jaren 50

Duitse Fotograaf Bock-Schröder - in 1938 opgepakt in Nederland - ging in de Sovjetunie stiekem zijn gang

In 1956 kreeg fotograaf Peter Bock-Schröder de opdracht om in het kielzog van een West-Duitse filmploeg naar Rusland te reizen – het land van zijn vader. Hij was de eerste West-Duitse fotograaf die de Sovjetunie in mocht. In de schaduw van de filmploeg, die ernstig belemmerd werd door oplettende ‘gastheren’, maakte hij met zijn stille Rolleiflex een serie prachtige tijdbeelden.

Nederland, 1935. Foto: P. Bock-Schröder

Nederland, 1935. Foto: P. Bock-Schröder

Bock-Schröder, geboren in 1913 in Hamburg, was een buitenechtelijk kind van een Duitse moeder en een Russische vader. Die vader heeft hij nooit gezien, Russisch leerde hij niet. Zijn opleiding tot fotograaf volgde hij in Berlijn, zijn eerste werkreis, in 1935, bracht hem naar Nederland. Het was een vruchtbaar verblijf, voor het eerst wist hij met zijn foto’s geld te verdienen. Drie jaar later verging het hem tijdens een nieuw ‘bezoek’ minder goed. Als lid van de verboden SDP was hij uitgeweken naar Nederland. Hij werd opgepakt en teruggestuurd.

In de oorlog deed Bock-Schöder dienst bij de Luftwaffe als boordschutter in Afrika. In 1945 gaf hij zich in Hamburg over aan de Engelsen. Hij ging weer aan de slag als fotojournalist en  werkte onder meer voor het tijdschrift Stern. Toen hij de kans kreeg om met een filmploeg naar de USSR af te reizen, hoefde hij niet lang na te denken.

De opdracht kwam van een Duits filmbedrijf, dat in 1956 toestemming kreeg om een documentaire over de Sovjetunie te maken. Vanzelfsprekend was dat bepaald niet. Pas een jaar eerder waren de laatste Duitse krijgsgevangenen uit Rusland teruggekeerd naar huis en West-Duitsland was sinds kort lid van de NAVO.

Het werd nog een hoop gedoe, die film. Met het Moskouse ministerie van Cultuur was een contract van vijftien pagina’s getekend, waarvan paragraaf drie luidde: "Thema des Films ist die objektive Berichterstattung über die UdSSR, über die Arbeit der Sowjet-Menschen, ihr Alltagsleben, ihre Kunst, Erholung und andere Seiten des sozialen und kulturellen Lebens." Tegenover elke draaidag stonden vier dagen van onderhandelen. Was het slechte schoeisel van de mensen in de rij voor het Lenin- en Stalinmausoleum een ‘objectief’ beeld? “Objektiv ist”, zo werd de Duitsers uitgelegd, “was die Freundschaft zwischen den Völkern fördert.”

Peter Böck-Schröder

Peter Böck-Schröder

De montage diende volgens het contract in Moskou te gebeuren, met een vetorecht, ook wat het commentaar betreft (commentaarstem: Gert Ruge) voor de Russen. Het resultaat kreeg de titel Wir sahen mit unseren Augen Russland heute. Het was een zeer officieel beeld van de USSR, ongeveer wat ook het Sovjet-reisbureau Intoerist graag liet zien. In Duitsland ging aan de film een mededeling vooraf, waarin gewezen werd op de “unvorstellbare Schwierigkeiten” tijdens de opnamen. “Er entstand unter denselben Bedingungen, unter denen alle westlichen Journalisten in der Sowjet-Union arbeiten."

Peter Bock-Schröder was ondertussen rustig zijn gang gegaan. Met zijn Rolleiflex was hij uiteraard veel wendbaarder en vooral minder opvallend dan de cameraploeg. Voor zijn vertrek uit Rusland naaide hij de meeste van zijn ontwikkelde rolletjes in de voering van zijn jas en bracht ze zonder problemen de grens over.

Bock-Schröder maakte nog reportages in Noord- en Zuid-Amerika. In 1972 coverde hij de Olympische Spelen in München. Op zijn 60ste tekende hij een contract met de persafdeling van het vliegveld van München. Hij overleed in 2001.

Hier een selectie van Bock-Schröders foto's. Ik heb me beperkt tot zijn werk in zwart-wit, die me aanzienlijk beter bevallen dan zijn kleurenfoto's. De kleine en de grote mannen op de tweede en de derde foto staan op de tribune van de Moskouse paardenrenbaan. Nog niet zo gek lang geleden deed ik mijzelf daar financieel flink tekort, waarover u hier alles kunt lezen. De foto van de schutterskoepel is genomen op de heuvel in Stalingrad/Volgograd, waar later het enorme standbeeld 'Het moederland roept' zou verrijzen. Alle foto's hieronder zijn, voor zo ver ik heb kunnen nagaan, gemaakt in Rusland, behalve die van de vier vrouwen die aan de weg werken - dat is Azerbeidzjan. 

En dan volgt er nu een wat raar slot ... Op zoek naar foto's  van Bock-Schröder stuitte ik op werk van Burt Glinn, die de Sovjetunie in 1963 bezocht. Zijn foto's vind ik mooier.  Over Glinn binnenkort uiteraard meer.

Maja Plisetskaja. Foto: Burt Glinn

Maja Plisetskaja. Foto: Burt Glinn

Gelukkig Nieuwjaar! Uit de jaren vijftig en de Tweede Wereldoorlog.

Gelukkig Nieuwjaar! (De lampjes vormen samen de mededeling: Het zevenjarenplan vervullen wij voortijdig!)

Gelukkig Nieuwjaar! (De lampjes vormen samen de mededeling: Het zevenjarenplan vervullen wij voortijdig!)

Rusland in woord en beeld gaat met kerst- en nieuwjaarsreces, maar niet nadat de voltallige redactie de trouwe lezers een uitstekend Nieuwjaar heeft gewenst. Wij doen dat in stijl, met nieuwjaarskaarten uit de USSR uit de jaren vijftig, aangevuld met kaarten uit de Tweede Wereldoorlog.

Ik gebruik bewust niet het woord kerstkaart: er staan weliswaar volop kerstbomen op al die kaarten, maar Kerstmis was in de atheïstische Sovjetunie natuurlijk geen officiële feestdag.

Volop kerstbomen dus op die kaarten, maar vlak de raketten niet uit. Die waren erg populair in die jaren, als symbool van de Sovjet-successen in wetenschap en techniek, en natuurlijk – dat kwam mooi uit - als lichtende tegenhanger van al die religieuze bekrompenheid. De Kerstman kwam in de USSR in die jaren bijna vaker per raket naar Moskou dan met een slee.

Prachtig vind ik de kaarten met sneeuw en zware industrie. Ik geloof niet dat wij in de jaren vijftig – of daarna – rokende schoorstenen uit de Botlek aan familie en vrienden stuurden. (En ook hier weer zo'n raket of een heel modern vliegtuig aan de hemel.)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Erg blij ben ik dat ook ingenieur Sjoechov weer eens langskomt met een van zijn torens.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit is mijn favoriet. Het rode vaantje met ‘USSR september 1959’ is wat verwarrend, maar in die maand maakte de atoomijsbreker Lenin zijn eerste vaart – en dat is natuurlijk wel een vermelding op een nieuwjaarskaart waard.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hier nog een kleine veertig meer:

 

En hier nog een verzameling kaarten uit de oorlogsjaren. Grofweg zijn die te verdelen in twee groepen: kaarten waarop het thuisfront stond afgebeeld en kaarten met taferelen van het echte front. Hier is mijn favoriet de tekening van twee grimmige partizanen die zojuist een Duitse tankwagen in brand hebben geschoten. Gelukkig Nieuwjaar!, staat eronder.   

GAZ51+Studebaker: vrachtwagens met reclame voor de Sovjetconsument

Uiteindelijk heb ik er ruim twintig van gevonden, kleine vrachtwagens uit de jaren vijftig van (vermoedelijk) hetzelfde type, met reclame op de zijkanten. Het zijn symbolen van een veranderende economie: lag de nadruk in de USSR decennia lang op de zware industrie, in de loop van de jaren vijftig kwam er meer aandacht voor de consument.

De vrachtwagens wierpen, in al hun aandoenlijkheid, een aantal vragen op. Van wie waren ze? Wie zette die reclames erop? En wat was, technisch gezien, hun achtergrond? Ik waarschuw meteen maar: u gaat van mij geen duidelijke antwoorden krijgen.

Om met de techniek te beginnen. We hebben hier steeds te maken met het chassis van de GAZ51, gefabriceerd door de Gorki Avtomobolinyi Zavod. (Gorki is het huidige Nizjny-Novgorod, Zavod betekent fabriek.) Daar had men voor de Tweede Wereldoorlog al een prototype gefabriceerd, maar toen de echte productie zo’n beetje kon beginnen, vielen de Duitsers het land binnen. Wat er tijdens de oorlog ook het land binnenkwam, waren – in het kader van het Lend-Lease-programma – Amerikaanse vrachtwagens, waaronder de befaamde Studebakers. En daar begint de verwarring. De vrachtwagens die in Gorki na de oorlog van de band rolden, hadden het een en ander geleend van de Studebakers, maar wat precies? Russische bronnen zijn bepaald niet eenduidig (sommige laten de Amerikaanse vrachtwagen, uit vaderlandsliefde vermoed ik, zelfs geheel onvermeld) en het interesseert me ook eigenlijk niet.  

Sovjetsoldaten op een Studebaker

Sovjetsoldaten op een Studebaker

Van wie waren die vrachtwagens? Van Mosgortrans, lees ik overal. Die naam is opgebouwd uit drie afkortingen (Mos=Moskou, gor=gorodskoj/stads-, trans=tranport), maar dat brengt me ook niet veel verder. Mosgortrans werd in 1958 opgericht om het openbaar vervoer (tram, bus, trolleybus) onder één dak samen te brengen. Deed Mosgortrans ook aan vrachtvervoer? Ik kom er op de site van het bedrijf – met een aparte pagina over de geschiedenis – niets over tegen. Werden de vrachtwagens ‘geleased’ aan andere sectoren? En zorgde Mosgortrans dan ook voor die reclames op de zijkanten? Dat zou me niet verbazen. Zoiets zal in de planeconomie van de USSR niet aan de creatieve geesten van steeds weer aparte bedrijven zijn overgelaten. Ook de gelijkenis van veel van de foto’s duidt op een centraal gestuurd beleid.

Ik ben nu een week bezig geweest met deze vragen. Mocht u echt een antwoord willen, zoekt u dan vooral zelf verder. 

Model

In de fotogalerij hieronder vindt u de 22 verschillende (qua reclame) vrachtwagens die ik heb gevonden, en helemaal onderaan nog, als een soort bijvangst, drie alleraardigste busjes (Russische bijnaam: boechanka/broodje). Die busjes nodigen uit tot een nieuw stukje, maar ik ga dat niet schrijven. Zoals ik ook niet ga schrijven over het schisma binnen de Russische automodelverzamelaarswereld – ergens schijnt een grove fout gemaakt te zijn met de cabine van een van die reclamevrachtwagentjes.      

Ik sluit af met een citaat uit Het gouden kalf van Ilf & Petrov, met excuus aan diegenen die het Russisch niet machtig zijn.

— Позвольте, — воскликнул он с юношеской назойливостью, — но ведь в пробеге нет никаких "лорен-дитрихов"! Я читал в газете, что идут два "паккарда", два "фиата"и один "студебеккер".
— Идите к чертовой матери со своим "студебеккером"! — заорал Остап. — Кто такой Студебеккер? Это ваш родственник Студебеккер? Папа ваш Студебеккер? Чего вы прилипли к человеку? Русским языком ему говорят, что "студебеккер" в последний момент заменен "лорен-дитрихом", а он морочит голову! "Студебеккер!"

O wacht, bijna vergeten. Je kon op dat GAZ51-chassis (zie boven) nog veel meer zetten dan alleen een vrachtwagenbak. Hier een paar aardige voorbeelden. Eentje met een verhoging voor het vervoer van zure room …

…. Je had ze ook met aanhanger, met deze werd brood vervoerd …

… En eentje voor ‘veterinaire desinfectering’, waar ik maar niet te dicht bij in de buurt zou komen.  

En hier nog de beloofde busjes:

Een boek is het beste geschenk

Een boek is het beste geschenk

Aeroflot

Aeroflot

Stoffen in ruime keus

Stoffen in ruime keus

Het archief van Sovjet-fotograaf Semyon Fridlyand ontsloten - dankzij twee Amerikaanse oplichters

Waar deze foto genomen is, weet ik niet. De maker is Semyon Fridlyand, een vooraanstaand fotograaf uit de Sovjetunie. Het jaartal: ik schat rond 1955.

De foto maakt deel uit van de Dalbey Photographic Collection, die beheerd wordt door de Universiteit van Denver. De collectie telt meer dan 24.000 negatieven, afdrukken, brieven, kladblokjes en beschreven enveloppen waarin de negatieven bewaard werden. Het overgrote deel bestaat uit het archief van Fridlyand. Heel zorgvuldig in zijn notities was hij niet, van veel foto’s is niet duidelijk waar en wanneer ze zijn genomen. Bij de gebeurtenis hierboven maakte hij meerdere foto’s, maar ook die geven geen uitsluitsel. Een bijeenkomst (1 mei?) met bijna uitsluitend vrouwen, een paar honderd. Ze zitten bij een hek waarachter een kanaal of rivier loopt. Er worden prijzen uitgereikt.

Fridlyand (1905- 1964) werd geboren in Kiev. Via zijn neef, de vermaarde ‘journalist nummer 1’ Michail Koltsov, belandde hij bij het tijdschrift Ogonjok. Andere werkgevers waren onder meer Bouwplaats USSR  (СССР на стройке) ) en Sojoezfoto. Uiteindelijk keerde hij weer terug bij Ogonjok. Hoewel de meeste van zijn foto’s in zwart-wit zijn, hier een selectie van zijn werk in kleur:

 

Het archief van Fridlyand belandde eind vorige eeuw in de Verenigde Staten. Het tijdschrift van de Universiteit van Denver schrijft daarover: “In the Soviet Union photography was not highly valued, so many families of the most famous photographers sold the photographs to international collectors when the Soviet Union opened up in the early 1990s.” Wat een beetje onzin is. De USSR ging niet open in de vroege jaren negentig, maar viel uiteen. En in de jaren daarna was er, inderdaad, weinig belangstelling voor culturele producten met een Sovjet-inslag.

De universiteit heeft de collectie in bruikleen van Russ en Cathy Delby en werkt aan de ontsluiting ervan. Ik wilde wat meer weten over die Russ en Cathy en stuitte op een bericht uit 2013 over een oplichtingsaffaire waarbij de waren betrokken. De uitkomst was een schikking, waarbij Russ en Cathy 330 miljoen dollar moesten betalen.     

In de niet al te verre toekomst schrijf ik nog wat meer over Semyon Fridlyand (en wie weet ook over Russ en Cathy). Maar eerst een korte zomerpauze. 

Semyon Fridlyand

Semyon Fridlyand

De Sovjet-jaren vijftig en zestig door de ogen van de mysterieuze Duits-Russische fotograaf Erwin Volkov (1920-2003).

Leningrad, 1957

Bijzonder irritant, dit. Je komt mooie foto’s tegen van een fotograaf met een op het oog intrigerende levensloop en je kan niks over hem vinden. Of bijna niks. Alles wat hieronder staat, heb ik uit een persbericht van het Moskouse Gebroeders Lumière Centrum voor Fotografie, waar onlangs een tentoonstelling was gewijd aan de fotograaf in kwestie: Erwin Volkov (1920-2003).

Volkov was de zoon van een Duitser die in de Eerste Wereldoorlog krijgsgevangen werd gemaakt. (Waar? Door wie?) Hij trouwde met Nadezjda Volkova uit Sint-Petersburg. (Waar hadden die elkaar ontmoet?) Erwin belandde in 1942 in de Sovjetunie in krijgsgevangenschap en bracht daar de volgende zes jaar door. (Waar? Onder wat voor omstandigheden?) En ik citeer het persbericht: “Afterwards he was sent to East Germany to work in the media.” Hoe raadselachtig wilt u het hebben?

In opdracht van de Oost-Duitse Wochenpost reist Volkov in 1957 in een Wartburg kris-kras door de USSR. Hij maakt wekelijks reportages, van Moermansk tot Abchazië. Meer reisverslagen uit de Sovjetunie volgen in 1961, 1965 en 1967. Volkov raakt bevriend met de Moskouse fotograaf Joeri Krivonosov. Na Volkovs overlijden geeft Krivonosov diens weduwe een doos met negatieven, waarop staat: Russland.

Uit die doos werd de Moskouse tentoonstelling samengesteld, van in totaal zestig foto’s. Het zijn eenvoudige, persoonlijke, ‘sympathieke’ beelden, zonder enige politieke kleur. Veel zijn er niet te vinden op het net.   

 

En ik kwam nog wel een site tegen van een bezoeker, die op de tentoonstelling foto’s van de foto’s heeft gemaakt. Daar vindt u er nog een aantal, waaronder deze, van Volkov in 1957 in Wit-Rusland:

Eén foto van Volkov had ik al eens eerder gezien. Samen met de foto bovenaan, uit Leningrad, is dit mijn favoriet. Hij is genomen op het Rode Plein, op 14 april 1961. Daar is men in afwachting van Joeri Gagarin, die gehuldigd gaat worden:   

Wie meer weet over het leven van Erwin Volkov, ik houd me aanbevolen.

Monumentaal Sovjet-reliëf van Jevgeni Voetsjetitsj blootgelegd in hartje Moskou.

Bij archeologie denk je toch vooral aan Scythen, diverse klokbekerculturen en allerlei Romeinse gangen onder het Utrechtse Domplein. Maar kijk hier nou, waar ze in hartje Moskou tegenaan liepen. Een puntgaaf relikwie uit het Sovjettijdperk.

Gezien de imperiale ambities van de huidige Kremlinbewoners, met sympathie bekeken door menig onderdaan, is het af en toe lastig te geloven dat de Sovjetunie passé is. Toch kwam er in 1991 echt een einde aan de USSR en een plots gevonden relikwie uit die tijd heeft alles van een archeologische vondst uit een voorbij tijdperk.

Bovenstaand reliëf van 90 vierkante meter stamt uit 1953 en is van de hand van Jevgeni Voetsjetitsj. Het heet “Eer aan het Sovjetvolk, vaandeldrager van de vrede!” (“Советскому народу, знаменосцу мира - слава!”). Het werd aangetroffen tijdens groot onderhoud aan een van de paviljoens van de Tentoonstelling van Economische Verworvenheden, de VDNCh. Van een van de muren werd een triplex wand verwijderd en daar stond opeens een menigte Sovjetburgers onder een wapperend vaandel, met op de achtergrond onder meer de Moskouse universiteit en de Sjoechovtoren.

In het begin van de jaren zestig voldeed het reliëf van Voetsjetitsj niet meer aan de “nieuwe eisen van de Sovjet-estethiek”, aldus de persdienst van de VDNCh, en werd er een wandje tegenaan gezet. Waarvoor wij de VDNCh dankbaar zijn, want zo kon het kunstwerk in alle rust wachten tot het door – in dit geval onbedoelde – archeologen tevoorschijn zou worden getoverd.

Het reliëf van Voetsjetitsj zal voor het publiek te zien zijn op een jubileumtentoonstelling die op 1 augustus wordt geopend.

Volgograd

Het bekendste werk van Voetsjetitsj (1908-1974) zijn de beelden van het aan de Tweede Wereldoorlog gewijde herdenkingscomplex in Volgograd, het vroegere Stalingrad. Over de befaamde ingenieur Sjoechov en zijn bouwwerken schreef ik eerder hier en hier. En op mijn oude weblog schreef ik al eens over een archeologische vondst van restanten van het Sovjetpaviljoen van de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1937. Dat stukje is nog niet opvraagbaar, maar daar wordt aan gewerkt.    

Jevgeni Voetsjetitsj

Mir! Droezjba! Nederlandse atleten en progressieve Duitsers op een vrachtwagen in Moskou. Het Wereldjeugdfestival van 1957.

Een beetje verveeld bekeek ik ze maar weer eens, foto’s die ik tegenkwam, uit 1957, van het Zesde Wereldjeugdfestival in Moskou. Die optocht door de straten, de enthousiaste mensenmassa, het ‘Mir! Droezjba!’ uit duizenden kelen – ik had die plaatjes al zo vaak gezien …

Maar toen zag ik deze foto:

Nederlanders, en díe zag ik voor het eerst. Ondanks het wapperend rood-wit-blauw twijfelde ik nog even, maar de meisjes met hun Volendamse kapjes… nee, hier reden landgenoten door de hoofdstad van de Sovjetunie. Een beetje ongepast leek het me wel, ten tijde van de Koude oorlog bij zo’n politiek zwaar beladen festijn op komen draven in klederdracht, maar, dacht ik, die faux pas werd ruimschoots goedgemaakt door die twee knullen links met hun AA-embleem op de borst. Eén van die twee letters stond natuurlijk voor Arbeiders. Dat vermoeden werd sterker toen ik na wat googelen in het jaarverslag van 1957 van de BVD het volgende zinnetje aantrof: “Geen bijzondere AA-activiteit in Nederland waargenomen, sterk verminderde invloed op de massa”.

Ik besloot verder te zoeken en zette de foto op Facebook. Had iemand enig idee waar die letters AA voor stonden? Binnen vijf minuten kreeg ik van Luuc Kooijmans deze foto toegestuurd:

De onvolledige cirkel rond de twee A’s bleek een C, en AAC staat voor Amsterdamsche Athletiek Club (zie de hardloper met nummer 252).   

Klederdracht geflankeerd door atletiekshirtjes – een dubbele faux pas, zo dacht ik met lichte schaamte. Enig nader onderzoek leerde me gelukkig dat dat best meeviel. Lang niet alles daar op dat festival was van politiek doordrenkt. Sowieso stond van de zevenhonderd Nederlandse aanwezigen 20 procent – ik put uit genoemd BVD-jaarverslag – te boek als niet-communist. De aanwezigheid van die 20 procent was volgens de veiligheidsdienst niet louter het gevolg van succesvolle Sovjet-propaganda: “In de eerste plaats zal de aantrekkelijkheid voor velen daarin hebben gelegen, dat zij een bezoek aan een ver en vreemd land konden brengen voor slechts ƒ 250.- per persoon, een bedrag dat slechts een fractie van de normale kosten voor een dergelijke vacantiereis moet zijn geweest.”

Het was voor velen gewoon een boeiend avontuur. Men maakte deel uit van een vrolijke draaikolk, met tal van activiteiten op het gebied van – jawel – sport, dans en muziek. Zo las ik in een artikel van Paul Arnoldussen dat Carel Porcelijn op het festival “de finale haalde in het blokfuitconcours”.   

De foto van de Nederlanders werd gemaakt op 28 juli, de dag van de opening van het festival. Hier een filmpje waar de vrachtwagens (vanaf 0.40) duidelijk te zien zijn, maar helaas niet die met de Nederlanders. Ze komen ook niet in beeld bij de optocht in het stadion (vanaf 4.11). Die eer valt wel de Duitsers te beurt, en de commentator zegt dan (op 5.40): "Het progressieve deel van de Duitse jeugd strijdt onvermoeibaar voor de eenheid van alle Duitsers."

 

Een nog betere indruk geeft onderstaande fotocompilatie van een van de Amerikaanse aanwezigen. Duidelijk wordt hoe oprecht enthousiast de Moskovieten waren. Het optimisme en het vertrouwen in de toekomst zijn bijna voelbaar. Het moet ook indrukwekkend en opwindend zijn geweest. Tientallen jaren was er – los van de Duitse Wehrmacht – in Rusland nauwelijks een buitenlander te zien geweest, en opeens waren ze daar, dertigduizend tegelijk! Wel maakt een enkel Nederlands verslag melding van enige irritatie over het aanhoudende 'Mir! Droezjba!' (Vrede! Vriendschap!) dat altijd en overal maar klonk. En daar kan ik me wel wat bij voorstellen. Als je die beelden zo ziet, begrijp je werkelijk niet dat toen in 1957 daar in Moskou de eeuwige wereldvrede niet is uitgebroken.

Het spandoek waarmee de Amerikaanse delegatie het stadion betrad, was nog de inzet van een ideologisch geschil, dat op het allerlaatste moment kon worden opgelost: “A small Group of the 180 Americans, declaring they are ‘neither delegates nor supporters’ of the event, refuse to participate in the opening ceremony under the Russian-made banner ‘US Delegates Salute VIth World Festival’. To avoid conflict the entire group votes to reword the banner, but the Russians  say there is not enough time to do it, so the Americans improvise, using strips of bed sheet and shoepolish to change it to: ‘USA Participants Salute World Youth’. Het bijgewerkte doek is te zien vanaf 8.46:

[filmpje is helaas van YouTube verdwenen]

In het BVD-verslag wordt trouwens nog melding gemaakt van een “Surinaams comité te Amsterdam ter bevordering van het deelnemen aan het Moskouse jeugdfestival”. Dat comité heeft zijn werk goed gedaan, in een aantal filmpjes is heel even een groepje Surinamers te zien. Die hadden het geluk dat ze vlak achter de meer aandacht trekkende Amerikanen liepen en zo kwamen ook zij in beeld.  

Ten slotte 1: Via Cees Groenland, secretaris van atletiekvereniging AAC, heb ik geprobeerd om de namen te achterhalen van de beide Nederlanders op de vrachtwagen. Dat is (nog) niet gelukt.

Ten slotte 2: Eerder schreef ik hoe twee Russen vele jaren later met hulp van de KRO twee Nederlanders terugvonden die zij in Moskou op het festival hadden ontmoet.

Ten slotte 3:  Beide filmpjes hierboven beginnen met de Hymne van de democratische jeugd. Het lied beleefde zijn première op het jeugdfestival van 1947 in Praag. De muziek is van Anatoli Novikov. Wij herkennen hier natuurlijk meteen “En van je hoempa, hoempa, hoempa” van volkscomponist J. Hoes. Ik weet niet wie hier het refrein van wie heeft gejat, maar ik heb wel een vermoeden.