(Hier deel 1.)
Nadat vogelkenner Eelco uit het boemeltreintje was ontzet, was het nog tien minuutjes wachten op de trein die echt naar Pavlovsk ging. De vrouw die ons op het perron had bijgestaan, stapte met ons in en ging één bankje verder zitten.
- Nachbarn, zei ze tevreden. Op het perron had ze haar Duits op ons geoefend.
Eelco en ik hadden in Sint-Petersburg een cursus gevolgd voor tolken en vertalers. Ik wist van zijn belangstelling voor vogels, maar meer ook niet.
Onderweg naar Pavlovsk gebeurde er verder weinig. We fantaseerden wat over de remise waaraan Eelco was ontsnapt, en over de vele glazen die hij daar ongetwijfeld met het verbaasde personeel (‘Otkoeda? Gollandija?’) had moeten nuttigen. Aangekomen in Pavlovsk kochten we een kaartje voor het park, waar door een parkwachter met een grote schaar een kaarsrechte – daar stelde hij eer in, dat zag je - strook werd afgeknipt. En daar liepen we onder de neerdwarrelende sneeuw het park in, temidden van langlaufende volwassenen en kinderen voortgetrokken op een soort binnenbanden.
Opeens stond Eelco stil.
Hij keek omhoog, een kale boom in. Een boomklever. De eerste die ik in mijn leven zag en Eelco’s reputatie als vogelkenner was gevestigd.
Even verderop, bij een afdalinkje richting een bevroren meertje, was het een drukte van belang. Een prachtige plek om naar beneden te glijden, men stond er voor in de rij. “Laat je vatroesjka niet glippen!”, hoorde ik een moeder roepen, en ik begreep meteen dat ze zo’n binnenband bedoelde om op te glijden. Vatroesjka! Mijn dag kon niet meer stuk: een nieuw woord geleerd en een boomklever gezien.
Zo brachten we de middag verder door, temidden van Russen op smalle ski’s en vatroesjka’s, ver weg van alle Oekraïense ellende. Eelco wees me nog op twee goudvinken, honderdvijftig meter verderop, en hoopte tevergeefs op een specht.
In het treintje terug dwaalden mijn gedachten af naar Ajax-Feyenoord. Hoeveel zou het staan? – Een klapekster!, zei Eelco die naast me naar buiten zat te kijken, om er meteen aan toe te voegen dat hij zich vergist had.
Onze kaartjes werden gecontroleerd. Wie zou er in de basis zijn begonnen, nu Klaassen geblesseerd was? – Puttertjes!
Tevreden kwamen we aan op het Vitebski station, het mooiste station van Sint-Petersburg.