--------------
-------------
Het was tien uur van Jekaterinburg naar Tobolsk. Voor het eerst had ik via internet een Russisch treinkaartje aangeschaft en het resultaat overtrof al mijn verwachtingen. Ik had een luxe variant uitgezocht: een plekje in een coupé voor twee. Mijn onbekende medepassagier was er nog niet. “Ben ik nog een paar haltes alleen?”, vroeg ik de conductrice. “U bent de hele reis alleen”, antwoordde ze, en ze liet me haar elektronisch apparaatje zien, waarop stond dat Egbert Hartman de plaatsen 3 en 4 had geboekt. Dat had ik thuis achter de computer helemaal niet zo bedoeld, maar ik maakte er geen punt van.
Om 12.37 uur, precies op tijd - zoals bijna altijd in Rusland - kwam de trein in beweging. Eindelijk mocht ik weg uit Jekaterinburg, een stad die weinig warme gevoelens bij me had opgewekt. Ik wist wel dat er een maaltijd bij het treinkaartje zat inbegrepen, maar was toch aangenaam verrast toen de conductrice meteen na het vertrek aanklopte en me een menukaart overhandigde. Wilde ik de maaltijd nu meteen als lunch of wachtte ik liever nog een paar uur?
De tijd en het landschap gleden voorbij, en tegen elven ’s avonds reden we Tobolsk binnen. Of beter: station Tobolsk, het stadje zelf lag nog een aantal kilometers verderop. Station Tobolsk stelde weinig voor, zo weinig, dat mijn trein niet naast een perron tot stilstand kwam. Dat zie je in Rusland wel vaker en je moet dan als reiziger aardig wat hoogteverschil overwinnen om uit de trein op de begane grond te belanden. Het ging me, ondanks mijn koffer en rugzak, redelijk vlot af.
Toen kwam de volgende hindernis, die iets zwaarder was. De voetgangersbrug bleek afgesloten. (“Misschien wel voor altijd”, zei de conductrice, maar dat leek me overdreven.) Mijn trein was gearriveerd op Spoor 2. Om het stationsgebouw te bereiken, moest ik nu Spoor 1 over. Daar stond een trein. Die kwam gelukkig snel in beweging, en toen ontvouwde zich de situatie die u helder weergegeven ziet op bovenstaande tekening. Station Tobolsk telde één perron en daar moest ik op zien te komen. Ik kan u verzekeren dat mijn schets nauwelijks overdreven is: dat ene perron kwam ongeveer tot aan mijn borstbeen. Links en rechts van me klauterden andere passagiers omhoog. Naast me duwde een man zijn - neem ik aan - echtgenote met twee handen onder haar billen de hoogte in. Giechelend landde ze op het perron, waarna het haar beurt was om hém te helpen. Dat bleek nog iets lastiger, maar ook die klus werd geklaard. De vrouw vroeg of ik misschien ook hulp nodig had, maar ik had mijn handen al op het perron gezet en met een sprongetje dat er volgens mij best soepel uitzag, won ik genoeg aan hoogte om ook mijn rechterbeen op het perron te krijgen. De rest was kinderspel en als volleerd treinreiziger-in-Rusland liep ik met een gezicht van 'dit doe ik elke dag' naar het stationsgebouw. Daar werd mij ongevraagd een taxi aangeboden. Ik negeerde dat aanbod en dat was erg dom.
Deel 2.