rechtspraak

Autodieven en een moordaanslag: mijn zeer korte loopbaan als tolk in strafzaken - 3

———————

ind.jpg

Er was nog iets waar ik tegenaan liep bij mijn wankele schreden op het tolkenpad – alsof het nog niet genoeg was dat ik flink wat moeite had om een paar zinnen op rij correct te onthouden. Strafzaken worden niet gehouden om heuglijke voorvallen nog eens te memoreren. Je wordt als tolk onvermijdelijk geconfronteerd met de zelfkant van de samenleving. En dat gebeurt niet even terzijde, vluchtig, nee, dat gaat in geuren en kleuren. Daar had ik geen rekening mee gehouden, toen ik me dacht te gaan bekwamen in het tolkenvak.

Bij de IND viel het nog wel mee – geen strafzaken immers – maar ook daar kon de confrontatie met iemand die het niet meezat in het leven, me rauw op het dak vallen. Zo werd ik, niet in het bezit van een rijbewijs, op een ochtend verwacht bij het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel. Vanuit Hilversum, met het openbaar vervoer, is dat nogal lastig. (Vanuit elders in de wereld, ik weet het, nog een stuk lastiger.) Ik was dus al geruime tijd uit de veren, toen ik aanschoof bij een gesprek tussen een IND-medewerker en een asielzoeker.  

Het gesprek was uiteraard vertrouwelijk. Veel ben ik trouwens toch al vergeten. De man was een transseksueel (of een travestiet, dát weet ik al niet eens meer zeker) uit Azerbeidzjan, die na een verblijf in Turkije in Nederland was beland en hier nu asiel aanvroeg. Het onderhoud met de ambtshalve achterdochtige IND-medewerker, dat steeds meer kreeg van een streng verhoor, duurde lang en ging ook na de lunch nog door. Na al die uren namen mijn verbale krachten af. De asielzoeker, die uitgebreid en af en toe in tranen had verteld wat hem elders allemaal was aangedaan, merkte dat bij mij de scherpte eraf was en eiste een andere tolk – een eis die door mij keurig werd vertaald. De medewerker ging er niet op in, en terecht, want voor de vragen en antwoorden die over tafel gingen, waren mijn verrichtingen nog wel voldoende. Het gesprek ging maar door, er kwamen weer tranen, en ik was blij toen ik eindelijk weer in de bus zat, op weg naar huis. Het was niet leuk geweest, en niet eens door die aantijging van de asielzoeker aan mijn adres. De verhalen die hij had verteld hadden de IND-medewerker op het oog niet geraakt, maar mij wel. Was alles aangedikt en overdreven, de tranen gespeeld? Dat is zeer wel mogelijk, maar ik was er, het zal onaardig klinken, liever verre van gebleven.

Rechtbank van Utrecht

Rechtbank van Utrecht

En toen kwam dan toch de eerste keer dat ik ging tolken in een heuse rechtbank! In Utrecht. Nog maar bij de rechter-commissaris, niet tijdens een rechtszaak, maar toch. Het betrof een moordaanslag door een Nederlander op een Russische vrouw en de rechter-commissaris wilde van haar nog eens horen wat er nou precies allemaal gebeurd was. En niet alleen tijdens de aanslag zelf (de verdachte had een rubber hamer gehanteerd, zo eentje waarmee stratenmakers klinkers op hun plaats slaan), maar vooral ook wat zich in de tijd daarvoor allemaal tussen slachtoffer en verdachte had afgespeeld. Publiek was er niet bij, alleen nog een notulist, maar het was zo al gênant genoeg. De Russische vrouw kwam op mij sympathiek over, ze had iets van een moeke, en dat maakte het allemaal nog pijnlijker. Op zoek naar een relatie was ze tegen een fout figuur aangelopen. Onder meer kwamen – laat ik het maar zo formuleren – op het intieme vlak de verlangens niet helemaal overeen.

Na drie kwartier was het allemaal klaar – dacht ik. Maar tot mijn schrik zei de rechter-commissaris dat de notulist (ik geloof dat ‘griffier’ de officiële titel is) het gesprek nog even zou uitwerken en dat we dan alles nog een keer zouden doornemen. Dat kwam erop neer dat het hele gesprek opnieuw werd opgelezen en ik alles nog eens in het Russisch moest vertalen. Op mijn tenen lopend redde ik het net. De rechter-commissaris bedankte me vriendelijk voor mijn inspanningen. Ik stond op – en schoof de stoel meteen zo snel mogelijk terug onder de tafel. Op de zitting was overduidelijk te zien dat ik behoorlijk had zitten zweten.    

In de hal van de rechtbank wisselde ik nog wat woorden met het Russische slachtoffer. Ze oogde verslagen en ik wist niet wat ik met de situatie aan moest. Eenmaal buiten haalde ik diep adem en besloot zonder enige aarzeling per direct een punt te zetten achter mijn loopbaan als tolk in strafzaken.

-----------------

Hier deel 1 en deel 2.

Als extraatje, voor de taalkundig geïnteresseerde lezer niet vertrouwd met stafrechtjargon, hier een aardige tenlastelegging – d.w.z. eentje zonder bloed en zo. Zo’n tekst is vooraf beschikbaar, die hoor je tijdens de zitting dus niet voor het eerst, maar het taalgebruik – let wel: in dit geval nog relatief overzichtelijk – is voor een tolk (en volgens mij niet alleen voor een tolk) evengoed om gek van te worden.  

Aan verdachte is ten laste gelegd dat: hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 19 april 2012 te Best en/of Eindhoven, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer geautomatiseerde werken, te weten de webserver van [site], of in een deel daarvan, is binnengedrongen, waarbij de toegang is verworven met behulp van een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) meermalen, althans eenmaal, - ingelogd op die webserver, met gebruikmaking van inloggegevens en wachtwoord, tot welk gebruik hij en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd is/zijn en/of - (vervolgens) (medische) dossiers/gegevens bekeken, waarna verdachte vervolgens meermalen, althans eenmaal, gegevens, die waren opgeslagen, werden verwerkt of werden overgedragen door middel van dat/die geautomatiseerd(e) werk(en) waarin verdachte zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf of een ander heeft overgenomen, afgetapt of opgenomen, immers heeft hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, deze (medische) dossiers/gegevens gekopieerd/(uit)geprint.

Autodieven en een moordaanslag: mijn zeer korte loopbaan als tolk in strafzaken - 2

———————-

omslag_ontwerp_png.png

De avondopleiding Tolken in strafzaken, waar ik me tegen beter weten in voor had ingeschreven, was buitengemeen interessant – het theoretische gedeelte, althans. Ik leerde hoe een rechtszaak in elkaar stak, kreeg uitleg over verschillende soorten schuld en opzet en over wat verder zoal van invloed kan zijn op het oordeel van de rechter. De theorie-examens vormden geen enkel obstakel, het praktijk-examen daarentegen, waarbij ik in een nagespeelde zitting moest tolken voor een Russischtalige verdachte, werd een worsteling, die ik pas bij de tweede poging overleefde. Ik had de grootste moeite om meer dan drie zinnen achter elkaar te onthouden, maar de examencommissie gaf me (ik vermoed vanwege mijn op zich uitstekende Russisch) bij dat herexamen het voordeel van de twijfel.

Ik kreeg mijn diploma en kwam op de tolkenlijst van Justitie. En had ik nu gaandeweg aan vaardigheid kunnen winnen, door een rustige opbouw (van een winkeldiefstalletje via rijden onder invloed naar openbare geweldpleging en poging moord), dan was het misschien nog wat geworden. Maar zo ging het niet. Ik had mijn diploma nog niet op zak of ik werd gebeld door de rechtbank van Amsterdam. Of ik de week daarop kon komen tolken voor de meervoudige strafkamer. Ik zei ja, maar dacht toen ik de telefoon had neergelegd meteen: nee. Waar de zaak over ging, wist ik niet, maar dat ‘meervoudige’ deed me iets te veel denken aan een dubbele, of wie weet zelfs driedubbele moord. En dat ik dan door mijn gehannes die arme verdachte of geharde moordenaar ten onrechte de cel in zou laten verdwijnen of juist niet. Ik belde Lena, een studiegenote van de avondopleiding, en vroeg of zij  misschien wilde tolken bij die vijfvoudige moord. Ze nam de klus met alle plezier van me over. Mijn opluchting was groot.

justitie.jpeg

Zo nam Lena ook de volgende zaak waarvoor ik werd gebeld voor haar rekening: autodiefstal. Een eenvoudig delict, maar ik dacht toch: laat ik nou eerst maar eens bij het publiek gaan zitten en zien hoe dat gaat. Dan kon ik altijd nog kijken of ik een volgende, vergelijkbare klus wel zou accepteren. Dat bleek een wijs besluit. Er waren maar liefst víjf verdachten (bendeleden uit meerdere landen) en na de eerste, behoorlijk lange zinnen van de officier van justitie begonnen de tolken (één per verdachte) elk afzonderlijk, maar wel tegelijkertijd, aan hun vertaalwerk. Er steeg een geroezemoes op, dat mij, had ik ertussen gezeten, volledig uit mijn toch al wankele evenwicht zou hebben gebracht.

Zo niet Lena. Ik had haar gevraagd of ze het vervelend zou vinden als ik als toeschouwer in de zaal zat. Ze vond het geen probleem en ik begreep nu waarom. Met een koelbloedigheid die me bijna angst inboezemde, klaarde ze de klus. Ze zou het net zo makkelijk live op de tv hebben gedaan.

Er was juridisch tolkwerk dat me wel redelijk afging: bij de IND. Daar werd ik ook voor gebeld en mijn eerste klus was een Georgische asielzoekster op de IND-afdeling bij Schiphol. Waarom dat gesprek in het Russisch moest, weet ik niet meer. Zíj sprak het in geval prima en het tolken ging verder ook best. Ik kon de IND-medewerker rustig onderbreken (“Mag ik dit even vertalen?”) en af en toe zoeken naar een woord was ook geen probleem. Toch was ook zo’n ontspannen setting geen garantie voor succes. Ik schreef eerder al een stukje over hoe ik op Valentijnsdag in de auto van een IND-medewerker tegen een lantaarnpaal botste. Andere problemen deden zich voor toen ik in Ter Apel moest opdraven voor een gesprek met een transseksueel uit Azerbeidjzan.

Wordt vervolgd

Hier Deel 1 en deel 3.

Autodieven en een moordaanslag: mijn zeer korte loopbaan als tolk in strafzaken - 1

——————

justitie.jpeg

Toen ik opstond, met naast me het Russische slachtoffer, zag ik dat ik op de stoel, onder mijn zitvlak, een natte plek had achtergelaten. Dat was het moment waarop ik besloot om per direct een punt te zetten achter mijn loopbaan als tolk in strafzaken.

Toen ik me voor de vereiste avondopleiding inschreef, wist ik eigenlijk al: dat tolken, jongen, da’s niks voor jou. Ja, je spreekt vloeiend Russisch, Nederlands gaat je ook goed af, maar tolken? Nee. Toch begon ik aan de uitgebreide cursus, met twee keer per week lessen in Utrecht. Extra inkomsten waren welkom en als ik nog wat onderwijs wilde volgen, met blijvend effect, moest ik daar, gezien mijn leeftijd (ik was begin vijftig), maar niet te lang meer mee wachten.

Het werd een worsteling.   

Van de Nederlandse cursisten (er zaten ook Russen in het klasje) was míjn Russisch met afstand het best. De anderen (ze moeten het me maar vergeven) namen het niet zo nauw met de naamvallen en de klemtonen. Maar, zo bleek meteen, zíj konden tolken. Ik niet. Mijn kortetermijngeheugen stond na één te vertalen zin al vol en stroomde daarna genadeloos over. En terwijl de verdachte, de rechter of de officier van justitie in een nagebootste rechtszaak zijn verhaal vervolgde, raakte ik de weg kwijt, om achter te blijven met een rood hoofd en een natte rug. Wanneer ik dan aan de beurt was om de reeks zinnen om te zetten in het Russisch of Nederlands, was de stilte die volgde pijnlijk.   

Ik had voorheen weleens getolkt, maar daar stond het lot van een verdachte nooit bij op het spel. Zo was er die keer dat ik met een cameraploeg van Studio Sport naar Noordwijk was getrokken, waar Guus Hiddink met de Russische voetbalselectie was neergestreken. Ik was een supporter van FC Zenit en op mijn aanraden werden Andrej Arsjavin en Anatoli Timosjtsjoek, beiden uitkomend voor de Trots van Sint-Petersburg, uitgekozen voor een interview. En ik moest tolken. Nou, dat ging best aardig, vond ik, tot ik in Hilversum bij de montage mijn Nederlandse zinnen hoorde volgen op de Russische zinnen van de twee voetballers. Ik had zaken weggelaten en – een bekend fenomeen bij tolken die de weg kwijt zijn –  dingen toegevoegd die beide heren nooit hadden gezegd. Het werd in de montage eenvoudig weggemoffeld, iets wat in een rechtszaal niet tot de mogelijkheden behoort. En bij het mondeling examen van de opleiding Tolken in strafzaken evenmin.

unnamed.jpg
Статья 200.6 УК РФ с комментариями.jpg

Een van mijn docenten, de zeer gewaardeerde Gela Zhdanova, maakte zich telkens erg boos, wanneer ik weer eens aarzelde over mijn toekomst als tolk. “Alleen goede tolken twijfelen of ze goed genoeg zijn!”, beet ze me dan licht vertwijfeld toe. Haar steun mocht vooralsnog niet baten. Slaagde ik nog met vlag en wimpel voor de theorie (met allemaal vragen over het strafrecht) en vormde ook het terminologie-tentamen geen obstakel (ik kende het woordenboek strafrecht zo’n beetje uit mijn hoofd), bij het mondeling, afgenomen in een somber zaaltje boven in een hotel nabij Utrecht CS, ging het mis. Er werd weer een rechtszaak nagespeeld – met Gela als Russische verdachte – en ik struikelde over het woord ‘vizier’.

Waar Gela precies tijdens de ‘rechtszaak’ van werd verdacht, weet ik niet meer. Iets met een achtervolging op een motor en bedreiging met geweld. De vrouwelijke rechter (een echte, die speciaal voor het tentamen was uitgenodigd) ging helemaal op in haar rol. De zinnen waarmee ze Gela’s motorrit beschreef, kon ik aanvankelijk nog vasthouden, want ik had wel wat vooruitgang geboekt. (Tijdens de opleiding was er een speciale les geweest met tips om het geheugen te ondersteunen.) Maar bij het derde kruispunt dat werd overgestoken en het vierde stoplicht dat was gepasseerd, groeide bij mij de paniek: die rechter moest nu echt haar mond eens houden en mij de opgehoopte boel laten vertalen!

Toen viel het woord ‘vizier’… Van de helm die Gela tijdens haar zogenaamde motorrit had gedragen.

Vizier, vizier … ik wíst wat dat was in het Russisch, maar kon er niet op komen! Vizier, vizier … Ik bleef achter het woord haken, raakte nu echt in paniek, en toen de rechter eindelijk haar vervelende mond hield, waren alle opgehoopte zinnen spoorloos verdwenen. Ik probeerde er met mijn Russische vertaling nog het beste van te maken, onder de bedroefde blik van verdachte Gela, die, net als ik, begreep dat ik het mondelinge tentamen niet zou gaan halen. Een paar weken later volgde een herkansing. Die beproeving, met opnieuw verdachte Gela aan mijn zijde, doorstond ik zowaar, wankelend en bepaald niet overtuigend.

Niet lang daarna volgde het echte werk, met autodieven en een moordaanslag.       

————————

Vervolg: deel 2

Laat alle hoop over Rusland onder Poetin varen. Navalny over de bloedzuigers die het land leegzuigen en kapotmaken.


Er is een Rusland een kaste van onaanraakbaren die het land beschouwen en bestieren als wingewest. Geweld wordt niet geschuwd, de banden met de misdaad zijn hecht. Zij combineren economische met politieke macht en zijn daardoor niet aan te pakken. Hoe ver de onaanraakbaren kunnen gaan in hun ongebreidelde, meedogenloze jacht op rijkdom, komt in weinig zo duidelijk naar voren als in onderstaande film van Aleksej Navalny. Kijk en huiver, en u verliest alle hoop waar het de toekomst van Poetins Rusland betreft:


De film circuleert al sinds begin deze maand op internet en is in Rusland al miljoenen keren bekeken. Ik plaats hem nu pas, omdat ik er vandaag  - techniek is niet mijn grootste vriend – pas achterkwam dat je Engelse titels kunt laten meelopen. Even onder in de balk op het ‘papiertje’ klikken…

Nu heeft elk nadeel zijn voordeel. Doordat ik de film nu pas plaats, hebben we inmiddels ook de reactie van procureur-generaal Joeri Tsjajka, wiens zonen in Navalny's film zo’n abjecte rol spelen – gedekt als zij zich weten door hun zeer hoge connecties. Het Kremlin was eerder tot weinig commentaar bereid. Het ging hier immers om de zonen van de proceur-generaal, zo zei premier Medvedev, niet om de procureur-generaal zelf. Dat die reactie onzinnig is, blijkt wel uit het feit dat Tsjajka zelf zich vervolgens toch genoodzaakt zag om met een verweer te komen. Om zich met dat verweer nog verder te defameren.

Want, mijn hemel, hoe fout kan je zijn. Geen woord wijdt Tsjajka aan de beschuldigen uit de film, de naakte feiten die worden opgelepeld en die voor iedereen met een beetje vernuft en doorzettingsvermogen te controleren zijn. Geen woord! Tsjajka heeft het, alinea’s lang, liever over de ‘duistere krachten’ achter Navalny’s film. Want dat Navalny zelf het geld zou hebben voor zo’n professioneel gemaakt werkstuk, dat gelooft u toch zeker zelf niet? Nee, het zijn de geheime diensten van het Westen die erachter zitten, samen met de Amerikaanse zakenman Bill Browder, die natuurlijk nog een appeltje te schillen heeft met Rusland (googelt u even op Browder en Magnitsky).  

Laat het Kremlin Tsjajka vallen? Gunt het Navalny die eer? En, belangrijker nog: wie gaan er dan mee in Tsjajka’s val? Wie beslist daarover? Wat weet Tsjajka over andere (zeer) hoog geplaatsten in zijn directe omgeving? Wie lijkt het veiliger om de procureur-generaal en zijn familie maar met rust te laten? 

Aanvulling: Nieuwe gegevens over de inkomsten van mevrouw Lopatkina, de 'ex'  van plaatsvervangend procureur-generaal Lopatkin vindt u hier. (Russisch).

Aleksej Navalny 

Aleksej Navalny