки так заснуть,
Чтоб в груди дремали жизни силы,
Чтоб, дыша, вздымалась тихо грудь;

Чтоб всю ночь, весь день мой слух лелея,
Про любовь мне сладкий голос пел,
Надо мной чтоб, вечно зеленея,
Темный дуб склонялся и шумел.

Michail Lermontov (1841)

————————

I want to see the roses in that singular garden,
Framed by the loveliest trailing in the world.

Where the statues remember my youth
And I remember them under the flooded Neva.

In the fragrant stillness among the regal lindens,
I imagine the creaking mast of the ships.

And the swan sails on through the centuries,
Marvelling at the beauty of its double.

And in a deathly sleep rest thousands of footsteps
Of enemies and friends, friends and enemies.

And the pageant of shadows is endless,
From the granite vase tot he palace doors.

There my white nights are whispering
About an exalted and secret passion.

And all is lustrous with pearl and jasper
But the source of the light is a mystery

Vertaling: Nina Templeton O’Leary / Natasha Templeton

Я к розам хочу, в тот единственный сад,
Где лучшая в мире стоит из оград,

Где статуи помнят меня молодой,
А я их под невскою помню водой.

В душистой тиши между царственных лип
Мне мачт корабельных мерещится скрип.

И лебедь, как прежде, плывет сквозь века,
Любуясь красой своего двойника.

И замертво спят сотни тысяч шагов
Врагов и друзей, друзей и врагов.

А шествию теней не видно конца
От вазы гранитной до двери дворца.

Там шепчутся белые ночи мои
О чьей-то высокой и тайной любви.

И все перламутром и яшмой горит,
Но света источник таинственно скрыт.

Anna Achmatova (1959)

De Michail Krug-topvijf volgens Russische voetballers

———————-

——————

Michail Krug met ondergetekende.

Zou hij de dvd die ik hem gaf ooit hebben bekeken? De dvd over Ajax in het seizoen 1994-1995, waarin de Amsterdammers onder Louis van Gaal de Champions League wonnen? Ik kwam ermee aanzetten toen ik hem, volkszanger Michail Krug, opzocht in een morsig flatje in Tver. Landelijk doorgebroken was hij nog niet, maar ik kende zijn liedjes, zijn melodieën, en ik was er weg van. Die melodieën – ik zou er Nederlandse teksten bij gaan schrijven en samen zouden we de wereld (nou ja, Nederland) gaan veroveren. Dat was het plan.

Ik wist dat hij voetballiefhebber was, vandaar die Ajax-dvd. Met als aardig detail dat daarop ook het korte optreden te zien was van André Rieu in de rust van de wedstrijd Ajax-Bayern München in het Olympisch Stadion, waarbij de violist zijn fameuze variant van Sjostakovitsj’ Tweede Wals ten gehore bracht. Dat moest Krug, ook muzikant tenslotte, toch aanspreken. (Ach, en ja, ik was bij die wedstrijd, in het inmiddels allang gefatsoeneerde Olympisch Stadion, toen nog een holle pisbak, samen met mijn beide broers. Prachtig allemaal.)

Krug brak door, werd in eigen land razend populair, in Nederland kreeg ik voor hem geen poot aan de grond en het contact met hem verwaterde. Op 1 juli 2002 werd hij in zijn nieuwe huis in Tver doodgeschoten door een inbreker. (Over mijn avonturen met Krug schreef ik naar aanleiding van de moord een kort stukje in NRC-Handelsblad.)

Krug begaf zich graag onder voetballers. Hij was supporter van Spartak Moskou en daar gingen de deuren voor hem open. Hij raakte bevriend met spelers en trad op voor de nationale ploeg. Inmiddels zijn we een aardig aantal jaren verder en de site sports.ru vroeg aan voetballers van nu of Krug nog steeds geliefd is. Dat is hij, al werd het vooral aan wat oudere spelers gevraagd (met als uitzondering onder anderen ex-Vitesse-speler Vjtatsjeslav Karavajev, die van 1995 is). Dinamo Moskou-speler Kirill Pantsjenko legt uit: “Bij Krug zit in principe achter alles een diepere gedachte. ‘Teder streel je met je warme hand mijn laatste brief aan jou, vergeef me, vergeef me, mamaatje, mama, mam’ – dat is een heel ontroerende tekst.” (Zelf onderstreep ik nog maar even dat het voor mij bij Krug vooral om de melodieën ging.)

Hier de top-5 van Krug-liedjes volgens de Russische voetballers bij sports.ru, vanaf nummer 5. Zeven nummers in totaal, want vijf nummers (de onderste vijf hieronder) eindigden ex-aequo op de eerste plaats:

———————

Míjn favoriet, het eerste nummer wat ik ooit van Michail Krug hoorde, zit er niet bij:

Dit is een ijselijk stel hoor!… Hét Russische ijshockeylied kwam uit onverwachte hoek.

——————-

President Poetin ontvangt componist Pachmoetova en tekstdichter Dobronravov

President Poetin ontvangt componist Pachmoetova en tekstdichter Dobronravov


In Rusland – en ook daarbuiten, trouwens – ben ik nog nooit naar een ijshockeywedstrijd geweest. Met als gevolg een opvallende lacune in mijn toch vrij uitgebreide Russische-muziekkenis. Pas zeer onlangs kwam ik namelijk hét ijshockeylied van Rusland tegen, dat (naar verluidt) elke Rus kent: Een lafaard speelt geen ijshockey. Verrassend vond ik de namen van de auteurs: componist Aleksandra Pachmoetova en tekstschrijver Nikolaj Dobronravov, die in dit geval werd bijgestaan door Sergej Grebennikov.

Pachmoetova (1929) en Dobronravov (1929) kende ik natuurlijk wel: het eerbiedwaardige schrijversduo, dat alleen al een plaatsje in de muziekhemel verdient vanwege het lied Как молоды мы были. Laten we daar eerst even naar luisteren, in een uitvoering van Dmitri Chvorostovski:


Dan lijkt het toch wel een hele stap naar een lied over ijshockey… Maar dat valt eigenlijk wel mee. Pachmoetova en Dobronravov waren (beiden leven nog, of ze nog veel schrijven weet ik niet) zeer veelzijdig. Ze behoorden tot het Sovjet-establishment en leverden naast ‘neutrale’ liedjes een grote hoeveelheid werk af over alles wat van landsbelang werd geacht; kosmonauten, Lenin, de Komsomol en ja, ook ijshockey. Want dat wás van landsbelang. Een lafaard speelt geen ijshockey verscheen in 1968. Geen sport sprak in die tijd zo tot de verbeelding in Rusland als ijshockey. De Sovjetunie was de Verenigde Staten en Canada op het ijs regelmatig de baas en de propaganda-waarde daarvan was nauwelijks te overschatten. Geen wonder dus dat een lied over die sport uit de koker kwam van officieel goedgekeurde topauteurs. Een lafaard speelt geen ijshockey is vooral bekend in de uitvoering van Edouard Khil, die overigens meer van voetbal hield dan van ijshockey:


‘Dit is een ijselijk stel hoor’, boven aan dit stukje, is natuurlijk een verwijzing naar ongeveer de bekendste zin van voetbal- en atletiekcommentator Theo Reitsma – dat moeten de ijshockeyliefhebbers mij maar vergeven. In mijn vertaling gaat ook nog een linkje schuil naar Rinus Michels – ook daarvoor mijn excuses. Het is een beetje vergezocht en u moet dat zelf maar ontdekken. Veel duidelijker – en Dobronravov maakte daar geen geheim van – is de verwijzing in de tekst naar de Veldslag op het ijs van 1242, waarin de Russen onder leiding van Alexander Nevski de Lijflandse Orde versloegen. Wat ik al zei: ijshockey was een zaak van landsbelang.

———-

In de oren galmt de vermetele muziek van de aanval
Stuur je pass preciezer naar een stick, schiet harder
En alles is OK, als het geweldige vijftal en
de doelman maar op het ijs staan

Het ijselijk stel voert een harde strijd
Wij geloven in de moed van de onverschrokken kerels
IJshockey wordt gespeeld door echte mannen
Een lafaard speelt geen ijshockey

Laat achter het doel van de tegenstander steeds vaker
Het lampje pulseren als een overwinningsbliksem
Maar is het nodig, dan vormen het geweldige vijftal
En de doelman een schitterende verdediging

Het ijselijke vriendenstel…

Vele mooie wedstrijden zullen gespeeld worden
We zullen nooit, nooit vergeten hoe in vroeger dagen
Het geweldige vijftal en de doelman
in geweldige slagen goud en bekers delfden

Het ijselijke vriendenstel…

—————

Hier nog een documentaire over Pachmoetova en Dobronravov. Bij 39.00 vertelt de legendarische ijshockeydoelman Vladislav Tretjak hoe het lied Een lafaard speelt geen ijshockey de spelers van de nationale ploeg inspireerde. (En een minuutje verder het lied dat klonk bij de sluitingsceremonie van de Olympische Spelen van 1980, onder de klanken waarvan mascotte Misjka langzaam wegdreef uit het stadion.): 

Serebrennikovs Leto - een film, zwanger van een legendarische toekomst

——————

Het borrelde in die jaren en ik kreeg er weinig van mee, terwijl ik toch regelmatig in de Sovjetunie zat. Ik speelde in de provincie weleens met een bandje, vrienden wezen me er de weg op de zwarte markt, waar elpees van Deep Purple, John Lennon en Billy Joel goud waard waren. In de grote stad, Leningrad, trok ik een paar dagen op met de Magnetic Band, een stel aardige jongens uit Tallinn, die bij hun concerten bang waren voor té veel enthousiasme onder hun publiek – volgende optredens zouden weleens verboden kunnen worden. Het was januari 1982.

Een half jaar eerder, in de zomer van 1981, liep in Leningrad Viktor Tsoj rond, een jonge muzikant met een paar liedjes, op zoek naar aansluiting bij de rockscene. De opwindendste delen van die scene bevonden zich nog ondergronds – buiten mijn blikveld –  het bravere deel vond af en toe zijn weg naar de officiële podia. Opwindend en braaf, het kon zich ook verenigen in één persoon, in één band, met een officieel concert ’s avonds, gevolgd door optredens ergens aan huis of in zaaltjes achteraf, waar fans alleen via via van wisten en waar je na afloop niet meer weg kon, omdat de bruggen over de Neva al geopend waren voor de nacht.

Op dat snijvlak van onder- en bovengronds speelt zich de film Leto (Zomer) af van regisseur Kirill Serebrennikov. Het is een film zonder vergezichten, letterlijk en figuurlijk; weidse panorama’s – waar Leningrad zich zo voor leent – ontbreken. Het tijdsbestek is beperkt: slechts een paar zomerse maanden of zelfs maar weken. Plaats van handeling: zaaltjes, podia, kamers en keukens van kommoenalka’s en, tegen het einde van de film, een opnamestudio. Want Tsoj, die mede door een vroege dood zou uitgroeien tot dé rocklegende van de Sovjetunie en Rusland, vÍndt aansluiting bij de rockscene van de stad.            

Sint-Petersburg, 2019

Tsoj (gespeeld door Teo Yoo) wordt bij de hand genomen door Majk Naoemenko (Roman Bilyk), voorman van de band Zoopark. Die heeft dan al een status onder lokale rockliefhebbers waar Tsoj alleen nog maar van kan dromen. Naoemenko herkent het talent van Tsoj, voelt aan dat hij door hem overschaduwd zal worden, ziet ook dat hij zijn vrouw weleens aan hem zou kunnen verliezen – en gunt hem op beide fronten zijn succes. Naoemenko heeft een grote collectie elpees met Westerse pop en rock. Daar haalt hij een deel van zijn inspiratie uit en hij laat er ook Tsoj uit putten. Lou Reed, David Bowie, Iggy Pop … De wijze waarop regisseur Serebrennikov die Westerse muziek in een paar ‘kleine’ straatscènes door Leningrad laat golven, is verrassend en prachtig.     

De ontmoeting van de Westerse muziek met Russische muzikanten, die er een eigen weg mee inslaan, is het tweede snijvlak van Leto, al komt dat in de film niet concreet in beeld. Maar je weet als kijker met enige kennis van de muzikant Viktor Tsoj en zijn band Kino dat hij aan het begin staat van die eigen, opwindende weg. Je bent getuige van zijn eerste stappen en voortdurend denk je – ook dankzij het overtuigende acteren van Yoo: daar heb je Tsoj, die later zo beroemd gaat worden! Zo is Leto zwanger van een legendarische toekomst. Wat ik me wel afvraag: wat blijft er over van Leto bij een ‘neutrale’ kijker, die geen weet heeft van Leningrad in de jaren tachtig en die pas dankzij deze film kennismaakt met Tsoj? Ik ben benieuwd naar de reacties van kijkers die minder voeling hebben met het Rusland van toen dan ik.     

En wie zich afvraagt wat die soldaten doen die in een van straatscènes links in beeld voorbijkomen met een teiltje in hun hand; die zijn op weg naar een badhuis - of zijn daar net geweest.


Viktor Tsoj kwam in augustus 1990 om het leven bij een auto-ongeluk. Mike Naoemenko overleed in augustus 1991 aan de gevolgen van een hersenbloeding. Kirll Serebrennikov werd nog tijdens de opnames van Leto opgepakt op verdenking van verduistering van overheidssubsidie en onder huisarrest geplaatst. Vorige week werd het huisarrest omgezet in een uitreisverbod.

Vjatsjeslav Boetoesov - zijn liedjes alleen al zijn al voldoende reden om Russisch te leren

—————————

butusov.jpg

Het zal in de tweede helft van de jaren negentig geweest zijn dat ik Vjatsjeslav Boetoesov voor het eerst zag optreden. Ik kende hem niet. Het was in Sint-Petersburg, in een zaal bij metrostation Petrogradskaja. Er stonden meerdere artiesten op het affiche. Van Boetoesov was ik meteen weg, van de rest kan ik me niks meer herinneren. 

Zo maar wat van zijn werk, passend bij de donkere dagen van december.

Ik dacht aanvankelijk aan elk lied de tekst toe te voegen, maar dan wordt dit een heel lang stuk. Elke tekst is simpel te googelen. 

En dit zou zo maar mijn laatste stukje van 2018 kunnen zijn.

Прогулки по воде:

Синоптики:

Моя звезда:

Ванинский порт:

Крылья:

Песня идущего домой: