Tennisser Andrej Tsjesnokov: rubber kogels, KGB en (net geen) uraniumsmokkel - deel 1

(Eerste publicatie: 23-11-2009)

Andrej Tsjesnokov – dat leek me altijd wel een rustige vent. Succesvol tennisser, appartement in Parijs… Maar Andrej, inmiddels 43 jaar, heeft het een ander meegemaakt, blijkt uit een interview in Sport Ekspress.

In 1982 belandt Andrej na de beruchte voetbalwedstrijd Spartak Moskou – FC Haarlem in het gedrang waarbij tientallen mensen worden doodgedrukt. Andrej ontsnapt als door een wonder, spuugt bloed en durft jarenlang niet meer naar een wedstrijd te gaan.

In Rusland wordt hij vooral herinnerd om zijn zege op Michail Stich in 1995 in de halve finales van de Davis Cup. Andrej werkt negen matchpoints weg, wint de partij en wordt door tennisfanaat (en president) Boris Jeltsin onderscheiden met de Orde van Moed.

Hij slaat meer dan 3 miljoen dollar bij elkaar, al moet hij zijn prijzengeld aanvankelijk – de USSR bestaat nog – afstaan aan de tennisbond. “In Orlando won ik 60.000 dollar. Met mijn begeleider [van de KGB] gingen we lokale banken langs om dat te innen. Je gaat natuurlijk niet met een cheque naar de Sovjetunie. Hier een paar duizend dollar, daar een paar duizend dollar. Die KGB’er stopte het geld in z’n onderbroek.”

Eind 1989 besluit Andrej, samen met Natasja Zverea, om het geld voortaan zelf te houden. “Maar de bond had onze papieren. Ze zeiden: geef het geld, anders mag je het land niet meer uit. Ik heb ze wat moeten geven, maar dat was de laatste keer.”

Een reeks blessures maakt een einde aan Tsjesnokovs loopbaan. Hij breekt zijn been op een baan waar de dag ervoor een ijshockeywedstrijd is gespeeld. De terreinman had van de organisatie onvoldoende tijd gekregen om de baan te prepareren. Tsjesnokov spant tegen hem een proces aan (tegen de tennisbond ATP mogen spelers niet procederen) en wint.

Al tijdens zijn loopbaan handelt Andrej in schilderijen. “Eind jaren tachtig. Veel spelers namen uit Amerika computers mee. Die verkochten ze, die waren in de Sovjetunie heel duur. Van de opbrengst kochten ze auto’s. Ik kocht schilderijen van Vaznetsov, Korovin.” Hij komt nog regelmatig op veilingen. Ja, soms wordt hij opgelicht met vervalsingen. “Maar dat heeft me niet zo veel geld gekost als mijn investeringen in Moskous onroerend goed. Daar heb ik in de jaren negentig lucht gekocht.”

Hij kreeg een aanbod om snel een miljoen dollar te verdienen: door een kilo uranium naar Frankrijk te smokkelen. “Dat was een bekende van me. Die hebben ze in 1993 in Moskou doodgeschoten. Ik heb gelukkig de verleiding weerstaan. Ik ken twee tennissers die ja hebben gezegd. Die zijn gestorven aan leukemie.”

Zelf werd Andrej in 2005 neergeschoten in Dnjepropetrovsk na een café-ruzie. Met rubber kogels, maar de verwondingen aan zijn maag deden hem wel op de intensive care belanden.

De oud-tennisser verzamelt Sovjet-kranten (“probeer die maar eens te vinden, in goede staat”) en postzegels. En passant vertelt hij over oud-schaakkampioen Anatoli Karpov. Die verzamelt postzegels over schaken, de Olympische Spelen en België.

Aan het eind van het interview vertelt Andrej dat hij geworven werd door de KGB. Na buitenlandse trips moest hij langskomen. “Officieel heb ik gezegd dat ik zou meewerken. Maar ik heb nooit iemand aangegeven.”

Andrej is tegenwoordig de coach van Jelena Vesnina.


Update: Remco Reiding stuurde me een interview dat hij had met Tsjesnokov over de stadionramp in 1982. Meer daarover hier.