------------------
Met Valentijnsdag heb ik niet zo veel. Het is een nog niet zo lang geleden uit het buitenland overgewaaid fenomeen, dat bij mij geen wortel heeft geschoten. Waarbij natuurlijk ook een rol speelt dat – ik doe daar niet moeilijk over – met het stijgen der jaren iemands positie op de Valentijnsmarkt er niet echt beter op wordt.
Toch kunnen er op zo’n Valentijnsdag ook bij mij nog heel onverwachte dingen gebeuren. Zo vond ik een paar jaar geleden op 14 februari, na een lange dag waarop ik mij onder meer als tolk Russisch had moeten vervoegen bij de IND op Schiphol, een mooie bos bloemen aan mijn voordeur hangen.
Ik was die dag vroeg op stap gegaan, want denk niet dat de IND op Schiphol zich op Schiphol bevindt. Reis je, zoals ik, met het openbaar vervoer, dan moet je vanaf de luchthaven ook nog een flink stuk met de bus. Het was mijn eerste tolkopdracht daar en ik was, heel verstandig, een dagje eerder wezen kijken waar ik nou precies moest wezen. Want je wilt natuurlijk niet dat zo’n asielzoeker op jou moet gaan zitten wachten.
Dankzij mijn research van de dag ervoor, kwam ik mooi op tijd aan bij het kantoor van de IND. Het was glad die dag, maar daar had ik in de trein en bus geen last van gehad. Ik meldde me aan en even later kwam een aardige medewerkster van de IND naar beneden. We moesten naar het detentiecentrum, een eindje verderop, te bereiken via de snelweg. We liepen de kou in en na een paar meter keek de medewerkster mij vragend aan. Waar stond mijn auto?
Dat misverstand was snel de wereld uit en even later zaten we in een geleende auto van een IND-collega, op weg naar het detentiecentrum. De eerste bocht ging goed, de tweede ook, maar bij de derde draaide de IND-medewerkster tevergeefs aan haar stuur. We eindigden, met de geleende auto, glibberend tegen een lantaarnpaal. Zwaargewonden vielen er niet. We werden opgehaald door een IND-collega (niet die van de geleende auto) en keerden terug naar kantoor. Van de afspraak in het detentiecentrum kwam niks meer terecht en ik kon terug naar huis, met de bus en de trein.
Die dag had ik ook nog avonddienst in mijn hoedanigheid van sportredacteur bij de NOS. Toen ik na afloop tegen middernacht – op de fiets – bij mijn huis aankwam, zag ik tot mijn vrolijke verbazing een bos bloemen aan de deurknop hangen. Nou ja zeg! Valentijnsdag! En er zat een kaartje bij! Van wie kon dat nou zijn? Ik kon hemaal niemand bedenken, wat ik meteen al pijnlijk vond voor degene die me deze verrassing had bezorgd …
Ik deed mijn jas uit, nam de bos bloemen mee naar de keuken en bekeek het kaartje. Het was van de vriendelijke tolkencoördinator van de IND op Schiphol, die hoopte dat ik die ochtend niet al te erg geschrokken was.
-----------------
(Met tolken ben ik vrij snel daarna gestopt. Na een moeizame werkdag met een travestiet uit Azerbeidzjan bij de IND in Ter Apel vond ik het wel goed verder. In het detentiecentrum op Schiphol ben ik nooit geweest.)