(Eerste publicatie: 6-6-2011)
Hoe zou het toch zijn met Ismaïl?
Ismaïl kwam uit Dagestan. Hij studeerde geschiedenis in Voronezj en woonde in een van de studentenflats aan de Ulitsa Fridricha Engelsa 10A. Hij was daar, in de winter van 1981/1982, mijn kamergenoot.
Ismaïl was een beetje wereldvreemd. Wij plakten 30 kopeken op onze brieven naar huis (vijf maal het binnenlands tarief) en Ismaïl wist zeker dat die verplichting ons was opgelegd door de Nederlands regering. En wat wel meer Sovjet-burgers deden: zijn ervaringen op het gebied van overheid en onderdaan projecteerde hij automatisch op alle andere landen van de wereld. De Nederlandse studenten in Voronezj gedroegen zich – in de optiek van Ismaïl uit Dagestan – niet altijd even netjes. Klachten daarover, waarschuwde Ismaïl geërgerd, zouden wel eens bij de Nederlandse ambassade in Moskou kunnen belanden en dan zouden er van die kant ongetwijfeld repercussies volgen! Dat de Nederlandse ambassade ons niet controleerde, maar vooral hielp – we hebben niet geprobeerd om het Ismaïl uit te leggen.
Waarom moest ik opeens denken aan Ismaïl? Omdat ik een mooie reportage tegenkwam over amateurfotografen in de Sovjetunie, hoe zij thuis hun foto’s ontwikkelden.
Fotografie was Ismaïls grote hobby. Hij ontwikkelde zijn foto’s zelf. Ik zal u de details van onze woonomgeving besparen, maar neemt u van mij aan: een Russische studentenflat is daarvoor geen handige omgeving. Ismaïl en ik waren niet alleen op onze kamer, je had ook nog Serjozja uit Rusland en Bert uit Amsterdam. Wanneer Serjozja, Bert en ik eindelijk het licht hadden uitgedaan, had Ismaïl zijn donkere kamer.
Nooit meer iets gehoord van Ismaïl. Vele jaren later sprak ik een geschiedenisdocent van de universiteit van Voronezj. Ik noemde Ismaïls naam. De docent keek me licht gepijnigd aan en zweeg. Hij kon zich Ismaïl herinneren, maar wenste geen woord aan hem vuil te maken. Naar de reden kan ik slechts gissen. Ik vermoed dat Ismaïl een voorbeeldig Sovjet-onderdaan was, die zijn verplichtingen aan de overheid ijverig nakwam. Wij, Nederlandse studenten, zijn door hem nooit in problemen gekomen, maar die leraar geschiedenis misschien wel.
Ismaïl… Als er weer eens berichten zijn over geweld in Dagestan, moet ik aan hem denken. Aan de muur had hij een foto van Johan Cruijff gehangen. Van mij had hij een oranje sjaaltje gekregen met Hup Holland. Het hing boven zijn bed. Hij sprak het uit als Choer Cholland. Dat hebben we maar zo gelaten.
(Rechts Ismaïl, links Serjozja. Boven de bureaulamp Johan Cruijff. Op het bureau een ontwikkelbakje. Bij het pijltje een gat in de muur, waarover later nog eens meer.)
En dit was onze keuken.