Waar deze foto genomen is, weet ik niet. De maker is Semyon Fridlyand, een vooraanstaand fotograaf uit de Sovjetunie. Het jaartal: ik schat rond 1955.
De foto maakt deel uit van de Dalbey Photographic Collection, die beheerd wordt door de Universiteit van Denver. De collectie telt meer dan 24.000 negatieven, afdrukken, brieven, kladblokjes en beschreven enveloppen waarin de negatieven bewaard werden. Het overgrote deel bestaat uit het archief van Fridlyand. Heel zorgvuldig in zijn notities was hij niet, van veel foto’s is niet duidelijk waar en wanneer ze zijn genomen. Bij de gebeurtenis hierboven maakte hij meerdere foto’s, maar ook die geven geen uitsluitsel. Een bijeenkomst (1 mei?) met bijna uitsluitend vrouwen, een paar honderd. Ze zitten bij een hek waarachter een kanaal of rivier loopt. Er worden prijzen uitgereikt.
Fridlyand (1905- 1964) werd geboren in Kiev. Via zijn neef, de vermaarde ‘journalist nummer 1’ Michail Koltsov, belandde hij bij het tijdschrift Ogonjok. Andere werkgevers waren onder meer Bouwplaats USSR (СССР на стройке) ) en Sojoezfoto. Uiteindelijk keerde hij weer terug bij Ogonjok. Hoewel de meeste van zijn foto’s in zwart-wit zijn, hier een selectie van zijn werk in kleur:
Het archief van Fridlyand belandde eind vorige eeuw in de Verenigde Staten. Het tijdschrift van de Universiteit van Denver schrijft daarover: “In the Soviet Union photography was not highly valued, so many families of the most famous photographers sold the photographs to international collectors when the Soviet Union opened up in the early 1990s.” Wat een beetje onzin is. De USSR ging niet open in de vroege jaren negentig, maar viel uiteen. En in de jaren daarna was er, inderdaad, weinig belangstelling voor culturele producten met een Sovjet-inslag.
De universiteit heeft de collectie in bruikleen van Russ en Cathy Delby en werkt aan de ontsluiting ervan. Ik wilde wat meer weten over die Russ en Cathy en stuitte op een bericht uit 2013 over een oplichtingsaffaire waarbij de waren betrokken. De uitkomst was een schikking, waarbij Russ en Cathy 330 miljoen dollar moesten betalen.
In de niet al te verre toekomst schrijf ik nog wat meer over Semyon Fridlyand (en wie weet ook over Russ en Cathy). Maar eerst een korte zomerpauze.