(Eerste publicatie: 3-12-12)
Er is nóg een Sovjet-meisje in een Heracles-shirt! Eerder al schreef ik over het schilderij van Aleksandr Samochvalov, een van de bekendste Sovjet-werken uit de rijke collectie van het Russisch Museum in Sint-Petersburg. Hier hebt u het, het heet Meisje in voetbalshirt:
Samochvalov schilderde het in 1932. Wat ik niet wist: drie jaar eerder had Ivan Koelikov al het werk afgeleverd dat boven aan dit stukje prijkt. Hij noemde het Sportmeisje (Fizkoeltoernitsa). Beide schilderijen zijn te zien in het Drents Museum in Assen op de tentoonstelling De Sovjet Mythe. Socialistisch Realisme 1932-1960, die loopt tot juni komend jaar. Op de tentoonstelling was ik nog niet, wel was ik vrijdag bij de presentatie van de catalogus bij boekhandel Pegasus in Amsterdam.
Koelikovs meisje is van de twee het meest ‘tastbaar’. Haar zal je eerder in het echt tegenkomen dan het meer gestileerde, bijna ongenaakbare Meisje in voetbalshirt van Samochvalov. Die ‘echtheid’ (paradoxaal genoeg geen vast stijlkenmerk van het toch vooral utopische Socialistisch Realisme) verwijst rechtstreeks naar Koelikovs werken van voor de Revolutie, zoals:
Koelikov – voor 1917 al een gerespecteerd schilder – hoefde geen rare bokkensprongen te maken om na de omwenteling binnen het kader van het Socialistisch Realisme te vallen. Ik zocht nog wat meer over hem op en leerde dankzij onderstaand schilderij van hem een nieuw woord: юнгштурмовка / jungsturmovka.
Dit schilderij uit 1929 heet Юнгштурм / Jungsturm, genoemd naar de Jungsturmbeweging in Duitsland. Daar had je er twee van, een fascistische en een communistische. De communistische Jungsturm genoot in de USSR uiteraard de sympathie en onder jonge communisten was het een tijdje bon ton om een jungsturmovka te dragen, een imitatie van het uniform van de Duitse Jungsturm. Wat ik niet weet: heeft Koelikov hier een lid van de Duitse Jungsturm geschilderd of een Russische activiste in zo’n imitatie-uniform? Ik vermoed het eerste.
In mijn volgende stukje meer over Koelikov en Samochvalov, over de erotiek in hun werk (vooral in dat van Samochvalov), aangevuld met enig ongenoegen over de genoemde catalogus, die ontsierd wordt door nogal wat slordigheden.