(Eerste publicatie: 4-10-2012)
Na mijn bezoekje aan het Moskouse Rivierstation, een mooi, maar afbrokkelend voorbeeld van vroege Sovjet-bouwkunst, ging ik op weg naar het Dinamo stadion. Ik wilde het standbeeld van doelman Lev Jasjin zien, maar ook het stadion zelf, of wat daar nog van over was. Voltooid in 1928 zag het er lange tijd zo uit:
En zo staat het er nu bij:
Het zijn niet de Potemkin-trappen, maar toch: dit plein met die treden geniet in Rusland – in elk geval onder sportliefhebbers – een bijzondere status. Vergelijk het maar met het plein voor de Rotterdamse Kuip, als je bent aangekomen met de trein. Boven de pilaren staan de letters Dinamo, met onkruid ertussen. Eronder hangt heel bescheiden het doek van de VTB-bank, voor driekwart eigenaar van de club. Het lijkt op de foto alsof het stadion, met zijn karakteristieke façade, verbouwd wordt, maar dat is schijn. Ik liep naar de andere kant van het stadion en zag dit:
Er wordt gewerkt aan een project van architect Erick van Egeraat. Als het goed is, blijft de façade behouden, inclusief de letters ДИНАМО. Gezien de nietsontziende werkwijze bij andere bouwwerken in Rusland, kunt u op het behoud van die originele stijlkenmerken toch maar beter geen geld zetten.
Ik liep nog wat verder en stuitte op een grote hal, waar net een selectiedag voor jonge voetballertjes gaande was. De knulletjes mochten zich verheugen in de warme belangstelling van hun ouders.
Dit is de ingang van de hal, met linksboven club-icoon Jasjin:
Het oogde allemaal wat vaal en verlopen. Bij het kantoortje van de supportersclub was dat niet anders:
In hetzelfde gebouw zat ook een Dinamo-winkeltje met bij de ingang een niet helemaal gelukte Jasjin.
Een eindje verder, in het park naast het stadion, trof ik die gelukkig ook nog aan in een veel betere versie. Het is een wat eigenaardig beeld, de legendarische doelman die hoger duikt dan een driehoekig doel. Maar die duik zelf, en de pet natuurlijk, zijn prachtig.
Ik liep naar de metro en dacht aan die andere doelman, Jan van Beveren, mijn held van ooit. De bewegende beelden die ik van beiden ken, spreken in het voordeel van Jan. Hij was beter, maar een standbeeld van hem zal er wel niet komen.
In het metrostation Dinamo trof ik nog een aantal originele stijlkenmerken: sporters aan de muur, waaronder deze voetballer. Die lopen geen gevaar, lijkt me, in tegenstelling tot de medaillons op het Rivierstation van eerder die dag en de façade van het Dinamo stadion.
Hier deel 1.