persoonlijk

Hoe ik op Valentijnsdag net niet belandde in het detentiecentrum van de IND

------------------

fleurig-voorjaar-boeket-2012.jpg

Met Valentijnsdag heb ik niet zo veel. Het is een nog niet zo lang geleden uit het buitenland overgewaaid fenomeen, dat bij mij geen wortel heeft geschoten. Waarbij natuurlijk ook een rol speelt dat – ik doe daar niet moeilijk over – met het stijgen der jaren iemands positie op de Valentijnsmarkt er niet echt beter op wordt.

Toch kunnen er op zo’n Valentijnsdag ook bij mij nog heel onverwachte dingen gebeuren. Zo vond ik een paar jaar geleden op 14 februari, na een lange dag waarop ik mij onder meer als tolk Russisch had moeten vervoegen bij de IND op Schiphol, een mooie bos bloemen aan mijn voordeur hangen.

Ik was die dag vroeg op stap gegaan, want denk niet dat de IND op Schiphol zich op Schiphol bevindt. Reis je, zoals ik, met het openbaar vervoer, dan moet je vanaf de luchthaven ook nog een flink stuk met de bus. Het was mijn eerste tolkopdracht daar en ik was, heel verstandig, een dagje eerder wezen kijken waar ik nou precies moest wezen. Want je wilt natuurlijk niet dat zo’n asielzoeker op jou moet gaan zitten wachten.

Dankzij mijn research van de dag ervoor, kwam ik mooi op tijd aan bij het kantoor van de IND. Het was glad die dag, maar daar had ik in de trein en bus geen last van gehad. Ik meldde me aan en even later kwam een aardige medewerkster van de IND naar beneden. We moesten naar het detentiecentrum, een eindje verderop, te bereiken via de snelweg. We liepen de kou in en na een paar meter keek de medewerkster mij vragend aan. Waar stond mijn auto?

Dat misverstand was snel de wereld uit en even later zaten we in een geleende auto van een IND-collega, op weg naar het detentiecentrum. De eerste bocht ging goed, de tweede ook, maar bij de derde draaide de IND-medewerkster tevergeefs aan haar stuur. We eindigden, met de geleende auto, glibberend tegen een lantaarnpaal. Zwaargewonden vielen er niet. We werden opgehaald door een IND-collega (niet die van de geleende auto) en keerden terug naar kantoor. Van de afspraak in het detentiecentrum kwam niks meer terecht en ik kon terug naar huis, met de bus en de trein.

Die dag had ik ook nog avonddienst in mijn hoedanigheid van sportredacteur bij de NOS. Toen ik na afloop tegen middernacht – op de fiets – bij mijn huis aankwam, zag ik tot mijn vrolijke verbazing een bos bloemen aan de deurknop hangen. Nou ja zeg! Valentijnsdag! En er zat een kaartje bij! Van wie kon dat nou zijn? Ik kon hemaal niemand bedenken, wat ik meteen al pijnlijk vond voor degene die me deze verrassing had bezorgd …

Ik deed mijn jas uit, nam de bos bloemen mee naar de keuken en bekeek het kaartje. Het was van de vriendelijke tolkencoördinator van de IND op Schiphol, die hoopte dat ik die ochtend niet al te erg geschrokken was.

boeket-passivol-roze-gefeliciteerd_1771_2.jpg

-----------------

(Met tolken ben ik vrij snel daarna gestopt. Na een moeizame werkdag met een travestiet uit Azerbeidzjan bij de IND in Ter Apel vond ik het wel goed verder. In het detentiecentrum op Schiphol ben ik nooit geweest.)    

Van de Moskouse chocoladefabriek Rode Oktober naar het haringbedrijf van mijn vader is maar een kleine stap.

---------------

Kort voor de Tweede Oorlog zit de Duitse Ruslandkenner Klaus Mehnert in een Moskous theater. Op het programma staat Michail Boelgakovs De Dagen van de familie Toerbin. Het toneelstuk speelt zich af in 1918-1919 en voor een straatscène heeft de regisseur een reclameposter opgehangen van de snoep- en chocoladefabriek Einem. Daarop is een peuter te zien die de rivier de Moskva overstapt, naar de Einemfabriek tegenover het Kremlin. Klaus Mehnert weet even niet hoe hij het heeft: die peuter, dat is hij.

Mehnert wordt in 1906 geboren in Moskou. Zijn overgrootvader van vaders zijde was musicus in het Bolsjoj Theater, zijn grootvader bouwde bruggen en spoorwegen voor de tsaar, zijn vader had een drukkerij in Moskou. Mehnerts grootvader van moederszijde was eigenaar van de Einemfabriek, die na de Revolutie genationaliseerd wordt en verdergaat onder de naam Rode Oktober. De naam van drukkerij Mehnert staat in kleine letters boven aan de poster.

Klaus Mehnert

Mehnerts ouders en grootouders hebben steeds hun Duits staatsburgerschap behouden en in de Eerste Wereldoorlog – de familie heeft Rusland tijdig verlaten – neemt zijn vader dienst in het Duitse leger. Hij sneuvelt in Vlaanderen. Klaus Mehnert wordt journalist, professor aan universiteiten in de VS en West-Duitsland, en werkt als correspondent en tv-commentator. In 1955 is hij in Moskou tijdens het bezoek van Konrad Adenauer, een jaar later is hij aanwezig op het Twintigste Partijcongres. Hij schrijft meerdere boeken over de USSR, waaronder Über die Russen heute. Was sie lesen, wie sie sind (1983). Dat zeer aanstekelijke boek is mijn kennismaking met hem.

Ik was er zo enthousiast over, dat ik bij Vrij Nederland informeerde of men misschien geïnteresseerd was in een interview met Mehnert. Zeker, luidde het antwoord. Ik schreeff een brief aan Mehnert, geadresseerd aan het instituut waar ik meende dat hij werkte. Ik krijg vrij snel antwoord van een medewerkster. De heer Mehnert had mij ongetwijfeld met plezier ontvangen, ware het niet dat hij enige tijd geleden was overleden.

De beschrijving van Klaus Mehnerts plotse weerzien met zijn jongere ik op een reclameposter, staat in de inleiding bij zijn boek De Russen. Hoe men leeft en denkt in een rode wereld (1959), dat ik vele jaren geleden las. Recent herlas ik het bewuste fragment en nu voerde het mij linea recta naar de Euromast in Rotterdam. In het restaurant aldaar, hoog boven de stad, vierde mijn vader in 2005 zijn tachtigste verjaardag. Ooit nam hij het haringexportbedrijf van zijn vader over, gevestigd aan de Vlaardingse haven. In het restaurant daar in de Euromast zag mijn vader plots zichzelf terug op een reclameposter van zijn vaders bedrijf, uit de vroege jaren dertig - de zorgvuldig bewaarde poster was een cadeau van zijn zus. Het joch dat daar haring staat te happen, dat is hij. 

----------------

In het midden het pakhuis/kantoor van mijn vaders bedrijf (firmanaam: Jan Don & Co) in 1938. Afgebrand in 1960.  

Een foto van Sint-Petersburg, de achtergrond ervan – en de gevolgen van een en ander voor dit weblog

------------------


Zou het toeval zijn? Ik geloof er niks van.

Als kind van een jaar of tien, twaalf, las ik Boris, van Jaap ter Haar. Wanneer mensen mij vragen waarom ik me toch zo heb laten meeslepen door Rusland, wijs ik altijd op dat boek; daar is het mee begonnen, daar ook ligt de oorsprong van mijn raadselachtige, of eigenlijk: vanzelfsprekende band met Sint-Petersburg – een naam die voor mij minder ‘klinkt’ dan Leningrad.

Ik maakte mijn eerste rondreis door de Sovjetunie en die begon in Leningrad. Was dat toeval? Ik geloof er niks van. Leningrad was de stad van Boris, en dus ook míjn stad, al was ik er nog nooit geweest. Ik viel er op mijn plaats, en ik val er nog steeds op mijn plaats, bij elk – het zijn er lang meer dan honderd - nieuw bezoek. Op geen andere plaats, in geen andere stad, voelt mijn aanwezigheid zo vanzelfsprekend en zo vertrouwd – met als uitzondering hooguit misschien Vlaardingen, wanneer ik aan ’t Hooft sta en aan de overkant van het water de walmende chemie zie. Maar daar, in Vlaardingen, ben ik geboren, dus eigenlijk telt dat niet mee.     

In Leningrad ben ik niet geboren. Ik heb er ook nooit langer dan twee of drie weken aaneen doorgebracht. Maar elke keer wanneer ik na aankomst weer mijn eerste stappen zet, waar ook in de stad, is het alsof ik samenval met iemand die hier helemaal nooit is weggeweest.

Die foto, boven aan dit stukje … Ik maakte hem in mei van dit jaar. Ik was op de Krasin geweest, de ijsbreker in de Neva, die open is voor publiek (zie mijn stukje hier). Ik liep na mijn bezoekje richting het centrum en zag hoe donkere wolken vochten met de dalende zon. De strijd ging op en neer, wat prachtige luchten opleverde. En ik maakte bovenstaande foto …

De afgelopen paar jaar ben ik steeds meer gaan fotograferen en sinds een maand of wat ben ik aangesloten bij fotopersbureau Hollandse Hoogte. Geen ommekeer in mijn leven, maar wel een wending. Bij Hollandse Hoogte liggen inmiddels een paar honderd foto’s van me. Vorige week kreeg ik mijn eerste overzichtje, van foto’s die een afnemer hebben gevonden. Boven aan het lijstje van verkopen prijkte bovenstaande foto. Wolken boven de Neva, wolken boven Leningrad.

De eerste foto die ik via het persbureau verkocht, was gemaakt in Leningrad. Zou het toeval zijn? Ik geloof er niks van.

---------------

(De fotografie sluipt naar voren en vraagt meer van mijn  aandacht. Dat heeft gevolgen voor dit weblog. Simpel gezegd: ik heb er minder tijd voor. Ik blijf stukjes schrijven, uiteraard, maar de frequentie waarmee u hier nieuwe stukjes zult zien, gaat omlaag.)  

----------------

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 5.

Met onder meer een verhandeling over die goede, oude portwejn. En wie schrijft het boek over de Sovjet-mozaïeken van Komsomolsk aan de Amoer?
Het vijfde en voorlaatste deel van mijn fotoverslag van mijn reis over de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral. De spoorlijn ligt enkele honderden kilometers ten noorden van de Transsiberische Spoorlijn. 
Hier deel 4.

Nabij het dorpje Bajkalskoje. Ik kon het niet laten. (En hij is nog scherp ook.)
Voor de wandelliefhebbers: je kan in deze contreien over de Great Baikal Trail lopen. Dan ga je de hoogte in, wat mooie vergezichten oplevert. Ik ben daar niet zo van - dit uitzicht bereikte ik met een busje. 
 

Oest-Orotsji (tussen Vanino en Chabarovsk, dus al niet meer aan de BAM), waar de trein twee minuten stilstond. 'Zo'n huisje, dat zou ik best willen', zuchtte een Russin naast me. Ja, dacht ik, en wie haalt dan die aardappelen uit de grond? 
 

Tynda, 5.132 kilometer ten oosten van Moskou. Het had ook op een vakantiepark in Overijssel kunnen zijn.
 

IMG_2640.jpg

Eerder die dag trof ik haar aan in een simpele eetgelegenheid, waar ze voortdurend boos mompelend achter een bord soep zat. Toen aan het tafeltje naast me de jongens en meisjes vertrokken, legden ze het brood wat ze overhadden neer bij haar bord. 
 

Komsomolsk aan de Amoer. Thuis maakte ik een uitvergroting en zoemde in op het etiket. Ik las: Старый Боцман / Oude Bootsman - wat weinig goeds beloofde. En inderdaad, enig onderzoek leverde op wat ik al vermoedde: портвейн / portwejn. Volgens het etiket op de andere zijde, dat ik bij mijn speurtocht ook aantrof: gearomatiseerde wijndrank. 14,5 procent. (Enkele wat oudere USSR-gangers - en al mijn lezers met wortels in dat verloren land - schudden nu meewarig het hoofd: zoek je zoiets op? Dat weet je gewoon.)    
 

Novy Oergal. Geen portvejn, maar bij je vrouw op balkon een glas thee na je werk. Zo kan het ook. 
 

De mozaïeken van Komsomolsk aan de Amoer - daar zou iemand eens een boek over moeten schrijven. Iemand uit de hoek van de kunstgeschiedenis. Ga ik wel mee als tolk of zo. Het zijn er aardig wat. Deze, op Elektriciteitscentrale nummer 2, stamt vermoedelijk uit 1968. Dat jaartal staat tenminste op de hoge schoorsteen die hier net buiten beeld valt, en qua kleding zou dat kunnen kloppen. Waarom staat er trouwens niks op dat rode vaandel? Geen leuze, geen hamer-en-sikkel? Alleen met die vraag kan je zo een hoofdstuk vullen. 
 

Af en toe zag ik deze afkorting staan - hier in Nizjneangarsk, aan de oever van het Bajkalmeer. Ze staat voor: Арестантский уклад един. Het is een soort anarchistische geuzenkreet, vooral gebruikt onder jongeren, en dan vooral weer ten oosten van de Oeral. Het betekent zoiets als: Trouw aan de dievenmores. Wat op z'n minst inhoudt dat je één front vormt tegen de politie en andere gezagsdragers.  
 

Ook weer Nizjneangarsk, helemaal aan de noordpunt van het Bajkalmeer. Dit was de ochtend van weer een warme zomerdag. In maart komend jaar zou ik mee kunnen op een winterreis, met sledes over het meer en zo, maar dat ga ik niet doen. 
 

Tot ergernis van enkele reisgenoten, met een elleboog ongeduldig leunend op de balie, ging het inchecken bij dit hotel in Novaja Tsjara (na drie treinreizen van in totaal bijna 40 uur zonder 1 minuut vertraging) niet zo vlot.
Mijn naam staat in de rechterkolom (links wanneer u het schrift omdraait) fout geschreven (Hartmen). Verder geen geheime notities aangetroffen.

Hier deel 6.

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 4.

Salto's in de Amoer en Navalny in Chabarovsk - het vierde en laatste deel van mijn fotoverslag van mijn reis over de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral. De spoorlijn ligt enkele honderden kilometers ten noorden van de Transsiberische Spoorlijn. Hier deel 3.

Herstel: er volgen nog zeker twee afleveringen.

Tynda. Hier ben ik, in de hitte, gaan zitten wachten tot er iemand met de juiste gestalte en de juiste motoriek door het beeld kwam lopen. Ik weet niet waar ze naartoe ging, maar op de terugweg kwam ze nog een keer langs!

-----------

In het dorpje Kitsjera, aan de noordkant van het Bajkalmeer, bespraken we met beide heren de toestand in de wereld en we waren het roerend met elkaar eens. Na afloop van het gesprek, dat ze graag onder het genot van een stevige slok hadden voortgezet, vroegen ze of we misschien honderd roebel voor ze hadden. We schudden onze portemonnees leeg en dat leverde aan muntjes vijftien roebel op. "Het begin is er!", was de verheugde constatering.  

Verder denk ik dat ze zich met alle plezier hadden aangesloten bij dit kwartet. Deze vier bevonden zich in Severobajkalsk, vanaf Kitsjera een uurtje of twee met de auto over een onverharde weg - wat naar Siberische maatstaven helemaal niks is, natuurlijk. 

---------------

Bij wijze van contrast. Deze jongeling in Komsomolsk aan de Amoer - aanzienlijk verder dan twee uur met de auto - had een helder hoofd. Wat geen overbodige luxe was, want als je na zo'n salto in het water belandt, moet je snel naar de kant. De Amoer stroomt nogal snel. Ze waren trouwens nog geen vijf minuten bezig, of daar kwam, in een motorbootje, de politie. Dat ze daar onmiddellijk mee op moesten houden. Dat deden ze, maar aan de andere kant van die twee boten, honderd meter verderop, gingen ze even later vrolijk verder.

Ook bij het water: 

Een stadsfeest met zang en dans. En nog geen vijftig meter naar links vermaakte de jeugd van Komsomolsk aan de Amoer zich in haar eigen wereld:

Ik wilde nog tegen hem zeggen: laat verder maar, kansloos, maar ik heb me er niet mee bemoeid. 

---------------

Het dorpje Doesjkatsjan aan het Bajkalmeer. Er lag vis op de barbecue, maar daar houd ik niet van. Dus ben ik maar wat gaan lopen met m'n fototoestel.

-----------------

Nog even terug naar Komsomolsk aan de Amoer - met afstand de boeiendste plaats aan de BAM. Je mag toch hopen dat dit mozaïek, al kan je er nog zo veel vraagtekens bij zetten (het is een eerbetoon aan de vrijwilligers van de Komsomol, terwijl de stad voor een groot deel gebouwd werd door gevangenen), tot in lengte van jaren behouden blijft. 

En deze hamer-en-sikkel, in Vanino, mag ook blijven. 

------------------

Chabarovsk. Flyeren voor Navalny. “Er was hier pas nog een Nederlandse mevrouw”, vertelde de jongen in het witte t-shirt, “en die zei dat het in Nederland allemaal veel slechter was. Dat je in Nederland met een klein pensioen maar moest zien rond te komen, met allemaal hoge prijzen en huren.” De mevrouw had een bedrag genoemd (hoe hoog of laag precies, ben ik vergeten) en daar was hij een beetje van in verwarring geraakt. “Zulke hoge pensioenen hebben we in Rusland helemaal niet!” (De mevrouw in kwestie maakte geen deel uit van mijn reisgezelschap, anders had ik haar diezelfde dag nog een paar dingen uitgelegd.)
 

Waarmee we zijn aangekomen bij het einde van mijn foto-verslag. Deze brug hoort er eigenlijk niet bij, want die ligt in Krasnojarsk, over de Jenisej. Het was de eerste halte op weg vanuit Moskou naar het beginpunt van de BAM. Hopelijk wordt deze foto symbolisch, want als mijn plannen werkelijkheid worden, vormt hij de schakel met mijn volgende reis: vanuit Krasnojarsk per boot over de Jenisej naar het noorden. 

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 3

Moestuinen en Stalinbarakken. Deel 3 van het foto-verslag van mijn treinreis langs de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral, de spoorlijn die gebouwd werd in de jaren 1974-1984 en die enkele honderden kilometers ten noorden van de Transsiberische Spoorijn ligt. Hier deel 2

Tynda, de 'hoofdstad' van de BAM. Je zou het niet zeggen als je deze foto ziet, maar Tynda kampt met een dalend inwonertal. Het waren er 70.000 in 1989, toen de bouw van de spoorlijn in volle gang was, nu zijn het er ongeveer de helft. De meisjes - die met de meeste ballonnen was jarig - lopen over de Krasnaja Presnja. Die straat heb je ook in Moskou en dat is geen toeval. De hele USSR bouwde mee aan de spoorlijn en Moskou kreeg Tynda toegewezen als bouwproject.
      

Het dorpje Doesjkatsjan aan het immense Bajkalmeer. We vroegen de vrouwen wanneer ze voor het eerst hoorden van de spoorlijn die er ging komen. Er waren al geruchten voordat het officieel bekend werd, vertelden ze. En verder heb ik niet goed geluisterd, want over het dorpsweggetje liepen twee meisjes met een hondje heen en weer. 

----------------

Tussen Oest-Koet (het beginpunt van de BAM) en Severobajkalsk. Maar het had overal kunnen zijn, want het maakt niet zo veel uit waar je rijdt in Rusland met een trein. De afstanden zijn altijd lang, het uitzicht blijft bijna overal gelijk en ook het ritme van de rails is steeds hetzelfde. En 's nachts, wanneer je ergens stilstaat, hoor je een vrouwenstem (altijd een vrouwenstem) aankondigen dat de trein op spoor 2 gaat vertrekken. Is dat jouw trein? Het maakt niet uit. Je slaapt verder en je komt altijd aan.  

Station Fevralsk, met op de trein dat mooie, rode logo. Het bestaat uit drie letters: РЖД, wat staat voor Russische Spoorwegen (Российские железные дороги).
 

Kitsjera, aan de noordkant van het Bajkalmeer. De bouw van het dorp werd toegewezen aan de toenmalige Sovjet-republiek Estland en we zijn hier in de Tallinstraat. De bewoners  waren trots op hun mooie bloementuintjes en goed verzorgde trapportalen, vol muurschilderingen met als thema: poezen. Ook de moestuinen moesten we beslist zien.

----------------

Met de bouw van Komsomolsk aan de Amoer werd begonnen in 1932. Aan de Amoer staat een standbeeld voor de vrijwilligers - leden van de Komsomol - die daarbij hun beste beentje voorzetten. Niemand maakt er in de stad tegenwoordig nog een geheim van dat toch vooral gevangenen als arbeidskrachten werden gebruikt, bij de bouw en in de fabrieken die er kwamen. Hier, aan de rafelranden van de stad, restanten van barakken. In dit geval werkten de gevangenen in de nabijgelegen staalfabriek, rechts op de rechterfoto.  
 

En van de afdeling water heb ik dit keer de Tatarensont, die ligt ingeklemd tussen de Zee van Ochotsk, de Zee van Japan, Ruslands oostkust en Sachalin, en het voor mijn lezers inmiddels vertrouwde Bajkalmeer. In de Tatarensont, bij het dorpje Datta, wordt gevist op keta. In het Bajkalmeer, bij Severobajkalsk, kort na zonsopgang, op omoel. De stemmen van de vissers in de bootjes reikten ver, maar niet zo ver dat ik ze kon verstaan. Ik had daar anders, denk ik, nog een apart stukje aan kunnen wijden.

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 2

Deel 2 van het foto-verslag van mijn treinreis langs de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral. Hier deel 1

De zomers in zuidelijk Siberië en Ruslands Verre Oosten zijn kort en heet en moeten haastig worden benut. Deze schaduwbokser staat in Chabarovsk aan de oever van de Amoer te midden van drie makkers en uitbundig flanerende stadgenoten.  
 

Fan van een echte bokser, op het station van Novaja Tsjara.
 

Hij was geboren in 1985, stond op het kruis dat tegen de deur van het trapportaal klaarstond. Nadat de kist op de vrachtwagen was geladen, liep de kleine stoet het dorpje uit, naar het kerkhof.
(In Nija, zie deel 1.) 

-------------------

"Waar zijn de Hollanders! Waar zijn de Hollanders!", klonken vrolijke vrouwenstemmen op het stationnetje van Fevralsk, waar onze trein twintig minuten zou stilstaan. Het was een begroeting die ik, onderweg van Tynda naar Novy Oergal, niet had verwacht.

Ze was ook niet voor mij bestemd, maar voor reisgenoot Edwin Trommelen. Die had twee jaar eerder, om materiaal te verzamelen voor zijn boek over de BAM, kort in Fevralsk verbleven en de lokale bevolking was hem nog niet vergeten. Dat hij zijn contacten had ingeseind over zijn nieuwe verblijf in Fevralsk - dit keer van twintig minuten - dat wist ik niet. Het vriendinnenclubje wilde best poseren. "Al je rijkdommen vooruit!" (Все достоинства вперед!), luidde het advies buiten beeld bij de bovenste foto. "Neem ons mee! We hebben het helemaal gehad hier!", riepen ze, en ze gierden het uit. Even later vertrok de trein uit Fevralsk, waar het inmiddels herfst is.     

-------------------

Onder andere vanwege de huisstijl ben ik een groot fan van de Russische Spoorwegen. Rood met grijs, dan denk je: zouden we dat nou wel doen? Nou, zeker wel! En geen conductrice die zich onder diensttijd zonder hoofddeksel buiten de trein waagt! Ik vermoed dat de dame hierboven (prachtig sjaaltje) op het station werkt, van Komsomolsk aan de Amoer in dit geval. Dat is het eindpunt van de BAM. De conductrice hieronder staat aan het beginpunt: Oest-Koet, 3097 kilometer terug. 

------------------

Komsomolsk aan de Amoer. Ik kwam hem de volgende dag tegen in de stromende regen in een parkje bij een fontein met een standbeeld waarvan het hoofd was afgebroken. Ik liet hem de foto zien. "Als je me je e-mailadres geeft, stuur ik hem op", zei ik. Hij wist z'n adres niet. "Dat heb ik een paar jaar geleden aangemaakt, maar ik gebruik dat helemaal niet." 
 

Bij Nizjneangarsk aan het Bajkalmeer. De man had net zijn bootje aangemeerd met een paar kisten verse omoel, of Bajkalhouting, zo u wilt. De jongen verveelde zich, ondanks die spinner, een ongeluk

Hier deel 3.