----------------
Vergiste ik me nu? Werd het wat onrustig in de boekenkast, daar achter het glas? Waar mijn Russische blaasmuzikantjes doorgaans hun marsjes blazen, in volle harmonie? Ik schoof het glazen wandje weg. De muziek kwam nu luid de woonkamer in. En inderdaad, het klonk net even anders allemaal. Onrustig, af en toe net niet in de maat …
En tussen de noten door hoorde ik plots heel duidelijk: “Mogen we buiten spelen?” Ze hadden het zien sneeuwen, hadden zo’n heimwee gekregen naar Leningrad, en wilden weer marcheren, zoals ze vroeger deden, vanaf Plosjtsjad Vosstanija, over de Nevski, de Anitsjkov brug, langs de Passage (ach, de Passage, waar ze ooit, op 9 mei, van die prachtige, trotse, droevige oorlogsliedjes hadden gespeeld!), langs de Gostini Dvor, over de Mojka, en dan rechtsaf, de Bolsjaja Morskaja in en onder de stenen boog door het Paleisplein op!
Natuurlijk mochten ze buiten spelen. Ik verontschuldigde me, dat mijn tuin wat mager afstak bij de beelden van hun heimwee. Ze vonden het niet erg.
Daar gingen ze! En had ik nog een verzoeknummer? Ik aarzelde even. De mars der vliegeniers? Katjoesja? Afscheid van een Slavisch meisje? Overwinningsdag? Nee, toch maar De mars der vliegeniers.
En toen ze klaar waren, gingen ze ook nog even het ijs op. Om te oefenen, voor als het nog een paar dagen flink zou vriezen in Amsterdam. Spelen op de Amsterdamse grachten!